DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DONDERDAG 25 JUU 1940
31ste Jaargang No. 9702
Gcid^eh^Soti/fca/iit
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
V nieuwe banen"
De socialische pers van gister
avond schrijft weer 'ns, na langen tijd, een
artikel een artikel met als opschrift:
Op nieuwe banen.
In dit artikel wordt geconstateerd, dat
door de actie van de S. D. A. P. in „tien
tallen van jaren" een reeks belangrijke ver
beteringen kon worden verkregen, die ech
ter met elkaar het kapitalistisch bestel nau
welijks vermochten aan te tasten".
De schrijver van het artikel wijst dan op
de „oorzaken" van dit voor de S. D. A. P.
teleurstellend feit. Bij de opsporing van
die oorzaken heeft hij blijkbaar geen schijn
of schaduw zelfs van schuld in eigen
huis gevonden. Neen de oorzaken „lig
gen in de verlamming van het parlementair
stelsel". En: van die „verlamming" draagt
(weer de schuld.... de rechtsche coalitie!
„De Nederlandsche politiek van deze eeuw
is practisch beheerscht geworden door de
coalitie der drie rechtsche partijen."
Wij gevoelen heelemaal geen lust, om te
xeageeren op die versleten beschuldiging
aan het adres van de drie rechtsche par
tijen en van elk dezer afzonderlijk.
Wij hebben, eerlijk gezegd, wel eenig
medelijden met hen, die in dezen tijd nog
de oorzaken van tekorten, van mislukkin
gen, van gemis aan successen alléén en uit
sluitend zoeken bijanderen.
Met belangstelling hebben wij in het ge
citeerde artikel gezocht, of daar eenig per
spectief wordt geopend voor de toekomst.
En wat wij lazen is het volgende:
„Thans is door de omstandigheden
het parlementaire apparaat in ons land
uitgeschakeld. Tegelijk echter roepen
meer dan ooit groote maatschappelijke
nooden om oplossing. Wij kunnen daar
bij niet werkeloos met de handen in
de schoot blijven zitten. Wij moeten
aan den slag. Maar hoe? Men heeft van
daag in ons blad de oproep van het
driemanschap der Nationale Unie kun
nen lezen. Er is voorts de werkzaam
heid van de N. S. B. en van Nationaal
Front. De eerste beweging beoogt een
overkapping te zijn, waarbinnen alle
nationale tegenstellingen moeten wor
den opgevangen. Wij zullen daarover
nog wel nader het onze zeggen. De
beide andere bewegingen hebben elk
hun eigen geschiedenis, die hen van
de S. D. A. P. scheidt. Meest voor de
hand liggend is dan ook de gedachte,
dat de Partij zelf, langs de weg van
een innerlijke herbouw, als socailisti-
sche beweging met een geheel eigen
karakter, dat haar duidelijk zal onder
scheiden en los zal houden van andere
bewegingen, een stuwende kracht naar
maatschappelijke vernieuwing zal moe
ten trachten te blijven.
Dit is misschien een vermetel klin
kende gedachte. Zij vertoont vele as
pecten en levert stellig ook twijfel-
punten op. Maar zij verdient in elk ge
val een nauwgezet onderzoek."
Waarin, dat „geheel eigen karakter", het
welk men wenscht, zal bestaan, wordt niet
medegedeeld wij erkennen, dat zulks on
der de gegeven omstandigheden ook niet
gemakkelijk zou zijn. 't Is alles heel erg
vaag. De nieuwe banen van de S. D. A. P.
liggen voor ons nog in duisternis.
Over de Nationale Unie wordt nog
niets gezegd.
Wij vertrouwen echter, dat ook de S.
D. A. P. zal begrijpen, dat:
„Wie zich afzijdig houdt, schaadt de Ne
derlandsche zaak"!
SUIKERDISTRIBUTIE.
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het departement van landbouw
en visscherij maakt bekend, dat geduren
de het tijdvak van Vrijdag 26 Juli a.s. tot
en met Vrijdag 23 Augustus a.s. de met
„66" genummerde bon van het algemeen
distributiebonboekje recht geeft op het
koopen van één kilogram suiker.
OPBRENGST KINDERZEGELS
VERDEELD.
ƒ202.000 uitbetaald.
De centrale propaganda-commissie voor
de weldadigheidszegels betaalde dezer da
gen aan 386 instellingen, die zorgen voor
misdeelde kinderen, tezamen ruim
ƒ202.000 uit.
Dit was de netto opbrengst van den ver
koop der postzegels en briefkaarten voor
het kind in December j.l. gehouden.
Inmiddels zijn reeds de eerste voorbe
reidingen getroffen voor de actie van De
cember a.s.
De leiders der thans gestichte -Nederlandsche Unie". V. I. n. r.Mr. L. Einthoven, prof.
dr. J. E. de Quay, mr. J. Linthorst Homan
Zooals we gisteravond hebben gemeld
heeft zich een driemanschap gevormd om
te trachten eenheid te brengen in het Ne
derlandsche volk. We laten hier een le
vensbeschrijving volgen.
Mr. L. EINTHOVEN.
Mr. Einthoven is 30 Maart 1896 te Soe-
rabaja geboren en is dus thans 44 jaar oud.
Na in Nederland zijn juridische studiën te
hebben volbracht is hij, in 1920 in Indi-
schen dienst getreden.
Tijdens zijn werkzaamheid bij de rech
terlijke macht deed hij zich kennen als een
flinjj ambtenaar met tact en initiatief.
Toen hij dan ook in 1926 met verlof ver
trok, liet hij na een betrekkelijk korten
diensttijd reeds een goeden naam achter.
Zijn verblijf in Europa heeft mr. Eintho
ven vooral dienstbaar gemaakt aan de stu
die van anbeidsaangelgenheden, waartoe
hij geruimen tijd te Genève heeft vertoefd,
aanvankelijk als verlofganger, later als
ambtenaar op non-activiteit. Toen mr.
Einthoven in 1929 in Indië terugkeerde,
werd hij toegevoegd aan het hoofd van het
Kantoor van Arbeid, waar hij de arbeids-
kolonisatie op de Oostkust van Sumatra
bestudeerde; welke in 1931 leidde tot een
ordonnantie dienaangaande..
In November 1933 heeft mr. Einthoven
zijn Indische carrière afgebroken om een
benoeming tot hoofdcommissaris van po
litie in Rotterdam te aanvaarden.
Voor den tijd van de mobilisatie heeft
mr. Einthoven verlof gehad als hoofdcom
missaris, ten einde te kunnen optreden
als gedelgeerd lid van den Centralen
Raad van Advies inzake de ontwikkeling
en ontspanning der gemobiliseerde mili
tairen.
De taak van den heer Einthoven was
o.m. in de nauwste samenwerking met de
sectie O. en O. van het algemeene hoofd
kwartier te zorgen voor een goeden geest
in de weermacht.
Mr. J. LINTHORST HOMAN.
Mr. Johannes Linthorst Homan stamt
uit een geslacht van commissarissen der
Koningin. Zijn vader èn zijn grootvader
bekleedden die functie in de provincie
Drenthe; de zoon en kleinzoon is het in
Groningen geworden. Op 17 Februari 1903
geboren in Assen, waar hij ook het gym
nasium bezocht, is mr. Linthorst Homan
thans 37 jaar. Na het gymnasium bezocht
hij de universiteit te Leiden en studeerde
hij ook eenigen tij d in Dij on, waarna hij
zijn doctoraal deed en zich te Assen als
advocaat vestigde.
Hij bezette in deze gemeente een belang
rijke plaats in het vereenigingsleven en
was bestuurslid van de Drentsche organi
saties op velerlei gebied. Ook na zijn be
noeming tot burgemeester van Vledder
(Dr.), in 1932, was hij een belangrijke fi
guur voor tal van vereenigingen.
In 1934 promoveerde Linthorst Homan
aan de Rijksuniversiteit te Leiden tot doc
tor in de rechtsgeleerdheid en een jaar la
ter werd hij tot lid van de Provinciale Sta
ten gekozen.
Hij was lid van het dagelijksch bestuur
van de Liberale Staatspartij „De Vrijheids
bond" en van 1934'37 voorzitter van de
Koninklijke Nederlandsche Automobiel
club. Door zyn benoeming tot commissaris
der Koningin in de provincie Groningen,
met ingang van 1 Juni 1937 heeft hij zich
gedwongen gezien vrijwel alle nevenfunc
ties neer te leggen.
Prof. dr. .T. E. DE QUAY.
Prof. dr. Jan Eduard de Quay werd op
26 Augustus 1901 in 's Hertogenbosch als
zoon van luitenant-generaal de Quay ge
boren. Hij kreeg gymnasiaal onderwijs aan
het JezuïtencoTege te Katwijk aan den
Rijn en studeerde vervolgens aan de uni
versiteit te Utrecht; in 1927 promoveerde
hij tot doctor in de letteren en wijsbegeer
te. In Augustus 1927 vertrok hij naar
Amerika, waar hij korten tijd studeerde
aan de universiteit te Chicago, de Yale
University, de Harvard University en de
Columbia University. In Nederland terug
gekeerd, werd dr. de Quay benoemd tot
lector in de psychotechniek aan de Katho
lieke Economische Hoogeschool te Tilburg.
Van October 1928 tot Augustus 1929 was
hij belast met de bestudeering van psycho
technische keuringen bij het staatsbedrijf
der P.T.T. Kort daarop werd hij benoemd
tot medewerker bij het Adviesbureau voor
Bedrijfsorganisaties van ir. Louwerse en
ir. Berenschot, waarna hij van 1931 tot 1933
werkzaam was bij den Algemeenen Con-
fectie-handel C. en A. Brenninkmeijer.
In October 1933 volgde zijn b-.noeming
tot gewoon hoogleeraar in de bedrijfsleer
en dé psychotechniek aan de Katholieke
Economische Hoogeschool te Tilburg. Prof.
de Quay is voorts: directeur van het Eco-
misoh Technologisch Instituut, verbonden
aan de Katholieke Economische Hooge
school, directeur van het Economisch-
Technisch Instituut van Noord-Brabant.
Wij ontleen en aan een artikel in het
Hand elsblad:
„Het driemanschap dat zich vandaag tot
het Nederlandsche volk richt met de bede
tot alle goede vaderlanders om de handen
ineen te slaan teneinde een sterke Neder
landsche eenheid op te bouwen, welke in
staat zal zijn ons volk een eervolle plaats
in de toekomst te verzekeren, vraagt ver
trouwen op grond van den wil om over
oude tegenstellingen en partij-politieke
scheidslijnen heen de nationale volks
krachten te verzamelen en gelijk te rich
ten. En om dit te doen in waarlijk Neder-
landschen geest en met eerbiediging van
den Nederlandschen eigen aard.
Drie Nederlanders die elk op hun eigen
arbeidsterrein in de practijk onzer samen
leving, hier en overzee, bewezen hebben de
gemeenschapsgedachte te begrijpen en te
willen en te kunnen dienen, willen thans in
de ruimte welke ons in de bijzondere om
standigheden van „bezet gebied" wordt
vrij gelaten, ons volk organiseeren tot een
krachtige, fiere „Nederlandsche Unie".
Om sterk te zijn, nu en straks. In dien
naam ligt een program, en ook een be
ginsel, omsloten. Een unie erkent natuur
lijke verscheidenheid zooals die in een
zelfstandig denkend volk van oude cultuur
als het onze, bestaat en moet bestaan.
Want uit de verscheidenheid ontstaat be
weging, en slechts beweging, dynamiek,
kan tot vooruitgang leiden. Maar uit zul
ke verscheidenheid moeten de gezondste
krachten die voor het algemeen belang
beteekenis hebben, steeds weer gebundeld
en gelijkgericht worden. Niemand die dit
overheerschende algemeen belang des
volks in Nederlandschen zin wil dienen,
behoeft daarvan te worden buitengesloten
op grond van verschillen van persoonlijke
levensbeschouwing. In dien zin wil de
Unie niet exclusief zijn. Integendeel. Zij
richt zich niet tegen iets of iemand, maar
vóór een Nederlandsche gedachte. Zij is
een Nederlandsche Unie. Het is alleen de
wil om in eigen Nederlandschen geest een
oplossing te zoeken voor de tallooze
vraagstukken die zich thans voordoen,
dien zij terecht als voorwaarde
stelt".
En verder:
„Wij voor ons treden de Nederlandsche
Unie en haar driemanschap met groote
verwachtingen tegemoet. De drie namen
behoeven bijna geen toelichting meer. Dat
mr Linthorst Homan zijn sporen in de be
vordering der Nederlandsche gemeen
schapsgedachte in en buiten zijn Groning-
sche gewest, verdiend heeft, is algemeen
bekend. Prof. de Quay is op het gebied
eener rechtvaardige en gecoördineerde
sociaal-economische ontwikkeling der Ne
derlandsche volkshuishouding een der
actiefste voormannen, terwijl hij indertijd
op het gebied der nationale veiligheid ver
boven partij-lijnen is uitgestegen. Mr. Eint
hoven heeft in onze Oost voortreffelijk
werk in de rechterlijke macht verricht en
later niet minder toegewijde zorg besteed
aan de verbetering der arbeidsverhoudin
gen in de buitengewesten, en aan de
werkloozenzorg in Indië. Waarna hij als
hoofdcommissaris van politie in Rotter
dam en zeker niet het minst tijdens de
smartelijke oorlogsgebeurtenissen, bewees
uit welk hout hij gesneden is. Allen zijn
zij goede, wasch-echte Nederlanders, met
eerbied voor de historie en met geloof in
de toekomst van ons volk".
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
Uitknippen
HET DUITSCHE GELD
DE OMREKENINGSKOERSEN.
Zooals men weet, is de officieele omreke
ningskoers van de Duitsche Reiskreditkas-
senschein bepaalt op 1 gulden 133 pfen-
nige.
Tot gemak van onze lezers laten we hier
de omrekening in gulden en pfennige vol
gen:
1 cent is
2 cent is
3 cent is
4 cent is
5 cent is
6 cent is
7 cent is
8 cent is
9 cent is
10 cent is
15 cent is
25 cent is
50 cent is
1 gulden
11/3 pfennig.
2 2/3 pfennig.
4 pennig.
5 1/3 pfennig.
6 2/3 pfennig.
8 pfennig.
9 1/3 pfennig.
10 1/3 pfennig.
12 pfennig.
13 1/3 pfennig.
20 pfennig.
33 1/3 pfennig.
66 2/3 pfennig,
is 1.33 M.K.
NAAR HERVORMING VAN
INSTELLINGEN.
In een artikel, in de T ij d onder iboven-
staanden titel, schetst de heer W. J. An-
driessen den ontwikkelingsgang van het
geen tot nog toe door samenwerking on
der het geheele volk op sociaal gebied be
reikt is. Onder de huidige omstandigheden
zal die samenwerking nog hechter moeten
zijn. De nieuwe ideeën, waarvoor de voor
bereidende arbeid reeds is verricht, zullen
onder den druk der tijden gemakkelijker
naar voren komen.
Wij ontleenen aan dit artikel de vol
gende passage:
„Bij het overschouwen wat in ons dier
baar Vaderland op sociaal gebied en in de
latere jaren ook op economisch terrein is
verkregen, zien wij onze sociale wetgeving,
welke op de verschillende terreinen ze
genrijk heeft gewerkt.
Om slechts een voorbeeld te noemen: in
het Jubileumnummer van de Sociale Ver-
zekeringsgids, uitgegeven bij de viering
van het 20-jarig bestaan van de Vereeni-
ging van Raden van Arbeid werd becijferd,
dat gedurende de jaren dat de Ongevallen
wet, de Üand- en Tuinbouwongevallenwet,
de Ouderdomswet, de Invaliditeitswet en
de Ziektewet werken, uitgekeerd werd een
bedrag van 1.731.000.000.over het jaar
1938 werd uitgekeerd 88.500.000.
Deze bedragen duiden er op wij gaan
nu de overige wetten, waarbij er zijn die
met name de rechtspositie van den ar
beider beoogden te verstevigen en die wel
ke een meer economische strekking had
den, maar voorbij dat op deze wijze met
terdaad onrecht werd hersteld en rechten
werden verkregen.
Doch de erkenning van dit alles deed
in onze kringen allerminst voorbijzien, dat
verder liggende doeleinden bereikt moes
ten worden; doeleinden welke werden zij
verwezenlijkt, ess^itieele wijzigingen in
ons sociaal-economisch bestel en daarbui
ten teweeg zouden brengen.
Hier zij herinnerd aan het bedrijfs-ra-
dencongres, aan he1, krachtig propageeren
van de publiekrechtelijke bedrijfsorgani
satie, welke actie, door en na het verschij
nen van Quadragesimo Anno, sterk werd
geaccentueerd, aan de actie „Naar de Nieu
we Gemeenschap."
Bij een rustig registreeren van dit alles
waarbij elke zelfgenoegzaamheid en
zelfverzekerdheid moeten worden uitge
bannen dringt zich de conclusie op, dat
in de achter ons liggende 40 jaren ook in
het Nederlandsche volk de overtuiging
had baangebroken, dat krachtige maatre
gelen niet konden worden gemist om on
recht te herstellen en rechten te veroveren
en dat hervormingen noodig waren om ar
beidenden mensch en arbeid een volwaar
dige plaats toe te kennen.
Het is deze vóórarbeid, welke, ook in
verhoudingen waarin wij nu verkeeren,
zijn waarde en beteekenis niet verliest,
terwijl hij er op wijst, dat het denkleven
van zeer velen van ons volk zich had in
gesteld op het aanvaarden van nieuwe
verhoudingen."
DE TOEKOMST VAN INDIë.
In de Frankfurter Zeitung
wordt het toekomstig lot van het Aziatisch
deel van het Nederlandsche Rijk aange
roerd, o.m. in de volgende bewoordingen
Nederland werd niet geraakt door den
1 Mark is
1 Mark is
1 pfennig
2 pfennig
3 pfennig
4 pfennig
5 pfennig
6 pfennig
7 pfennig
8 pfennig
9 pfennig
10 pfennig
15 pfennig
25 pfennig
50 pfennig
100 pfennig.
75 cent,
is 3/4 cent,
is 11/2 cent,
is 2 1/4 cent,
is 3 cent,
is 3 3/4 cen.t,
is 41/2 cent,
is 5 3/4 cent,
is 6 cent,
is 6 3/4 cent,
is 7 1/2 cent,
is 111/4 cent,
is 18 3/4 cent,
is 37 1/2 cent
vloed van de geestelijke gebeurtenissen in
Europa na den wereldoorlog. Nog in het
begin van den nieuwen oorlog lag het als
een vacuum in een wervelstorm. De wer
velstorm, die het lang gespaarde land thans
zonder erbarmen teisterde, is voorbij, en ge
lukkig was het geweld, hoe hevig ook, maar
kórt van duur. Hoe belangrijk de aange
richte schade op sommige plaatsen moge
zijn, ze gaat het herstelvermogen niet te
boven van een zoo krachtig volk, dat bo
vendien mag rekenen op de hulpvaardig
heid van het overwinnende Duitschland.
Het zal ook de gevolgtrekkingen van gees
telijken aard uit de wereldgebeurtenissen
moeten trekken. Nederland heeft al te ge
makkelijk geleefd, alsof zijn neutraliteit
eeuwig had kunnen duren en catastrofen zou
kunnen overleven. Rijk en verwend was het
onbewust in den frontkring der bezitters
terecht gekomen; het voelde amper de
vraag opkomen naar wat rechtvaardig was,
en of het recht kon heeten, dat het kleine
Nederland een zoo rijk koloniaal gebied
maar het zijne mocht noemen, terwijl het
groote, wilskrachtige en stamverwante
buur volk bleef uitgesloten van alle schat
ten der aarde. Het achtte zoodanige proble
men alleen maar vraagstukken voor de
grooten. Thans zal het moeten inzien, dat
in dit uur van de wereld onzijdigheid on
mogelijk is, en dat ieder volk zijn bijdrage
tot den opbouw van een nieuwe orde zal
moeten aanbrengen.
De Tijd, die dit vertaalde, teekent er
bij aan:
„Doorgaans is de Duitsche pers goed in
gelicht over de gedachte in de regeerings-
kringen van Berlijn. Zullen de vraagstuk
ken, die zij thans bespreekt, in het uur der
beslissing zonder ons en mogelijk tegen ons
aan de orde worden gesteld? Nog nooit
heeft Nederland geweigerd in de raadka
mer te treden voor een gelukkiger samen
leving van de volken. En ook ditmaal zou
het niet weigeren om na den oorlog zijn
goed begrip te toonen voor het hernieuwen
van de orde op een basis van waarachtig
heid, recht en goede verstandhouding."
BLOEMBOLLENKWEEKERS MOGEN
GROENTE KWEEKEN.
De voorzitter van de Nederlandsche Sier
teelt Centrale, de heer J. Mensing, heeft
Woensdagavcond in de jaarvergadering der
Centrale Aalsmeersche Veiling medege
deeld, dat de Nederlandsche Sierteelt Cen
trale voortaan ook aan bloemisten vergun
ning verleent voor het telen van groente.
De uit te geven vergunningen zullen tot
en met 30 Juni 1941 gelden.
Voorts deelde spr. mede, dat de deviezen-
toewijzing voor de bloemisterij van het 3de
kwartaal verviervoudigd is. Dit opent per
spectieven voor een intensieven bloemen-
uitvoer op korten termijn naar Duitsch
land.
Ten slotte kondigde de heer Mensing
plannen aan tot sterke inkrimping der se
ringencultuur ten behoeve van de groente
teelt