DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
BINNENLAND
MAANDAG 17 JUNI 1940
31ste Jaargang No. 9669
Bureaux PapengTacht 32.
Telefoon: Redactie 20B15, Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
V Onze jeugd
Mr. A. baron van Wijnbergen schrijft in
de „Utrechtsche Courant" van Zaterdag
avond een artikel over „onze jeugd", waar
van wij den aanvang hier citeeren:
Onlangs heeft men' in de Pers de of-
ficieele bekendmaking kunnen lezen
van den Secretaris-Generaal, waarne
mend Hoofd van het Departement van
onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen, „dat de Centrale Jeugdraad zijn
werkzaamheden op de normële wijze
voortzet''.
Het is te hopen, dat allen, die in
kerk, school, gezin, jeugdorganisatie, of
waar dan ook, invloed kunnen uitoefe
nen op de vorming der rijpere jeugd,
in dat sober bericht een aansporing
hebben gevonden, omeveneens hun
taak voort te zetten, en wel op de nor
male wijze. Geen weifeling, geen aar
zeling, neen, voortgaan, rustig,
kalm, vastberaden.
Deze veel bewogen tijden zijn niet
het minst bezwaarlijk juist voor de
rijpere jeugd.
Aan ons allen, maar zeer "zeker aan
die jeugdige hoofden', wordt" al te veel
te verwerken gegeven, eiken dag op
nieuw. Op allen daarom, die er gele
genheid voor hebben of kunnen vin
den, rust zeer zeker nu de taak in dat
proces de helpende hand te bieden,
opdat het evenwicht niet worde ver
stoord.
Meer nog dan te vorën zij aandacht
geschonken aan onze rijpere jeugd, en
wel aan die rijpere jeugd in haar gan-
schen omvang, zoowel georganiseerd
als niet. Gemakkelijk zal het vallen de
jeugd te doen inzien, dat de huidige
bijzondere omstandigheden, waaronder
thans Europa leeft, zijn van voorbij-
gaanden aard, en zaak is het, haar thans
reeds enthousiast te maken voor een
dan na te streven ideaal.
Wij hebben de laatste woorden vet ge
drukt omdat wij er heel bijzonder de
aandacht op willen richten.
De jeugd enthousiast maken voor haar
taak in de toekomst. De taak, die de jeugd
in de toekomst wacht, kan zéér schoon zijn.
Nog nooit is schrijver dezes zoo jaloersch
geweest op menschen, die. een kwart-eeuw
jonger zijn, als nu, in dezen tijd! En waar
om kan kan de taak van dé jeugd in
de toekomst zoo buitengewoon mooi zijn?
Wij gaven het antwoord op deze vraag in
ons nummer van 31 Mei. Wij 'durven, zoo
schreven wij toen, de toekomst van en in
ons vaderland niet voorspellen, maar wél
durven we voorspellen, dat er zal worden
gevormd een nieuwe samenleving, die zal
moeten uitgroeien. En aan de vórming en
uitgroei van die nieuwe samenleving te
kunnen, medewerken, opent een perspectief,
dat ons het bloed sneller doet stroomen en
het hart opjaagt naar die toekomst.
Iedereen zal inzien, dat,, terwijl wat goed
was in het bestaande moet worden behou
den, er toch veel, allereerst iri de innerlijke
gesteldheid der menschen, zal moeten wor
den veranderd, vernieuwd. In dezen tijd
van bezinning zien wij zoo duidelijk en
klaar, hoe personen en volken ook
christelijke, katholieke personen in
koortsachtige gejaagdheid streefden naar
macht, naar invloed, naar geld en goed
zonder op het lot van anderen
te letten. Men dacht ieder oogenblik aan
het „leven", maar bijna nooit aan het „laten
leven". En dat 'streven doorkankerde ook
maar al te veel op zichzelf goede strevingen
en goede instellingen.
Als de menschheid nu is gaan inzien, dat
dit alles verbeterd, vernieuwd moet worden,
dan zal zij ook gemakkelijker kunnen wor
den gebracht tot het inzicht, dat dit alles
moet worden hersteld in Christus.
Omnia instaurare in Christo!
Voor dat ideaal, het „instaurare in
Christo" kan en moet de jeugd worden en
thousiast gemaakt.
Maar men vergete nooit, dat de jeugd
daartoe alléén zal kunnen medewerken, en
onder mcluiljke omstandigheden alléén de
kracht zal bezitten, om haar ideaal te kun
nen vasthouden, als zij bezit een bron
van kracht in een rotsvast geloof, in een in
geest en hart levenden godsdienst.
Distributie
tarwebloem en
zelfrijzend bakmeel
De secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het Departement van Landbouw
en Visscherij maakt het volgende bekend:
Tegelijk met de invoering van de
brooddistributie, dus op Maandag a.s.,
zal een aanvang worden gemaakt met
de distributie van tarwebloem en zelf
rijzend bakmeel.
Gedurende het tijdvak van 17 Juni
tot en met 12 Juli a.s. geeft de met 75
genummerde bon van liet algemeen
distributiebonboekje recht op het koo-
pen van 2^ on s tarwebloem .of
2 y» ons zelfrijzend bakmeel.
In het algemeen zullen de voorraden tar
webloem en zelfrijzend bakmeel bij de
winkeliers voldoende zijn om aan de vraag
van het publiek in de eerste distributie
periode. te kunnen voldoen, zoodat geen
voorschottoewijzingen zullen worden ver
strekt. Mocht bij uitzondering de voorraad
ontoereikend zijn, dan kunnen de winke
liers via de plaatselijke distributiediensten
een verzoek tot het ceitraal distributiekan
toor richten voor een voorschottoewijzing.
In ieder geval zal aan de winkeliers
Vóór het begin vtn de tweede distributie-
periode een toewijzing worden uitgereikt,
waarop zij bij hun leveranciers tarwebloem
en zelfrijzend bakmeel kunnen bestellen,
en welke toewijzing hen in staat zal stel
len aan alle aanvragen van het publiek in
de tweede distributieperiode te voldoen.
50 Gram; „een half
rantsoen brood"
SPECIALE BONNEN VOOR HOTELS,
RESTAURANTS EN BROODJESWINKELS
In aansluiting aan hetgeen reeds bekend
is gemaakt, betreffende de invoering van
de brooddistributie op Maandag 17 Juni,
brengt de secretaris-generaal, waarnemend
hoofd van het Departement van Landbouw
en Visscherij onder de aandacht van be
langhebbenden.
Zooals bekend, geven de broodbonnen elk
recht op het koopen van 100 gram brood.
Dit zou tot gevolg hebben, dat iemand, die
slechts een broodje van ongeveer 50 gram
wenscht te gebruiken in een hotel, café,
restaurant of hroodjeswinkel, een broodbon
van.100 gram zou moeten inleveren. Aan
gezien dit tot moeilijkheden aanleiding kan
geven, worden ten behoeve van de hotels,
café's, restaurants, brood jeswinkels e.d.
speciale bonnen in omloop gebracht, welke
elk recht geven op het koopen van 50 gram
brood en waarop in roode letters het op
schrift: een half rantsoen brood" is aan
gebracht.
Deze"bonnèn van 50 gram dragen het ka
rakter van „wisselgeld" en mogen door de
bakkers noch van het publiek noch van de
hotels e.d. in ontvangst worden genomen.
Het publiek kan op deze bonnen uitsluitend
brood betrekken in hotels enz.
Iemand, die 50 gram brood in een café
wenscht te gebruiken, levert dus zijn
broodbon, rechtgevende op 100 gram, in en
krijgt een bon van 50 gram terug.
De exploitanten van hotels, restaurants,
broodjeswinkels e.d. kunnen bij den aan
vang der distributie een beperkte hoeveel
heid bonnen van 50 gram bij de plaatselijke
distributiediensten verkrijgen. Tijdens het
verdere verloop der distributie kunnen zij
zoo noodig de in hun bezt zijnde bonnen
van 50 gram bij den plaatselijken distribu-
tiedienst tegen bonnen van 100 gram in
wisselen, en omgekeerd.
DISTRIBUTIEBONNEN VOOR
MILITAIREN MET VERLOF.
In verband met de distributie van brood
is de volgende regeling getroffen voor de
verstrekking van broodbonnen aan Neder-
landsche militairen met periodiek en bui
tengewoon verlof.
De commandanten der legeronderdeelen
zullen bij de plaatselijke distributiedien
sten losse brood- en suikerbonnen kunnen
verkrijgen ter uitreiking aan militairen,
die niet in eigen voeding voorzien, indien
hun periodiek of buitengewoon verlof
wordt verleend.
Per persoon zullen per maand 16 brood
bonnen en een 1/4 suikerbon worden ver
strekt, welke recht geven op een rantsoen
brood en suiker benoodigd voor ongeveer
een week, berekend naar het rantsoen voor
de burgerbevolking.
Broodrantsoeneering
uit voorzorg
VOORRADEN NORMALITER
VOLDOENDE TOT OOGST 1941.
Iedereen zal wel hebben verwacht, dat
het onder de gewijzigde omstandigheden
tot een distributie van brood moest komen.
De samenstelling van het brood is reeds
veranderd en zal nog meer veranderen
doordat ook van andere grondstoffen dan
tarwe, te weten rogge en een weinig aard
appelmeel, gebruik zal worden gemaakt, De
oorlogsmelange, uit vroegere proeven wel
bekend, zal langzamerhand worden inge
voerd.
Het rantsoen 2 K.G. per week (voor
zwaar werk verrichtende arbeiders 50 of
100 pet. hooger) is zeker niet overvloedig,
maar, als we ons herinneren, dat in den
vorigen grooten ooxdog tijdelijk tot 200
gram per dag van brod van slechter samen
stelling moest worden overgegaan, is het
toch ook weer niet zoo heel erg.
Het was mogelijk geweest, gezien de aan
wezige voorraden een grooter rantsoen te
geven, of zelfs de geheele brooddistributie
nog eenigen tijd achterwege te laten, maar
bij dit allerbelangrijkste volksvoedsel is
voorzichtigheid een allereerste vereischte.
Voor het nu vastgestelde rantsoen hebben
we, als geen onvoorziene omstandigheden
zich voordoen, voldoende tot de oogst van
het jaar 1941 aan de markt komt en dan
zal het van den oogst van dat jaar af
hangen of we, als dan de distributie van
brood nog noodig zal blijken, er ongewij
zigd mee kunnen doorgaan.
Men behoeft dus geen angst te hebben,
dat dit rantsoen een eerste stap is om tot
een snelle vermindering van het brood
rantsoen te komen.
HET VRAGEN OM ZIEKENVOEDSEL.
De geneeskundig 'hoofdinspecteur voor I
de volksgezondheid, dr. C. Banning schrijft: 1
De ouderen onder ons zullen zich nog den
tijd van den vorigen wereldoorlog herin
neren, toen er een streng distributiestelsel
moest worden ingevoerd. Nu staan we
misschien weer aan hel begin van een pe
riode, dat we niet gullen krijgen, wal we
graag zouden wenschen.
Met de suikerdistributie is deze periode
al eenigen tijd geleden ingeluid1; zonder
noemenswaardige moeilijkheden echter,
omdat de hoeveelheid' toebedachte suiker,
zeker voldoende was te achten voor nor
male personen. Toch zijn reeds spoedig
gevallen geconstateex-d, dat patiënten pres
sie uitoefenden op den hen behandelenden
arts om extra-suiker voor te schrijven. Dit
betrof o.a. gevallen, waar. extra-suiker niet
noodig was.
Sinds eenigen tijd is er brood in den
handel, dat iets bruiner is dan ons wit
tebrood. Dit 'brood en ook het a.s.
„oorlogsbróod" is van uitnemende
kwaliteit en is goed verteerbaar. He
laas bereiken mij reeds verschillende
medische kanten berichten, dat het
aantal patiënten, dat meent recht, te
hebben op wittebrood en nu hun dok
ter lastig vallen met vei'zoeken om
wittebrood-briefjes, reeds legio is. Het
is ten eenenmale verkeerd te meenen,
dat het „oorlogsbrood' maagklachten
zou veroorzaken. Het is onjuist, dat. dit
brood minder goed is dan wittebrood.
Met een enkele hooge uitzondering mis
schien, kan ieder dit brood verdragen.
Men aohteiwolge dus niet zijn huisarts
met verzoeken om ander brood. De medi
cus zal moeten weigeren, ten nadeele van
de verhouding patiënt-huisarts.
Ik doe een dringend beroep op de mede
werking van het. Nederlandsche publiek,
om niet iets te willen eischen, dat niemand
hun kan verschaffen, endat ook niet
noodig is.
Ten slotte mag ik allen wel op het hart
drukken, dat, wat de één extra toebedeeld
zou krijgen, van den ander zal moeten
worden afgetrokken. Door iets te vragen,
wat niet strikt noodzakelijk is, benadeelt
men ons gansche volk.
NOG GEEN ZAKENTELEGRAMMEN
NAAR INDIc.
Van de bevoegde zijde, welke ons me
dedeelde, dat het zenden van zaken tele
grammen naar Indië de volledige toestem
ming van Ie Duitsehe autoriteiten had ver
worven, vernemen wij nader, dat de ver
onderstelling, dat de verzending na het
verleenen van d:>ze toestemming terstond
technisch mogelijk zou zijn, niet juist is
geweest. De technische voorbereiding van
het radiotelegrafische verkeer met Neder-
landsc'h-Indië is nog niet voltooid. Met na
me is uit Indië nog geen bericht ontvangen
hoe de autoriteiten daar tegenover een
dergelijke verbinding staan. De P.T.T. hier
te lande is thans bezig via een ander land
contact met de Indische P.T.T. te zoeken.
Er is gegronde hoop, dat het telegrafi
sche contact in het midd'en van deze week
tot stand zal zijn gebarcht. De postkantoren
'hier te lande hébben reeds veel telegram
men moeten afwijzen. Men stake thans
eenige dagen de aanbieding van zakente-
legramimen. Als de verbinding geopend
wordt zal een nader persbericht hierover
verschijnen.
BEPALINGEN INZAKE DEN
WERKLOOZENSTEUN.
De Secretaris-Generaal van het departe
ment van Sociale Zaken, heeft een circu-
laire aan de gemeentebesturen doen uit
gaan, waarin het volgende wordt medege
deeld:
Arbeiders, die tengevolge van de gewij
zigde omstandigheden minder dan het
voor 10 Mei 1.1. als normaal geldende aan
tal uren werkzaam zijn (uiteraard voor
zooveel noodig met goedkeuring van den
Directeur-Generaal van deri Arbeid), mogen
niet als gedeeltelijk werkloozen in de
steunregeling worden opgenomen.
Mochten deze arbeiders echter overeen
komstig de bestaande voorschriften in be
ginsel als kostwinner of kostganger in de
steunregeling kunnen worden opgenomen,
dan moet thans worden nagegaan, welk
steunbedrag zij zouden kunnen ontvangen
daarbij steeds aanhoudende het gebrui
kelijke maximum bij geheele werkloosheid
zonder rekening te houden met de in
komsten van anderen dan den kostwinner
of 'kostganger zelf. Verdienende kinderen
of gezinsleden tellen bij den opbouw van
het theoretisch steunbedrag niet mee. Dit
steunbedrag (eventueel dus maximum bij
geheele werkloosheid) moet dan met 20
procent worden verhoogd, waarna de in
komsten van den kostwinner of kostganger
zelf geheel van dit bedrag moeten worden
afgetrokken.
De werkelijke inkomsten van den kost
winner of kostganger zelf, vermeerderd.met
het bedrag der tegemoetkoming mogen sa
men nimmer meer bedragen dan het loon,
hetwelk werd verdiend, voordat wijziging
in de arbeidsvoox'waarden met betrekking
tot het aantal werkuren werd aangebracht.
In de kosten van deze tegemoetkoming
kan subsidie worden verstrekt. U ontvangt
omtrent de wijze van declareeren nog nader
berioht.
Wat betreft de werkloosheidsstatistiek
moet u er zorg voor dragen, dat ai-beiders,
die bovenbedoelde tegemoetkoming ontvan
gen, hierin uiteraard niet worden opgeno
men. Omtrent de wijze, waarop hieromtrent
opgave aan mijn departement moet worden
gedaan, ontvangt u eveneens nader be
richt.
Tenslotte volgen hier een paar vooi'beel-
den aan de hand, waarvan u de bei-eke-
ning der tegemoetkoming kunt maken.
a. Man, vrouw en 4 inwonende kinderen.
Gemeente der eerste klasse. Loon bedraagt
30. De man is dubbel-uitgetrokken.
steun voor man en vrouw ƒ11.
4 kinderen 4 x 1.35 5.40
overgangstoelage 1.
17.40
Dit bedrag wordt vermeerderd met 20
procent is 20.88.
Indien nu de werkuren zoodanig worden
gewijzigd, dat het loon 15 bedraagt, kan
een vergoeding worden toegekend van
5.88.
b. Man, 'vrouw en 10 kinderen, Gemeen
teklasse 7. Loon 17.—. De man is dubbel-
uitgetrokken.
man en vrouw
10 kinderen
overgangstoelage
3.-
7.50
0.50
16
Maximum volgens de schaal is 15.30.
Hierbij wordt gevoegd 20 procent is
3.06. In totaal derhalve 18.36.
Indien de werkuren zoodanig worden ge
wijzigd, dat het loon wordt teruggebracht
tot 12, dan bedraagt de tegemoetkoming
6.36. Deze tegemoetkoming moet echter
worden beperkt tot 5.aangezien het
loon 17 bedraagt.
Met de schalen der gedeeltelijke werk
loosheid, art. 10 onder a der steunregeling,
alsmede inkomsten van anderen dan den
kostwinner zelf, behoeft in het geheel geen
rekening te worden gehouden. Zij, die een
tegemoetkoming als bovenbedoeld ontvan
gen, kunnen in beginsel voor de distributie
van goedkoope levensmiddelen in aanmer
king komen.
De 5 procent duurtebijslag geldt voor hen
niet, terwijl ook de extra-bijslag voor in
wonende kinderen uiteraard niet kan wor
den gegeven.
REISGELDREGELING.
Het Nederlandsche persbureau meldt uit
Bei-lijn:'
De nieuwe reisgeldregeling tusschen
Duitschland en het bezette Nederland
wordt door de Nederlandsche kolonie te
Berlijn met vreugde begroet. Terwijl men
vroeger als regel slechts de tegenwaarde
van 10 Rm, kon meenemen, wordt thans een
reisgeld ter waarde van 300 Rm. toege
staan. Weliswaar zal voorloopig slechts bij
wijze van hooge uitzondering een bezoek
aan het vaderland mogelijk zijn, maar in
de Nederlandsche kolinie te Berlijn hoopt
men, dat de Duitsehe overheid van liever
lede toeschietelijker zal worden met het
verleenen van reisvergunningen.
DE BEVORDERING VAN DE VEE-
VOEDFRPRODUCTIE.
Raadgevingen van officiecle zijde.
Er zal voor den komenden winter op een
uiterst moeilijke vorziening van krachtvoe
der moeten worden gerekend, aldus ir. G.
Veensti-a, inspecteur van den landbouw, in
eenige richtlijnen ter verhooging van de
veevoederproductie.
Deze richtlijnen houden raadgevingen in
voor maatregelen in verschillende richting.
Zoo gaat het er in de eerste plaats om kwa
liteit en kwantiteit van het ruwvocder te
verhoogen. Te dien aanzien wordt gewezen
op veelgemaakte fouten, welke de op
brengst aanzienlijk plegen te drukken.
Naast deze maatregelen, welke een verhoo
ging van de opbrengst van het bestaande
door verbeterde winning beoogen, komt in
de tweede plaats het beplanten van stop-
pelland in aanmerking. Hiervoor moet het
devies gelden: in den komenden herfst
blijve er geen stoppelland zonder vrucht.
Daartoe geeft ir. Veenslra de noodige aan
wijzingen, welke alle denzelfden geest ade
men. n.l. een zoo volledig mogelijk gebruik
van den gi-ond.
Heeft men eenmaal voederstoffen gewon
nen, dan moeten deze worden bewaard.
Hiei-bij treden natuurlijk verlezen op. Ook
deze behooren bepei'kt te worden door de
toepassing van verbeterde methoden. Het
ensileeren volgens de gewone Friesch-Hol-
landsche methode is ondei deze omstandig
heden niet meer vol te houden. Rationeele
werkwijzen moeten woiuen toegepast.
Deze raadgevingen getuigen van den ern-
stigen wil om niet alleen geen veevoeder
verloi'en te doen gaan, maar bovendien om
met groote kracht het vee voederprobleem
daar aan te vatten, waar het aangevat moet
worden, n.l. door meer productie en niet
door het afslachten van den veestapel.
OPBOUW VAN BOERDERIJEN IN
HOOGLAND.
In Hoogland, waar vijftig boerderijen
door den oorlog zijn getroffen, worden
maatregelen genomen om deze zoo spoedig
mógelijk te kunnen herbouwen.
Men wil den ouden toestand echter niet
herstellen, want wil men den grond' zoo
economisch mogelijk exiploiteeren, dan zal
er een wijziging in do oppervlakte gras- en
bouwland moeten komen. Over inkrimping
van den veestapel, waardoor meer bouw
land vrij komt, zal het advies van den rijks-
landbouwconsulent voor deze streek wor
den ingewonnen.
Arbeiders van de werkverschaffing zul
len de versperringen, welke hier door de
fensie waren gelegd, opruimen en tank'h-
grachten afdammen, zoodat de terreinen
weer in den ouden toestand zullen worden
gébracht.
Wat de beschadigde gebouwen 'betreft,
ook deze zullen worden herbouwd'. Hier
bij zullen de eigenaars 'het verschil tus
schen de bedrijfswaarde van 'het oude ge
bouw en de kosten van den nieuwbouw to
hunnen laste krijgen. De boerderijen wor
den zooveel mogelijk in den ouden trant
hersteld, maar wegens inkrimping van den
veestapel zullen de stallen kleiner wor
den, terwijl de daken met pannen worden
gedekt, omdat dit economischer is dan riet.
Overigens is elke 'belanghebbende vrij
in de keuze van den architect.
Maandag wordt een aanvang gemaakt
met het opmeten van de oude gebouwen.
DE CATECHISTEN VAN BOUVICNE.
Op vluchttocht
Barcelona?
Reeds geruimen tijd heeft men in onze
kerheid verkeerd over het lot van acht
Catechisten van Bouvigne, die met 80
meisjes, die op het kasteel een dienstboden
cursus volgden, tegelijk met de Bredasche
bevolking naar het Zuiden waren getrok
ken.
Naar „Des Grondwet" verneemt,' heeft
mgr. Frencken te Breda van haar een te
legram ontvangen, waaruit bleek, dat ze
in Parijs vertoefden. Verder werd in het
telegram melding gemaakt van het plan
verder door te reizen naar Barcelona.
Of men dit laatste plan ook heeft uitge
voerd, is echter niet bekend; daar er na
dien niets meer van haar is vernomen.
DE SCHADE IN DEN HELDER.
Geschat op ruim 200.000.
In de ten stadhuize in Den Helder ge
houden bijeenkomst van het Plaatselijk
Hulpcomité-1940 deelde de burgemeester
mede, dat de materieele schade in Den
Helder, door het bombardement geleden,
globaal geschat wordt op ruim 200.000,
aldus lezen we in de „Tijd". Des.schade
door zakenmenschen in hun onderneming
tengevolge van de materieele schade ge
leden, niet meegerekend.