Noord-Brabant
de oorlog
en
DINSDAG 4 JUNI 1940
31ste Jaargang No. 9658
Bureaux Papeagracht 32.
Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935.
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Gtro 103003. Postbus 11.
V Geruchten
Afschuwelijk kunnen geruchten zijn.
Er zijn lieden, die de domme en misda
dige opvatting hebben, dat zij alles mo
gen vertellen, als zij er maar bij zeggen,
dat ze 't hebben hooren zeggen, dat
„men" het zegt.
Degene, die, anderen blameerende of
onrust stokende, geruchten phantaseert,
handelt weerzinwékkend-slecht. Daar
van is ieder iatsoenlijk mensch overtuigd.
Maar degenen, die dergelijke geruchten
graag verder verspreiden, handelen even
eens slecht. Daarvan moet óók ieder fat
soenlijk menseh diep doordrongen zijn.
Zoo b.v. de geruchten over verraad in
het leger. Als alle gefluisterde verhalen
juist waren, dan zouden wij ons zeker diep
moeten schamen voorde Nederlandsche
natie.
Laten wij toch rustig met het vormen
van een oordeel of meening wachten totdat
is gebleken, wat er in al die, vaak aller-
dwaast-wilde, geruchten waar is! En laat
toch niemand zich verder aan „fluis-
stercampagnes" als hier bedoeld
waarmede men zijn vaderland zeker niet
dient! bezondigen!
Gisteren meldde het A N. P.:
Men mag verwachten dat de Duit-
sche militaire autoriteiten, het op prijs
stellende dat de eer der Duitsche wa
penen onbezoedeld blijft, ermede zul
len instemmen, dat de Nederlandsche
instanties, daartoe aangewezen, de
aanwijzingen van verraad die te harer
kennis zijn gebracht, grondig en on
belemmerd zullen kunnen onderzoe
ken. N?iar ons is medegedeeld heeft
dit onderzoek reeds plaats, zoodat te
zijner tijd éventueele bewezen geval
len vanzelf aan het licht zullen ko
men.
Men wachte dus af.
Ook zijn er speciaal in de ongelukkige
dagen van de oorlogvoering in Nederland
en in den onmiddellijk daaraan vooraf -
gaanden tijd vele, zeker misdadige, ge
ruchten gegaan over Nederlandsche bur
gers, die een verraderlijke rol zouden spe
len of als „verdacht" werden beschouwd
en behandeld. Wij hebben toen onmiddel
lijk de overtuiging gekregen, die later nog
bij ons is versterkt geworden, dat de bij
velen overspannen geestestoestand hun
in hun nuchter en billijk en rechtvaardig
denken en doen ernstig had gestoord. In
deze kalmere dagen zal menigeen spijt
hebben van voorbarigheden om het niet
sterker uit te drukken waaraan hij zich
tóen heeft schuldig gemaakt!
Dat nu dan het geheele Nederland
sche volk, de traditie getrouw, zijn nuch-
teren zin voor de werkelijkheid herovere
en een eenheid vorxne óók in dit opzicht,
dat het een afkeer hebbe van alle nutte-
iooze en veel meer nog van alle onbewe
zen beschuldigingen, van welke aard dan
ook en tegen wie(n) dan ook gericht;
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
DE POSITIE VAN INDIë
In De V/ a a g van 30 Mei behandelt
prof. mr. J. J. Schrieke de vraag: „Wat
gaat er met Nederlandsen Indië gebeuren?"
O m. schrijft hij:
„Niemand onderneemt 't, in de in.dit deel
an het Veire Oosten beslaande verhou
dingen te roeren, omdat de status quo de
grendel is op de doos van Pandora.
Het kan zijn, dat de regeering in Lon
den door haar theorie en haar daarbij aan
sluitende houding aan de rondom Neder-
landsoh-Indië gelegen mogendheden een
aannemelijke formule voor niets-doen heeft
verschaft. Want eerbiediging van bestaande
rechten zal aan groote machten wellicht
lichter vallen dan werkeloos staren naar
tijdelijk in feite (opper) heerloos gewor
den gebied, wat Indië, door een capitula
tie der regeering zelf, tot den uiteindelij-
ken vrede zou zijn geworden. Is dit zoo,
dan zal niet verzuimd mogen worden deze
bijdrage aan een betere toekomst alsnog
op het crediet der regeering te boeken.
Doch hoe dit zij, over Indië's lot zal eerst
uiteindelijk worden beslist bij het einde
van den thans nog woedenden krijg. Het
is wel zeker, dat dan het machtsevenwicht
in Oost-Azië zich weer zal doen gelden,
ja wellicht van beslissende beteekenis zal
blijken te zijn, voor zoover Nederlandsch-
Indië betreft. Ook wie rekening houdt met
de mogelijkheid, dat de vrede op kosten
van de geallieerde mogendheden tot stand
sa! komen, zal de machtsverhoudingen in
Weer geïsoleerd, als
70 jaar geleden
Er ligt weer vrede over het Brabant-
sche land. Hier en daar, waar de Fransche
troepen met. de Duitsche stootdivisies in
aanraking kwamen, zijn sporen van strijd
te zien. Hier en daar ziet men een gebla
kerd huis, een geteisterden boom.
Nergens echter is er een zware verwoes
ting. Brabant en de Brabantsche wegen
zijn 'goed uit den oorlog te voorschijn ge
komen. Slechts één groot nadeel is er: de
gestoorde brugverbinding met het Noor
den. Men hoopt in Brabant dat deze ver
binding met kracht hersteld zal worden,
dat het verkeersisolement zoo spoedig mo
gelijk voorbij is. Brabant zelf wil daarvoor
al zijn krachten inspannen.
In zijn woning aldus een verslaggever
van de „Telegraaf", aan welk blad wij dit
ontleenen zitten wij tegenover den bur
gemeester van Den Bosch, mr. Van Lan-
schot.
„Wij zijn uit de zware tijden goed te
voorschijn getreden zegt de burgemeester.
Zware tijden ook al omdat wij bevreesd
waren, dat de Franschen zich in Den Bosch
zouden gaan nestelen. Zij zijn echter niet
tot in de stad doorgedrongen. Wij hoorden
machinegeweervuur aan de Zuid-Willems
vaart. Bij het St. Josephgebouw is even
gevochten. Toen viel er een stilte en werd
het rustig: de Duitschers kwamen.
Wij zijn den Duitschers tegemoet getre
den op een wijze, zooals het behoorde. Ik
kan niet anders zeggen dan dat zij zich
uiterst correct hebben gedragen. Ook de
bevolking was rustig en zoo is alles goed
gegaan. Er bleek bij de Duitsche heeren
veel begrip voor onze positie. Zij waren
uiterst tegemoet komend; er viel best met
hen te praten.
Dien nacht dat het Duitsche leger kwam,
zal ik nooit meer vergeten Ik lag, voor
het eerst, even te bed Er werd gebeld. Of
ik op het raadhuis wilde komen. Een Duit
sche officier wenschte mij te spreken. Ik
ging naar het raadhuis. En ja, daar
een Duitsche officier aanwezig. Een hoffe
lijk man doch zeer beslist. Ik voelde deze
ontmoeting als een historisch oogenblik.
Nu moet u weten, dat ik toevallig een
maand te voren een boek in handen had ge
kregen, waarin een beschrijving stond, hoe
in 1310 de toenmalige burgemeester van
Den Bosch den generaal van Napoleon,
die de stad kwam bezetten, had ontvan
gen. Uiterst beleefd en met een korte
speech die er op neerkwam: Ik wil mij zoo
goed mogelijk in den bestaanden toestand
schikken; gij kunt van mij alle medewer
king krijgen, indien gij geen dingen vraagt
die strijdig met mijn eer of plicht zijn.
Nu, dat hebben de Duitsche heeren niet
gedaan. Ik heb mij toen gehouden aan de
gedragslijn van den vroegeren burgemees
ter. Ik heb voor de Duitsche heeren koffie
laten zetten en een Hinken maaltijd laten
klaarmaken, want zij waren moe. Zelf heb
ik hen overal heen vergezeld.
Toen eerst besefte ik geheel en al, dat
Den Bosch goed uit den oorlog was geko
men en dat ik voor het raadhuis en voor
onze St. Jan geen angst meer hoefde te
hebben. Het was een soort opluchting.
Ik heb den Duitschen heeren gezegd,
dat in een tijd, toen er in Duitschland
zware nood was, het bisdom Den Bosch
60.000 Duitsche kinderen heeft geholpen.
De Duitsche heeren bleken dat niet verge
ten te zijn.
Zoo is de booze droom van den oorlog
aan ons voorbijgegaan. Gelukkig. Het is
nu alles rustig in onze staii
Een groot nadeel is er: dat de strategi
sche leiding van onze verdediging het
noodzakelijk geoordeeld heeft de bruggen
op te blazen. Dat is een enorm nadeel. Wij
zijn thans terug tot aan den toestand van
vóór 1868. Mijn grootvader had toen een
dag werk om in Amsterdam te komen. En
daarin schuilt onze moeilijkheid. Het is de
verkeersmoeilijkheid.
De Duitsche militairen hebben veel nood
bruggen met bekwamen spoed geslagen.
Het moet voor ons een aansporing zijn om
met even bekwamen spoed de groote brug
gen te herstellen. Den. Bosch moet uit zijn
isolement verlost worden, zoo spoedig mo
gelijk. Daarvoor moeten wij ons best doen.
En daarvoor zullen wij ons best doen.
den Pacific niet zoo verbroken zien, dat
Indië voor het grijpen zou liggen van wie
zich daartoe zou willen opmaken. De Duit
sche belangen zijn er te groot dan dat 'n
overwinnend Duitschland deze zou ver-
waarloozen, doch zij zullen, juist met het
oog op de verhoudingen rondom, het best.
of misschien uitsluitend gediend kun
nen worden door het huldigen van dezelfde
politiek, waarin de anderen vrede behiel
den: de handhaving van den status quo.
Dit is een der factoren, welke ook voor
feet moederland een uitzicht openhoudt,"
Hoe de overgave van
Breda geschiedde
LEIDERS VAN EEN GROEP
GEëVACUEERDEN NAMEN HET
INITIATIEF.
Naar aanleiding van vele onjuiste ge
ruchten, welke zijn ontstaan in verband
met het plotseling evacueeren van het
meerendeel van de bevolking van Breda
naai- Antwerpen en dorpen op den weg
daarheen, en over dr. gebeurtenissen in
Breda gedurende de oorlogsdagen, heeft
de Officier van Justitie bij de Bredasche
Rechtbank uiteengezet dat de onverwach
te ontwikkeling der gebeurtenissen ook de
overheid als het ware heeft overrompeld
en dat haar in geen enkel opzicht blaam
treft, daar zij alles tot het uiterste gedaan
heeft in het belang van de veiligheid der
burgerij, die voor 99/10Qste deel is kunnen
vertrekken en die na bange dagen thans
weder geleidelijk haar oude stad heeft op
gezocht
Vermeldenswaard is nog over het ver
loop van de overgave van Breda, dat de
hoofdleiders van een groep geëvacueerden
die via Zundert op weg naar veiliger oor
den waren de heer Meeüs en van Mier-
lo toen het gezelschap in Achtmaal
was in snellen terugtocht der Franschen,
tengevolge van de overdonderende vaart
waarmee de Duitsche opmarsch plaats
vond, aanleiding vonden, het contact met
Breda te herstellen.
In die gunstige omstandigheden verkeer
den de leiders op de route via Hoogstra
ten niet, want voor hen ontwikkelde het
front zich in ongunstigen zin.
Op tweeden Pinksterdag des morgens
trachtte de heer Meeüs het eerste contact
met Breda mogelijk te maken. Hij ver
trok met een auto via den grooten weg,
maar alras bleek, dat verder trekken niet
alleen levensgevaarlijk, maar ten eenen-
male onmogelijk was. Hij bereikte de laat
ste terugtrekkende Franschen die met hun
mitrailleurs de aanstormende Duitschers
nog trachtten tegen»te houden, een punt
dus waar de gevechtsaanraking op dat
oogenblik het hevigst was.
In den middag werd opnieuw een po
ging gewaagd door de heerén Meeüs en v.
d. Schrieck. Even voor Rijsbergen op den
grooten weg, stuitten zij op de eerste Duit
schers. Zes man hadden zich verdekt op
gesteld achter een betonversperring. Met
het geweer in de hand traden zij den auto
tegemoet.
De beide Bredanaars wisten de posten
te overtuigen van het belang en de nood
zaak van een onmiddellijk contact met het
commando waarop ze naar den commando
post in een boerderij aan een zijweg van
den Rijsbergschen weg werden gevoerd.
Daar kregen de heeren Meeüs en Van
der Schrieck vergunning naar Breda te
gaan om er in contact te treden met-de
Duitsche leiders. Voorafgegaan door twee
motorordonnansen, vergezeld van een mi
litair in den wagen en gevolgd door een
motorrijder bereikten zijn Breda, alwaar
op dat oogenblik nog geen Duitschers aan
wezig waren. Dezen bleken zich op te
houden aan den buitenkant der stad.
Om 3 uur verschenen de Duitschers in
de stad, waarop onmiddellijk het contact
tusschen Duitsche legerleiders en de bei
de Bredasche vertegenwoordigers tot
stand kon komen.
Voorafgegaan door den heer Meeüs met
den sleutel van het Bredasche stadhuis en
gewapend met revolvers begaf het gezel
schap zich naar den zetel van het Breda
sche stadsbestuur.
De onderhandelingen werden van de zy
de der Duitschers op correcte en hoffe
lijke wijze gevoerd. Daaraan nam even
eens dr. Struicken deel, die ook in Breda
was aangekomen en door den heer Meeüs
tot de besprekingen was uitgenoodigd.
Even dreigden de onderhandelingen een
minder prettig verloop te hebben. Er werd
namelijk mededeeling gedaan, dat juist
een Duitsche militair door een burger
voor het stadhuis was doodgeschoten. Ze
ven burgers die in de omgeving van het
stadhuis werden opgemerkt, werden daar
op gevangen genomen en in gijzeling ge
steld.
Nadat de Bredasche vertegenwoordigers
er in geslaagd waren, hun onschuld aan te
toonen, werden zij evenwel op vrije voe
ten gesteld.
De onderhandelingen hadden vervol
gens een vlot verloop. Men kreeg toestem
ming van de Duitsche leiders om de bur
gerbevolking te laten terugkeeren.
Daarvan werd aan de betrokken leiders
in Zundert en Achtmaal mededeeling ge
daan en de terugkeer begon, nadat de
heer Mierlo zich zekerheid had verschaft,
dat de Bredasche waterleiding nog intact
gebleven was
De heer Meeüs weid door de Duitsche
autoriteiten zoolang als waarnemend bur
gemeester aangewezen totdat de burge
meester zou zijn teruggekeerd, welke
functie later weer. door den loco-burge
meester, wethouder Van Mierlo overgeno
men werd.
BINNENLAND
ZOOVEEL MOGELIJK VERGUNNINGEN
VOOR BOUWWERKEN.
Voorraden spelen een rol.
Zooals wy de vorige week hebben ge
meld. is voor het aanvangen of voortzet
ten van bouwwerken op allerlei gebied, na
17 Juni toestemming noodig van den Rijks
commissaris voor den Wederopbouw. Wer
ken, welke vóór 17 Juni gereed kunnen
komen, behoeven dus een dergelijke toe
stemming niet. Een voorbeeld hiervan is
de profielswijziging van de Nieuwe
Parklaan welke men vóór 15 Juni, wan
neer het Scheveningsche seizoen begint,
gereed hoopt te hebben.
Wij hebben geinformeerd, welke richt
lijnen in het algemeen zullen gelden voor
het verleenen van een vergunning voor
het aanvangen of voortzetten van bouw
werken. Men deelde ons mede, dat ieder
bouwwerk hiertoe allereerst op zijn eigen
merites moet worden onderzocht en dat
voorts rekening moet worden gehouden
met den voorraad der benoodigde mate
rialen. De algemeene strekking is hierbij,
zooveel mogelijk vergunningen voor bouw
werken te verleenen. „Vad."
WEDEROPBOUW VAN HET
GREBBE-GEBIED.
Architect W. Gerrctsen met leiding belast.
Naar wij vernemen, is de heer W. Ger-
retsen, architect B. N. A., belast met den
wederopbouw van het gebied in de Greb-
be-linie.
De taak van den heer Gerretsen, die o.a.
zijn sporen verdiende bij den heropbouw
van Borculo, bestaat vooreerst in het opne
men van de schade, het maken v.an bereke
ningen voor de restauratie en het globaal
tegrooten van de kosten der vernieuwin
gen.
REGELING VOOR HET HOTELBEDRIJF.
Besprekingen onder leiding van den heer
Groencveld Meyer.
Naar wij vernemen zijn onderhandelin
gen gaande tusschen Overheidsinstanties,
burgerlijke zoowel als militaire, en de A.
M. V. V. en Horecaf, om te komen tot een
regeling op korten termijn voor het hotel-
bedrijf. Men hoopt te bereiken, dat een
groot aantal bezette hotels en pensions
voor het vreemdelingenverkeer in gebruik
kan worden genomen. De onderhandelingen
staan onder leiding van den commissaris
voor Vreemdelingenverkeer, den heer
Groeneveld Meyer. „Tijd"
HALLOMET WIE?
Het telefoonverkeer weder in meer
normale banen.
Het telefoonverkeer in Nederland be
gint zich meer en meer te herstellen. In
veertien van de twintig telefoondistricten
waarin ons land is verdeeld, zijn alle net
ten thans bereikbaar. Onder deze bevindt
zich sedert enkele dagen ook weder het
district Maastricht.
Nog niet bereikbaar zijn Zeeuwsch-
Vlaanderen, een 25-tal plattelandsnetten
in het district Nijmegen en enkele kleine
netten in de districten 's Hertogenbosch,
Rotterdam, Venlo en Zwolle.
In verband met het beperkt aantal be
schikbare interlocale verbindingen blyven
het verkeer met Rotterdam en dat op
groote afstanden, in het bijzonder waar
rivieren moeten worden gelcruist, aan groo
te Vertraging onderhevig.
EEN EEREHAL VOOR GEVALLEN
SOLDATEN.
Prijsvraag uitgeschreven door de
Technische Hoogeschool
De senaat der Technische Hoogeschool
te Delft heeft in de afdeeling der bouw
kunde een prijsvraag uitgeschreven,
waarin gevraagd wordt een ontwerp voor
een interieur van een Nationale Eerehal.
Bedoeld wordt de uitbeelding van de
binnen-architectuur van een gebouw dat
bestemd is de nagedachtenis te eeren van
voor het vaderland gevallen soldaten. Het
interieur bestaat uit een overdekte hoofd
ruimte met ten minste een daarbij aanslui
tende voorruimte Op nationale gedenkda
gen zal op een groot bezoek gerekend moe
ten worden.
Op 8 Januari 1941 zal de Senaat het oor
deel der afdeeling over de ingekomen ant
woorden bekend maken en aan de inzen
ders. der meest voldoende antwoorden die
de bekroning zijn waardig gekeurd, de
gouden eerepenning worden uitgereikt
Een met gouden eere-penning bekroond
antwoord wordt teruggezonden aan den in
zender; niet bekroonde antwoorden worden
teruggezonden aan het opgegeven corres
pondentie-adres.
20.000 NEDERLANDSCHE KRIJGS
GEVANGENEN KEEREN TERUG
Naar men ons van bevoegde zijde mede
deelt, zullen vanmiddag of morgen over de
grensplaatsen Oldenzaal en Zevcnaar
0 Nederlandsche krijgsgevangenen naar
hun haardsteden terugkeeren. De krijgsge
vangenen. die over Oldenzaal terugkeeren,
zullen loopende van Bentheim komen en
te Oldenzaal door Nederlandsche officieren
worden ontvangen. Waarschijnlijk zullen
de manschappen tijdelijk bij burgers wor
den ingekwartierd, waarna zij geleidelijk
naar hunne woonsteden zullen vertrekken.
ALLE LANDERIJEN WEDER
BRUIKBAAR
Een week vroeger dan geraamd was
Naar wij vernemen, zijn de bemalingen,
die noodig waren om de voor de landsver
dediging onder water gezette gedeelten des
lands weder droog te leggen, thans vol
bracht.
Behalve de bestaande motor- en stoom
gemalen zyn hiervoor 34 noodgemalen in
bedrijf geweest.
De voor deze bemalingen aanvankelijk
geraamde termijn is met ongeveer een
week bekort kunnen worden, zoodat mag
worden geconstateerd, dat alle geinundeer-
de landerijen, boomgaarden e.d. practisch
een week vroeger weder ter beschikking
van de eigenaars of pachters gesteld zijn
geworden.
PERSONEELE BELASTING VOOR
AUTO'S EN MOTOREN.
Vrijstelling kan worden gevraagd.
Naar wy vernemen maakt op het oogen
blik de pe soneele belasting op motorrij
wielen en auto's een punt van bespreking
uit bij de desbetreffende autoriteiten. Het
resultaat hiervan is uiteraard thans nog
niet bekend.
In ieder geval kunnen zij, die hun auto
cf motorrijwiel afgeschaft of opgelegd
hebben, of die het thans om- een andere
reden kwijt zijn, een verzoek tot restitutie
an de betaalde belasting ir.dienen over
bet tijdvak, waarin geen gebruik is ge
maakt van het motorrijtuig. Deze verzoe
ken dienen worden gericht tot het De
partement van Financiën, afd. Personeele
Belasting. .Vaderland
HOOI EN STROO.
Het rijksbureau voor de voedselvoorzie
ning maakt bekend, dat het verbod tot
vervoeren en afleveren van hooi en graan-
stroo is ingetrokken. Ook het verbod tot
bewerken en verwerken van haverstroo
en zomergerststroo is opgeheven. Tegelijk
met de intrekking van het verbod tot ver
voeren en afleveren van graanstroo zijn
de ten aanzien daarvan bestaande prijs-
voorschriften buiten werking gesteld. De
maximum-prijzen voor hooi blijven even
wel gelden.
OUDE KIPPEN EERDER OPRUIMEN.
Het is niet mogelijk den gehcelen pluim-
vcestapel intact te houden.
In verband met de veevoederpositie is
het niet mogelijk den geheelen pluimvee
stapel intact te houden. Zooals algemeen
bekend, worden in de maanden Augustus,
September en October eik jaar veel oude
kippen opgeruimd, de in het voorjaar ge
boren kuikens zijn dan inmiddels uitge
groeid tot volwassen kippen en nemen dan
de plaats in van de opgeruimde hennen.
De voedertoewijzingen voor legkippen
zijn op het oogenblik kleiner geworden, de
regeling van de voedertoe wij zingen voor
het in 1940 geboren pluimvee is dezelfde
gebleven.
Een en ander komt op het oogenblik dus
hierop neer, dat de dieren, welke anders
tot het najaar worden gehouden reeds
thans een paar maanden vroeger voor een
goed deel van de hand moeten wordén ge
daan en dat de in 1940 geboren dieren op
normale wyze kunnen worden gehouden.
Of naderhand nog ander maatregelen
noodig zullen blijken is thans nog niet te
bepalen. Ten einde een regelmatigen afzet
van slachtpluimvee zooveel mogelijk te be
vorderen zal de N.C.E.P. in vriesinrichtin-
gen geplaatste geslachte kippen op bepaal
de voorwaarden koopen.
De prijs per k.g. geslacht gewicht wordt
voorloopig vastgesteld voor le soort op
0.68 per K.G.. voor 2e soort op 0.53. De
inkoopsprijs, dien de gevogeltehandelaren
bij dezen verkoopsprijs kan betalen is min
stens 0.40 per K.G. levend gewicht. Tus-
schenhandelaren, die de kippen veelal bij
de boeren opkoopen en aan de gevogelte
handelaren afleveren, kunnen bij een ver
koopsprijs van 0.40 minstens een prijs van
0.35 per K.G. levendgewicht besteden bij
inkoop van de pluimveehouders.
WACHTGELDREGELING BIJ DE
„BATAAFSCHE".
Naar wij vernemen is de Bataafsche
Petroleum Maatschappij als gevolg van de
huidige buitengewone omstandigheden er
toeovergegaan, een gedeelte van haar
personeel met ingang van 1 Juli as. op
■wachtgeld te stellen.