BIOSCOPEN TE LEIDEN SPORT WOENSDAG 10 JULI 1940 i)E LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 EENHEID IN DE WIELERSPORT STAPPEN VAN DEN N. W. B. De Wielerbond Nederland heeft zijn ouden naam weer aangenomen en zal dus in den vervolge weder als Nederlandsche Wielerbond (N. W. B.) werkzaam zijn in het belang van alle wielrenners. Het hoofd bestuur werd aldur samengesteld: ■■-oorzit- ter: jhr. G. D. H. Bosch van Drakestein, 2e voorzitter: G. F. Otten; algemeen secretaris- penningmeester J. Pieters, Stuyvesantstr. 333, Den Haag; commissaiissen: P. D. Moeskops, M. P. Peeters, A. Mazairac en L Didier. Het bestuur bestaat dus vrijwel geheel uit oud-kampioenen en is uiteraard uitstekend op de hoogte met de toestan den in de renerswereld. De N. W. B. zal een krachtige actie voeren om alle ren ners zonder uitzondering te vereenigen. Daartoe heeft de N. W. B. bereids stappen ondernomen bij de nationale stichting voor lichamelijke opvoeding, ten einde te ver krijgen, dat de vier rennersbonden, t.w. N. W. BNoordelijk Wieier Verband, Zuid- Nederlandsche Wielerfederatie en N. W. U., tot overeenstemming komen nu de tijd van heden ook op sportgebied volledige een heid vordert. WANDELSPORT NIEUWE WANDELSPORTVEREENÏGING. Te Leiden werd opgericht de wandel- sportvereeniging „Per Pedes Apostolorum", kortweg „P. P. A." Het bestuur is als volgt samengesteld: voorzitter J. B. de Groot, Bloemistenlaan 24, seer., J. W. van Leeuwen, Duinzichtstr. 30, Oegstgeest, penningmeester 'K. Ruig- rok, Duinzichtstr. 20, Oegstgeest. WATERPOLO DE ZIJL I—ZIAN II 2—8 Het jeugdige proef elf tal van De Zijl, dat dit seizoen in de tweede klasse uit komt (de zoogenaamde afdeeling F) leed gisteravond een wel buitengewoon zware nederlaag (28) tegen de reserves van het Haagsche Zian. In hoofdzaak moet dit worden geweten aan het tekort aan rou tine aan Leidsche zijde en aan het ont breken van het noodige ploegverband. Snelheid is er wel in dit team en aan initiatief ontbreekt het dikwijls evenmin, maar er wordt door ondoordacht handelen onnoodig energie verspild, terwijl op die wijze aan de tegenpartij bovendien zoo veel mooie scoring kansen geboden wor den dat een nederlaag bijkans onvermijde lijk is. Gisteravond althans maakte men vele fouten in de Zijl-ploeg en Zian maak te daar een zeer dankbaar gebruik van. Daarbij kwam tot overmaat van ramp dat de Leidsche spelers met hun schoten dit maal bijzonder onfortuinlijk waren. Meer malen kwam een Zijl-speler vrij voor het Haagsche doel, maar van al die kansen konden er, onbegrijpelijk genoeg, slechts twee worden benut. Aan het tactische werk van den aanval mag men hier nog wel eens speciale aandacht schenken. Het zal de prestaties van dit jonge zevental ten zeerste ten goede kunnen komen Wij zullen van dezen weinig belangwek- kenden wedstrijd niet alle scoring kansen vermelden, zoomin als het verloop op den voet volgen. Genoeg zij dat Zian voor de rust een. 30 voorsprong nam en dat het spoedig na de hervatting 50 was. Arnol- dus scoorde toen tegen (15) terwijl H. Blansjaar voor een tweede doelpunt van de thuisclub zorgde (25). Even leefde bij D Zijl nog de hoop dat men zou ophalen, maar weldra was toen Zian weer aan het woord en met 28 kwam het einde van dezen door den heer Moolenaar goed ge leide ontmoeting. De stand in de Afd. F luidt thans: gesp. gew. gel. verl. vt. pnt. H.Z. en P. C. II 4 4 16—3 8 Zian II 3 1 1 1 10—6 3 Poelmeer 3 1 1 1 4—7 3 L.Z.C. 3 2 1 3—6 2 De Zijl 3 3 3—14 0 DE ZIJL n—L. Z. C. II 5—2. Voor afdeeling G. speelde De Zijl II tegen L. Z. C. II. De gasten verschenen met slechts vijf spelers en waar de thuis club besloot niet te laten uitvallen, van oordeel dat de Leidsche" dan maar voor invallers had moeten zorgen, werd het een eenzijdige vertooning. Wel nam K. Kraaien- brink bij de thuisclub met opzet vrijwel niet aan het spel deel, maar ook met zes spelers had De Zijl toch een overwicht, waartegen L. Z. C. niet optornen kon on danks het uitstekende spel van Teegelaar, die keeper Kloots nog tweemaal wist te verrassen. De Zijl maakte vijf doelpunten (één punt werd gescoord toen Teegelaar tijdelijk uit het water was gezonden zoodat L. Z. C. slechts vier spelers telde!) en won dus met 52. In Afd. G. is de stand: Zijl II L. Z. c. n Poelmeer II H G. A. II A. Z. C. II 9—5 1 12—6 2—2 1 0—6 2 2—6 GEMEENTERAAD VAN ZWAMMERDAM De gemeenteraad van Zwammerdam kwam in openbare vergadering bijeen. Voorzitter: de Burgemeester. Aanwezig 6 leden Afwezig de heer Van Bunningen. Alvorens tot de agenda over te gaan zegt de voorzitter een kort woord te willen spre ken. Hij herinnert er aan, dat na de laat ste vergadering zeer veel is gebeurd. Tij dens de vreemde bezetting van ons land zal hij hierover echter niet spreken, doch wil hij volstaan met een woord van eerbiedige en ootmoedige hulde te brengen aan de dap pere soldaten, die bij de verdediging van ons grondgebied hun leven hebben gelaten, waarbij wij dan bijzonder denken aan de twee gevallenen uit onze eigen gemeente. Wij allen voelen diep mede met de nagela ten betrekkingen. Spr. wil in dit oogenblik ook een woord van dank en hulde bren gen aan de leden van de Luchtbescher mingsdienst, het personeel der secretarie, en de politie en al degenen die zich op eeniger- lei wijze verdienstelijk hebben gemaakt en hem hulp en steun hebben verleend bij het volbrengen van zijn bijzonder moeilijke taak in deze zware tijden. Hij hoopt dat God ons allen bij voortduring de noodige kracht zal schenken om voor ons vaderland datgene te doen wat onze plicht is in deze omstandigheden. Ten slotte verzoekt de voorz. staande enkele oogenblikken van stilte onze dooden te gedenken. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming besloten ook dit jaar weder een bijdrage uit de gementekas beschikbaar te stellen voor de verstrekking van extra hulp, z.g. B-steun aan werkloozen, in den vorm van dekking, kleeding en schoeisel, waarvoor op de begrooting van dit jaar reeds een post is geraamd- Ingevolge het bepaalde in art. 103, zesde lid, der Lager-onder wijs wet 1920, worden hierna vastgesteld de voorschotten ten be hoeve der bijzondere scholen voor het jaar 1940. Berekend naar het bedrag der kosten per leerling van het openbaar onderwijs, zoo als dit bij de begrooting is geraamd, n.l. 11.70 voor het gewoon lager ondei-Wijs en 17.24 voor het uitgebreid lager onderwijs, kunnen dan de volgende voorschotten wor den verleend, berekend naai- het gemiddeld aantal leerlingen der verschillende scho len over 1939: aan de Chr. Nat. School 1107.60; aan de Ned. Herv. school 1232.40; aan de R.-K. Meisjesschool 1911; aan de R.-K. Jongensschool 1595.10 en aan de R.-K. school voor U.L.O. f 764.30. In totaal ƒ6610.40. Vaststelling belooning gemeente-werk man wegens het staken van stemmen in de vorige vergadering. Tijdens de behandeling van de gemeen- te-begrooting voor 1940 in de vorige verga dering, staakten de stemmen over een voorstel van wethouder Hoogendijk, om het loon van den gemeente-werkman te brengen op 23.per week zonder'kinder- toeslag; 3 leden stemden voor en 3 tegen dit voorstel. Dit voorstel komt thans opnieuw in stem ming en wederom blijken de stemmen hier over te staken; voor stemmen de heeren Hoogendijk, Edelman en van Leeuwen; te gen de heeren van de Poli. Linschoten en de Kruijf. Thans wordt in stemming gebracht het voorstel van de meerderheid van B. en W. (de burgemeestei en wethouder van de Poll) om het loon te bepalen op 23.per week plus 100 voor kindertoeslag, n.l. 50.per kind en per jaar. Over dit voor stel staken eveneens de stemmen. Voor stemmen de heeren van de Poll, Linscho ten en de Kruijf, tegen de heeren: Hoogen dijk, Edelman en van Leeuwen. Over laatstgenoemd voorstel zal in de eerstvolgende vergadering dus opnieuw worden gestemd. De voorgestelde wijzigingen der begroo ting dienst 1939 en 1940, worden, na toe lichting door den voorz. z.h.s. goedgekeurd. Het kohier hondenbelasting 1940, wordt na voorlezing van het ontwerp, conform vastgesteld met een totaal eindbedrag van 310.— Bij de rondvraag informeert de heer van Leeuwen of het gewone onderhuiswerk der gemeente-eigendommen stil staat of op de gewone wijze wordt uitgevoerd. De voorzitter antwoordt, dat het gewone onderhoudswerk regelmatig wordt uitge voerd. Voor het uitvoeren van meer be langrijke werken, zooals b.v. het asphaltee- ren van de Spoorlaan wordt eerst de goed keuring der begrooting afgewacht. Nadat geen der leden meer het woord verlangt, wordt de vergadering hierna door den voorzitter gesloten. Radio-programma DONDERDAG 11 JULI 1940. JAARSVELD, 414.4 M. AVRO-Uitzen- ding. 8.00 Berichten ANP, gramofoon muziek 8.30 Orgelspel 8.50 Gramo- foonmuziek 10.00 Morgenwijding 10.15 Gramofoonmuziek 10.30 Pianovoor dracht 11.00 Wenken voor de huishou ding. 11.20 Philliarmonisch kwartet 12.00 Gramofoonmuziek 12.45 Berichten ANP, eventueel gramofoonmuziek 1.00 AVRO-Amusementsorkest en solist 2.00 Huishoudelijke wenken 2.20 Concert (opn.) 3.10 Declamatie 3.30 AVRO- Dansorkest 4.00 Disco-causerie 5.00 Voor de jeugd. 5.30 De Romancers en roliste 6.30 VPRO: Cyclus „Lezen in de Bijbel" 6.45 Orgelconcert 7.05 AVRO- M +te-ensemblz en gramofoonmuziek 7 4c Causerie „Moderne inzichten in de wereld der stof" 8.00 Berichten ANP. 8.15 Omroeporkest en solist 9.00 Ra- diotooneel 9.20 Omroeporkest en solis ten 10.00 Concertgebouworkest (opn.) 10.1510.30 Berichten ANF. KOOTWIJK, 1875 M. VARA-Uitzending. 7.00 Berichten (Duitsch) 7.15 Berich ten (Engels). 7.30 Gramofoonmuziek 8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek 9.30 Berichten (Vlaamsch) 9.45 Gramo foonmuziek 10.00 Orgelspel 10.40 Gramofoonmuziek 11.00 Esmeralda 11.15 Berichten (Engelsch) 11.30 Be richten (Vlaamsch) 11.45 Esmeralda 32.30 Berichten (Duitsch) 12.45 Berich ten ANP 1.00 VARA-orkest 1.45 Gra mofoonmuziek 2.00 Berichten (Duitsch) 2.15 VARA-orkest 3.15 Berichten (En gelsch) 3.30 Gramofoonmuziek 3.45 Causerie „Van oud en nieuw maken" 4.15 Gramofoonmuziek 4.20 Keuken- praatje 4.50 Gramofoonmuziek 5.00 Berichten (Duitsch) 5.15 VARA-orkest 6.00 Gramofoonmuziek 6.15 Berichten 'Engelsch) 6.30 VARA-orkest 7.00 Reportage 7.35 Klarinet, altviool en piano 8.00 Berichten (Duitsch) 8.15 Berichten ANP 8.30 Berichten (En gelsch) 8.45 Berichten Vlaamsch 8.00 Orgelspel en zang 9.15 Berichten (Engelsch) 9.30 Esmeralda en soliste 9.45 Berichten (Vlaamsch) 10.00 Be richten (Duitsch) 10.1510.30 Berich ten ANP 11.1511.30 Berichten (En gelsch). HOOFDFILMS INHOUD AANVANGSULx; Mijn vrouw heeft talent (Loretta Young, Warner Baxter). Sherlock Holmes contra Prof. Mariar- ty. Het privé-leven van Elisabeth en Essex. (Bette Davis, Errol Flynn). Alle hens aan dek. (Jessie Matthews). De vrouw van veer tig. (Huguette Du- flos, Jean Aumont). De duivel van de jungle (Anna May Wong). 1 *schen twee ocea- i a (Joel Mc. Crea, "ranees Dee). Visschersjongen (Bobby Breen). De havik der wilder nis. (Mala, Monte Blue). 'komisch Detective-film Speelfilm Speel-zang- film lederen avond 8 uur Zondag van 27 uur Woensdag en Zater dag matinée. lederen avond 8 uur Zondag van 27 uur lederen dag matinée aehalve Vrijdag. lederen avond 8 uur Zondag van 27 uur Woensdag en Zater dag matinée. lederen avond 8 uur Zondag van 27 uur lederen dag matinée lederen avond 8 uur Zondag van 47 uur Zaterdag en Woens dag matinée 2.30 u. Goedgekeurd v. volwassenen Goedgekeurd v. volwassenen Goedgekeurd v. volwassenen Goedgekeurd v. volwassenen Goedgekeurd v. volwassenen VOETBAL V. I. O. S—U. V. S. 1—1. In een meer spannenden dan fraaien wed strijd is het U. V. S. niet gelukt de over winning te behalen, waardoor anders het kampioenschap een feit ware geweest. V. I. O. S. heeft den Blauwitten geen kans gegevens hun spel te notplooien, zoo als wij dit in den wedstrijd tegen Quick zagen. V. I. O. S. speelde of haar leven er van af hing en liet de.i V V. S."ers geen moment vrij spel. U. V. S. telde 1 invaller voor H. Kramp, terwijl V. I. O. S. drie in vallers had, die uitstekend vervangen wer den. Eveneens was het kleine smalle veld een handicap, waardoor de passen van Wallaart niet tot hun recht kwamen en hiervan vele uitballen het gevolg waren. Reeds na een kwartier wist V. I. O. S. de leiding te nemen, gevolg van een fout der beide U. V. S.-backs (10). Voor de rust wist van Leeuwen uit een voorzet van Oos- etrom gelijk te maken. Na de rust heeft U. V. S. energiek aangepakt en V. I. O.S. ge heel in de verdediging gedrongen. De kan sen, die zich in de tweede helft voordeden, waren legio, maar niet een werd er benut ofschoon het geluk U. V. S. niet mee zat. Schoten tegen de paal en juist er naast waren schering en inslag, de bal wilde er niet in. Zoo verstreek de tijd zonder dat er nog van beide kanten een gunstig resultaat werd behaald. DE LIEFDADIGHEIDSWEDSTRIJDEN VAN DEN K.N.V.B. De keuzecommissie van den K.N.V.B. heeft de volgende zeventien spelers ge kozen, waaruit op 17, 24 en 31 Juli een Nederlandsch elftal samengesteld zal worden voor de liefdadigheidswedstrijden te Den Haag, Amsterdam en Rotterdam: Bergman (Blauw Wit), Draeger (D.W.S.), Drok (Sparta), van den Engel (D.H.C.), de Harder (V.U.C.), van der Heide (Feyenoord), Kraak (Stormvogels), Kuppen (Feyenoord), Lenstra (Heeren veen), Paauwe (Feyenoord), v. Spaan- donck (Neptunus), Vente (Feyenoord), de Vries (V.S.V.), de Vroet (Feyenoord), Walhain (H.B.S.), Wilders (Blauw Wit) en Wille (E.D.O.). jpf" CRICKET CRICKET IN OORLOGSTIJD In het graafschap Kent is, naar uit Londen wordt gemeld, een revolte uitge broken tegen cricketspelers, die, ondanks den ernstigen oorlogstoestand, hun spelen ook dit jaar wilden houden. Het betreft een in 1685 opgerichte club. De leider der club beriep zich er op, dat zijn voorvaders onder admiraal Drake dienst hadden gedaan en ftog een partij cricket hadden gespeeld, voor zij de Spanjaarden versloegen. De tegenstanders van het houden van cricket spelen toonden zich echter hiervan niet Qnder den indruk en besloten het speelterrein des nachts door omspitten te vernielen. Daaruit ontwikkelde zich een „oorlogstoestand" tusschen de bevolking en de club, die het terrein liet bewaken door met geweren met schroot gewapenoe mannen. De minister van oorlog, Eden, noemde geweren met schroot „waardevol voor de bestrijding van valschermjagers". Deze kleine graafschappelijke oorlog komt vooreerst verder tot uitdrukking in scher pe ingezonden, stukken in de pers, waarin gezegd wordt, dat het misdadig is om in oorlogstijd cricket te spelen en dat de Duitschers door cricketspel in geen geval ver van het land gehouden kpnnen wor den. FEUILLETON CLcftt&i de tiaó^cHen Een roman uit Siberië. Boor Fr. ENSKAT. 15) XIV. Hal sloeg de dekens weg. Zijn lichaam baadde in het zweet. Hij verdroeg het sla pen in veeren bedden blijkbaar niet meer. Hij stond op om zich daarna vlug te was- schen en te kleeden. Buiten was de schemering van den nieu wen dag juist geweken. Op zijn teenen sloop Hal naar beneden. De kamer, welke hem was toegewezen, lag boven de ver trekken op den beganen grond. Hal bleek niet de eenige te zijn, die zoo vróeg op stond. Toen hij de ruime woon kamer binnen trad, wenschte de oude Bes sin hem vriendelijk goeden morgen. Hij zat bij de groote, ronde kachel, die een welda dige warmte verspreidde. „Ik dacht wel, dat je na den eersten nacht in dit huis vroeg op de been zou zijn", be gon Bessin het gesprek. „Alle anderen sla pen nog." Hij schoof Hal een groeten beker warme melk, alsmede een paar sneden brood en boter toe en terwijl hij hem aanspoorde toe te tasten, bediende hij zich zelf eveneens rijkelijk. Hal liet zich niet tweemaal noo-, digen. Hij had een flinke eetlust en dat scheen Bessin te kunnen waardeeren. „Het doet me geweldig pleizier, jongen, dat je nu bij ons bent. Wij kunnen je hier best gebruiken. Is de reis vlot verloopen? Maar daar zullen we het later wel eens over hebben. Ik kan me voorstellen, dat het heel wat van je krachten heeft gevergd. Overigens.die Lansky, die goede vriend van je en leider van den troep wat is dat eigenlijk voor iemand....? Hij schijnt me wel wat heel energiek en wat scherp te zijn Onrustig schoof Hal op zijn stoel heen en weer; hij streed met een lichte verlegen heid. Bessin bemerkte het. „Zoo erg meen ik het niet, jongen. Ik wil daarmee niets in zijn nadeel gezegd hebben. Hij is jouw'vriend en dat is mij genoeg. De rest vindt zich vanzelf. Heb je genoeg? Mooi! Ga dan maar eens mee". Het was Hal een pak van het hart, dat de oude man, wien hij van het eerste oogen blik af hartelijke gevoelens van sympathie toedroeg, niet verder ging met zijn vragen. Op merkzaam volgde hij den voor hem uit loopenden heer des huizes. Zij gingen naar de stallen, waar reeds twee gezadelde paarden gereed stonden. „Je schijnt een flink ruiter te zijn, Frans. Dat heb ik gisteren al ontdekt. Hoe komt dat?" „Als ingenieur en meestal in het buiten land werkzaam, heb ik het rijden vroeg ge leerd." „Nou, des te beter". Zij zetten de paarden in draf. Met een breeden armzwaai wees Bessin, dat al het omliggende land hem toebehoorde. „Het zal je hier best bevallen, jongen. Er is weliswaar veel werk, maar een heer lijk vrij leven. Ik wil je vandaag al eenigs- zins bekend maken met de omgeving". Een zuivere, piikelende lucht woei hun tegemoet. De doorbrekende zonnestralen gaven aan den dauw op het gras alle denk bare tinten. Bessin reed in de richting van het Gordelwoud. „Wij wonen hier als in een natuurlijke ves ting", legde hij uit. „In het Zuiden wordt ons mooie Proesk-dal begrensd door het Gordelwoud, waar niemand ongezien door heen kan'dringen. De Signaalrivier met haar steilen oever vormt een hindernis voor eiken vreemdeling, die niet met den plaat selijken toestand op de hoogte is. Dat heb je gisteren zelf kunnen constateeren." Een vol uur reden beiden langs den zoom van het bosch. Daarop naderden bij de uit lopers van den bergketen, welke zich langs de westgrens van het dal uitstrekten. „Ook deze heuvels vormen een uitmun tende bescherming, want hierachter tot zeer ver in het Westen ligt de toendra, die voor een deel moerassig en daardoor onbegaan baar is." Onder- een geanimeerd gesprek over de omgeving reden /ij langen tijd langs den voet van den bergketen. Hal nam alles met groóte bewondering in zich op. Dit dal leek hem, na zijn langen zwerftocht door onherbergzame streeken, een aardscb pa radijs. Nu naderden zij het eigenlek Ebir-ge- bergte. De onderste hellingen vertoonden voor zoover zij reeds door de zon werden beschenen een rossen gloed. Geïnteres seerd staarde Hal naar dit ongewone schouwspel. „Dat ziet er uit als roode zandsteen, oom." Hal schrok van zichzelf, toen hij bemerk te, hoe gemakkelijk dit „oom" over zijn lippen kwam. ,,Ik weet het niet, jongen, maar een ding staat wel vast; het moet een zeer bijzon dere steensoort zijn. Ik geloof zelfs een ver rassende ontdekking te hebben gedaan Maar daarover zal ik je later nog wel ver tellen. Vandaag hebben we daar geen tijd voor". Ongeveer in het midden van het berg land bevond zich een breed ravijn. Bessin dreef zijn paard er in. Het pad ging lang zaam omhoog, zoodat zij een heel eind kon den rijden. „Draai je eens om, Frans". Bessin had zich half in het zadel omgekeerd en wees achter zich. Hal liet zijn paard wenden en staarde sprakeloos van bewondering om laag. Onder hem strekte zich het Proeska- dal in al zijn schoonheid uit. Kilometers ver kon zijn blik over het land dwalen tot de majesteueuze bosschen in het Zuiden, rechts over den merkwaardig gevormden heuvelketen en links over 'n golvend land schap dat doorsneden werd door een bree- de, groenachtig glinsterende rivier, welke Hal nu pas ontdekte. „Dat is de Irbytisch", verklaarde Bessin. „In zekeren zin de oostelijke grens van ons gebied, want ook deze rivier is voor vreem delingen, die haar niet kennen onmogelijk te passeeren. Zooals je ziet, stroomt hij dicht langs ons huis om daarna het dal te doorsnijden." Hal kon zich moeilijk los maken van het imposante schouwspel, maar ten slotte meende de oude Bessin hem er aan te moe ten herinneren, dat zij, sinds hun eerste ontbijt nog niets genuttigd hadden. Uit de zadeltasch van zijn paard haalde hij brood en koud vleesch te voorschijn, dat door bei- Iden met flinken eetlust werd verorberd. Na het maal bestegen zij wederom hun paarden. Bessin zette daarop koers naar de Oostzijde van het dal. Juist reden zij om een vrij breeden heuvel heen, toen Hal een nieuwe verrassing beleefde. Op eenigen afstand van de beide ruiters bewoog zich een grauw-zwarte massa; een eigenaardig gekrak en geschuur vervulde de lucht. Hal ontwaarde een omvangrijke kudde zeldzame dieren. „Rendieren?" vroeg hij, zich verbaasd tot Bessin wendend. „Ja rendieren!" bevestigde deze. „Mijn trots! Wat je hier ziet, is een ta melijk wilde kudde. Toen ik jaren geleden voor het eerst hier in het'dal kwam, was ik eveneens nipt weinig verwonderd hier rendieren aan te treffen. De kudde was des tijds nog maar heel klein. In den loop der jaren is het mij evenwel gelukt den troep tot zijn huidigen omvang uit te breiden. 't Is alleen maar jammer, dat ik tot dusver over te weinig hulpkrachten beschikte om ze naar een betere weideplaats te kunnen drijven. Ook daarin hoop ik nu echter bin nenkort verandering te kunnen brengen.... Wij zullen er later nog wel eens over spre ken. Voorloopig heeft het geen haast." Het moest intusschen middag zijn gewor den. Voor de beide mannen was de tijd om gevlogen. Hal voelde de langen rit in al zijn ledematen en hij koesterde oprechte be wondering voor den ouden Bessin, die nog niet het minste teeken van vermoeidheid gaf. Het laatste eind naar huis eischte echter niet te veel meer van hun krachten. Bin nen een uur bereikten zij de hofstede en nauwelijks waren zij in de woonkamer, of ze lieten zich beiden in een stoel vallen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 7