De groote winst van vijf oorlogsdagen WOENSDAG 19 JUNI 1940 31ste Jaargang No. 9671 Geicbelic(Soii^nt Bureaus Papengracht 32. Telefoon; Eedactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Portin» 11. Dit nummer bestaat uit twee bladen. V Hel gezag ,De Nederlandsche soldaten hebben zich in den strijd goed gehouden. De Nederland sche bevolking heeft zich tegenover de strij dende troepen fatsoenlijk gedragen. Er is niets, wat ons zou kunnen verhinderen, elkaar met achting tegemoet te treden". Aldus de Rijkscommissaris Rijksminister Seyss-Inquart in zijn proclamatie aan het Nederlandsche volk. En het Nederlandsche volk heeft deze op vatting zéér gewaardeerd. Het is echter óók van groot belang, dat niet alléén Duitschers en Nederlanders elkaar met achting tegemoet treden maar ook: de Nederlanders zélf onderling! En dat kan en dat moet, ondanks beginsel en meenings-verschillen, ondanks het feit, dat de een meent den ander 'ns „de waar heid" te moeten zeggen en dit ook op een ondubbelzinnige wijze doet.... Van zeer groote beteekenis is hierbij, dat allen zich gelijkelijk onderwerpen aan het gezag, aan de door het gezag gege ven voorschriften en bevelen. Als hier en daar b.v. iemand onder de Nederlanders optreedt en wil verhinderen wat het gezag, klaarblijkelijk opzettelijk, niet wil verhinderen, optreedt als ware hij met gezag bekleed, dan is dit eep verschijn sel, dat nooit maar zoo mogelijk nóg min der onder de huidige omstandigheden kan worden toegelaten. Het Duitsche gezag heeft verklaard, niets in ons volksleven te willen veranderen, ten zij inzooverre dat onder de huidige omstan digheden onvermijdelijk, noodzakelijk moet worden geacht. Welke veranderingen noodzakelijk moeten worden geacht, beslist, natuurlijk, niet de willekeurige enkeling. Tegen deze opvatting moet men niet als 't ware dwingend eigen meening willen doordrijven. Een dergelijk optreden, een dergelijke mentaliteit past in geen enkel staats bestel! Héél het Nederlandsche volk moet blijk geven, hoog te houden het gezag, en een goed begrip te hebben van wat gezag i s en hoe daartegenover de onderdaan staat. Het Nederlandsche volk is, is altijd ge weest, een volk, dat het gezag hooghoudt Al is 't in de uiterlijke demonstratie van gezagserkenning niet erg buitensporig, aan die erkenning zelf houdt het onder alle om standigheden nuchter-zakelijk vast. Zoo moet 't ook zijn op den dag van heden. SCHRIJVEN WAT ANDERE BLADEN FRANKRIJK's CAPITULATIE. Over Frankrijk's capitulatie schrijft de Volkskrant o.m.: „Het Versailles van 1919 wordt zwaar geboet. Tot dit Versailles moet men teruggaan om de gebeurtenis van thans te verstaan. De Clemenceau's van die periode heb ben de overwonnenen uit de eerste we reldoorlog een onrechtvaardige en vooral domme vrede opgelegd. Dom in de onrechtvaardigheid der geno- men'besluiten en afgedwongen voorwaar den. Een groot volk diep vernederen is een bedrijf dat zijn vergelding en straf met zich brengt. Zelfs een reus als Napoleon is er onder bezweken. Het Duitsche volk kon niet berusten, en zou, onder welk regeeringsstelsel ook, op den duur niet hebben berust. In sterker mate nog dan de inlijving van Eïzas-Lotharingen in 1871 de revanche- gedachte in Frankrijk levendig hield, heeft de vrede van Versailles de Duitschers sa mengebonden in de begeerte, de smaad van 1919 uit te wissen en zich van de knellen de banden waarin hun land was geketend, te ontdoen. Slechts op één manier had Frankrijk en in één adem moet hier Engeland wor den genoemd aan de weerwraak van Duitschland kunnen ontkomen. Door zelf en loyaal de onrechtvaardighe den van Versailles te herstellen, door Duitschland zijn koloniaal gebied terug te geven. Dit is een Duitsche wensch geweest, een Duitsche eis<geworden. Deze eisch heeft ook Frankrijk in de Uit zijn oorlogsherinneringen vertelde aan de „Tijd" een Amsterdamsche aalmoe zenier, die in de Grebbelinie te velde stond. Hij verhaalde onopgesmukt van zijn erva ringen bij de troep, ontroerende staaltjes, zooals die wellicht duizendmaal op duizend verschillende plaatsen zijn voorgekomen, maar die in al hun eenvoud getuigen van wat er in onze jongens heeft geleefd in de moeilijke uren, die zij hebben doorgemaakt. Een sergeant, sectie-commandant, liet den aalmoezenier 'n keer roepen. „Ik weet niet, waar de veldprediker is", zei de man, die protestant was, „maar wij zijn toch al lemaal gelijk. Daarom wou ik u vragen, kom even met mij en mijn kameraden bid den". De aalmoezenier begaf zich naar de aangewezen stelling en bad met de jongens, protestanten zoowel als katholieken, zooals ze daar, klaar voor het gevecht, bij hun mitrailleurs stonden. Na afloop dankte de sergeant den priester: ,,'t Was fijn, hoor. Net als dominee". En tot zijn katholieke man schappen zei hij nog: „Denk er om, dat jul lie nou nog even kunt biechten". Onvergetelijke oogenblikken voor den priester te velde. Een laatste H. Mis, er gens haastig bijeen in een schuur, een kist of wrakke tafel als altaar. Zoovelen, die nog eenmaal alles in het reine brachten met God, de generale absolutie, de zegen in een stelling. Of dc moeilijke gang met een aan tal geconsacreerde Hosties in een blikken doosje, vooruit naar de geisoleerde posten en de gefluisterde vraag aan de jongens, die daar lagen: „Jö, wil je te communie?" En hun dankbaar-verheugd opkijken: „Kén dat?" Dan zag je enkele oogenblikken later zoo'n jongen neerknielen naast zijn geweer of met zijn pan op en zijn wapen in den aanslag, stilweg zijn dankzegging doen. Die knul, die daar stond op zijn eentje en den aalmoezenier zag en hem wenkte. „Ik heb op u gewacht", zei hij, „gelukkig, dat u er bent. Ik wou biechten. Ik ben ka tholiek, maar ik heb er geen jaren meer wat aan gedaan Ergens een paniekstemming. Zoo'n jonge kerel, die zijn hoofd kwijl was en van den weeromstuit zijn kameraden de zenuwen bezorgde. De aalmoezenier, die het gevaar zag en de situatie redde: „Als je nou je mond niet houdt, dan sla ik je neer". En zachter: „Kom even met me mee". De jon gen bleek zelf niet katholiek, zijn vrouw en kinderen echter wel. Hij voelde zich be zwaard, verward. Hij zei: „Bidt u tóch voor mijn gezin, dan ben ik gerust". Dan spra ken zij samen, een handdruk: „Van binnen ben je nu klaar. Nou naar je kameraden toe". De ware frontgeest kreeg ons te pakken: vriendschap, offervaardigheid, échte kame raadschap van hoog tot laag, dat is in de moeilijkste uren onze kracht geweest, ver telde de aalmoezenier. Er waren er, die heusch wel bang waren en soms werkelijk laf; zij hebben zich vermand, hun angst ver bijtend, om toch maar niets te laten mer ken uit hoogachting voor de anderen. En de geest was zelfs zoo, dat je iederen dag had kunnen lachen,, als je wilde. Flinke ke rels, zooals ik ze ten slotte moest achter laten in hun stellingen, terwijl het Duitsche geschutvuur nader en nader kwam en de eerste projectielen al rondom neerdaalden, borrelend verzinkend in het geïnundeerde land. Dappere kerels, dat regiment, waarbij ik mijn priesterplicht heb vervuld. Dappere kerels, zooals ook later de Duitsche tegen standers van gisteren bij het nakaarten over den in onzen sector gevoerden strijd volop erkenden. Puike schutters, zoo zeiden zij, die in trefzekerheid aan de Boeren uit den Transvaaloorlog deden denken. Zij vertel den ook met. bewondering van den moed van een Nederlandsch kapitein, die zijn jon gens uit een onhoudbaar geworden voor uitgeschoven stelling terugzond, maar zelf het machinegeweer tot de laatste patroon bedienen bleef en daarna nog met zijn re volver en sabel zich tot het uiterste verde digde. Van een luitenant, die zich geheel alleen in een boerderij had verschanst, wei gerde om zich over te geven en pas na moeizame omsingeling met een handgranaat buiten gevecht werd gesteld. En zoo zijn er vele geweest. Gelukkig heeft de strijd voor Nederland slechts kort geduudd en is ons leger voor al een langdurige stellingsoorlog met alle moreele gevaren daaraan verbonden, be spaard gebleven. Nu mag men gerust zeg gen, dat velen beter zijn teruggekeerd dan zij gingen en dat zij als groote winst voor vaderland en volk den frontgeest hebben meegebracht, die voor onze toekomst beslis send kan zijn. BINNENLAND Onze tuinbouw in 1939 Verminderde uitvoer De handel in tuinbouwproducten op het buitenland was minder gunstig dan in het voorgaande jaar. Naar de hoeveelheid steeg de uitvoer in 1939 weliswaar met 14 mil- lioen kg. tot 432 millioen kg., maar de to tale opbrengst was 1.6 millioen gld. kleiner en bedroeg 41.6 millioen gld. In de onderdeelen van dezen export neemt de versche groente veruit de be langrijkste plaats is: uitvoer 1939: versche vruchten 27 mill. kg. (4.5 mill, gld.), ver sche groenten en vroege aardappelen 350 mill. kg. (29.2 mill, gld., vruchtenpulp 22 mill. kg. (4.7 mill, gld.) en geconserveerde groenten 33 mill. kg. (3.1 mill. gld.). Het Duitsche afzetgebied. Ook in 1939 was Duitschland het voor naamste afzetgebied van den Nederland- schen tuinbouw. De export van groenten en fruit steeg in dat jaar van 135 tot 157 mil lioen kg., de waarde van 16.2 tot 16.8 mil lioen gld. Van den totalen Nederlandschen wind geslagen: het bleef meenen sterk te staan door de gordel die het om Duitsch land had getrokken, door zijn politieke scheppingen in het hart van Europa, door zyn bondgenootschappen, door de Kleine Entente en wat verder was bedacht voor de omsingeling van Duitschland." En verder schrijft het blad: „De wereld is een wonder geopenbaard van oorlogsvermogen, en sedert Napoleon is er, welke groote veldheeren Europa in langer dan een eeuw heeft gekend en aan schouwd, geen militair genie geweest aan den Führer gelijk. De overwinning is, of en wat Engeland nog moge ondernemen, voor het vasteland van Europa aan hem. Welk gebruik zal daarvan worden ge maakt? Geen tweede vrede van Versailles, in omgekeerde zin, moge en zal het zijn." export van versche vruchtéh ging niet min der dan 70 pet. (18.8 mill, kg.) en van ver sche groenten bijna twee-vijfde gedeelte naar het Duitsche Rijk. De omvang en beteekenis van dezen han del op Duitschland blijkt verder wel uit de volgende opsomming van de exporthoeveel- heden der voornaamste producten: appelen 10 millioen kg., druiven 5 mil lioen kg., tomaten 21 millioen kg., komkom mers 28 millioen kg., sla 9 millioen kg., bloemkool 6 millioen kg., roode, witte en gele kool 22 millioen kg. en vroege aard appelen 15 millioen kg. Nu in de veranderde omstandigheden een nieuwe regeling voor den export van groen ten en fruit naar Duitschland is getroffen, mag verwacht worden, dat in den loop van 1940 deze uitvoer nog belangrijk zal stij gen. De Nederlandsche tuinbouw kan deze ruimere plaats op de Duitsche markt zon der eenig bezwaar vullen en daarnaast niettemin de volledige groentenvoorziening van het Nederlandsche volk verzorgen. Dc andere landen. De totale export van groenten en fruit naar Engeland in 1939 was naar de hoeveel heid ongeveer gelijk aan die in 1938, nl. ruim 200 millioen kg.: meer dan de helft hiervan waren uien, de uitvoer van uien steeg namelijk van 95 tot 113 millioen kg. De uitvoer van bijna alle overige producten daarentegen daalde aanmerkelijk. Dc totale waarde van oqzen tuinbouwexport naar Engeland was dientengevolge ruim een mil lioen gulden lager dan in 1938. Op de eerste plaats belemmerden zware invoerrechten den invoer van onze produc ten, terwijl daarnaast de bepalingen we gens het coloradokever-gevaar sommige Nederlandsche tuinbouwcentra ten opzich te van den Engelschen export in een zeer ongunstige positie hebben gebracht. On middellijk na het uitbreken van den oorlog vaardigde Engeland een invoerverbod uit ten aanzien van de meeste onzer tuinbouw- voortbrengselen; met name de druiven wer den hiervan de dupe. Ook de uitvoer naar België had in 1939 in bijzondere mate met handelspolitieke moeilijkheden te kampen, tengevolge waar van de export daalde van 42 tot 34 millioen kg., de waarde van 2.8 tot 2.1 millioen gld. Vooral de uitvoer van bloemkool, tomaten, boonen, sla, aardappelen naar België was aanmerkelijk kleiner dan in 1938. Koninklijke Nederland sche Jaarbeurs In een persbijeenkomst te Utrecht heeft het gedelegeerd lid van den Raad van Be heer der Koninklijke Nederlandsche Jaar beurs, de heer W. Graadt van Roggen, in tegenwoordigheid van de nieuwe directie de heeren mr. J. Milius §n ir. W. Terpstra, een toelichting gegeven op het besluit van den Raad van Beheer de Najaarsbeurs 1940 op den bereids vastgestelden datum: 3 tot en met 12 September te laten doorgaan. De heer Graadt van Roggen legde er den na druk op, dat het jaarbeursbestuur dit besluit genomen heeft na overleg en met volle in stemming van de beide departementen, wel ke bij deze aangelegenheid in de eerste plaats betrokken waren: het departement van handel, nijverheid en scheepvaart en dat ,van landbouw en visscherij. Het jaarbeursbestuur ontveinst, zich niet, dat voor het organiseeren en houden eener Jaarbeurs onder de huidige tijdsomstan digheden een buitengewone krachtinspan ning noodig zal zijn en dat in het bijzonder dc onzekerheid van verschillende factoren bezwaren van organ isatorischen aard zal opleveren. De regeeringsautoriteiten en ook de lei dende figuren der bedrijfsorganisaties heóhten er echter groote waarde aan de normale zakenrelaties te doen hervatten. Ten opzichte van het zoo belangrijke vraag stuk van het jaarbeursgoederen- en jaar beursbezoekers-vervoer mocht het jaar beursbestuur van de directie der Neder landsche spoorwegen de toezegging ontvan gen, dat, in samenwerking met den propa- ganda-dienst der jaarbeurs, al wat onder de gegeven omstandigheden mogelijk zal blij ken, in het werk gesteld zal worden om het vervoer naar en van de jaarbeurs te vergemakkelijken en te bespoedigen. „De dag van gisteren is geleden", zoo be sloot de heer Graadt van Roggen zijn toe lichting, „den dag van heden zullen wij be steden om met opgeheven hoofde den dag van morgen tegemoet te kunnen gaan. De Raad van Beheer is er van overtuigd, dat dit streven door het Nederlandsche be drijfsleven zal worden verstaan". OOK VLEESCH OP DEN BON? Aankoop van varkens. Onze veevoederpositie, steeds voor een belangrijk deel afhankelijk van buiten- landsche aanvoermogelijkheden is uiteraard voorshands niet bijzonder gunstig. In ver band hiermede en tevens vooral om de marktprijzen te steunen, heeft de Ned. Vee houderij Centrale, naar wij vernemen, be sloten, zoolang dit noodig blijkt, varkens af te nemen. Wekelijks worden er voorloopig ongeveer 5000 aangekocht ter inblikking en voorts in het Oosten des lands eenige dui zenden lichtere varkens om in te vriezen. Wanneer dit te zijner tijd noodzakelijk blijkt, zullen tegen het najaar wellicht ook oude melkkoeien' worden opgekocht ter in blikking. Al dit blikvleesch zal bij invoering van vleeschdistributie, waaromtrent in de kringen van belanghebbenden reeds geruchten loopen, een niet onbelangrij ke rol kunnen spelen. Het verbod van verkoop van vleesch in blik en andere vleeschconserven is ook een aanwijzing dat deze distributie wel niet lang meer op zich zal laten wachten. Naar ver luidt, zou het de aanvankelijke bedoe ling zijn, 't wekelijksch rantsoen op on geveer één pond per persoon te stellen. Te bevoegder plaatse wenschte men ons ten deze geen inlichtingen te verstrekken, aangezien de plannen nog niet geheel uit gewerkt zijn en dus nog geen beslissing ge nomen is. „Tel." EENnEIDSRIJWIELBANDEN. Ingevolge een beschikking d.d. 8 dezer van het miniesterie van handel, nijverheid en scheepvaart mogen de rubberfabrieken van gisteren af geen andere buitenbanden voor toerr ij wielen en transportfietsen meer vervaardigen dan zwarte, volgens een door het departement vastgestelde samenstel ling. Bij dezelfde beschikking is tevens een regeling in het vooruitzicht gesteld voor de aflevering van rijwielbanden aan den groothandel en den détailhandel en in af wachting daarvan bepaald, dat gebruikte rijwielbanden niet voor garantie mogen worden vervangen. In de voorgeschreven zwarte banden zul len bijproducten verwerkt worden, die.men voor de fabricage van de beste kwaliteiten niet bezigt. Zij zullen van behoorlijke kwaliteit kun nen zijn, maar minder dan de beste kwali teiten. AANKOMST DOODSKOPREGIMENT S. S. TROEPEN. Het A.N.P. berichtte hedenmorgen ona uit 's Gravenhage: Vanmiddag te half één zal op het Binnenhof dc Rijkscommissaris van het bezette Nederlandsche gebied Rijks minister Seyss-Inquart een défilé afnemen aan een „S.S.-Totenkopfregiment", een keurcorps, dat met onze maréchaussée te vergelijken valt, dat hier te lande met een politietaak is aangekomen. DISTRIBUTIE MOTOR-BRANDSTOF. In de bladen is bij bekendmaking van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart een nieuwe regeling voor de distributie van motor-brandstof openbaar gemaakt. In aansluiting daaraan zal zeer binnen kort een vergunningstelsel voor het ver voer van goederen en personen langs den weg worden bekend gemaakt. In afwach ting van deze nadere bekendmaking zij reeds medegedeeld dat de aanvraag-formu- lieren voor een vergunning zich bij de dis- tibütie-bureaux bevinden en daar kunnen worden afgehaald. GROOTE AANVOER NIEUWE AARDAPPELEN. Vastgestelde minimum-prijzen te hoog geacht. Men schrijft uit het Westland aan de „Tel.": De eerste regeling voor den verkoop van nieuwe aardappelen aan de veilingen is Dinsdag verschenen. De minimum-prijzen die thans zullen gelden zijn voor groote aardappelen 6 cent en voor poters 4 cent per kilo. Nu geleidelijk de aanvoer is gestegen vroeg men zich in kweekerskringen af, wel ke maatregelen dit jaar zullen gelden. In de laatste jaren kwam het regelmatig voor, dat de nieuwe aardappelen onverkocht ble ven, met het. zonderlinge resultaat, dat dc juist geoogste aardappelen weer ingekuild moesten worden. Na eenige maanden, wan neer de stroom wat geluv/d was, kon men de aardappelen nog exporteeren. Het is waarschijnlijk, dat voor dit sei zoen andere maatregelen genomen zullen worden. Een van de eerste is nu de regeling der minimum-prijzen, die iets hooger zijn dan in het vorige jaar. Nu is Dinsdag de aanvoer van nieuwe aardappelen in het Wcstsland plotseling sterk toegenomen. Dit is het gevolg van den regen, die de vorige week viel en de aardappelen snel deed zwellen, terwijl de kweekers nu ook volop aan het rooien zijn gegaan, in de verwachting, dat de prijzen thans nog het meest gunstig zijn. De groote aanvoer heeft gisteren tot ge volg gehad, dat het aanbod de vraag sterk overtrof, zoodat de gestelde minimum-prij zen te hoog worden geacht. Zoo bedroeg de aanvoer te 's-Gravenzande, waar het groot ste deel van de Westlandsche aardappelen wordt verhandeld, pl.m. 200.000 kilo. Hier van draaide ruim 80.000 kilo dood. De be doeling is, dat deze aardappelen op een volgende veiling weer worden aangeboden, om te trachten dan koopers te vinden. VAK-EXAMENS BANKETBAKKERS. De examens van de vereeniging tot be vordering van de vakopleiding in het ban ketbakkersbedrijf ter verkrijging van een diploma, dat te zijner tijd zal gelden als di ploma vakbekwaamheid ingevolge de ves tigingswet kleinbedrijf, zullen worden af genomen op 15, 16 en 17 Juli e.k. in dc Bisschoppelijke Nijverheidsschool te Voor hout. Mr. J. A. H. BARON VAN ZUYLEN VAN NIJEVELT OVERLEDEN Te Doorn is Zondag op 86-jarigen leef tijd overleden mr. J. A. H. baron van Zuy- len van Nijevelt. De heer van Zuylen, die vooral te Den Haag zeer bekend was, werd op 5 October 1886 tot lid van den Haag- schen gemeenteraad gekozen, waarin hij 31 jaar zitting had. Baron van Zuylen van Nijevelt was ka merheer in buitengewonen dienst van H.M. de Koningin. E. SCHAAPER OVERLEDEN. Te Heiloo, waar hij, sinds de beroerte die hem op 18 Februari trof, verbleef, is, na voorzien te zijn van de H.H. Sacramen ten der Stervenden, in den ouderdom van 64 jaren overleden de heer Engelbertus Schaaper, oud-voorzitter van den Ned- R.K. Metaalbewerkersbond „Sint Eloy".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1