LAATSTE VREDESKANS GEBODEN STADS NIEUWS DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Roosevelts candi- 1 datuur ACietö dwingt tot voortzetting van den oortog Hitiers aanbod in den Rijksdag ZATERDAG 20 JULI 1940 31ste Jaargang No. 9698 Ste £eld&eh£(Boti/fcatit Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. DU nummer bestaal uit vijl bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad. Behalve de opkomst van nieuwe vormen in ons werelddeel trekken ook nieuwighe den in andere regionen van den aardbol onze aandacht. Amerika noemde men steeds de „niéuwe wereld" in tegenstelling tot Europa, dat als de „oude wereld" werd gekwalificeerd. Wij zullen binnenkort moeten overwegen of wij de namen nu eens niet zullen gaan omdraaien. Want in de nieuwe wereld blijkt men zoozeer gehecht te zijn geraakt aan oude tradities, dat het wolken stof heeft doen opwaaien, nu president Roose velt zich candidaat heeft laten stellen voor een derde ambtsperiode. Dat heeft zelfs George Washington niet gedaan en na hem hebben alle presiden ten, die het zoover brachten dat zij een tweede ambts periode achter den rug had den, voor een derde candidatuur bedankt. Roosevelt heeft daar in zooverre mee re kening gehouden, dat hij zichzelf niet als candidaat heeft gepresenteerd, doch dat heeft laten doen door het democratische partijcongres te Chicago. Dit congres heeft hem met een vrij groote meerderheid tot candidaat aangewezen en Roosevelt heeft de candidatuur aanvaard, nadat het partij congres gevolg had gegeven aan Roosevelts wensch, dat Wallace zou worden aangewe zen als candidaat voor het vice-president- schap. Amerika zal dus in November a.s. een spannenden verkiezingsstrijd meemaken om het presidentschap, want Roosevelt is nu wel candidaat, maar president is hij nog niet. Dat wil zeggen: hij is nog niet voor de derde maal gekozen. In Amerika gaat het met de presidents verkiezing niet zooals bij ons bij verkie zingen. Hier worden de vertegenwoordi gers rechtstreeks gekozen. Het Amerikaan- sche volk echter kiest slechts kiesmannen. Er staan in hoofdzaak twee partijen tegen over elkander: de democraten en de repu blikeinen. Bij de verkiezingen in Novem ber gaat het erom, wie de meeste stem men óp zich vereenigt en wie derhalve de meeste kiesmannen mag afvaardigen. Formeel wordt er dus in November door het volk nog geen president gekozen: de formeele verkiezing geschiedt door de kiesmannen, die na hun verkiezing in eiken staat afzonderlijk bijeenkomen en een door hen onderteekend en gezegeld certificaat naar het Congres zenden, waar in wordt medegedeeld, voor welken can didaat zij gestemd hebben. In een ge meenschappelijke zitting van de beide Hui zen van het Congres worden de certificaten geopend en eerst dan is de nieuwe presi dent definitief gekozen. Dit alles echter is feitelijk slechts forma liteit. Want de kiesmannen hebben zich reeds te voren verplicht, op een bepaalden candidaat te stemmen en wel op den gene, die door hun partij candidaat werd gesteld, gelijk thans de democratische conventie heeft gedaan, door Roosevelt te benoemen. Alle kiesmannen der democra ten zullen dus hun stem op Roosevelt uit brengen. Amerika gaat ditmaal weer een zeer spannende verkiezing te gemoet: de repu blikeinen, die nu al tweemaal achtereen de nederlaag hebben geleden, trachten re vanche te nemen; de democraten zullen er alles op zetten, om hun president voor de derde maal als overwinnaar naar het Witte Huis te brengen. Roosevelt's tweede verkiezing in 193 een succes geweest, dat vrijwel ongeëven aard was. Het stemmencijfer, dat hij be haalde, naderde de 25 millioen, terwijl zijn republikeinsche tegenstander, Landon, slechts circa 15 millioen stemmen op zich vereenigde. Het gevolg daarvan was, dat 523 kiesmannen voor Roosevelt en slechts 8 kiesmannen voor Landon werden noemd. Na Monroe, die met op één na al- gemeene stemmen door het college van kiesmannen werd gekozen, heeft nog nim mer een president der V. S. zoo weinig te genstemmers gehad. Zal hij thans weer zoo'n succes behalen? EXTRA BROODKAARTEN VOOR LANDARBEIDERS. Alleen gedurende den hooitijd. Naar aanleiding van ingekomen verzoe ken heeft het Centraal distributiekantoor 'bepaald, dat aan landarbeiders of zelfstan dig werkende kleine boeren extra brood kaarten voor 100 pet. mogen worden ver strekt, echter uitsluitend in den hooitijd. Het einde van den hooitijd is gesteld op 10 Augustus. Na dien datum kunren deze arbeiders slechts aanspraak maken op een extra rantsoen van 50 pet. Dit geldt ook voor de overige categorieën van land arbeiders in loondienst of in eigen bedrijf. Dezen komen uitsluitend voor een extra broodrantsoen van 50 pet. in aanmerking. Gisteren heeft de Duitsche Rijkskanselier in den Rijksdag een rede gehouden, waarvan wij het uitvoerige verslag elders in dit blad plaatsen. De voornaamste punten kan men als volgt samenvatten: Alles wat Duitschland de laatste jaren heeft gedaan, was gerechtvaardigd als een streven, het door Versailles gepleegde onrecht te herstellen. Dat er oorlog kwam, was te wijten aan een kapitalistische kliek van oorlogs ophitsers uit vele landen. Hierdoor volgden de gebeurtenissen, die aan Duitsch land de overwinning op alle fronten brachten. De Führer schetste verder het ontstaan en het verloop van den oorlog. Hij herinnerde er voorts aan, dat van oudsher twee doeleinden op zijn buiten- landsch politiek program hebben gestaan, n.l. ten eerste oprechte vriendschap met Italië en ten tweede het tot stand brengen van een dergelijke verhouding met Engeland. Hij bracht zijn spijt tot uitdrukking over het feit, dat het niet gelukt is, met Engeland tot de gewenschte verhouding te geraken, die voor beide mogendheden een zegen zou zijn geweest. Het was niet zijn bedoeling, oorlog te voeren, maar een nieuwen, socialen staat van de hoogste cultuur op te bouwen. Hitier wees op het leed, dat een voortzetting van den oorlog voor millioenen menschen zou meebrengen en hij deed een laatste beroep op het gezonde verstand, omdat hij geen reden zag, die tot voortzetting van dezen oorlog kon dwingen. Hitier gaf de mogelijkheid in overweging, dat Churchill dit beroep wel weer zou negeeren, „van Duitsche zijde, aldus de Führer, is echter, in ieder geval nog een laatste gelegenheid geboden". INDRUKKEN IN DE WERELD. Amerika kijkt gespannen naar Londen. De Rijksdagrede van den Fuehrer met haar laatste beroep op het verstand van Engeland, wekt het grootste opzien in de Vereenigde Staten. Vol spanning kijkt het geheele Amerikaansche publiek naar Lon den, welks antwoord van fatale beteekenis zal zijn voor de ontwikkeling der wereld geschiedenis, zooals men ook in de Ver eenigde Staten duidelijk inziet. De redevoering van Hitler is door tal rijke Amerikaansche stations uitgezonden en door millioenen Amerikanen gehoord, ondanks den korten termijn, waarop zij was aangekondigd. Onder geweldige opschriften, die het al ternatief van Engeland: Vrede of verwoes ting, ondubbelzinnig tot uitdrukking bren gen, publiceerden de late edities van de New Yorksche kranten Vrijdag de gedenk waardige redevoering van Hitler in groote uitvoerigheid. Daarbij worden uiteraard de tot Engeland gerichte passages op den voorgrond geplaatst. De Associated Press, die den volledigen tekst van de rede heeft gepubliceerd, legt den nadruk op Hitler's waarschuwing voor de verwoesting van een wereldrijk, wanneer Engeland vast houdt aan voortzetting van den strijd. Zweden wenscht, dat Londen de gelegenheid benut. In politieke kringen te Stockholm heeft de rede van Hitier een zeer diepen indruk gemaakt. De door den Fuehrer aan Enge land gericht woorden noemt men een harts tochtelijk beroep op de menschelijkheid en men spreekt den wensch uit, dat Engeland van dezen kans gebruik zal maken. Italiaansche instemming. De historische Rijksdagrede van den Fuehrer wordt in Italië zonder voorbehoud algemeen goedgekeurd. Vooral de passages over de buitengewone beteekenis van de houding van Italië voor de oorlogvoering van Duitschland en de gemeenschappelijke overwinning trekken zeer de aandacht en wekten de geestdrift der bevolking. V Politieke constellatie. Centrale ordening van het economische leven is een eisch, een behoefte van dezen tijd. Deze overtuiging is niet vandaag gebo ren. Mede aan de hand van pauselijke ency clieken, met name van de encycliek Qua- dragesimo Anno is herhaaldelijk betoogd, dat de in het economische leven bestaande machtsconcentraties de noodzakelijkheid van ordening tot een dringender eisch maakten, als men het algemeen welzijn niet teneenenmale wilde veronachtzamen of verwaarloozen. Er moet méér ordening komen. Dat was mogelijk onder het bestaande regiem. Dat zal blijken beter mogelijk te zijn onder een regiem, waarin een vlugger tempo van wetgeving en bestuur is ver wezenlijkt, waarin zooals wij het al reeds vaak uitdrukten het gezag ver sterkt, de volksinvloed gesaneerd is. Iedereen zal het hiermede bij eenig na denken eens en volkomen eens zijn. Wijzigingen in het bestaande regiem wenscht iedereen. Over het hoe dier wij zingingen kan en zal verschil van meening bestaan. Als katholieken staan wij tegenover den vorm van een regiem indifferent zoo lang in een regiem onze beginselen niet in 't geding worden gebracht en zoolang in een regiem niet wordt geschapen een ge vaar voor onze principieele rechten. Deze regel van gezond verstand zullen wij als norm gebruiken voor de beslissingen op politiek terrein, die spoedig genomen zullen moeten worden. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN Duitsche zijde. Het valt in hooge mate te betreuren, dat de omstandigheden tot de aangekondigde maatregelen leiden. De Indische autoriteiten hadden er waar lijk verstandig aan gedaan, de internee- ring van Duitsche onderdanen zoo spoe dig mogelijk tot een einde te laten ko men, door dezen in de gelegenheid te stellen naar Duitschland terug te kee- ren. Voor de in Ned.-Indië verblijvende Duitschers zou bijv. de reisweg via Si berië mogelijk zijn geweest. Daarmee zou de Indische regeering zich ook hebben aangesloten bij een vol kenrechtelijke practijk, die op verschil lende precedenten berust. Zoo wees Frankrijk alle Duitschers uit in 1870. De Zuid-Afrikaansche Republieken deden zulks t.a.v. de meeste Engelschen in 1899; Rusland t.a.v. de Japanners in de Oostelijke Provinciën gedurende den Russisch-Japanschen oorlog; Turkije ta. v. de meeste Italianen in 1912; Portugal en sommige Britsche koloniën t.a.v. alle niet-dienstplichtige Duitschers in 1914 1918. Deze praktijk wordt algemeen recht matig geoordeeld. De Indische en de West-Indische regeering zouden zich zonder eenig bezwaar bij deze practijk hebben kunnen aansluiten en zich aldus tevens hebben ontlast van een verant woordelijke zorg, welke de interneering van een groote groep vreemdelingen nu eenmaal medebrengt. Het is te hopen, dat in Indië alsnog het inzicht rijpt, dat een houding als hier bepleit des te meer past tegenover de Duitsche volksgroep daar te lande, die zich door de medewerking, aan de ont wikkeling van het Indische maatschap pelijke leven verleend, bijzondere ver diensten heeft verworven". EERBIED VOOR ANDERER OVERTUIGING. Wij wezen er gisteren op, hoe het N a- tionale Dagblad eenvoudig allen, die tegen de N.S.B. zijn, verklaart tot vijanden van het volk! De „Utrechtsche Courant" citeert den volgenden feilen uitval in het blad der N.S.B. tegen de confessioneele vakbewe ging: „Het politieke Christendom, dat de ar beidersmassa's gedeeltelijk probeerde te knevelen, met verhalen over een geluk kig hiernamaals, dat in ruil voor de lankmoedige dulding der uitbuiterij kon worden verkregen, wist de vakbeweging van binnen uit te splijten. In 1910 was slechts een vijfde van de vakvereenigin- gen confessioneel georganiseerd. In 1938 was het rond 45 pet. Dit verraad van het politieke Christen dom brak de kracht van de vakbewe ging en maakte haar offers nutteloos. De heeren der burgerlijke partijen en de bonden der vakbewegingen wisten door het satanische stelsel van de opzet telijke werkloosheidsveroorzaking de massa te scheppen, die z.g. arbeidsreser ve, die opj genade of ongenade was over geleverd aan de machthebbers der „vrije" democratie en die ten allen tijde kon worden misbruikt als stakingsbre kers, zulks op straffe van verlies der steun bij onwilligheid". De Utrechtsche Courant schrijft hiefbij „Verhalen over een gelukkig hierna maals. lankmoedige dulding der uit buiterijopzettelijke werkloosheids veroorzaking.... neen, veel eerbied voor de overtuiging, den arbeid en de bedoelingen van andersgezinden toont de schrijver van deze philippica niet!" Ieder onzer mag en moet hopen, dat zijn geestesgesteldheid nooit zóó wordt, dat de eerbied voor anderer eerlijke overtuiging, anderer goede bedoeling in hem verloren gaat. Die eerbied is een cultuur-goed van zóó groote waarde! DE INTERNEERING VAN DUITSCHERS IN INDIë. Wij hebben gisteren bij de mededeeling van Duitsche zijde inzake interneering van Duitschers in Ned. Oost-Indië, Suriname en Curasao reeds onze meening gegeven. De Maasbode schreef bij bedoelde mededeeling het volgende: „Tot zoover de mededeelingen van DE VERNIEUWING VAN HET ST. ANNAHOFJE. Er is alle reden om je hart vast te hou den. als er sprake is van vernieuwing van een oud gebouw, doch bij de modernisee ring van het St. Annahofje was iedere vrees voor vandalisme bij voorbaat uitge bannen. De regentesse van het hofje, mej. F. A. Ie Pcole, is in de historie van onze stad doorkneed als weinig anderen. Het karakter van het hofje was haar lief en wilde zij bewaard zien. Om dien reden gaf zij op dracht aan ir. Hugo van Oerle, die al meer met antieke bijltjes heeft gehakt, een ver bouwingsplan té ontwerpen, en deze op zijn beurt koos den heer Van Riet tot aannemer, in de overtuiging, dat deze aan nemer met groote piëteit en overleg het oude zou weten te benutten voor het nieuwe. Aan deze drievoudig gelukkige samen werking in het te danken, dat, ondanks de moderniseering, de sfeer van door de eeuwen heen onverstoorde rust in het St. Anna-hofje bleef behouden. Men zou zelfs geneigd zijn te constateeren, dat het hofje er in ieder opzicht op is vooruitgegaan. Hoewel het hofje gesticht werd in 1507 het kapelletje stamt nog uit dien tijd da teert de rij huisjes, die op de eerste plaats voor vernieuwing i^j aanmerking kwamen, uit de 18e eeuw. De huisjes waren verval len en verzakt, alsof een aardbeving den grond bewogen had. De zware bouw van het belendende St. Elisabethgesticht was aan deze verzakking niet geheel vreemd. De hooge muren van het ziekenhuis waren bovendien oorzaak, dat de schoorsteenen van het hofje geen wind vingen en stoken voor de oude dames onmogelijk werd. Vernieuwing, vernieuwing van den grond af aan, was onvermijdelijk. En nu er toch gebroken moest worden, achtte het college van regenten tevens de gelegenheid gun stig de inrichting te moderniseeren. Ieder, die eenigszins thuis is in hofjes, weet hoe onoogelijk-primitief vaak de sa nitaire installaties zijn verzorgd, en het St. Anna-hofje maakte daarop geen uit zondering. De moderniseering van de eerste rij huisjes is thans gereedgekomen, met rui me subsidie van Rijkswege (40 pet). De tegenstelling tusschen de oude en de nieuwe vleugel is verbazingwekkend ,en het aardige van het geval is, dat de nieu we huisjes nog ouder aandoen dan degene, die nog niet onder handen zijn genomen. Dit resultaat werd bereikt door niet al leen de steenen van de afbraak voor den heropbouw te gebruiken, doch ook de kruis-kozijnen en de verkleurde pannen. Daardoor werd een levendig en warm front geschapen, dat, al is 't niet heele- maal echt, er toch echt echt uitziet. De moeilijkheid was de nauwe, bekrom pen huisjes tegelijkertijd te voorzien van al die gemakken, die de hedendaagsche

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1