Landing in Engeland
BIOSCOPEN TE LEIDEN
LIED VAN DEZEN TIJD
ZATERDAG 6 JULI 1940
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
Opnieuw is de mogelijkheid van een mili
taire landing in Engeland aan de orde.
Sedert de dagen van Willem de Veroveraar
zijn het alleen de Nederlanders geweest, die
tot tweemaal toe hun wapenen op Albions
bodem brachten.
fiem cbuwm, tnawi
Qviilo-'iiicfie. uj-eAêxiijkkeid
Enkele weken geleden konden wij in de
dagbladen lezen, dat de toenmalige minis
terpresident van Engeland Chamberlain in
het Engelsche Lagerhuis had gewaar
schuwd tegen een mogelijken inval van
Duitsche zijde in Engeland. Mede door den
snellen Duitschen opmarsch via Nederland
en België naar Noord en Noord-West-
Frankrijk in de richting van het Nauw van
Calais, schreef een Italiaansch persbureau:
De droom van Napoleon wordt nu tot wer
kelijkheid! Om dit te begrijpen moeten wij
meer dan een eeuw in de wereldgeschiede
nis terug. Wij schrijven het jaar 1802. De
Fransche revolutie had duizenden naar de
guillotine verwezen. De leuze: Liberté-
Egalité-Fraternité dit is: Vrijheid, Gelijk
heid en Broederschap had een roemloos ein
de gevonden in stroomen bloeds van Frank-
rijks beste zonen. Frankrijk dróóp in die
dagen van bloed, tot het volk begon te wal
gen van zichzelf, van de gevolgen van zijn
opstond, en zich willig boog voor den nieu
wen Leider. Uit de duisternis van de revo
lutie, zien wij de figuur van den Corsicaan-
schen advocatenzoon zich losmaken en zich
plaatsen vóór en tégen het spook der bloe
dige omwenteling. Napoleon Bonaparte! De
opkomst van Napoleon Bonaparte betee-
kende voor Frankrijk, het ontwaken van
het eenheidsbesef. De leuze Liberté-Egali-
té-Fraternité maakte plaats voor den nieu
wen strijdkreet: Vive la France! En deze
kreet beteekende oorlog om de macht op
het" vaste land van Europa tusschen Enge
land en Frankrijk. De eerste krachtmeting
van 1800 tot 1802 eindigde met den vrede
van Amiens. Pitt, de Engelsche minister
president en de ziel van den oorlog tegen
Frankrijk, moest om binnenlandsche rede
nen aftreden. Engeland, dat hoopte op een
gunstig handelsvedrag met het nieuwe
Frankrijk, sloot vrede. Maar 'instede van het
verwachte handelsverdrag stelde Napoleon
hooge invoerrechten vast om de Fransche
inaustrie tot bloei te brengen. -Engeland
zag zijn hoop op handelsvoordeelen te loor
gaan. Kleine incidenten vormden het voor
spel van een nieuwe oorlog. Pogingen om
lot onderhandelen te komen mislukten. En
geland hield de zaak slepende.
Totdat Napoleon besloot, dat aan het di
plomatieke gedoe nu maar eens radicaal
een einde moest worden gemaakt. In het
kamp van Boulogne maakte hij zich gereed
voor een inval in Engeland. Ook de Neder
landers waren' voorbeschikt om in deze
plannen een groote rol te spelen. Napoleon
eischte van ons niet minder dan een leger
van ruim 30.000 man en eenige honderden
schepen voor het overbrengen van de troe
pen naar Engeland. Slechts gedeeltelijk
konden wij in Holland aan deze eischen
voldoen, maar toch wist vice-admiraal Ver
heul enkele tientallen schepen naar het
versterkte kamp van Boulogne te voeren.
Echter, de Engelschen haalden een leelijke
streep door de Napoleontische rekening,
doordal Neison de Spaansch-Fransche vloot
in 1805 bij Trafalgar totaal vernietigde. En
zonder vloot was het in dien tijd nu een
maal onmogelijk tot een landing in Enge
land te komen. De droom van Napoleon,
gekoesterd in het kamp van Boulogne, ging
in rook op. Achter de veilige beschutting
van het Nauw van Calais kon Engeland
Europa opnieuw zijn wil opleggen. Engelsch
kapitaal vond zijn weg naar de respectieve
lijke Europeesche regeeringskringen; deed
verbond na verbond ontstaan tegen Frank
rijk, en de Engelsche bodem bleef onge
schonden. Maar bij de slotacte van het Wee-
nercongres, dat voorgoed een einde maakte
aan het Napo'eontische Frankrijk....
..behield Engeland al zijn veroveringen
o.a. Malta, de Ionische eilanden, Helgoland,
de Nederlandsche Kaapkolonie en het Ne-
derlandsche gebied Westelijk Guiyana en
Ceylon."
Engeland blééf de machtigste ter zee, tot
aan den dag van heden.
Zal de droom, die Napoleon droomde in
het kamp van Boulogne, nu werkelijkheid'
worden? Niemand kan het met zekerheid
zeggen. Maar tot de onmogelijkheden be
hoort het zeker niet. Trouwens de geschie
denis is daar om het tegendeel te bewij
zen.
Het Nederlandsche volk, dat met zijn lei
ders de laatste honderd jaren, steeds het
oog gericht hield op Engeland, moge zich
zijn eigen vaderlandsche geschiedenis her
inneren, en teruggaan, al is het slechts in
gedachten, naar de oude historie van land
en volk, toen, volgens de overleveringen,
de Nederlanders een bezem in den mast
mochten voeren ten teeken, dat zij de zee
van gespuis hadden schoongeveegd.
„Er was een tijd. dat de Nederlandsche
vlag werd begroet als de meesteresse der
zee", schrijft Potgieter in zijn Rijksmu
seum. Er was een lijd, dat vele zwartgerok
te heeren, Hollanders zoowel, als Engel
schen, in Breda onderhandelde over den
vrede, die een eind moest maken aan den
Tweeden Engelschen oorlog Maar het
bleek, dat er bij de Engelsche heeren wei
nig lust bestond om tot een werkelijken
vrede te komei:. Immers handelsnaijver
was de oorzaak van dezen tweeden krijg.
Alléén daaivcor was Engeland den strijd
begonnen. En op welke wijze? In vollen
vrede maakten de Engelschen zich in 1661
meester van dc kleine Hollandsche neder
zettingen aan d*e Gambia in Afrika. De Ne
der.'ancsche icgcf-ring deed niets meer dan
een flauw protest uitbrengen. Het gevolg
sche vloot endrr Richard Nichols zich in
hiervan was, dal Engeland steeds driester
ging optreden. L»e diefstal van 1661 werd
welra gevolgd ocor een tweede. In 1664
veroverde een expeditie onder Robert Hol
mes de belangd ij he Nederlandsche kolonie
Cabo Corso (Cape Coast Castle) op de
Goudkust. En ;cis later stelde een Engel-
bezit van Nieuw Nederland met de hoofd-*
stad Nieuw Amsterdam (het tegenwoordi
ge New York). Dat gebeurde alles in vol
len vrede. Maar toen werd Holland wak
ker! Onmiddellijk na de inname van Cabo
Corso gaven dc Staten Generaal aan De
Ruyter bevel om het verloren gegane ge-'
bied te heroveren. De reactie op dit bevel
bleef niet uit: Engeland verweet óns, dat
v/ij den corJog varen begonnen! En het
bracht den strijd over naar Europa: de
tweede Engelsche oorlog, die met wisselen
de kansen werd gestreden. Bij den eersten
gmoten zeeslag cbe geleverd werd, leed
onze vloot een zware nederlaag. Bij Lowe-
stoff moesien de Nederlanders de zee la-
■ten aan de Engelschen. De Hollandsche ad
miraal Wassenaar van Obdam vloog met
zijn schip in de lucht; door het lafhartig
gedrag van enkele Nederlandsche kapiteins
geraakten vele schepen in Engelsche han
den. Hier sneuvelde Kortenaer. Maar Cor
nells Tromp en Jan Evertsen wisten een
aanzienlijk deel van onze zeemacht binnen
behouden haven ie brengen. Het jaar 1666
bracht het keerpunt. In den beroemd ge
worden Vierdaagschen zeeslag, een der
grootste zeeslagen waarvan de geschiedenis
ons vertelt, behaalden de Hollanders een
schitterende overwinning. Hier maakte
Vlissinger Michiel zich voor de historie on
sterfelijk. Maar opnieuw keerde de kans.
In den tweedaagschen zeeslag bij Duinker
ken moest De Ruyter terug en de Engel
schen namen de kans waar, die deze terug
tocht hun bood om in het Vlie een honderd
vijftig koopvaarders te vernietigen en het
niet versterkte eiland Terschelling in brand
te steken! Toen begon men over vrede te
spreken. Wij wezen er hierboven reeds op.
Maar het was de Engelschen geen ernst
met de onderhandelingen. Men trachtte de
zaak slepende te houden. Jan de Witt be
sloot toen tot het stoute plan van een lan
ding in Engeland. Een plan dat géén droom
bleek te zijn.
Onze vloot onder bevel van De Ruyter
kreeg bevel tot deze landingspoging. Ter
wijl in Breda de onderhandelingen sleep
ten, zette De Ruyter koers naar den
Theemsmond. De hoofdmacht van de Ne
derlandsche vloot bezette den mond van de
rivier en een eskader onder van Van Gent
voer de Medway op, veroverde het kasteel
Sheernes: de kanonnen donderden over
Londen. In paniekstemming vluchtte de be
volking. Tientallen Britsche schepen wer
den vernield; het trotsche admiraalschip: de
Royal Charles werd in triomf medegevoerd
naar ons land. Ende Engelsche heeren
in Breda haastten zich de vredesvoorwaar
den van De Witt te onderteekenen. Wat
niemand ooit voor mogelijk had gehouden,
noch in Engeland, noch in Holland, noch er
gens anders ter wereld was tot werkelijk
heid geworden: het kleine Holland had het
machtige Albion in eigen land zijn wil op
gelegd. Voor het eerst in de geschiedenis
had een vreemd leger den voet gezet op
Engelschen bodem. En dit eerste landings
feit zou zich nog eenmaal herhalen. En weer
zouden het de Hollanders zijn, die dit pres
teerden.
23 Februari 1689 had zich een ontzagge
lijke menigte verzameld op en om een der
historische plekken van Whitehall, ver
telt ons de historieschrijver. Op een vast
gesteld uur kwamen in één der schitteren
de zalen van dit paleis bijeen de leden van
het Lagerhuis en de Pairs, mannen, ver
tegenwoordigend den Hoogen adel van het
Koninkrijk. Langs de wanden stonden de
Yeomen in hun schitterende uniformen.
Een heldere mannelijke slem klinkt door
de doodsche stilte: „Dankbaar nemen wij
aan, vrat Gij ons hebt aangeboden, verze
kerende, dat wat mij zeiven betreft
de wetten van Engeland, die ik reeds een
maal heb gehandhaafd, mij tot richtsnoer
zullen strekken, alsmede dat ik mij zal toe
leggen op de bevordering van de welvaart
van het Koninkrijk, waarbij ik wat be
treft de middelen ter bereiking van dit
doel steeds den raad der beide Huizen
zal inwinnen en op dien raad meer zal ver
trouwen, dan op mijn eigen oordeel."
Enkele minuten later stelde zich op vóór
de groote poort van Whitehall, onder de
vensters van het slot, de Garter King of
Arms, omringd door herauten en wapendra
gers, de klokken begonnen te luiden, en
omringd door een duizendkoppige menig
te werden Willem van Oranje, bij ons be
kend als de stadhouder Willem de Derde," en
zijn gemalin Maria uitgeroepen tot koning
en koningin van Engeland.
Op 13 November 1688 passeerde de Hol
landsche reuzen vloot van 700 schepen het
kanaal; op den veertienden November zet
ten de Nederlanders den voet op Engel
schen bodem. Drie maanden later boog Ja
cobus de Tweede, koning van Engeland,
het hoofd en vluchtte hij als balling naar
Frankrijk. Voor de tweede maal in de we
reldgeschiedenis en tevens voor de laatste
maal (tot op heden Red. „L. Crt.") bleek
de landing op de Britsche eilanden geen
droom, maar werkelijkheid te zijn.
Jac. W.
(Bovenstaand artikel is ontleend aan „De
Weg" van 1 Juni).
De toekomst van den
N ederlandschen
landbouw
In een persconferentie heeft graaf Gro-
the, landbouwdeskundige van den staf van
den rijkscommissaris, eenige beschouwin
gen gehouden over de toekomst van den
Nederlandsche landbouw. Graaf Grothe
zeide o.m. het volgende:
Bij het overnemen der ambtsaangelegen
heden door den rijkscommissaris werd een
landbouw aangetroffen, welke een harden
strijd voerde voor den afzet van zijn ver-
edelings- en tuinbouwproducten. Belang
rijke steunmaatregelen waren in de voor
afgaande jaren noodig om bijvoorbeeld
den tuinbouw, die een groot d^el van zijn
producten uit gebrek aan afzet moest ver
nietigen, in het leven te houden. De steun
van het Groot-Duitsch gebied zal den Ne-
derlandschen landbouw in de toekomst
van deze afzetmoeilijkheden verlossen.
Het Groot-Duitsche Rijk zal in staat zijn,
de overschotten van den Nederlandschen
boer en de Nederlandsche tuinders op te
nemen.
Het Nederlandsche veebedrijf, dat in
verhouding tot den voederbasis van den
Nederlandschen landbouw een te sterk be
zet bedrijf was, van den invoer van bui-
tenlandsche voedingsmiddelen afhankelijk
en evenzeer onder groote zorgen voor den
afzet gebukt ging, zal zich in de toekomst
ook in sterkere mate op het Groot-Duit-
sohe gebied imoeten instellen. Het door de
Engelsche blokkade veroorzaakte wegval
len van den invoer maakt het noodzakelijk,
het vee bestand, op het peil terug te bren
gen, dat op grond van de voedselvoorra
den en de uit de eigen productie voortko
mende hoeveelheden voedsel mogelijk is.
De scherpste beperking der voedseltoe-
wijzing is noodzakelijk, aangezien in de
eerste plaats de brood-graanverzorging
veiliggesteld moest worden.- Het op mijn
initiatief opgestelde plan voor de bestem
ming der Nederlandsche voorraden aan
voedergranen en andere voedingsmiddelen
waarborgt de voeding van het Nederland
sche volk tot de oogst van 1941. Stellig is
het noodzakelijk, de belangrijkste voe
dingsmiddelen te rantsoeneeren en de
rechtvaardige verdeeling door kaarten te
waarborgen.
Het Duitsche Rijk heeft de verzekering
gegeven, in alle gevolgen van noodzake
lijke wijzigingen in den veestapel zooveel
mogelijk te verzachten. Men zal daartoe
de extra-hoeveelheden, die thans vrijko
men, opnemen tegen vaste prijzen, die in
den laatsten tijd nog verhoogd zijn ten op-
ziohte van de vroeger geldende. Elke prijs-
druk tengevolge van te groot aanbod zal
worden opgevangen, opdat de boer geen
kapitaalverlies zal lijden.
Tengevolge van de in samenwerking met
de bevoegde Duitsche instanties doorge
voerde ver vooruit ziende projecten zal
het ingrijpen niet zoover gaan als in de ja
ren 19171918. Bovendien zullen voor de
'bedrijven mogelijkheden worden gescha
pen, om door omzetting een vervanging te
vinden voor de verminderde productie aan
veredelingsproducten. Ook wordt een ver
betering der prijsverhoudingen en op vele
gebieden een verhooging van de prijzen
der producten overwogen, welke den boei
de aanpassing van zijn bedrijf aan de ver
anderde verhoudingen mogelijk maakt en
hem een voldoende inkomen zal verzeke
ren. Deze maatregelen eischen echter diep
gaand onderzoek en kunnen slechts
zeer geleidelijk worden genomen, daar de
noodzakelijke aanpassing organisch moet
groeien en de thans mogelijk geworden
verbouw van verschillende producten te
voren aan een nauwkeurig onderzoek moet
worden onderworpen.
In aansluiting op de woorden van graaf
Grothe zeide de commissaris-generaal
voor financieele aangelegenheden dr.
Fisehboeck nog, dat eenige structureele
wijzigingen in de agrarische productie in
de toekomst onvermijdelijk zullen zijn.
Weliswaar is dank zij de binnenlandsche
productie en dank zij ook de voorraadvor-
ming hier te lande het probleem van de
grondstoffenvoorziening niet zoo nijpend,
tooh is met name wat het veevoeder be
treft de situatie van dien aard, dat aan een
koerswijziging in de productie niet is te
ontkomen. Men zal moeten onderscheiden
in een periode waarin deze oorlog voort
duurt en in een na-oorlogsche periode. Ook
in de laatste zal men hebben te rekenen
met een tekort aan veevoeder voor het
Europeesch continent. Rusland niet inbe
grepen. Op dien grond zal de nieuwe
koers ook na den oorlog rekening moeten
houden met dezen factor.
De veevoedérdistrifoutie geschiedt hier
op gelijken voet als in het Duitsche Rijk.
De Engelsche blokkade moet hier uiteraard
dezelfde gevolgen hebben als daar.
REBECCA
Daphne du Maurier heeft met „Rebecca"
een schoone, gave roman geschreven, die niét
alleen om den vorm bekoort, maar die voor
al in het gegeven een originaliteit bezit,
welke aan de schrijfster groote eischen stel
de. En hoe origineel ook het gegeven is
daardoor niet onwerkelijk geworden.
Daphne du Marier heeft tot hoofdfiguur
van haar roman gemaakt een vrouw, die
reeds gestorven is als de roman begint.
Haar man, die troost zoekt in een buiten-
landsche reis, ontmoet in Frankrijk een
beschroomd, ietwat verlegen en zelfs on
aantrekkelijk meisje, dat hij het hof maakt
en waarmee hij trouwt. Hij voert haar
naar zijn groot, door bosschen en weiden
omgeven buitengoed „Manderley"' in En
geland en daar begint met dit tweede hu
welijk de strijd tegen het verleden, waarin
de overleden Lady de Winter een der hoofd
personen vormt.
Maakt het geweldige landgoed en het
kleine kasteel al een geweldigen indruk
op de nieuwe Lady de Winter, zóó zelfs dat
zij in een soort minderwaardigheidscom
plex vervalt, de herinnering aan de eerste
Mevrouw de Winter obsedeert haar geheel
en degradeert haar optreden tot schoolmeis
jesachtige verlegenheid. En het is het hoofd
der huishouding Mevrouw Danvers, die dit
proces op zeer sluwe wijze begunstigt. Het
is dit probleem en daardoor de houding
tusschen man en vrouw, welke de schrijf
ster in haar roman natuurlijk en psycholo
gisch juist doet uitgroeien tot een gewel
dig innerlijk conflict. Niet een conflict
tusschen man en vrouw, maar tusschen het
verleden en het heden. Dat dit conflict niet
ontstaat tusschen man en vrouw behalve
een keer door een duivelsche opzet van
Mevrouw Danvers is in verband met de
karakters zeer juist gezien. Het drama van
het verleden dat de lezer langzaam en
beklemmend ervaart belet Max de Win
ter in een conflict met zijn vrouw en haar
schoolmeisjesachtige verlegenheid, haar
onderworpenheid en depressie verhinderen
dit eveneens.
Maar beiden vechten tegen het verle
den, tegen den geest van de eerste-Mevrouw
de Winter. Beiden echter om geheel ver
schillende redenen, zóó verschillend zelfs,
dat zij een lijnrechte tegenstelling vormen.
Want terwijl de nieuwe Mevrouw de Win
ter kampt met de obsessie, dat zij nooit
met zooveel waardigheid en gratie de plaats
van de eerste Mevrouw de Winter zal kun
nen innemen, zucht Max de Winter onder
het drama van zijn leven, dat zich verbergt
in zijn eerste huwelijk. En eerst langzaam
Laat alles nu terzijde staan
Wat ons gedeeld heeft en gescheiden
Hier is nog Holland's goede lucht
Hier zijn nog Holland's vette weiden
Laat nu ook Holland's wijze hart
Zich zelf in rust en trouw hervinden
Wat ons verdeelt, dat brengt slechts haat,
Wat ons vereenigt, maakt ons vrinden.
Laat alles nu terzijde, wat
Ons ééne Vaderland kan schaden
De tijd heeft ons niet slechts met last
Maar ook met werk en plicht beladen,
Het oude spreekwoord van „Doe wel
En zie niet om" moet nu gaan gelden,
Dat is de rijke erfenis
Van de rond ons gevallen helden.
komt de lezer tot de ervaring, dat er in dit
huwelijk iets mis is geweest, heel erg mis,
zóó erg, dat Max de Winter het zijn tweede
vrouw niet kan vertellen en dat hij lijdelijk
moet toezien' hoe zij ten ondergaat aan een
valsch idee betreffende haar voorgangster.
De hoogst eenvoudige gebeurtenissen in
hun dagelijksch samenleven reien zich dan
diep en natuurlijk aan-een tot een langzaam
groeiende, beklemming, welke psycholo
gisch waar en op zeldzaam voortreffelijke
wijze op den lezer wordt overgebracht.
Langzaam ervaart men het geheim van het
verleden en eerst langzaam begint men zich
af te vragen: wat is dit geheim? Zeldzaam
boeiend worden de eenvoudige gebeurtenis
sen, welke gebeurtenissen uit ieder men-
schenleven konden zijn, beschreven. Iede
re daad die de hoofdpersonen stellen,
iedere zin, ieder woord, dat zij spreken,
wijst naar' het geheim van dat verleden,
dat hier als een zwarte sluier over twee
menschen hangt.
Daartusschen staat als sinistere werke
lijkheid het duivelsche gedrag van Me
vrouw Danvers, die deze jonge vrouw in
het ongeluk tracht te storten. Totdat het
vinden van het lijk bewijst, dat de eerste
Mevrouw Winter niet verdronk, maar ver
moord werd. Wie deed dit? Haar man.
Nu ontwaakt in diens tweede vrouw de
wil om hem te redden. De gebeurtenissen
verhaasten zich en worden beklemmender,
maar alles blijft psychologisch verantwoord
tot aan het einde, dat tot een prachtige cli
max wordt
Wij aarzelen niet te zeggen, dat dit
boek met ongewoon talent is geschreven.
Geen literaire trucs, geen opeenhooping van
emotioneele gebeurtenissen heeft de schrijf
ster noodig gehad. Het is de psychologische
diepte, een levensecht realisme, de waarde
der eenvoudige feiten en woorden, die haar
een roman hebben doen scheppen, welke
men niet zonder ontroering zal lezen.
Hier is met de kleinste kwantiteit aan
middelen een roman geschapen van zeer
hooge kwalitatieve waarde.
Rebecca is op de eerste bladzijde van dit
boek reeds gestorven, maar op de laatste
bladzijde staat zij springlevend voor ons in
de cynische immoraliteit, welke haar leven
omgaf.
De ik-vorm, zoo geëigend aan de Engel
sche psyche en de voortreffelijke, feillooze
vertaling van dr. van Dietsch maken het
verschijnen van deze roman mede tot een
gebeurtenis.
1) Rebecca, door Daphne du Maurier.
Vertaling van dr. J. N. C. van Dietsch. Uit
gave: A. W. Sijthoff's Uitgevers-mij., Lei
den.
Laat alles nu terzijde wat
De plicht der eenheid kan verstoren
Poog straks uit velerlei geluid
Die eene goede stem te hooren.
Zit niet in zielloos nietsdoen neer
Als een geslagen, doode makker
De grond rijpt voor een nieuw gewas,
Kom, ploeg en zaai enoogst,
word wakker.
Wie zal tot d' eenheid van ons volk
Die schallende klaroenstoot geven?
Niet zij", die, vroeger woordenrijk,
Nu plots'ling stil en woordloos bleven
Wij moeten in den nieuwen vorm,
Den nieuwen tijd elkander vinden,
Er was en is nog zooveel goeds
Dat alle menschen saam kan binden.
Wij luisteren nu naar den roep
Van onze eigen doode helden.
Wij wachten enkel op het sein
Der eenheid om ons aan te melden.
Er wacht ons hier een nieuwe tijd
Een, rijk beladen met gedachten;
Hoort toe, hoe de klaroenstoot schalt:
Noch tijd, noch eenheid: kunnen wachten!
TROUBADOUR.
THEATER
HOOFDFILMS'
INHOUD
AAN V ANGSUL R
KEURING
Lido:
Mijn vrouw heeft
talent (Loretta
Young, Warner
3axter).
Sherlock Holmes
contra Prof. Mariar-
ty.
Komisch
Detective-film
lederen avond 8 uur
Zondag van 27 -uur
Woensdag en Zater
dag rnatinée.
Goedgekeurd
v. volwassenen
Luxor:
Het privé-leven van
Elisabeth en Essex.
(Bette Davis, Errol
lrlynn).
Alle hens aan dek.
(Jessie Matthews).
Historisch
Komisch
lederen avond 8 uur
Zondag van 27 uur
lederen dag rnatinée
Dehalve Vrijdag.
Goedgekeurd
v. volwassenen
Trianon:
De vrouw van veer
tig. (Huguette Du-
flos, Jean Aumont).
De duivel van de
jungle (Anna May
Wong).
Speelfilm
Sensationeel
lederen avond 8 uur
Zondag van 27 uur
Woensdag en Zater
dag rnatinée.
Goedgekeurd
v. volwassenen
Rex:
1 jschen twee ocea-
a (Joel Mc. Crea,
""ranees Dee).
Visschersjongen
(Bobby Breen).
Dramatisch
Speel-zang-
film
lederen avond 8 uur
Zondag van 27 uur
lederen dag rnatinée
Goedgekeurd
v. volwassenen
Casino:
De havik der wilder
nis. (Mala, Monte
Blue).
Sensationeel,
lederen avond 8 uur
Zondag van 47 uur
Zaterdag en Woens
dag rnatinée 2.30 u.
Goedgekeurd
v. volwassenen
DE KLAROENSTOOT.