RECHTZAKEN SPORT Wilt U iets weten? VRIJDAG 26 JULI 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 Hulpverleening aan een Engelschen piloot Gisteren werd voor het Deutsche Kriegsgericht de zaak behandeld tegen zes boscharbeiders uit Zeist en omgeving, die er van verdacht werden op Donderdag 27 Juni j.l. een Engelsche piloot hulp ver leend te hebben en hem daarna te heb ben ontvoerd, nadat er kort te voren een luchtgevecht tusschen Engelsche en Duit- sche vliegtuigen boven de gemeente Zeist was geleverd. Het Engelsche vliegtuig was neergestort en aan den piloot was het gelukt, op eenige honderden meters bo ven den grond uit het brandende toestel te springen en zich met behulp van een parachute in veiligheid te stellen. De vlievoff'cier werd het eerste opgemerkt door de boscharbeiders St. uit Zert, van U. uit Utiecht en M. uit Zeist. Zij liepen op den Engelschen vliegofficier toe, hielpen hem van zijn brandende parachu te af en brachten hem in een in de nabij heid gelegen schaftkeet. Intusschen had den Duitsche en Hollandsche militairen maatregelen genomen om het terrein, waarop het toestel was neergekomen, af te zetten. De boscharbeider H., die zag, dat er ge vaar voor den Engelschman dreigde, gaf dezen den raad, zich voorloopig ergens in het bosch te verbergen. De arbeiders de J. en van K. begaven zich op behoedzame wijze met den vliegofficier in de richting van Austerlitz, in de hoop, geen Duit- schers te ontmoeten. Toen zij evenwel toch een Duitschen of ficier tegenkwamen, die hen vroeg, of zij een Engelschen vlieger hadden gezien, antwoordden zij ontkennend en brachten den Duitscher op een valsch spoor. Inmiddels had de arbeider van U., op gezag van H. de vliegerkleeding van den Engelschman verborgen en ook alles op geruimd, wat er op kon wijzen, dat de boscharbeiders den vlieger in de keet had den gebracht en zijn wonden hadden schoon gemaakt. Andere arbeiders, die ook toeschouwer waren geweest bij het lucht gevecht, opperden het denkbeeld, den vlie ger niet alleen voor het onmiddellijke ge vaar te verbergen, doch hem zoo moge lijk voor altijd uit de hand van de Duit- schers te houden. Eerst maakten een paar arbeiders bezwaren, doch een van hen, vah S., drong er sterk op aan te helpen. Hij zelf nam den vlieger mee naar zijn wo ning, verkleedde hem met een van zijn eigen confectiepakken en gaf hem bij zijn vertrek nog een gulden mee. Een kilome ter bracht van S. den Engelschen piloot den weg naar Utrecht op en toen zei hij tegen hem: „Hier is de tramhalte, en zie maar, dat je je verder redt". Later kwam uit, dat de vliegofficier de wijk had genomen naar Den Helder en sindsdien heeft men niets meer van hem gehoord. De arbeiders echter werden door de Duitsche politie gearresteerd en van morgen kwam de zaak voor het kriegsge richt. Ter zitting werd allereerst gehoord de jongste boscharbeider H., die had meege holpen bij de blussching van het neer gestorte toestel. Hij was ook aanwezig ge weest in de keet en had den vlieger ver bonden. Toen andere arbeiders den En gelschman wegvoerden, had hij de kleeren van den piloot bijeengeraapt, om ze daar na ergens in het bosch te begraven. Verdachte erkende zich schuldig ge maakt te hebben aan een ontoelaatbare daad, doch vertelde, dat hij op het mo ment van het ongeluk de gevolgen van zijn houding niet had overzien. De volgende verdachte, de gehuwde ar beider S., werd door den uresldent ge ducht aan de tand gevoeld. Verdachte moest nauwkeurig vertellen, wat hij met den piloot in zijn huis had gedaan. Op een vraag, hoe de Engelschman er uit zag en hoe oud hij was, antwoordde S., dat het een jongen was van achttien jaar en dat hy zoo mager was als brandhout. FEUILLETON CLchtefc de flatbeden Een roman uit Siberië, door Fr. ENSKAT. 29) Hü gaf zijn paard de sporen. Snel snel! Als hij zijn noodlot dan toch niet ont gaan kon, wilde hij het ten minste zoo vlug mogelijk achter zich hebben. Zoo joeg hij de gebeurtenissen tegemoet, waarvan hij wist, dat zij tot zijn ondergang moesten leiden. Achter hem reed Kare, het hart van angst en zorg vervuld. Bijna gelijktijdig met Hal kwam Michel Bessin bij het huis aan. Hij zag nog. hoe Lorne de deur open duwde en naar binnen stormde. In de woonkamer deinsde Hal achteruit. Lansky en zijn beide metgezellen hingen om de tafel. Tegenover hen als onder bewaking zat Alexi. De linker helft van zyn gezicht was overdekt met bloed. Het volgende oogenblik trad Bessin de kamer binnen. Ontzet bleef zijn blik op den gewonden Alexi rusten. „Wat gebeurt hier?!" snauwde hij Lansky toe. „Een beetje beleefder, ouwe heer!" grijns de de Rus. „Schoft!" schreeuwde Hal, geheel buiten zichzelf. „Die brutale toon bewaar je maar voor de kornuiten! Oom kijkt u eens naar Alexi! Hij is gewond". President: „Waarom heeft u den vlieger in uw huis verzorgd?" Verdachte: „Mijn menschelijke gevoel schreef mij voor, dat ik dien man moest helpen. Als het een Duitsch officier was geweest, die in handen van de Engelschen gevallen zou zijn, zou ik net zoo goed ge holpen hebben". President: „U begrijpt toch wel, dat u hier handelde in strijd met de Duitsche wet?" Verdachte: „Ja, achteraf wel. Maar op dat oogenblik wilde ik alleen een mensch helpen die in doodsgevaar verkeerde". President: „Hoe wist u dat?" Verdachte: „Ik dacht, dat hij nu wel door de Duitschers vermoord zou worden als zij hem te pakken zouden krijgen". De volgende verdachte, van K., vroeg aan den president of de publieke tribune kon worden ontruimd en de vorige ver dachten konden worden weggevoerd, om dat hij meende, dat er hier een vuile rol gespeeld werd door een der verdachten. Op zijn verzoek werden de verdachten weggeleid en de publieke tribune ont ruimd. Toen vertelde van K., dat S. tijdens het vooronderzoek althans naar zijn meening leugens aan de Duitschers had opgedischt. S. had wel degelijk den opzet gehad, den piloot in veiligheid te brengen en of hij nu verklaart, dat er een derde is, wiens naam S. niet wil noemen, het is alleen S. geweest, die in deze zaak de hoofdrol heeft gespeeld. De president was van meening, dat de verdachte voor deze verklaring niet de zaal had behoeven te laten ontruimen. Tenslotte werd toegestaan dat de ver- cediger van S., mr. Murman, met zijn cliënt apart een bespreking mocht hebben om alsnog te trachten op te sporen, wie de geheimzinnige derde" zou zijn. Voor dit intermezzo was op last van den president de zitting geschorst. Na herope ning werd S. opnieuw verhoord. De president vroeg met klem of hij „den der de" wilde noemen. S. verklaarde, dat hij den geheimzinnigen man wel gezien en zelfs met hem gesproken had, maar dat hij hem niet bij name kende. Veel verder kwam men niet met dit onderzoek. Hierna werden de arbeiders van Sch. en van I. gehoord, die den piloot geholpen hebben om over een hek te klimmen. Gezamenlijk hebben zij den vlieger naar een keet ge bracht en hem daar overgegeven aan an deren, die den Engelschman ontkleeden, zijn wonden behandelden en den vlieger vervolgens in arbeiderskleeren -staken. Thans werden van de zes beklaagden de arbeider de J. gehoord. Deze had bij de ploeg arbeiders gestaan, toen de Duitsche officier hem had gevraagd, waar <le En gelschman was gebleven. Op dat moment echter vertoefde de verkleede Engelsch man te midden van de arbeiders, maar niemand zei, dat de vlieger zoo dicht bij was. Integendeel de meest tegenstrijdige meeningen werden den Duitschen officier opgedrongen. De een riep „daar heen is hij gegaan", de ander vertelde „wel neen, hij is den anderen kant uitgeloopen". Hoe het ook zij, de Duitscher kon er geen touw aan vast knoopen, maar had allerminst het vermoeden, dat hij den piloot bij wijze van spreken een hand had kunnen geven. De laatste verdachte de J. werd er van beschuldigd niet gezegd te hebben, waar de vlieger was, terwijl hij wist, dat de man naast hem stond. Verdachte erkende het hem ten laste 'gelegde, doch ontkende den Duitschen officier misleid te hebben. „Ik heb niets gezegd", luidde zijn positief antwoord. De behandeling van de zaak had inmid dels ruim drie uur geduurd, toen begon nen werd met het verhoor van de getuigen. Allereerst werd een beambte van de Gruene Polizei gevraagd, of hij van mee ning was, dat de verdachten de waarheid hadden gesproken, hetgeen hij bevestigend beantwoordde. Daarna werd de rechercheur van politie Blokland gehoord. President: „Wat denkt u, zou een van deze beklaagden nog contact hebben met den Engelschen piloot?" Getuige: „Dat is mij niet bekend. Dat lijkt mij niet waarschijnlijk". President: „Vreemd, zooveel menschen Bessin liep om de tafel heen naar Alexi. Deze maakte aanstalten op. te staan. „Zitten blijven!" brulde Lansky. „Hij staat niet eerder op voor hij mij voor zijn gedrag zijn excuses heeft aangeboden. Dat zou nog mooier zijn mij, Lansky, den toe gang tot het huis te ontzeggen!" „Weg daar, Mitja en Sergius!" snauwde Lorne tot het tweetal, dat met de bewaking belast scheen te zijn. Loerend keek Mitja hem aan. „Denk er om vriendje, als je weer wat tegen me in het schild mocht voeren. Het is nu geen nacht, zooals toen...,!" Lorne sprong naar voren. Bliksemsnel greep hij de lange tafel beet en kantelde deze omver. Sergius tuimelde met zijn stoel op den grond, maar Mitja had het gevaar zien aankomen en was overeind gespron gen. Het volgend oogenblik vloog hy op Hal toe. Zy'n rechtervuist trof Lorne tegen het oor. Hal sprong opzij, maakte met zijn lin kerarm een schijnbeweging en liet de vol gende seconde zijn rechtervuist met kracht op Mitja's wang neerkomen; uit den mond van zijn tegenstander druppelde bloed. Mitja deinsde achteruit, maar dit duurde slechts even. Direct daarna stormde hij op nieuw op Lorne toe en wederom trof zyn vuist diens oor. Een oogenblik ondervond Hal de gevolgen van dien slag. Het zoemde in zijn hoofd, maar de felle tegenstand prik kelde hem en hij deed Mitja achteruit tui melen. Zijn oog zwol blauw aan, maar hy kreeg zelfs geen gelegenheid om zich te herstellen, want een tweede slag deed zyn kaak kraken. Languit sloeg Mitja tegen den grond. Plotseling wierp Sergius zich op Hal, maar op het laatste oogenblik stak deze zijn hebben zich met den piloot bemoeid en nu weet niemand, waar hij uithangt en hoe het hem gelukt is te ontsnappen". Nadat het getuigenverhoor ongeveer anderhalf uur in beslag had genomen, hield de auditeur-militair een zeer uitvoe rig requistoir. Hij wees hierin op de laakbare hande lingen, die de verdachten hebben gepleegd en zeide, dat in Duitschland zeker de dood straf op een dergelijk misdrijf zou volgen. Hij wilde echter voor de Nederlandsche arbeiders grootmoedigheid betrachten en eischte tegen de hoofdschuldigen S. en H. resp. tien en acht jaar. De andere verdach ten hoorden ieder twee jaar tegen zich eischen. Verdachte S. is de hoofdschuldige, om dat hij het is, die den piloot in zijn huis heeft verborgen en hem kleeren verschafte en geld gaf, opdat hij uit de handen van de Duitschers zou blijven. H. heeft den Engelschman van de keet in het bosch weggevoerd en hem zoodoende in veilig heid gebracht. DE UITSPRAAK. Na een zitting van meer dan zes uur heeft ten slotte het Kriegsgericht uitspraak gedaan in de zaak tegen zes arbeiders, die den Engelschen piloot, na een luchtgevecht met een Duitsch vliegtuig, hadden gehol pen en er toe hadden bijgedragen, dat de piloot uit de handen van de Duitschers is ontsnapt. Tegen den hoofdschuldige S., was tien jaar geëischt. Hij werd veroordeeld tot drie jaar tuchthuisstraf. Vier anderen kregen twee jaar, ter wijl drie jaar tegen hen was geëischt en de laatste werd vrijgesproken, omdat niet bewezen kon worden, of hij wel daad werkelijk bij de ontsnapping een aandeel had gehad. Bij de motiveering zeide de president dat het Kriegsgericht voor dit geval de laagste straffen had gegeven, volgens de Duitsche wetgeving kon men niet minder gaan. Men begreep, dat de arbeiders in spontaniteit gehandeld hadden en dat zij de draagwijdte van hun daden niet hebben kunnen overzien. Daarom zijn zij er thans nog zoo genadig afgekomen, doch zij moesten als voorbeeld gesteld worden voor anderen, die zich mis schien er toe zouden laten misleiden, En gelschen te helpen, indien de Duitsche po litie hen wilde arresteeren. MILITAIRE AUTO GEEN VOORRANG VERLEEND. Een Amsterdamsche arts moest zich van morgen voor den Kantonrechter verant woorden, omdat hij op 10 Juni j.l. een Ne derlandsche militaire auto, bestuurd door een Duitsche militair, geen voorrang had verleend, waardoor een ernstige botsing was ontstaan. De arts kwam uit de Haringvlietstra^t en wilde de Noorder Amstellaan ingaan. Hij reed ten hoogste 20 kilometer. Plotseling naderde van links de militaire auto bet tamelijk groote snelhejd. De arts zag dit te laat en ondanks feit, dat hy naar rechts uitweek, gebeurde het ongeluk, De personen-auto werd omver gewor pen en ernstig beschadigd. De arts kreeg verwondingen. Intotaal had hij hierdoor een schade van ongeveer 400. De ambtenaar van het O.M. eischte we gens het niet verleenen van voorrang 15 boete subs. 10 dagen hechtenis, daarbij rekening houdende met het feit, dat het uitzicht ter plaatse slecht is. De Kantonrechter vond den ar.s reeds zwaar gestraft. Onmiddellijk vonnis wij zende, veroordeelde hij hem tot 10. boete, subs. 5 dagen hechtenis. voet uit, waardoor dc Rus met kracht in zijn maag werd getroffen. Kreunend wen telde hij zich over den houten vloer. Bessin en Alexi hadden zich achter Hal opgesteld, gereed om in te grijpen. Nu vloog Lansky overeind. In zijn rech terhand hield hij een revolver. „Stop, mijne heeren! Sla er maar op los, vriendje, maar mij blijf je van het lijf! Anders wordt er geschoten!" Met gebalde vuisten stond Hal tegenover Lansky. „Ellendige huichelaar! Waar haal jij den moed vandaan....?!" „En dat zeg jij, jij, verrader!" snauw de Lansky. ,,Je geeft geen kik meer, ver sta je dat goed?!" In een zinlooze woede, die hem alle voor zichtigheid uit het oog deed verliezen, greep Hal naar den revolver, welke hij maanden tevoren bij de eigendommen van zijn ver moorden wapenbroeder had gevonden. Hij legde aan. „Schiet maar!" hoonde Lansky. „Dat ding ken ik. Je zult ir niet ve.el schade meer mee aanrichten; het is leeg. Dacht je mij voor den gek te houden, idioot?!" Hal haalde den haan overeen schot knalde door de kamer. Lorne stond als aan den grond genageld, zijn arm met het wa pen nog steeds gestrekt. Lansky slaakte een kreet. Maar hij schoot niet. Langs zijn wang sijpelde bloed. De kogel had hem slechts even geraakt. „Ellendeling!! Verrader!!" raasde hij. „Op mij durf je te schieten?! Luister naar mij, Bessinf Kyk dien braven neef maar eens goed aan heel goed. Die ke rel daar" hij schreeuwde nu nog harder „is heelemaal geen neef van je! Neen! Een bedrieger is hij een gemeene WIELRENNEN Zwartepoorte nationaal stayerkampioen 1940 Wals had pech. Onder groote belangstelling is gister avond in het Olympisch Stadion te Amster dam de wedstrijd gehouden om het stayer kampioenschap over 100 K.M. Aan den start versohenen de renners in de volgende rangorde: 1. Zwartepoorte (v. d. Bom), 2. Bosland (Wiersma), 3. Van Amsterdam (Slesker), 4. Wals (Kaeser), 5. Schulte (Bustraan). Het is een spannende strijd geworden, waarbij verrassingen geenszins zijn uitge bleven. Algemeen bekend was, dat de kam pioen 1939, Cor Wals, hardnekkige pogin gen in het werk zou stellen om ook dezen keer den 'begeerden titel te behalen, waar door hij met de traditie brekend, voor de derde maal achtereenvolgens het kam pioenschap over 100 K.M. zou bemachtigen. Het is evenwel geheel anders uitgeloo pen, dan vele insiders stellig hebben ver wacht. Noch Wals, die den laatsten tijd in tensief had getraind, om zyn ouden vorm terug te krijgen, noch de nieuwe debutant, Gerrit Schulte, zijn met den ecretitel gaan strijken, doch Zwartepoorte, die nog niet zoo heel lang geleden zijn eerste schuchte re pogingen deed, op initiatief van den di recteur van de Utrechtschc wielerbaan, Cor Blekemolen, achter den eveneens kersverschen gangmaker, Chr. v. d. Bom. Zoowel stayer als gangmaker hebben hun harde werken niu eindelijk met succes be kroond gezien. Toch zou de strijd er geheel anders uitgezien hebben, indien Wals niet reeds spoedig met pech te kampen had ge kregen. Hij lag na het begin reeds gunstig op de tweede plaats, op deze wijze een ernstige bedreiging vormend voor den op dat oogenblik de eerste plaats bezettenden Bosland, toen een kettingbreuk hem plot seling een achterstand van een ronde be zorgde, welke hem, gezien het tempo, waar in herhaaldelijk werd gereden, zelfs tot hoog in de 80 K.M., onherroepelijk de over winning kostte. Zwartepoorte behaalde een volkomen verdiende overwinning, hetgeen hem een hartelijke ovatie bezorgde van het duizend koppige publiek. De uitslag luidt: 1. Zwartepoorte, 1 uur 22 min. 21 sec.; 2. Bosland op 10 meter; 3. Van Amsterdam op 700 meter; 4. Wals op 900 meter; 5. Schulte op twee ronden. Aan dezen stayerwedstryd ging een ste den wedstrijd Amsterdam—Haarlem voor af, welke werd gewonnen door de Amster dammers. In alle drie de nummers, sprint, achtervolging en den 10 K.M. klassements- rit, werd door de Amsterdammers een overwinning behaald. Bij de Haarlemmers viel alleen het goede rijden op van De Best. WATERPOLO POELMEER—L. Z. C. 3—2. L. Z. C. komt bijna een kwartier te laat te water in de volgende opstelling: Doel: Versluys; achter: Van der Reyden, van Hel- vert, Ouwerkerk; voor: Lut, Elzinga en De la Court. Poelmeer: doel: K. IJdens; achter: J. IJdens, De Jong, Westen; voor: Vink, Slegtenhorst en Vroom. Het is dadelijk Poelmeer, dat vinnig aan valt en na eenig heen en weer zwemmen weet J. IJdens met een hard schot Ver sluys te passeeren (10). Ook L. Z. C. probeert het met uitvallen, maar de Poel meer-achterhoede geeft geen schijn van kans. Bovendien is keeper IJdens op zijn post. Het is weer J. IJdens, die na snel op- zwemmen met een strak diagonaal schot scoort (20). Met dezen stand komt de rust. Speelde Poelmeer voor de rust zyn eigen spql en was het door zeer snel zwemmen zwendelaar!Mitja, Sergius, kijken jullie eens naar zijn laarzen; let eens op dien revolver in zijn hand. Kennen jullie die tabakspijp niet meer? Denk eens goed na...! Alles dingen, die in het bezit waren van Frans Mertens, totn deze ons vrijwillig ver liet en omkeerde. En hoe komt die schurk nu aan al die dingen? Bessin! Luister naar my; ik zal het vertellen. Die man daar..., is de moordenaar van Frans Mertens, je waren neef. Mertens is dood. Nu weet ik het zeker. Die kerel daar heeft ons heelemaal bedrogen. Waar zou hij an ders de schets en jouw brief vandaan heb ben, Bessin? Hij is een moordenaar! Vraag hem toch eens, Bessin, of^hij werke lijk Frans Mertens heet!" Hal staarde roerloos voor zich uit. Met geen woord vermocht hy deze reeks van ontzettende' beschuldigingen te weerleggen. Zijn tong scheen als verlamd, maar zijn gedachten werkten koortsachtig. Nu wist hij alles: De man, dien hij stervende had ge vonden, heette Frens Mertens. En Lansky was zijn moordenaar. In het ruime vertrek heerschte een druk kende stilte. Aller blikken waren op Hal ge richt. Bij de deur, waar Kare de séène met een doodsbleek gezicht had gevolgd, klonk plot seling een lichte kreet. Daarop stormde Hal met niets ziende oogen langs het meisje, dat bewusteloos op den grond lag, heen de kamer uit en naar buiten. XXVI. De avond had het Proeska-dal in duister nis gehuld. Wel fonkelden er een paar ster ren aan het firmament, maar zooals zoo verreweg de meerdere, na de rust veran derde alles. L. Z. C. trachtte door abre- kend spel deze meerderheid te niet te doen, waardoor het gehalte van den wedstrijd erg zonk. Toch bleef Poelmeer in de meer derheid. Descondanks bracht Lut de score op 21. Door een misverstand by Poel meer werd de stand gelijk. Poelmeer gaf 't echter niet op en zag zijn volhouden be loond met een fraai schot van Slegtenhorst 132). DAMMEN DAMCLUB LEIDEN. Peukie's en Russisch dammen. Wie Woensdag bij „D. C. L." te gast was, zou kunnen meenen, dat hij in een vreemd land verzeild was geraakt. Om de spelers hieraan -.e wennen wer den allereerst in het Hoogland-systeem de z.g. „Peukie's" afgestoken. Een „peukie" wordt gespeeld met 55 schijven: die op de achterste lijn worden geplaatst en de partij neemt een aanvang als een gewone damparty. Hierbij kwam dan dezen avond nog het Hoogland-systeem, waarbij dam men elkaar ook horizontaal en verticaal mogen slaan. De ontsteker van deze „peukie's" was de heer W. Olivier, die in simultaan-stijl wel dra alle „peukie's" deed ontbranden. Dat dit nog niet zoo gemakkelijk bleek te zyn, kwam thans tot uitihg. Het was alweer de jeugdige Klein, die de eerste partij wist te winnen. Het eindresultaat kwam na ongeveer 2 uur spelen met 7 gewonnen, 4 remise en 7 verloren partijen voor den heer W. Olivier. Inmiddels was reeds de loting begonnen voor de Russische partijen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een bord met 64 rui ten het z. g. klein Poolsche spel met ieder 12 schijven. Het ongewone van dit kleine spel, bracht voor vele groote moeilijkhe den. Zóó dacht men gewonnen te staan of het was wee net andersom. Daar alle spe lers echter geen Russen waren, verkreeg men verrassende uitslagen. Wij meenen echter te moeten veronder stellen, dat er by die of gene wel wat vreemd bloed bij was. De meeste partijen waren binnen het half uur afgeloopen. Wim Huisman heeft nog steeds de leiding op de „ladder" gevolgd door P. Olivier en F. Laterveer met een punt achterstand. Volgende week worden er geen zomer wedstrijden gehouden, daar „D. C. L." haar tweeden promotiewedstrijd tegen Loosdui nen moet spelen op Donderdag 1 Aug. Mocht „D. C. L." er in slagen dezen wedstrijd te winnen, was o. i. zeer wel mogelijk is, dan staat de poort van de hoofdklasse voor haar open. De club-avond as. Woensdag gaat ech ter wel door. Vraag: Kunt u ook zeggen waar Rem brandt is geboren en wanneer? Antwoord: te Leiden, op een molen, in het Noordeinde; op 15 Juli 1606. Vraag: Welke is de kortste weg van Leiden naar Den Helder? Hoeveel km.? Antwoord: Leiden, Sassenheim, Lis- se, Hillegom, Haarlem, Schoten, Santpoort, Velsen, Beverwijk, Castricum, Heiloo, Alk maar, Koedijk, Burgervlotbrug, de Kooij, Den Helder. Afstand 100 km. Vraag: Welke is de kortste weg van Oegstgeest naar IJmuiden? Hoeveel km.? Antwoord: Het antwoord op deze vraag vindt u in bovenstaand antwoord terug. Velsen en IJmuiden sluiten bij elkaar aan. Afstand 32 km. Vraag: Naar aanleiding van een stuk je getiteld: de Zomerpostzegels in de L. Crt. van 21 Juni j.l. wilde ik u vra gen of de prijs van het propaganda-boekje van J. Compere, voorzien van de vijf zo merpostzegels 1940, al bekend is en waar het boekje verkrijgbaar is. Antwoord: Er is sindsdien geen en kel nader bericht over dit boekje versche nen en ook bij de posterijen weet men hiervan niets. Evenwel, zoo spoedig er iets over medegedeeld wordt, zal dit ook in onze courant worden bekend gemaakt. vaak bij helderen hemel, heerschte beneden op de aarde geen licht. Als een beschonkene waggelde Lorne naar den stal. Schier onbewust bracht hij zijn paard naar buiten, zadelde het en reed v/eg. De teugels hingen slap in zijn hand. Het dier sloeg vanzelf den weg naar de Irbytsch in. Het ging in de richting van het stamp werk. In Hal dwarrelden de gedachten verward dooreen. Voelde hij zich pijnlijk getroffen? Hij wist het niet. Het gelukte hem ook niet logisch te denken. Telkens wanneer hij probeerde zijn toestand te overdenken, wer den zijn gedachten afgeleid door een of ander detail van geSnge beteekenis. Ten slotte gaf hij het op zich intens met de ge beurtenissen der laatste uren bezig te hou den. Rechts voor hem doken de schaduwen van het stampwerk op. Zijn werk! Nooit meer zou hij het mogen betreden. En hoe goed had het hem gedaan, hoe had hij er zich over verheugd, toen het daverende geluid van het stampen en walsen voor het eerst door het dal klonk. Voorbij! Hij dreef het sjokkende paard in de rich ting van het Winddal. Langzaam ontwik kelde zich een bepaald plan in zijn ver ward brein: Hij zou naar Nanglu gaan. Nanglu, de eenvoudige, eerlijke natuur- mensch. Hij was wel de eenige, die een incident als dit vooruit had zien aanko men. De revolver, die hij Hal als waarde loos had beschouwd, was dus toch nog met een enkele patroon geladen geweest? Eigenaardig (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 7