31ste Jaargang No. 9653
Rijksminister Seyss-Inquart
Rijkscommissaris voor de bezette
Nederlandsche gebieden
fJltaciamaüe aan het Ated&dandóche
mtfi
ËCT IJLS
WOENSDAG 29 MEI 1940
3)e Ceicbelie (Bou^cmt
Bureaux PapengraeM 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Giro 103003. Postbus 11.
Hedenmiddag om 12 uur aanvaardde de
Rijkscommissaris voor de bezette Neder
landsche gebieden rijksminister Seyss-
Inquart („der Reichskommissar fuer die
besetzten Niederlaendischen gebiete Reichs-
minister Seyss-Inquart") in de Ridedrzaal
te 's-Gravenhage het civiel gezag over Ne
derland.
Bij deze gelegenheid vaardigde de Rijks
commissaris de volgende proclamatie uit:
PROCLAMATIE.
Met ingang van heden heb ik het hoog
ste regeeringsgezag in burgerlijke aangele
genheden in Nederland op mij genomen.
De grootmoedigheid van den Fuehrer en
de kracht van de Duitsche weermacht heb
ben het mogelijk gemaakt, dat reeds wei
nige dagen na de catastrophe, welke door
het vroegere bewind van Nederland ver
oorzaakt is, weder een ordening van het
openbare leven tot stand wprdt gebracht,
welke in de bestaande gang van zaken
slechts in zooverre zal ingrijpen, als de
gegeven bijzondere omstandigheden nood
zakelijk maken.
Als Rijkscommissaris zal ik het hoogste
regeeringsgezag in burgerlijke aangelegen
heden in de onder de bescherming der
Duitsche troepen staande Nederlandsche
gebieden, uitoefenen, om de openbare orde
te verzekeren en het openbare leven te be
veiligen. Ik zal alle maatregelen ook van
wetgevenden aard treffen, welke noodig
zijn om deze opdracht te vervullen. Ik ben
voornemens hierbij het tot dusver geldende
Nederlandsche recht zooveel mogelijk van
kracht te laten blijven, bij de uitoefening
van het bestuur gebruik te maken van de
Nederlandsche autoriteiten en de onafhan
kelijkheid van de rechtspraak te waarbor
gen. Daartegenover verwacht ik, dat alle
in actie ven dienst zijnde Nederlandsche
rechters, ambtenaren en beambten, mijn
verordeningen, welke tot dit doel worden
uitgevaardigd, nauwgezet zullen nakomen
en dat het Nederlandsche volk met begrip
en zelfbeheersching deze leiding volgt.
De Nederlandsche soldaten hebben zich
in den strijd goed gehouden. De Nederland
sche burgerbevolking heeft zich tegenover
de strijdende troepen fatsoenlijk gedragen.
Er is niets, wat ons zou kunnen verhinde
ren elkaar met achting tegemoet te treden.
Het Duitsche volk voert onder zijn Fueh
rer den beslissenden strijd om zijn of niet
zijn, den strijd welken haat en nijd zijner
vijanden het hebben opgedrongen. Deze
strijd dwingt het Duitsche volk alle be
schikbare krachten te gebruiken en geeft
het volk het recht alle binnen zijn bereik
liggende middelen aan te grijpen.
Deze noodzaak en dit recht van den nood
zal ook op het leven van het Nederlandsche
volk en zijn economie inwerken. Ik zal er
echter daarom naar streven, dat het Ne
derlandsche volk, dat met het Duitsche
volk naar den bloede verwant is, niet in
ongunstiger levensomstandigheden komt te
verkeer en, dan noodzakelijk is door de ge-
geven lotsverbondenheid der beide volken
en den vernietigingswil onzer vijanden.
Ik moet als Rijkscommissaris de Rijksbe
langen in de Nederlandsche gebieden, wel
ke onder de bescherming van de Duitsche
troepen staan, behartigen en ik zal ze be
hartigen. Het Nederlandsche volk zal door
de vervulling van de taak, die uit het ge
meenschappelijk lot voortvloeit, in staat
zijn zijn land en zijn vrijheid voor de toe
komst te verzekeren.
SEYSS-INQUART.
De origineele Duitsche tekst luidt als
volgt:
AUFRUF.
Mit dem heutigen Tage habe ich die
oberste Regierungsgewalt im zivilen Be-
reich in den Niederlanden uebernommen.
Die Grossmut des Fuehrers und die Kraft
der deutschen Wehrmacht machten es
moeglich, dass schon wenige Tage nach der
durch die fruehere Fuehrung der Nieder-
lande heraufbeschworenen Katastrophe
eine Ordnung des oeffentlichen Lebens
wieder hergestellt wird, die in den ge-
wohnten Gang der Dinge nur soweit ein-
greifen wird, als die besonderen obwal-
tenden Verhaeltnisse dies erfordern.
Als Reichskommissar werde ich die
oberste Regierungsgewalt im zivilen Be-
reich in den unter dem Schutz der deut
schen Truppen stehenden niederlaendi-
min l;
Dr. Arthur Seyss Inquart is benoemd
tot Rijkscommissaris voor de bezette
Nederlandsche gebieden
schen Gebieten ausueben, um die oeffent-
liche Ordnung und das oeffentliche Leben
sicherzustellen. Ich werde alle Massnah-
men, auch gesetzgeberischer Art, treffen,
die notwendig sind, um diesen Auftrag zu
erfuellen. Es ist mein Wille, hierbei das
bisher geltende Niederlaendische Recht
moeglichtst in Kraft zu belassen, zur
Ausuebung der Verwaltung die nieder
laendischen Behoerden heranzuziehen und
die Unabhaengigkeit. der Rechtssprechung
zu wahren. Ich erwarte hingegen, dass alle
im aktiven Dienst stehenden niederlaendi
schen Richter, oeffentliche Beamte und
Angestellte meine diesen Zwecken dienen
den Anordnungen gewissenhaft befolgen
werden und das niederlaendische Volk
mit Verstaendnis und Beherrschung dieser
Fuehrung folgt.
Die niederlaendischen Soldaten haben
sich im Kampf gut geschlagen. Die nieder
laendische Zivilbevoelkerung hat sich den
kaempfenden Truppen gegenueber oi'dent-
lich benommen. Es liegt nichts vor, was
uns hindern koennte, einander mit Ach-
tung zu begegnen.
Das deutsche Volk ficht unter seinem
Fuehrer den Entscheidungskampf um Sein
oder Nichtsein aus, den ihm der Hass und
Neid seiner Feinde aufgezwungen hat. Die
ser Kampf gebietet dem deutschen Volk,
alle seine Kraefte einzusetzen und gibt ihm
das Recht, alle ihm erreichbaren Mittel
heranzuholen. Dieses Gebot und Recht der
Not wird auch auf die Lebensfuehrung des
niederlaendischen Volkes und seiner Wirt-
schaft einwirken. Ich werde aber darum
besorgt sein, dass das dem deutschen Volk
blutsnahe niederlaendische Volk nicht in
ungüenstigere Lebensbedingungen ver-
faellt, als es die gegebene Schicksalsge-
meinschaft und der Vernichtungswille un-
serer Feinde in dieser Zeit noetig machen.
Ich habe als Reichskommissar die Reichs-
interessen in den unter dem Schutz der
deutschen Truppen stehenden niederlaen
dischen Gebieten zu wahren und ich werde
sie wahren. Das niederlaendische Volk
wird in Erfuellung der Aufgaben, die sich
aus dem gemeinsamen Schicksal ergeben,
sein Land und seine Freiheit fuer die Zu-
kunft zu sichern vermoegen.
SEYSS-INQUART.
LEVENSLOOP VAN DEN RIJKS
COMMISSARIS
Rijksminister Seyss-Inquart werd in
1892 te Stammern bij Iglau geboren. Zijn
vader was regeeringsraad en rector van
het gymnasium te Olmütz. Hij studeerde
rechten aan de universiteit te Weenen,
doch moest door den wereldoorlog zijn
studie onderbreken; met de Tiroolsche
jagers streed hij aan verschillende fronten,
werd gewond en vier maal onderscheiden.
Na den oorlog, in 1921, vestigde hij zich
als advocaat te Weenen. In zijn studie had
de heer Seyss-Inquart zich o.a. gespeciali
seerd in het arbeidsrecht.
Hjj was een ijverig voorstander van de
versterking der economische, zoowel als
cultureele banden tusschen zijn land en het
Duitsche Rijk. Toen in 1925 de Oosten-
rjjksch-Duitsche volksbond werd gesticht,
welke dit doel nastreefde, werd dr. Seyss-
Inquart tot bestuurslid benoemd, een func
tie, die hij later, in 1934, verwisselde voor
die van plaatsvervangend leider.
Op 17 Juni 1937 benoemde bondskanse
lier Schuschnigg den heer Seyss-Inquart
tot staatsraad en verbindingspersoon tus
schen de nationale oppositie en de bonds-
regeering. Aangezien hij ook het ver
trouwen van de toonaangevende persoon
lijkheden van het Rijk genoot, vervulde hij
tevens de rol van belangrijksten bemidde
laar tusschen Berlijn en Weenen.
In de aansluiting van Oostenrijk bij
Duitschland, heeft dr. Seyss-Inquart een
groot aandeel gehad. Op 16 Februari 1938,
na de conferentie te Berchtesgaden tus
schen Hitier en Schuschnigg, werd het
kabinet gereconstrueerd en de heer Seyss-
Inquart werd bondsminister voor de open
bare veiligheid en binnenlandsche aange
legenheden. Het eerste onderhoud, dat de
heer Seyss-Inquart met rijkskanselier
Hitier voerde, vond op 17 Februari te
Berlijn plaats.
Op 11 Maart trad Schuschnigg af, en
per radio deelde dr. Seyss-Inquart mee,
dat hij als minister* van Openbare Veilig
heid zich verantwoordelijk achtte voor de
handhaving van de orde en de rust in het
land. Met het oog op de steeds toenemende
incidenten, zond dr. Seyss-Inquart den
Führer en rijkskanselier een telegram,
waarin hij om zending van troepen ver
zocht. Bondspresident Miklas benoemde
dr. Seyss-Inquart tot bondskanselier. Een
nationaal-socialistisch Kabinet werd ge
vormd, waarin hij zelf ook de portefeuille
van Landsverdediging bezat.
Zijn tweede ontmoeting met den Führer
vond op 12 Maart te Linz plaats, waar hij
dezen verwelkomde. Op 14 Maart benoem
de rijkskanselier Hitier hem tot rijksstad
houder van Oostenrijk. Toen door de
nieuwe Ostmarkwet van 1 Mei 1939 het
ambt van rijksstadhouder ophield te be
staan, benoemde de Führer den heer Seyss-
Inquart tot rijksminister voor bijzondere
diensten. Op 25 October 1939 werd hij tot
plaatsvervanger van den gouverneur-
generaal voor de bezette Poolsche gebieden
aangewezen.
De plechtigheid van
hedenmorgen
Hedenmiddag te twaalf uur heeft de
Duitsche bevelhebber in Nedexdand en
België in de Ridderzaal te Den Haag in
een plechtige bijeenkomst zijn bevoegdhe
den op bux-gerlijk gebied ovex-gedragen
aan den door den Fuehrer benoemden
Rijkscommissaris voor de bezette Neder
landsche gebieden, Rijkskanselier Seyss
Inquart.
Daarbij heeft hij tevens zijn militaire
bevoegdheden overgedragen aan den ge
neraal der luchtmacht Christiansen.
Reeds vroeg in den ochtend bestond
groote belangstelling van de zijde van het
publiek voor hetgeen op het Binnenhof te
doen was. Omstreeks kwart over elf kwa
men de eere-compagnieën op het Binnen
hof aan en stelden zich op tegenover de
Ridderzaal, en wel een muziekcorps, een
compagnie van de zevende luchtmachtdi
visie. een compagnie van de 207e infante-
rie-divisie en een compagnie van de
Schutzpolizei.
Van half twaalf af begonnen de genoo-
digden de Ridderzaal te vullen. Zij kwamen
langs het Plein,, dat bij het Mauritshuis
door Duitsche politie was afgezet. In de
Ridderzaal waren aanwezig de hoofden
der Nederlandsche departementen, en wel
drs. W. Reyseger, secretaris, wnd. hoofd
van het departement van algemeene za
ken; jhr. mr. A. M. Snouck Hurgxanje, se
cretaris-generaal, wnd. hoofd van het de
partement van buitenlandsche zaken; mr.
J. C. Tenkiixk, wnd. secretaris-generaal,
wnd. hoofd van het departement van ju
stitie; mr. dr. K. J. Frederiks, secretaris
generaal, wnd. hoofd van het departement
van binnenlandsche zaken; prof. dr. G. A.
van Poelje, secretaris-generaal, wnd. hoofd
van het departement van onderwijs,
kunsten en wetenschapen, mr. L, J. A.
Trip, regeeringscommissaris, wnd. hoofd
van het departement van financiën; C.
Ringeling, secretaris-generaal, wnd. hoofd
van het departement van defensie; hir. D.
G. W. Spitzen, secretaris-generaal, wnd.
hoofd van het departement van water
staat; dr. H. M. Hirschfeld, secretaris-ge
neraal, wnd. hoofd van de departementen
van handel, nijverheid en scheepvaart en
van landbouw en visscherij; mr. dr. A. L.
Scholtens, secretaris-generaal, wnd. hoofd
van het departement van sociale zaken, en
jhx\ mr. O. E. W. Six, secretaris-generaal,
wnd. hoofd van het departement van kolo
niën.
Voorts waren in de Ridderzaal zeer vele
Duitsche autoriteiten en een aantal Neder
landers, onder wie zeer vele persvertegen
woordigers aanwézig.
Intusschen hadden zich in het bureau
van den militairen bevelhebber, generaal
von Falkenhausen, zich de gasten van de
zen bevelhebber verzameld, en wel de
Rijkscommissaris, Rijks-minister Seyss
Inquart, de generaal der luchtmacht Chris
tiansen, alsmede het kleine gevolg van
deze autoriteiten.
Om vijf minuten voor twaalf zette zich
op het plein voor het voormalige ministe
rie van defensie een stoet van zes auto's
in beweging in de richting van het Bin
nenhof. In de eerste auto nam de mili
taire bevelhebber, generaal von Falken
hausen, plaats, in de volgende auto de
Rijkscommissax'is, rijksminister Seyss In
quart, waarna als derde wagen volgde de
auto van den generaal der luchtmacht
Christiansen.. In de drie volgende auto's
nam het kleine gevolg plaats van ieder
dezer drie autoriteiten.
Bij aankomst op het Binnenhof begaf
het kleine gevolg zich terstond naar de
Ridderzaal, terwijl de mih'taire bevelheb
ber, de Rijkscomissaris en generaal Chris
tiansen de eerewacht inspecteerden. Tij
dens de inspectie bevond de Rijkscommis
saris zich rechts van den militairen bevel
hebber, en naast den Rijkscommissaris liep
generaal Christiansen. Het muziekcorps
speelde een defileermarsch.
De leerlingen van de Duitsche school te
's-Gravenhage, die met het onderwijzend
personeel op het Binnehof stonden opge
steld, lieten door eenige meisjesleerlingen
den Rijkscommissaris bloemen aanbieden.
Bij het betreden van de Ridderzaal be
groetten de aanwezigen de drie hooge
autoriteiten door opstaan en, voor zoover
het Duitschers betrof, met den Duitsehen
groet. De Rijkscommissaris nam vooraan
in de Riddex'zaal plaats, met rechts van
hem generaal von Falkenhausen, links van
hem generaal Christiansen.
De historische Riddei-zaal was met pal-
mengroén en enkele bloemgroepen ver
sierd, terwijl de lichtkronen waren ontsto
ken. Het spreekgestoelte bevond zich bij
den grooten schouw tegenover den hoofd
ingang en in de nabijheid daarvan was het
groote orkest van den rijkszender Keulen
onder leiding van zijn dirigent, dr. Otto Ju
lius Kühn, opgesteld.
De secretarissen-generaal der Nederland
sche departementen zaten op de eerste rjj
ter linkerzijde, het gevolg van den militai
ren bevelhebber, van den Rijkscommissa
ris en van generaal Christiansen op .de
voorste rijen stoelen.
Het gevolg van Rijksminister Seyss-In-
uart bestond uit: minister Fischiböck,
Staatssekretar dr. Mühlmann, Reichsamts-
leiter Schmidt, Brigadefuehrer Rauter en
generaal Schumann, het militaire gevolg
van generaal von Falkenhausen bestond
uit den majoor van den generalen staf von
Harbou, Kriegsverwaltungschef von Craus-
haar, admiraal Arnault de la Perriere, Ge-
neralleutnant von Tidemann, Kommandeur
der 7 Fliegerdivision Putzier, Konteradmi-
ral Hinsmann, Genexalleutnant Wenniger,
Generalleutnant Etreccius, Gauleiter dr.
Meyer, Landeshauptmann Haake, Landes-
rat Hülgers, nat. soz. Fliegerkorps Grup-
penfuehrer Schroder.
Het gevolg van generaal Christiansen be
stond uit Oberleutnant Velt j ens en kapi-
tan-leutnant Christiansen.
Onder de prominente aanwezigen be
vond zich ook Obergrueppenfuehrer Lo-
rens, en in zijn gezelschap waren s.s. Ober-
fuehrer Marrenbach, Reichsleiter Amann,
Hauptsamtsleiter Rienhardt en Stellv.
Landesgruppenleiter Heinrich.
Nadat allén hadden plaats genomen
speelde het orkest de Ouverture Rienzi
van Richard Wagner.
Hierna nam generaal von Falkenhausen
het woord.
(De rede van generaal von Falkenhau
sen zullen wij nader publiceeren).
Generaal Christiansen aanvaardde daar
na in een korte toespraak de hem gegeven
opdracht, welke hij in het belang van het
Duitsche en het Nederlandsche volk hoop
te te kunnen volbrengen. Het woord was
daarna aan den Rijkscommissaris voor de
bezette Nederlandsche gebieden. Rijksmi
nister Seyss Inquart, die een rede hield,
waarvan wij het verslag nader zullen pu
bliceeren.
Toen aan het eind van zijn rede de
Rijkscommissaris zijn Fuehrer hulde
bracht, verhieven zich allen van hun
zetels en de Duitsche aanwezigen brachten
een driewerf „Sieg Heil" uit. Het orkest
hief daarna het Deutschland-lied aan, dat
door de Duitsche aanwezigen werd mede
gezongen, waarna het Horst Wessel-lied
volgde.
De Rijkscommissaris verliet daarna met
generaal von Falkenhausen en generaal
Christiansen de Ridderzaal.
Het biüten opgestelde muziekcorps
speelde een marsch, terwijl de Rijkscom
missaris in de eerste auto plaats nam, ge
volgd door generaal von Falkenhausen,
generaal Christiansen en het gevolg van
ieder hunner. De Duitsche schoolkinderen
wuifden de autoriteiten levendig toe.
De Ridderzaal werd daarna door de aan
wezigen verlaten en nadat het Binnenhof
nog eenigen tijd een levendig beeld ver
toond had van uniformen en Van een uit-
eenstroomende menigte, was spoedig het
oude aanzien van het rustige plein her
steld.
Daar wij vroeger afdrukken kunnen wij
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
V Over het stempelen
Het stempelen der ingevolge de steunre
geling gesteunde werkloozen zal tot nader»
aankondiging niet meer plaats hebben.
Aldus is van hoogerhand gelast.
Waarom?
Het motief voor dit besluit is niet mede
gedeeld.
Wij vermoeden, dat men het sociaal-de-
primeerende, dat, ongetwijfeld, is gelegen
in het massale „stempelen" in dezen tijd
wil wegnemen. Evenals het individueel-de-
primeerende, dat voor velen gelegen kan
zijn in den telkens maar weer herhaalden
gang naar het „stempel-lokaal".
Op deze plaats hebben wij reeds meer
malen bepleit het „stempelen" te beper
ken tot zoover het voor de controle abso
luut noodig is en deze controle niet op an
dere wijze kan geschieden.
In dezelfde circulaire, waarin wordt me
degedeeld, dat het „stempelen" voor de ge
noemde categorie ondersteunden wordt
opgeheven, wordt ook medegedeeld, dat al
le overige controle-maatregelen zoo volle
dig mogelijk zullen worden toegepast, en
dat tegen fraude uiteraard strenger zal
moeten worden opgetreden.
Deze laatste bepaling is zeker heel goed.
Wie misbruik van vertrouwen maakt, dient
gestraft, en, des te grooter het hem ge
schonken vertrouwen is, des te grooter de
straf. Alleen aldus is het mogelijk de goede
niet te doen lijden onder de kwaden en
vertrouwen te kunnen b 1 ij v e n schenken.
De bepalingen, welke in de reglementen
der werkloozenkassen inzake het teekenen
van aanmeldingslijsten voorkomen, moeten
onverzwakt worden gehandhaafd, zoodat
geen uitkeeringen mogen worden gedaan
aan personen, die de aanmeldingslijsten
niet op de reglementaire wijze hebben ge-
teekend.
Ook de voorschriften inzake de inschrij
ving bij de arbeidsbeurs blijven gehand
haafd.
Deze tjvee laatste beslissingen zijn ook
alleszins redelijk.
Wij willen hier nog even de aandacht
vestigen op de volgende mededeelingen in
dezelfde circulaire:
Door den Opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht is bepaald, dat een
deel van de in werkelijken dienst zijn
de reserve- en dienstplichtigen met
groot verlof kan worden gezonden,
welk verlof in het algemeen wordt ver
leend aan hen, die van de gelegenheid
om naar huls te vei'trekken wenschen
gebruik te maken en een betrekking
hebben of althans werk kunnen vin
den.
Waar de betrokkenen, die op hun
verzoek den militairen dienst verlaten,
derhalve zelf meenen in hun eigen on
derhoud en dat van hun gezin te kun
nen voorzien, zal het verleenen van
steun ingevolge de steunregeling in het
algemeen voor hen niet op zijn plaats
zijn.
Van Overheidswege wordt dan ook
bepaald, dat aan bovengenoemde per
sonen, mochten zij zich om steun mel
den, geen steun kan worden verleend.
Aan deze personen mag ook geen uit-
keering uit de werkloozenkas worden
verleend.
Wij wijzen er op, dat er staat aan mili
tairen, die „op eigen verzoek" den dienst
hebben verlaten En dat aan dezen „in het
algemeen" niet zal worden verleend aan
„steun ingevolge de steunregeling".
UITBREIDING VAN DE AMERIKAAN -
SCHE LUCHTVLOOT
WASHINGTON, 29 Mei. (D.N.B.) -- Het
Huis van Afgevaardigden heeft in het
kader van het algemeene defensieprogram
een wetsvoorstel aangenomen, waarbij
1137 millioen dollar wordt uitgetrokken
voor de uitbreiding, van de luchtvloot der
marine. O.a. wordt voorzien in de ver
vaardiging van in totaal 10.000 marine
vliegtuigen en in de opleiding van 16.000
bestuurders. Evenwel moet elk geval af
zonderlijk worden goedgekeurd. Het voor
stel gaat thans naar den Senaat.
de redevoering van rijkscommissaris rijks
minister Seyss-Inquart niet meer in deae
editie opnemen.