RECHTZAKEN
SPORT
Wilt U iets weten?
VRIJDAG 26 JULI 1940
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
Hulpverleening aan een
Engelschen piloot
Gisteren werd voor het Deutsche
Kriegsgericht de zaak behandeld tegen zes
boscharbeiders uit Zeist en omgeving, die
er van verdacht werden op Donderdag 27
Juni j.l. een Engelsche piloot hulp ver
leend te hebben en hem daarna te heb
ben ontvoerd, nadat er kort te voren een
luchtgevecht tusschen Engelsche en Duit-
sche vliegtuigen boven de gemeente Zeist
was geleverd. Het Engelsche vliegtuig
was neergestort en aan den piloot was het
gelukt, op eenige honderden meters bo
ven den grond uit het brandende toestel
te springen en zich met behulp van een
parachute in veiligheid te stellen. De
vlievoff'cier werd het eerste opgemerkt
door de boscharbeiders St. uit Zert,
van U. uit Utiecht en M. uit Zeist. Zij
liepen op den Engelschen vliegofficier toe,
hielpen hem van zijn brandende parachu
te af en brachten hem in een in de nabij
heid gelegen schaftkeet. Intusschen had
den Duitsche en Hollandsche militairen
maatregelen genomen om het terrein,
waarop het toestel was neergekomen, af
te zetten.
De boscharbeider H., die zag, dat er ge
vaar voor den Engelschman dreigde, gaf
dezen den raad, zich voorloopig ergens in
het bosch te verbergen. De arbeiders de J.
en van K. begaven zich op behoedzame
wijze met den vliegofficier in de richting
van Austerlitz, in de hoop, geen Duit-
schers te ontmoeten.
Toen zij evenwel toch een Duitschen of
ficier tegenkwamen, die hen vroeg, of zij
een Engelschen vlieger hadden gezien,
antwoordden zij ontkennend en brachten
den Duitscher op een valsch spoor.
Inmiddels had de arbeider van U., op
gezag van H. de vliegerkleeding van den
Engelschman verborgen en ook alles op
geruimd, wat er op kon wijzen, dat de
boscharbeiders den vlieger in de keet had
den gebracht en zijn wonden hadden
schoon gemaakt. Andere arbeiders, die ook
toeschouwer waren geweest bij het lucht
gevecht, opperden het denkbeeld, den vlie
ger niet alleen voor het onmiddellijke ge
vaar te verbergen, doch hem zoo moge
lijk voor altijd uit de hand van de Duit-
schers te houden. Eerst maakten een paar
arbeiders bezwaren, doch een van hen, vah
S., drong er sterk op aan te helpen. Hij
zelf nam den vlieger mee naar zijn wo
ning, verkleedde hem met een van zijn
eigen confectiepakken en gaf hem bij zijn
vertrek nog een gulden mee. Een kilome
ter bracht van S. den Engelschen piloot
den weg naar Utrecht op en toen zei hij
tegen hem: „Hier is de tramhalte, en zie
maar, dat je je verder redt".
Later kwam uit, dat de vliegofficier de
wijk had genomen naar Den Helder en
sindsdien heeft men niets meer van hem
gehoord. De arbeiders echter werden door
de Duitsche politie gearresteerd en van
morgen kwam de zaak voor het kriegsge
richt.
Ter zitting werd allereerst gehoord de
jongste boscharbeider H., die had meege
holpen bij de blussching van het neer
gestorte toestel. Hij was ook aanwezig ge
weest in de keet en had den vlieger ver
bonden. Toen andere arbeiders den En
gelschman wegvoerden, had hij de kleeren
van den piloot bijeengeraapt, om ze daar
na ergens in het bosch te begraven.
Verdachte erkende zich schuldig ge
maakt te hebben aan een ontoelaatbare
daad, doch vertelde, dat hij op het mo
ment van het ongeluk de gevolgen van zijn
houding niet had overzien.
De volgende verdachte, de gehuwde ar
beider S., werd door den uresldent ge
ducht aan de tand gevoeld. Verdachte
moest nauwkeurig vertellen, wat hij met
den piloot in zijn huis had gedaan. Op
een vraag, hoe de Engelschman er uit zag
en hoe oud hij was, antwoordde S., dat het
een jongen was van achttien jaar en dat
hy zoo mager was als brandhout.
FEUILLETON
CLchtefc de flatbeden
Een roman uit Siberië,
door
Fr. ENSKAT.
29)
Hü gaf zijn paard de sporen. Snel
snel! Als hij zijn noodlot dan toch niet ont
gaan kon, wilde hij het ten minste zoo vlug
mogelijk achter zich hebben. Zoo joeg hij de
gebeurtenissen tegemoet, waarvan hij wist,
dat zij tot zijn ondergang moesten leiden.
Achter hem reed Kare, het hart van angst
en zorg vervuld.
Bijna gelijktijdig met Hal kwam Michel
Bessin bij het huis aan. Hij zag nog. hoe
Lorne de deur open duwde en naar binnen
stormde.
In de woonkamer deinsde Hal achteruit.
Lansky en zijn beide metgezellen hingen
om de tafel. Tegenover hen als onder
bewaking zat Alexi. De linker helft van
zyn gezicht was overdekt met bloed.
Het volgende oogenblik trad Bessin de
kamer binnen. Ontzet bleef zijn blik op den
gewonden Alexi rusten.
„Wat gebeurt hier?!" snauwde hij Lansky
toe.
„Een beetje beleefder, ouwe heer!" grijns
de de Rus.
„Schoft!" schreeuwde Hal, geheel buiten
zichzelf. „Die brutale toon bewaar je maar
voor de kornuiten! Oom kijkt u eens
naar Alexi! Hij is gewond".
President: „Waarom heeft u den vlieger
in uw huis verzorgd?"
Verdachte: „Mijn menschelijke gevoel
schreef mij voor, dat ik dien man moest
helpen. Als het een Duitsch officier was
geweest, die in handen van de Engelschen
gevallen zou zijn, zou ik net zoo goed ge
holpen hebben".
President: „U begrijpt toch wel, dat u
hier handelde in strijd met de Duitsche
wet?"
Verdachte: „Ja, achteraf wel. Maar op
dat oogenblik wilde ik alleen een mensch
helpen die in doodsgevaar verkeerde".
President: „Hoe wist u dat?"
Verdachte: „Ik dacht, dat hij nu wel
door de Duitschers vermoord zou worden
als zij hem te pakken zouden krijgen".
De volgende verdachte, van K., vroeg
aan den president of de publieke tribune
kon worden ontruimd en de vorige ver
dachten konden worden weggevoerd, om
dat hij meende, dat er hier een vuile rol
gespeeld werd door een der verdachten.
Op zijn verzoek werden de verdachten
weggeleid en de publieke tribune ont
ruimd. Toen vertelde van K., dat S.
tijdens het vooronderzoek althans naar
zijn meening leugens aan de Duitschers
had opgedischt. S. had wel degelijk
den opzet gehad, den piloot in veiligheid
te brengen en of hij nu verklaart, dat er
een derde is, wiens naam S. niet wil
noemen, het is alleen S. geweest, die in
deze zaak de hoofdrol heeft gespeeld.
De president was van meening, dat de
verdachte voor deze verklaring niet de
zaal had behoeven te laten ontruimen.
Tenslotte werd toegestaan dat de ver-
cediger van S., mr. Murman, met zijn
cliënt apart een bespreking mocht hebben
om alsnog te trachten op te sporen, wie de
geheimzinnige derde" zou zijn.
Voor dit intermezzo was op last van den
president de zitting geschorst. Na herope
ning werd S. opnieuw verhoord. De
president vroeg met klem of hij „den der
de" wilde noemen. S. verklaarde, dat
hij den geheimzinnigen man wel gezien en
zelfs met hem gesproken had, maar dat hij
hem niet bij name kende. Veel verder
kwam men niet met dit onderzoek. Hierna
werden de arbeiders van Sch. en van I.
gehoord, die den piloot geholpen hebben
om over een hek te klimmen. Gezamenlijk
hebben zij den vlieger naar een keet ge
bracht en hem daar overgegeven aan an
deren, die den Engelschman ontkleeden,
zijn wonden behandelden en den vlieger
vervolgens in arbeiderskleeren -staken.
Thans werden van de zes beklaagden de
arbeider de J. gehoord. Deze had bij de
ploeg arbeiders gestaan, toen de Duitsche
officier hem had gevraagd, waar <le En
gelschman was gebleven. Op dat moment
echter vertoefde de verkleede Engelsch
man te midden van de arbeiders, maar
niemand zei, dat de vlieger zoo dicht bij
was. Integendeel de meest tegenstrijdige
meeningen werden den Duitschen officier
opgedrongen. De een riep „daar heen is hij
gegaan", de ander vertelde „wel neen, hij
is den anderen kant uitgeloopen". Hoe het
ook zij, de Duitscher kon er geen touw aan
vast knoopen, maar had allerminst het
vermoeden, dat hij den piloot bij wijze
van spreken een hand had kunnen geven.
De laatste verdachte de J. werd er van
beschuldigd niet gezegd te hebben, waar
de vlieger was, terwijl hij wist, dat de man
naast hem stond. Verdachte erkende het
hem ten laste 'gelegde, doch ontkende den
Duitschen officier misleid te hebben.
„Ik heb niets gezegd", luidde zijn positief
antwoord.
De behandeling van de zaak had inmid
dels ruim drie uur geduurd, toen begon
nen werd met het verhoor van de getuigen.
Allereerst werd een beambte van de
Gruene Polizei gevraagd, of hij van mee
ning was, dat de verdachten de waarheid
hadden gesproken, hetgeen hij bevestigend
beantwoordde. Daarna werd de rechercheur
van politie Blokland gehoord.
President: „Wat denkt u, zou een van
deze beklaagden nog contact hebben met
den Engelschen piloot?"
Getuige: „Dat is mij niet bekend. Dat
lijkt mij niet waarschijnlijk".
President: „Vreemd, zooveel menschen
Bessin liep om de tafel heen naar Alexi.
Deze maakte aanstalten op. te staan.
„Zitten blijven!" brulde Lansky. „Hij
staat niet eerder op voor hij mij voor zijn
gedrag zijn excuses heeft aangeboden. Dat
zou nog mooier zijn mij, Lansky, den toe
gang tot het huis te ontzeggen!"
„Weg daar, Mitja en Sergius!" snauwde
Lorne tot het tweetal, dat met de bewaking
belast scheen te zijn.
Loerend keek Mitja hem aan. „Denk er
om vriendje, als je weer wat tegen me in
het schild mocht voeren. Het is nu geen
nacht, zooals toen...,!"
Lorne sprong naar voren. Bliksemsnel
greep hij de lange tafel beet en kantelde
deze omver. Sergius tuimelde met zijn stoel
op den grond, maar Mitja had het gevaar
zien aankomen en was overeind gespron
gen.
Het volgend oogenblik vloog hy op Hal
toe. Zy'n rechtervuist trof Lorne tegen het
oor. Hal sprong opzij, maakte met zijn lin
kerarm een schijnbeweging en liet de vol
gende seconde zijn rechtervuist met kracht
op Mitja's wang neerkomen; uit den mond
van zijn tegenstander druppelde bloed.
Mitja deinsde achteruit, maar dit duurde
slechts even. Direct daarna stormde hij op
nieuw op Lorne toe en wederom trof zyn
vuist diens oor. Een oogenblik ondervond
Hal de gevolgen van dien slag. Het zoemde
in zijn hoofd, maar de felle tegenstand prik
kelde hem en hij deed Mitja achteruit tui
melen. Zijn oog zwol blauw aan, maar hy
kreeg zelfs geen gelegenheid om zich te
herstellen, want een tweede slag deed zyn
kaak kraken. Languit sloeg Mitja tegen
den grond.
Plotseling wierp Sergius zich op Hal,
maar op het laatste oogenblik stak deze zijn
hebben zich met den piloot bemoeid en nu
weet niemand, waar hij uithangt en hoe
het hem gelukt is te ontsnappen".
Nadat het getuigenverhoor ongeveer
anderhalf uur in beslag had genomen,
hield de auditeur-militair een zeer uitvoe
rig requistoir.
Hij wees hierin op de laakbare hande
lingen, die de verdachten hebben gepleegd
en zeide, dat in Duitschland zeker de dood
straf op een dergelijk misdrijf zou volgen.
Hij wilde echter voor de Nederlandsche
arbeiders grootmoedigheid betrachten en
eischte tegen de hoofdschuldigen S. en H.
resp. tien en acht jaar. De andere verdach
ten hoorden ieder twee jaar tegen zich
eischen.
Verdachte S. is de hoofdschuldige, om
dat hij het is, die den piloot in zijn huis
heeft verborgen en hem kleeren verschafte
en geld gaf, opdat hij uit de handen van
de Duitschers zou blijven. H. heeft den
Engelschman van de keet in het bosch
weggevoerd en hem zoodoende in veilig
heid gebracht.
DE UITSPRAAK.
Na een zitting van meer dan zes uur
heeft ten slotte het Kriegsgericht uitspraak
gedaan in de zaak tegen zes arbeiders, die
den Engelschen piloot, na een luchtgevecht
met een Duitsch vliegtuig, hadden gehol
pen en er toe hadden bijgedragen, dat de
piloot uit de handen van de Duitschers is
ontsnapt.
Tegen den hoofdschuldige S., was
tien jaar geëischt. Hij werd veroordeeld
tot drie jaar tuchthuisstraf.
Vier anderen kregen twee jaar, ter
wijl drie jaar tegen hen was geëischt en
de laatste werd vrijgesproken, omdat
niet bewezen kon worden, of hij wel daad
werkelijk bij de ontsnapping een aandeel
had gehad.
Bij de motiveering zeide de president
dat het Kriegsgericht voor dit geval de
laagste straffen had gegeven, volgens de
Duitsche wetgeving kon men niet minder
gaan. Men begreep, dat de arbeiders in
spontaniteit gehandeld hadden en dat zij
de draagwijdte van hun daden niet hebben
kunnen overzien.
Daarom zijn zij er thans nog zoo genadig
afgekomen, doch zij moesten als voorbeeld
gesteld worden voor anderen, die zich mis
schien er toe zouden laten misleiden, En
gelschen te helpen, indien de Duitsche po
litie hen wilde arresteeren.
MILITAIRE AUTO GEEN VOORRANG
VERLEEND.
Een Amsterdamsche arts moest zich van
morgen voor den Kantonrechter verant
woorden, omdat hij op 10 Juni j.l. een Ne
derlandsche militaire auto, bestuurd door
een Duitsche militair, geen voorrang had
verleend, waardoor een ernstige botsing
was ontstaan.
De arts kwam uit de Haringvlietstra^t
en wilde de Noorder Amstellaan ingaan. Hij
reed ten hoogste 20 kilometer.
Plotseling naderde van links de militaire
auto bet tamelijk groote snelhejd. De arts
zag dit te laat en ondanks feit, dat hy naar
rechts uitweek, gebeurde het ongeluk,
De personen-auto werd omver gewor
pen en ernstig beschadigd. De arts kreeg
verwondingen. Intotaal had hij hierdoor
een schade van ongeveer 400.
De ambtenaar van het O.M. eischte we
gens het niet verleenen van voorrang 15
boete subs. 10 dagen hechtenis, daarbij
rekening houdende met het feit, dat het
uitzicht ter plaatse slecht is.
De Kantonrechter vond den ar.s reeds
zwaar gestraft. Onmiddellijk vonnis wij
zende, veroordeelde hij hem tot 10.
boete, subs. 5 dagen hechtenis.
voet uit, waardoor dc Rus met kracht in
zijn maag werd getroffen. Kreunend wen
telde hij zich over den houten vloer.
Bessin en Alexi hadden zich achter Hal
opgesteld, gereed om in te grijpen.
Nu vloog Lansky overeind. In zijn rech
terhand hield hij een revolver.
„Stop, mijne heeren! Sla er maar op
los, vriendje, maar mij blijf je van het
lijf! Anders wordt er geschoten!"
Met gebalde vuisten stond Hal tegenover
Lansky.
„Ellendige huichelaar! Waar haal jij den
moed vandaan....?!"
„En dat zeg jij, jij, verrader!" snauw
de Lansky. ,,Je geeft geen kik meer, ver
sta je dat goed?!"
In een zinlooze woede, die hem alle voor
zichtigheid uit het oog deed verliezen, greep
Hal naar den revolver, welke hij maanden
tevoren bij de eigendommen van zijn ver
moorden wapenbroeder had gevonden. Hij
legde aan.
„Schiet maar!" hoonde Lansky. „Dat ding
ken ik. Je zult ir niet ve.el schade meer
mee aanrichten; het is leeg. Dacht je mij
voor den gek te houden, idioot?!"
Hal haalde den haan overeen schot
knalde door de kamer. Lorne stond als aan
den grond genageld, zijn arm met het wa
pen nog steeds gestrekt.
Lansky slaakte een kreet. Maar hij schoot
niet. Langs zijn wang sijpelde bloed. De
kogel had hem slechts even geraakt.
„Ellendeling!! Verrader!!" raasde hij.
„Op mij durf je te schieten?! Luister
naar mij, Bessinf Kyk dien braven neef
maar eens goed aan heel goed. Die ke
rel daar" hij schreeuwde nu nog harder
„is heelemaal geen neef van je! Neen!
Een bedrieger is hij een gemeene
WIELRENNEN
Zwartepoorte nationaal
stayerkampioen 1940
Wals had pech.
Onder groote belangstelling is gister
avond in het Olympisch Stadion te Amster
dam de wedstrijd gehouden om het stayer
kampioenschap over 100 K.M.
Aan den start versohenen de renners in
de volgende rangorde:
1. Zwartepoorte (v. d. Bom), 2. Bosland
(Wiersma), 3. Van Amsterdam (Slesker),
4. Wals (Kaeser), 5. Schulte (Bustraan).
Het is een spannende strijd geworden,
waarbij verrassingen geenszins zijn uitge
bleven. Algemeen bekend was, dat de kam
pioen 1939, Cor Wals, hardnekkige pogin
gen in het werk zou stellen om ook dezen
keer den 'begeerden titel te behalen, waar
door hij met de traditie brekend, voor de
derde maal achtereenvolgens het kam
pioenschap over 100 K.M. zou bemachtigen.
Het is evenwel geheel anders uitgeloo
pen, dan vele insiders stellig hebben ver
wacht. Noch Wals, die den laatsten tijd in
tensief had getraind, om zyn ouden vorm
terug te krijgen, noch de nieuwe debutant,
Gerrit Schulte, zijn met den ecretitel gaan
strijken, doch Zwartepoorte, die nog niet
zoo heel lang geleden zijn eerste schuchte
re pogingen deed, op initiatief van den di
recteur van de Utrechtschc wielerbaan,
Cor Blekemolen, achter den eveneens
kersverschen gangmaker, Chr. v. d. Bom.
Zoowel stayer als gangmaker hebben hun
harde werken niu eindelijk met succes be
kroond gezien. Toch zou de strijd er geheel
anders uitgezien hebben, indien Wals niet
reeds spoedig met pech te kampen had ge
kregen. Hij lag na het begin reeds gunstig
op de tweede plaats, op deze wijze een
ernstige bedreiging vormend voor den op
dat oogenblik de eerste plaats bezettenden
Bosland, toen een kettingbreuk hem plot
seling een achterstand van een ronde be
zorgde, welke hem, gezien het tempo, waar
in herhaaldelijk werd gereden, zelfs tot
hoog in de 80 K.M., onherroepelijk de over
winning kostte.
Zwartepoorte behaalde een volkomen
verdiende overwinning, hetgeen hem een
hartelijke ovatie bezorgde van het duizend
koppige publiek.
De uitslag luidt:
1. Zwartepoorte, 1 uur 22 min. 21 sec.; 2.
Bosland op 10 meter; 3. Van Amsterdam
op 700 meter; 4. Wals op 900 meter; 5.
Schulte op twee ronden.
Aan dezen stayerwedstryd ging een ste
den wedstrijd Amsterdam—Haarlem voor
af, welke werd gewonnen door de Amster
dammers. In alle drie de nummers, sprint,
achtervolging en den 10 K.M. klassements-
rit, werd door de Amsterdammers een
overwinning behaald. Bij de Haarlemmers
viel alleen het goede rijden op van De Best.
WATERPOLO
POELMEER—L. Z. C. 3—2.
L. Z. C. komt bijna een kwartier te laat
te water in de volgende opstelling: Doel:
Versluys; achter: Van der Reyden, van Hel-
vert, Ouwerkerk; voor: Lut, Elzinga en De
la Court.
Poelmeer: doel: K. IJdens; achter: J.
IJdens, De Jong, Westen; voor: Vink,
Slegtenhorst en Vroom.
Het is dadelijk Poelmeer, dat vinnig aan
valt en na eenig heen en weer zwemmen
weet J. IJdens met een hard schot Ver
sluys te passeeren (10). Ook L. Z. C.
probeert het met uitvallen, maar de Poel
meer-achterhoede geeft geen schijn van
kans. Bovendien is keeper IJdens op zijn
post. Het is weer J. IJdens, die na snel op-
zwemmen met een strak diagonaal schot
scoort (20). Met dezen stand komt de
rust.
Speelde Poelmeer voor de rust zyn eigen
spql en was het door zeer snel zwemmen
zwendelaar!Mitja, Sergius, kijken
jullie eens naar zijn laarzen; let eens op
dien revolver in zijn hand. Kennen jullie die
tabakspijp niet meer? Denk eens goed na...!
Alles dingen, die in het bezit waren van
Frans Mertens, totn deze ons vrijwillig ver
liet en omkeerde. En hoe komt die
schurk nu aan al die dingen? Bessin!
Luister naar my; ik zal het vertellen. Die
man daar..., is de moordenaar van Frans
Mertens, je waren neef. Mertens is dood.
Nu weet ik het zeker. Die kerel daar heeft
ons heelemaal bedrogen. Waar zou hij an
ders de schets en jouw brief vandaan heb
ben, Bessin? Hij is een moordenaar!
Vraag hem toch eens, Bessin, of^hij werke
lijk Frans Mertens heet!"
Hal staarde roerloos voor zich uit. Met
geen woord vermocht hy deze reeks van
ontzettende' beschuldigingen te weerleggen.
Zijn tong scheen als verlamd, maar zijn
gedachten werkten koortsachtig. Nu wist hij
alles: De man, dien hij stervende had ge
vonden, heette Frens Mertens. En Lansky
was zijn moordenaar.
In het ruime vertrek heerschte een druk
kende stilte. Aller blikken waren op Hal ge
richt.
Bij de deur, waar Kare de séène met een
doodsbleek gezicht had gevolgd, klonk plot
seling een lichte kreet.
Daarop stormde Hal met niets ziende
oogen langs het meisje, dat bewusteloos op
den grond lag, heen de kamer uit en naar
buiten.
XXVI.
De avond had het Proeska-dal in duister
nis gehuld. Wel fonkelden er een paar ster
ren aan het firmament, maar zooals zoo
verreweg de meerdere, na de rust veran
derde alles. L. Z. C. trachtte door abre-
kend spel deze meerderheid te niet te doen,
waardoor het gehalte van den wedstrijd
erg zonk. Toch bleef Poelmeer in de meer
derheid. Descondanks bracht Lut de score
op 21. Door een misverstand by Poel
meer werd de stand gelijk. Poelmeer gaf
't echter niet op en zag zijn volhouden be
loond met een fraai schot van Slegtenhorst
132).
DAMMEN
DAMCLUB LEIDEN.
Peukie's en Russisch dammen.
Wie Woensdag bij „D. C. L." te gast was,
zou kunnen meenen, dat hij in een vreemd
land verzeild was geraakt.
Om de spelers hieraan -.e wennen wer
den allereerst in het Hoogland-systeem de
z.g. „Peukie's" afgestoken. Een „peukie"
wordt gespeeld met 55 schijven: die op
de achterste lijn worden geplaatst en de
partij neemt een aanvang als een gewone
damparty. Hierbij kwam dan dezen avond
nog het Hoogland-systeem, waarbij dam
men elkaar ook horizontaal en verticaal
mogen slaan.
De ontsteker van deze „peukie's" was de
heer W. Olivier, die in simultaan-stijl wel
dra alle „peukie's" deed ontbranden.
Dat dit nog niet zoo gemakkelijk bleek
te zyn, kwam thans tot uitihg.
Het was alweer de jeugdige Klein, die
de eerste partij wist te winnen.
Het eindresultaat kwam na ongeveer 2
uur spelen met 7 gewonnen, 4 remise en 7
verloren partijen voor den heer W. Olivier.
Inmiddels was reeds de loting begonnen
voor de Russische partijen. Hierbij wordt
gebruik gemaakt van een bord met 64 rui
ten het z. g. klein Poolsche spel met ieder
12 schijven. Het ongewone van dit kleine
spel, bracht voor vele groote moeilijkhe
den. Zóó dacht men gewonnen te staan of
het was wee net andersom. Daar alle spe
lers echter geen Russen waren, verkreeg
men verrassende uitslagen.
Wij meenen echter te moeten veronder
stellen, dat er by die of gene wel wat
vreemd bloed bij was. De meeste partijen
waren binnen het half uur afgeloopen.
Wim Huisman heeft nog steeds de leiding
op de „ladder" gevolgd door P. Olivier en
F. Laterveer met een punt achterstand.
Volgende week worden er geen zomer
wedstrijden gehouden, daar „D. C. L." haar
tweeden promotiewedstrijd tegen Loosdui
nen moet spelen op Donderdag 1 Aug.
Mocht „D. C. L." er in slagen dezen
wedstrijd te winnen, was o. i. zeer wel
mogelijk is, dan staat de poort van de
hoofdklasse voor haar open.
De club-avond as. Woensdag gaat ech
ter wel door.
Vraag: Kunt u ook zeggen waar Rem
brandt is geboren en wanneer?
Antwoord: te Leiden, op een molen,
in het Noordeinde; op 15 Juli 1606.
Vraag: Welke is de kortste weg van
Leiden naar Den Helder? Hoeveel km.?
Antwoord: Leiden, Sassenheim, Lis-
se, Hillegom, Haarlem, Schoten, Santpoort,
Velsen, Beverwijk, Castricum, Heiloo, Alk
maar, Koedijk, Burgervlotbrug, de Kooij,
Den Helder. Afstand 100 km.
Vraag: Welke is de kortste weg van
Oegstgeest naar IJmuiden? Hoeveel km.?
Antwoord: Het antwoord op deze
vraag vindt u in bovenstaand antwoord
terug. Velsen en IJmuiden sluiten bij
elkaar aan. Afstand 32 km.
Vraag: Naar aanleiding van een stuk
je getiteld: de Zomerpostzegels in de
L. Crt. van 21 Juni j.l. wilde ik u vra
gen of de prijs van het propaganda-boekje
van J. Compere, voorzien van de vijf zo
merpostzegels 1940, al bekend is en waar
het boekje verkrijgbaar is.
Antwoord: Er is sindsdien geen en
kel nader bericht over dit boekje versche
nen en ook bij de posterijen weet men
hiervan niets. Evenwel, zoo spoedig er iets
over medegedeeld wordt, zal dit ook in
onze courant worden bekend gemaakt.
vaak bij helderen hemel, heerschte beneden
op de aarde geen licht.
Als een beschonkene waggelde Lorne naar
den stal. Schier onbewust bracht hij zijn
paard naar buiten, zadelde het en reed v/eg.
De teugels hingen slap in zijn hand. Het dier
sloeg vanzelf den weg naar de Irbytsch
in. Het ging in de richting van het stamp
werk.
In Hal dwarrelden de gedachten verward
dooreen. Voelde hij zich pijnlijk getroffen?
Hij wist het niet. Het gelukte hem ook niet
logisch te denken. Telkens wanneer hij
probeerde zijn toestand te overdenken, wer
den zijn gedachten afgeleid door een of
ander detail van geSnge beteekenis. Ten
slotte gaf hij het op zich intens met de ge
beurtenissen der laatste uren bezig te hou
den.
Rechts voor hem doken de schaduwen van
het stampwerk op. Zijn werk! Nooit meer
zou hij het mogen betreden. En hoe goed
had het hem gedaan, hoe had hij er zich
over verheugd, toen het daverende geluid
van het stampen en walsen voor het eerst
door het dal klonk. Voorbij!
Hij dreef het sjokkende paard in de rich
ting van het Winddal. Langzaam ontwik
kelde zich een bepaald plan in zijn ver
ward brein: Hij zou naar Nanglu gaan.
Nanglu, de eenvoudige, eerlijke natuur-
mensch. Hij was wel de eenige, die een
incident als dit vooruit had zien aanko
men.
De revolver, die hij Hal als waarde
loos had beschouwd, was dus toch nog met
een enkele patroon geladen geweest?
Eigenaardig
(Wordt vervolgd).