DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
WELKE BONS?
DINSDAG 2 JULI 1940
31ste Jaargang No. 9682
3)e £eicbeh£(Boii/tei/rit
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
Y Een nationaal front
Verleden week Vrijdag schreven wij op
deze plaats over het denkbeeld van de
„Maasbode", om een nationaal blok te vor
men een nationaal blok, d.w.z. een soort
koepel, welke de grootere partijen zou
overspannen.
Met het verlangen, dat klaarblijkelijk
het diepste motief was voor het propagee-
ren van dit denkbeeld nl. het verlangen,
om de nationale gedachte te doen overheer-
schen, om de nationale saamhoorigheid te
versterken met dit verlangen waren wij
het, zoo schreven wij, volkomen eens.
De uitwerking van dit verlangen, bestaan
de in de oprichting van een z.g. nationaal
blok, kon onze sympathie trekken, onze in
stemming hebben.
Intusschen heeft ook de „Tijd" gerea
geerd op het denkbeeld van de „Maasbode"
en er enkele bezwaren tegen aangevoerd.
„De eenheid", zoo schreef het blad o.m.,
„die wij beleven en die wij moeten verwer
kelijken, is geen koepel, maar fundament.
Er dient dus een nieuw gebouw gesticht
te worden op dat ongesplitst fundament".
De „Tijd" bedoelt blijkbaar vervanging der
partijen door wat wel 'ns is genoemd: een
nationaal front.
Wij hebben bij de vorming van het nieu
we niet allereerst rekening te houden met
voorkeur, maar metde werkelijkheden.
En in dat licht bezien, schijnt ons wat de
„Tijd" beoogt, meer geschikt om onder de
huidige, feitelijke omstandigheden, tot
resultaten, tot de door ons allen allereerst
gewenschte resultaten te komen.
Tot de twee resultaten, welke dr. Colijn
noemt in zijn pas verschenen brochure
(zie elders op deze pagina).
Op de brochure van dr. Colijn komen we
nog nader terug. Wij willen vandaag
alleen opmerken, dat het feit alleen, dat hij
iets zegt, hem in een voor hem gunstige po
sitie stelt tegenover andere politieke leiders,
die nog steeds zwijgen.
Brandstof voor de
kachel nu verkrijgbaar
Blijkens een circulaire, gericht door het
rijkskolenbureau aan de handelaren, is aan
handelaren weder, dispensatie verleend van
het verbod tot het verkoopen en afleveren
van vaste brandstoffen, voorzoover betreft
den verkoop en aflevering van steenkolen,
steenkoolbriketten, cokes, bruinkolen,
bruinkoolbriketten en petroleumcokes.
Handelaren mogen in de maand Juli
1940 aan binnenlandsche industrieele
verbruikers en daarmede gelijk te stel
len afnemers, zooals o.a. ziekenhuizen,
gestichten en alle instellingen van rijk,
provincie en gemeente, ook indien ver
koop of aflevering plaats vindt via een
handelaar, slijter of depothouder, voor-
loopig niet meer vaste brandstoffen
verkoopen of afleveren dan 1/12 van
de door deze afnemers in. de maanden
April 1939 tot en met Maart 1940 van
hen ontvangen hoeveelheid.
Voorts mogen zij tot en met 30 Septem
ber 1940 aan hun overige binnenlandsche
afnemers voorloopig niet meer vaste brand
stoffen verkoopen of afleveren dan 20 pet.
van de door deze afnemers in de maanden
April 1939 tot en met Maart 1940 aan deze
afnemers afgeleverd kwantum en moeten
zij de hiervoor beschikbare hoeveelheden,
zooveel mogelijk naar verhouding gelijke
lijk over deze afnemers verdeelen en te
vens de werkelijk geleverde soort en kwa
liteit der vaste brandstoffen aan deze af
nemers berekenen.
Voor zoover de beschikbare hoeveelhe
den dit toelaten, zal aan nieuwe afnemers-
verbruikers, 1/12 respectievelijk 20 pet.
van hun geschatte normale jaarverbruik
van vaste brandstoffen, verminderd met
het eventueel reeds in Juni 1940, respec
tievelijk sedert 1 Mei 1940 van handelaren
en anderen ontvangen kwantum vaste
brandstoffen, mogen worden geleverd.
Van deze afleveringen aan nieuwe afne
mers-verbruikers dient een geteekènd ont
vangstbewijs te worden ingenomen.
De handelaren mogen tot en met 30 Sep
tember 1940 tot nader order geen ver
plichtingen aangaan tot het verkoopen of
afleveren van vaste brandstoffen na 30
September 1940.
Voorts zijn er eenige bijzondere voor
waarden vastgesteld, o.a. voor levering aan
Blijters en depothouders.
De nieuwe deviezen-
regeling
DE HOOFDPUNTEN
Men schrijft Van bankierszijde aan de
„Maasbode":
Wie, uit de veelheid der bepalingen, erin
slaagt, zich een beeld te vormen van de
hoofdlijnen, waardoor de nieuwe Devie-
zenverordening gekenmerkt wordt, zal het
stellig eens zijn met de conclusie, dat deze
regeling van het deviezen verkeer
vrnl. de strekking heeft een inventa
risatie Vein de zich hier in bezit van
het publiek bevindende voorraden devie
zen en goud mogelijk te maken, zij het ook
dat die inventarisatie zich voor
loopig zal bepalen tot vreemd bankpapier,
goud, en in het buitenland betaalbare wis
sels en chèques, alles voor zoo
ver hier te lande aanwezig.
In de practijk komt dit hierop neer, dat
het Nederlandsche publiek, voorzoover het
bij dit soort waarden belang had, vrnl.
goud (munten en baren) en vreemd bank
papier (in hoofdzaak dollar- en pondbil
jetten) zal blijken te bezitten, welke het
dus thans eventueel door bemiddeling
der „gewone" banken aan de Neder
landsche Bank ten verkoop zal moeten
aanbieden. De Nederlandsche Bank heeft
reeds met betrekking tot gouden munten
en baren de koersen bekend gemaakt,
waartegen zij die waarden zal k p e n,
<i. w. z. de guldenstegenwaarde wordt den
eigenaar (mits ingezetene zijnde) onmid
dellijk bij de inlevering door de Neder
landsche bank ter beschikking gesteld.
Alle andere buitenlandsche deviezen,
zooals saldi, direct of indirect bij buiten
landsche banken of particulieren geplaatst,
zoomede buitenlandsche effecten (hier of
in het buitenland aanwezig) en in het bui
tenland gelegen roerende of onroerende
goederen zijn nog van de aangifteverplich
ting vrijgesteld gebleven, ofschoon de se
cretaris-generaal van het departement van
financiën in art. 10 der verordening al
reeds de bevoegdheeid heeft verkregen, ook
de aangifte van dit soort waarden te be
velen.
-Mocht het zoo ver komen, dan zal ook
deze aangifte wel door een verplichting tot
aanbieding ten verkoop worden gevolgd,
evenals thans reeds het geval is bij hier te
lande aanwezig vreemd bankpapier, goud,
en op het buitenland getrokken wissels en
chèques.
Uit de deviezenverordening blijkt voorts,
dat de handel in buitenlandsche devie
zen strikt gemonopoliseerd wordt in han
den der Nederlandsche Bank,, en dat der
halve elke beschikking over bui
tenlandsche deviezen, anders dan met toe
stemming van de Nederlandsche Bank of
van het Deviezen-instituut volstrekt verbo
den is.
TWEEËRLEI
AANGIFTEPLICHT
Volgt dus uit de Deviezenverordening
voor het Nederlandsche publiek de ver
plichting tot aangifte binnen 14 dagen
na de op 27 Juni plaats gehad hebbende
afkondiging, derhalve uiterlijk
op 11 Juli a. s. bij de Nederlandsche
Bank van goud, buitenlandsch bankpapier
en op het buitenland getrokken wissels en
chèques, uit de tegelijkertijd afgekondigde
verordening op de behandeling van het
zich hier te lande bevindende vijandelijke
vermogen volgt nog een andere aangifte
plicht, n.l. de verplichting,- om uiterlijk
binnen 7 dagen na afkondiging der laatst
genoemde verordening, derhalve op
zn laatst op 4 Juli a. s. bij de
Deutsche Revisions A.G. Alexanderstraat
22, 's-Gravenhage, aangifte te doen van de
zich onder zijn beheer bevindende vermo-
gensbestanddeelen, w.e 1 k e het eigendom
zijn van onderdanen van aan Duitschland
vijandelijke staten of van die staten zélve.
(Voor den inhoud van de begrippen
„vijand" en „vijandelijk vermogen" leze
men de daarvan gegeven definities in de
artt. 1 en 3 van verordening betr.' de be
handeling van vijandelijk vermogen dato 27
Juni j.l.).
ROTTERDAMS COMTTé VOOR
KATHOLIEKE MILITAIREN
Plechtige rouwdienst op Woensdag a.s.
Namens Rotterdams Comité voor Katho
lieke Militairen zal op Woensdag 3 Juli
a.s. des morgens te 9 uur in de kerk van
den Allerheiligsten Verlosser aan den
Goudschen Rijweg een plechtige rouw
dienst worden gehouden voor de te Rotter
dam gevallenen.
De Requiemmis zal worden opgedragen
door den Hoogeerw. Deken van Rotterdam,
Kan. J. W. van Heeswijk, terwijl de her
denkingsrede zal worden uitgesproken
door rector J. van Gassel C.s.s.R.
Burgerlijke en militaire autoriteiten zijn
uitgenoodigd voor dezen dienst, terwijl
zooals van zelf spreekt, op een groote deel
neming van Rotterdams Katholieken wordt
gerekend.
Dr. H. Colijn over de
toestand in Nederland
Wat moet er gebeuren?
„Op de grens van twee werelden" aldus
de titel van een actueele brochure, die zoo
even van de hand van dr. Colijn is versche
nen. De schrijver heeft zijn stof over een
drietal hoofdstukken verdeeld, die onder
scheidenlijk getiteld zijn: „Het ziektepro
ces", „De democratie in verval" en „Op de
grens van twee werelden".
In het hoofdstuk „De democratie in ver
val" schrijft dr. Colijn:
Naast de bijzondere oorzaken, die vallen
aan te wijzen voor ieder land, waar de de
mocratie bezweken is, of waar zij doodziek
moet worden geacht, ziet dr. Colijn ook nog
factoren werkzaam, die een meer algemeen
karakter dragen.
Wij citeer en:
„Daar is in de- eerste plaats de afhanke
lijkheid der volksvertegenwoordigers van de
kiezersgunst. Men kan een voortreffelijk
inzicht hebben in wat het volksbelang vor
dert en over vele gaven beschikken om die
belangen te helpen bevorderen, doch als
men het ongeluk heeft, de wrevel op te
wekken van een of andere organisatie, die
tevens over politieke invloed in het land
beschikt, dan wordt men al spoedig geof
ferd. Ook in ons land zouden uit de laatste
jaren voorbeelden te nemen zijn van geko
zenen, die door de kiezers tot de orde ge
roepen werden, niet omdat de zedelijke
band der beginselen tusschen kiezer en ge
kozene over een of andere futiliteit niet ge
stemd had zooals de kiezer dit gewenscht
had.
Met de ontwikkeling van den democrati-
schen geest is niet zelden ook gepaard ge
gaan een verlies van gevoel van verant
woordelijkheid voor gezonde financiën der
publieke gemeenschappen. Zelfs gaat men
niet te ver door te zeggen, dat bij sommige
volksgroepen hoe langer hoe meer een
soort plundergeest richtsnoer werd bij het
beheer der publieke financiën.
Ook de angst om neen! te zeggen, zelfs
wanneer dit noodzakelijk is, is een der
ziekteverschijnselen der moderne democra
tie. Wat met grooten aandrang gevraagd
wordt moet worden toegestaan, ook al zegt
het beter oordeel, binnenskamers, dat het
onzin is.
En de tegenhanger daarvan is een even
groote angst voor een ja!, warmeer de re
geering met voorstellen komt, waarvan men
wel overtuigd is, dat ze noodig zijn, doch
die men om de gunst van koning-kiezer niet
te verspelen, niet mede voor zijn rekening
durft te nemen. Dan onttrekt men zich ge
meenlijk aan de verantwoordelijkheid door
aan de regeering maar een volmacht te ver
leen en om te doen wat zij noodig vindt. De
volksvertegenwoordigers wasschen dan te
genover de kiezers hun handen in on
schuld''.
De Nederlandsche democratie, in den
vorm, waarin zij zich in de latere jaren ge
openbaard heeft, is naar het oordeel van
dr. Colijn, uitgeleefd; zij heeft zich over
leefd. Diepgaande wijziging van onze staats
instellingen acht hij noodzakelijk. Een wij
ziging, die zich onder meer óók zal dienen
te bewegen in de richting van een belang
rijke versterking van het staatsgezag.
(Wij onderstrepen. In deze richting heeft
ons blad herhaaldelijk gepleit. Red. L. Crt.).
De brochure besluit met een onderzoek
van de gedragslijn, die het Nederlandsche
volk thans behoort in acht te nemen.
Op deze twee doeleinden: behoud van
zelfstandigheid, waardoor ook de buiten
Europa gelegen gebiedsdeelen behouden
blijven, èn behoud van onze geestelijke vrij
heden, moet al onze aandacht worden ge
concentreerd.
Normaliter is dit allereerst de taak der
Nederlandsche regeering, maar door haar
afwezigheid, is zij hiertoe niet in staat.
Daarom stelt dr. Colijn de vraag aan de
orde of het Nederlandsche volk op dit ge
bied iets kan doen. Een poging in deze rich
ting kan z.i. moeilijk worden ondernomen,
zoolang niet blijkt, dat het volk er als het
ware om roept.
Ook kan zulk een poging niet uitgaan van
een der georganiseerde politieke partijen.
De politieke verdeeldheid ten onzent is te
diep geworteld, dan dat men van een zoo
danige actie verwachten mag, dat zij tot het
gewenschte resultaat zou leiden".
Hoe daartoe dan wel te geraken? Ziedaar
het antwoord waarmede dr. Colijn besluit:
„Ik zie geen anderen weg dan dat de
leiders van de groote politieke partijen
van weleer de handen ineenslaan.
Eerst om in eigen kring het besef te
verdiepen waar het om gaat, wat er op
het spel staat. Dat is: het behoud eener
constitutioneele monarchie onder leiding
van Oranje met het daaruit voort
vloeiende behoud onzer geestelijke
vrijheden. Vervolgens de vorming van
een nationaal front, gerepresenteerd
door personen, die met recht kunnen
spreken namens een overweldigende
meerderheid van het Nederlandsche
volk, die het zedelijke recht bezitten
de wenschen van het Nederlandsche
volk onder de aandacht der Duitsche
overheid te brengen".
BROOD.
Bons 41 tot en met 50
Lroodbonboek je)
Geldig tot en met 7 Juli (eventueel
tot en met 11 Juli) recht gevende op
totaal 2000 gram brood.
THEE OF KOFFIE.
Bon 69 (algemeen distributieboekje)
Geldig tot en met 5 Juli, rechtge-
vende op half pond koffie of half
ons thee.
BLOEM OF BAKMEEL.
Bon 75 (algemeen distributieboekje)
Geldig tot en met 12 Juli, redht-
gevende op VA ons tarwebloem of
2 V» ons zelfrijzend bakmeel.
SUIKER.
Bon 80 (algemeen distributieboekje)
Geldig tot en met 25 Juli, rechtge-
vende op één k.g. suiker.
PETROLEUM.
Petroleumzegel „Periode IT\
voor hen, die over geen andere
kookgelegenheid beschikken dan
petroleum. Geldig tot en met 14
Juli, rechtgevende op 2 liter.
Ontslag burgemeester
van den Haag
Het Rijkscommissariaat deelt mede:
De in functie zijnde burgemeester van
de gemeente Den Haag, mr. S. J. R. de
Monchy, is op last van den rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche ge
bied uit zijn ambt ontslagen.
De werkzaamheden van den burgemees
ter worden voorloopig door den oudsten
wethouder waargenomen.
DE BURGEMEESTER VAN HILVERSUM
GAAT HEEN.
De burgemeester van Hilversum, mr. dr.
K. L. C. M. I. baron de Wijkerslooth de
Weerdesteyn heeft ontslag gevraagd uit
zijn functie. De heer De Weerdesteyn was
sedert 1 Februari van dit jaar burgemeester
van deze gemeente.
De aanleiding tot het gevraagde ontslag
is gelegen in het feit, dat de heer De
Weerdesteyn in enkele redevoeringen voor
de Gemeentelijke Radiocentrale bepaalde
politieke denkbeelden heeft ontwikkeld,
die in alle kringen van de burgerij mis
noegen hebben gewekt. „Tijd"
OPNIEUW BOMBARDEMENT OP
ROTTERDAM.
HEDENNACHT IS DE STAD ROTTER
DAM WEDER GETEISTERD DOOR EEN
BRITSCH BOMBARDEMENT, DAT DE
ZEN KEER VRIJ AANZIENLIJKE SCHA
DE HEEFT AANGERICHT, WAARBIJ
WEDEROM PARTICULIER EIGENDOM
HET HEEFT MOETEN ONTGELDEN. HET
VERKEER HEEFT IN DE GEVOLGEN
VAN DEZEN NACHTAANVAL MOETEN
DEELEN.
BOMINSLAG TE KWINTSHEUL.
In den afgeloopen nacht hebben En-
gelsche vliegers hun bomaanvallen op
de Nederlandsche burgerbevolking
voortgezet. Omstreeks vijf minuten
voor drie zijn aldaar zes bommen neer
gekomen, waarvan vijf onmiddellijk
ontploften. Een kapitale boerderij werd
grootendeels vernield, terwijl van veel
huizen in den omtrek dakpannen wer
den afgeslagen en de ruiten vernield.
Persoonlijke ongelukken hebben zich
niet voorgedaan.
TAXI'S
Sedert gisteren kan men weer gebruik
maken van een taxi. Dit is een gevolg
van de toewijzingen aan alle taxibedrijven
van ongeveer 25 cpt. der benzine, die
zij normaal plachten te gebruiken.
Ontkend wordt niet, dat deze regeling
voor de grootere ondernemingen, die een
voudig een gedeelte van haar wagenpark
op stal kunnen laten staan, voordeelen
biedt tegenover de eigenaars van enkele
wagens. Er wordt thans gewerkt aan een
regeling om ook hierin te voorzien.
Aan het herstel van de verbinding tusschen Noord en Zuid wordt met man en macht gewerkt Drijvende
Sokken nemen een gedeelte der opgeblazen bruggen over de Waal bij Zeltbommel onder handen