QemengxUffiexicMen OMGEVING RIJNSTREEK Wie wordt Lady Letchtord WOENSDAG 22 MEI 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 LANDMIJNEN ONTPLOFT. Vijf personen gedood. In den loop der vorige week zijn te Amersfoort enkele landmijnen gesprongen, toen er op getrapt werd, meldt de „Msbd." Ten gevolge van die ontploffingen zijn vijf personen gedood, terwijl een slachtof fers aan zijn verwondingen in het zieken huis de Lichtenberg is overleden. De poli tie heeft derhalve nogmaals gewaarschuwd tegen het betreden van bouw- en weiland of tuingrond en zij adviseert uitsluitend op de harde wegen te blijven. VERMISTE SCHEPEN. Verzocht wordt de opsporing van de hui dige ligplaats van het Zwitsersche. tank schip „Aravis", laatstelijk vertoevende te Varick bij Tiel. De kapitein van dit schip, genaamd Friedmann, verblijft thans te 's-Gravenha- ge, Duitsche school, Jan van Nassaustraat No. 112. Eveneens wordt de ligplaats verzocht van het vrachtschip „Baloeran", reederij „Volkaan" Veenkade 5, te Rotterdam, schip per Max Gordon Oess, geboren 10 Februari 1398. Vermoedelijk verblijft aan boord van dit schip de matroos Joh. Groesgen. Dit schip bevond zich op 10 Mei j.l. des morgens te 8 uur te Hurwen in de provin cie Limburg. Politie-autoriteiten wordt verzocht een onderzoek te willen instellen en van hun oevindingen ten spoedigste mededeeling .e doen aan het bureau van den vreemde- ingendienst der Haagsche politie, Java- straat 28. te '-sGravenhage HOE MET VERKOOLDE PAPIEREN GEHANDELD MOET WORDEN. Open nooit warme kluizen of brandkasten. Herhaaldelijk wordt door belanghebben den aan de politie om voorlichting verzocht hoe moet worden gehandeld om verkoolde bescheiden in veiligheid te brengen, ten einde zoo mogelijk later nog iets omtrent den inhoud daarvan te kunnen vaststellen. In het algemeen kan worden gezegd,, dat de kans op een mogelijke ontcijfering als regel vrij gering is, deze hangt natuurlijk af van den graad van verkoling, aldus het „Vad." Van politiezijde wordt dan ook aangera den geen kluizen of brandkasten te openen indien deze niet voldoende zijn afgekoeld. Het openen van niet volkomen afgekoelde brandkasten heeft tot gevolg, dat versche lucht opnieuw toetreedt, waardoor opnieuw een verdere „wegvloeiing" kan optreden. Vermijd daarom tocht en roer nimmer in belangrijke verkoolde bescheiden. Berg deze onmiddellijk op in goedsluiténde kis ten of doozen. Het ontcijferen van groote hoeveelhe den verbrande documenten is meestal een vrijwel hopelooze arbeid, zoodat b.v. de vraag over de mogelijkheid van het onder zoek van een geheel verkoolde koopmans administratie wel dadelijk ontkennend kan worden beantwoord. Een geringe kans op succes blijft echter bestaan bij het onderzoek van uiterst be langrijke. enkelvoudige bescheiden. Sluit deze onmiddellijk in een goedsluitend kistje of doos en voorkom zoo eenigszins mogelyk dat anderen deze uit nieuwsgie righeid aanraken. Berg vexbrande bank biljetten zooveel mogelijk in verschillende sigarenkistjes, verbrande bundels bankpa pier late men als een bundel ineen in een afzonderlijk kistje. Indien de Nederl. Bank uit gedeelten van verkoolde biljetten de overtuiging krijgt, dat hier sprake is van een bepaald door haar uitgegeven waai-depapier, wordt de waarde daarvan stellig door haar ver goed. ZAKKEN GRAAN EN GROENE ERWTEN GESTOLEN. Onschuldige chauffeur de dupe. Door de oplettendheid van twee politie agenten te Amsterdam, kon gisteren een molenaar worden gearresteerd, die ten na deele van een meelfabriek een partij graan en groene erwten had gestolen. De molenaar, die op de fabriek werk zaam was, zag gistermiddag kans de zak ken weg te nemen. Hij vroeg den bestuur der van een vi-achtauto, dien hij kende, de zakken af te leveren bij zijn woning aan den Velserweg. „U gaat toch dien kant uit", zei de molenaar, „neem de zakken even mee". De niets kwaads vermoedende vrachtautobestuurder voldeed aan het ver- zoek, doch toen hij bezig was de zakken op den Velserweg af te laden, passeerden juist de twee agenten. Zij vertrouwden de zaak niet en namen den autobestuurder na een kort vei'hoor mee naar het bui*eau aan den Admiraal de Ruyterweg. De politie had nu ook spoedig den molenaar te pakken, die, na aanvankelijk hardnekkig te hebben ont kend, ten slotte een' volledige bekentenis aflegde. De man is hierop naar het bureau Spaarndammerstraat gebracht en daar op gesloten. De autobestuui-der werd in den loop van den avond op vrije voeten gesteld, daar hij volkomen te goeder trouw had ge handeld. „Tel." ZAKKENROLLER IN DE KERK. Een juffrouw, die gisteravond naar een kerk aan de Keizersgracht te Amsterdam was gegaan en daar een godsdienstoefening meemaakte, bemerkte later, toen zij de kerk wilde verlaten, dat haar handtasch was verdwenen. Terwijl zij in gedachten verzonken was, had een andere kerkbezoeker of bezoekster blijkbaar kans gezien de tasch, waarin zich 135 alsmede eenige spaarbankboekjes be vonden, te stelen. Het geld behoorde, naar de „Tel." meldt, niet aan haar toe, doch aan een liefdadig heidsinstelling, waarvoor zij werkte. PLUNDERING WORDT ZWAAR GESTRAFT. De politie te Utrecht heeft een twaalftal inwoners uit Zeist, zoowel mannen als vrouwen, aangehouden en in het Huis van Bewaring te Utrecht ingesloten. Zij worden verdacht van plundering in de omgeving van Austerlitz. Gelijk men weet zullen gevallen van plundering zwaar worden gestraft. PER ROLSCHAATS VAN DEN HAAG NAAR HAARLEM. De Nederlander is over het algemeen vindingrijk. Nu geen motorbrandstof wordt verstrekt tenzij men een bijzon dere vergunning heeft zoekt men naar middelen om het motorvoertuig door een ander te vervangen. Handkari-en worden van stal gehaald, het paard geniet bijzon dere eer, maar het meest, toch grijpt men naar de fiets. het Nederlandsche ver voermiddel bij uitnemndheid. Een Nederlander zonder fiets voelt zich slechts een half mensch, en dit is thans hee- lemaal zoo! Er zijn er echter, die naar een ander middel voor snelle verplaatsing zoeken en het ook vinden. Zooals de man, die van Den Haag naar Haarlem kwam gei-eden op rolschaatsen. Waarom ook niet? In Ne derland, het land van Elfstedentocht, ziet men er niet tegen op zich per schaats over een grooten afstand te verplaatsen, en of het nu per schaats over het ijs, dan wel per rolschaats over het asfalt gaat. de inspan ning blijft vrijwel gelijk. Wellicht vindt het genoemde voorbeeld navolging en zal het rolschaatsen tot dusver vrijwel uitsluitend een ontspaning voor de jeugd, die zich in verschillende ste den zelfs rolschaatsenbanen zag toebedeeld als verplaatsingsmiddel meer en meer in zwang komen. „Hbld." DAT GAAT ZOO NIET. Dezer dagen is iemand veroordeeld we gens overtreding van de auteurswet, daar hij er werk van maakte uit financieele bla den berichten tot de zijne te maken en die te publiceeren. Het „Fin. Weekblad voor den Fondsenhandel" had al eenige keeren onaangename ervaringen opgedaan tot men ten slotte afdoende maatregelen trof. Zie hier wat het blad dienaangaande zegt: „Ook gebeurde het meermalen, dat zoo genaamd stukken uit ons blad werden over genomen, welke daarin nimmer waren' ver schenen. Hoewel wij hadden gezegd, dat het nadrukken van onze ï-ubriek „Betaal baarstellingen" niet door ons werd toege staan, nam hij eenige mededeelingen daar uit over, welke gefingeei'd waren. Dat de desbetreffende maatschappijen niet beston den, ontsnapte in zijn knipwoede aan zijn aandacht en zoodoende zette hij zijn lezers dividendbetalingen voor van o.m. de maat schappij Awoduvoo: A(lles) wo(rdt) d(oor) u v(an) o(ns) o(ntvreemd). Dagazn: Da(t) ga(at) zo(o) n(iet). Daloui: Da(ar) lo(opt) u i(n). Umehen: U me(rkt) he(t) n(iet). Het kon niet uitblijven, dat zulk een ver stokt plagiaris ten slotte tegen de lamp liep OEGSTGEEST De school. Door tijdelijke militaire in-igeibruik-neming is de heropening van de R.K. Par. school uitgesteld. Waarschijnlijk zullen de lessen Vrijdag a.s. her-beginnen. Nader bericht volgt. VOORSCHOTEN Geboren: Frederikus Johannes Jo seph z. van J. P. G. ter Haar en P. H. Mar kus Cornelia Simonia Anna d. van J. G. van Luynenburg en C. A. van Diemen Antonius Joannes Adrianus z. van G. G. A. Lips en J. M. van Muller Geertruida Petronella Maria d. van C. J. van Grun- deken en E. E. van Vliet Henricus Ma ria d. van C. J. van Kerkhof en J. A. M. Spronk Jan z. van A. den Boer en J. C. v. Alphen. Ondertrouwd: K. van der Neut 24 j. en A. Zwijnenburg 22 j. C. J. W. Hoogendoorn 28 j. en A. P. Wessele 27 j. F. Chx\ Vervloet 25 j. en E. Visser 26 j. Gehuwd: W. A. Lelieveld 24 j. en H. J. van Wissen 23 j. J. F. Kohier 30 j. en M. C. Bolding 31 j. Overleden: H. Deurloo 32 j. Gevestigd: M. A. W. Preller van Baarle-Nassau G. van Woudenberg van Apeldoorn J. G. v. d. Poel van Zoeter- woude C. Onderwater van Lisse G. Veerman van Leidschendam A. Tur kenburg van Arnhem J. A. Klomp van Moergestel Th. Dapper van Leidschen dam M. A. L. van Dongen van Amster dam P. Pots van 's-Gravenhage C. R. Jansen van den Helder M. J. H. L. Hil- gers van den Haag A. H. M. Krudde van Bergh (Gld.) Wed. Zwaan geb. Wasse naar van Leiden J. E. M. A. Couwen- berg van den Haag Th. M. I. Jutte van Rotterdam M. J. Wolff van den Haag C. W. van Duijnhoven van Cuyk en St. Agatha. Vertrokken: B. Bruins naar Oegst- geest N. Zuiker naar Obdam D. H. Dol naar onbekend adres G. M. Schee pers naar Tiel H. S. Off en berg naar Schiedam W. Chr. C. v. Nijnatten naar le-Nassau M. Steenbergen naar Bïltho- le-Nasasu M. Steenbergen naar Biltho- ven M. C. Boutes naar Bilthoven A. E. A. Koeleman naar den Haag G. W. A. van de Polder naar Aalsmeer J. C. Turk naar Zoeterwoude J. E. van Beek naar Utrecht. WARMOND Consultatiebureau zuigelingen. Het consultatie-bureau voor zuigelingen zal morgen (Donderdag) te 2 uur wederom ge opend zijn, in hetzelfde gebouw. WASSENAAR Aanrijdingen. De 49-jarige J. W. uit Nijtmegen, die op den Deijl per rijwiel dien weg overstak, werd aangereden door een militaire auto. Na eerste hulpverleen ing door dr. Hubbeling is W., die een hersen schudding had bekomen, overgebracht naar het Gemeentelijk Ziekenhuis te Den Haag. Op den hoek Stoeplaan-Wittenibur- gerweg reed de motorrijder F. tegen de stilstaande auto op van den heer v. T. Dr. Boer constateerde een hersenschudding. Roode Kruis-soldaten hebben den gewon den heer F. vervoerd. Vreemde Cheques en Bankpapier ALPHEN AAN DEN RIJIN Geboren: Marijtje Elizabeth, d. van D. van der Vis en C. van Leeuwen Jan, z. van D. G. Vaartjes en H. Metselaar Adriana Theodora Maria, d. van Th. Ne- derhoff en H. W. Verbaan Jansje, d. RADIO-PROGRAMMA. Programma voor Donderdag 23 Mei (N. C. R. V.). 8.00 Berichten A. N. P., programma-aan kondiging, gramofoonmuziek 8.30 Schrift lezing, meditatie 8.45 Gramofoonmuziek 10.00 Officieele mededeelingen of toe spraken 10.30 Morgendienst 11.00 Molto Cantabile en gramofoonmuziek 12.00 Berichten 12.15 Molto Cantabile 12.45 Berichten A. N. P.. gramofoonmu ziek 1.00 Orgelspel 1.20 Gramofoon muziek 1.35 Fluit, piano en gramofoon muziek 2.30 Christelijke lectuur 3.00 Gramofoonmuziek 3.45 Bijbellezing 4.30 Celesta Ensemble 5.15 Handenar- beid voor de jeugd 5.45 Celesta Ensem ble 6.30 Officieele mededeelingen of toe spraken 7.00 Berichten 7.50 N.C.R.V.- orkest 8.00 Berichten A. N. P., program ma-aankondiging 8.15 toespraak 8.30 N.C.R.V.-orkest en solist 9.20 Orgelcon cert (opnamen) 9.50 Zang, piano en gramofoonmuziek 10.30 Berichten A. N. P. 10.45 Gramofoonmuziek Circa 11.5012 uur Schriftlezing. van W. van Wageningen en M. van Nie- dek. Overleden: J. C. van Toren 61 j., gehuwd met Helena de Ruiter W. van der Lee, 75 j., weduwe van W. J. Bergs- 'hoeff M. M. Peters, 73 j., weduwe van M. Zoutman Hendrika Oudshoorn, 59 j„ gehuwd met G. C. Hoogendoorn Heiltje van Dam, 62 j., gehuwd met J. C. Rietveld (overleden te Leiden) Johan na Maria van Limmen, 34 j., gehuwd met H. Paling (overleden te Leiden) D. van der Neut, 86 j.. wedr. van P. Vier- bergen. Ook het Korps Vrouwelijke Vrijwilligers te Amsterdam werkt Ijverig mede voor de hulpver eenir g aan Rotterdam. Al wat milde handen gaven, werd voor het gebouw gereed gezet, om naar de Maasstad getransporteerd te worden FEUILLETON door CHARLES GARVICE. (Nadruk verboden). 32) Lachend vloog May de kamer uit en de trap op. Heron hield woord. Den heelen dag dwaalden ze samen door de bosschen en tijdens de maaltijden lieten zijn blikken haar geen oogenblik los. En de dag, die zoo stormachtig begonnen was, eindigde zon nig en gelukkig. Ten slotte namen ze af scheid op de stoep van huize Gresham; zijn axmen waren om haar heen geslagen, haar hoofd rustte aan zijn hart. Op het laatste oogenblik stormde Carrie naar buiten om hem te herinneren aan een afspraak voor den volgenden dag. „Nietwaar, we gaan toch met de dog- kar, hé Sir Heron!" riep ze met haar hooge heldere stem. ,,En niemand dan wij drieën!" ,,'t Zal de dogkar zijn, juffrouw Carrië", riep hij terug. „Goeden nacht, mejuffrouw Carrie Dalton!" „Goeden nacht. Heron!" lachte Carrie, die er den heelen dag al mee geplaagd was, dat ze hem nog steeds met zijn titel aan sprak. „Morgen wéér zoo'n heei-lijk-gelukkige dag!" fluisterde hij, toen Carrie weer naar binnen was gehold, „nietwaar May, mijn lieveling?" „Ik heb eens hooren zeggen, dat er nooit twee heel gelukkige dagen op elkaar kun nen volgen evenmin als er twee Vrijda gen in één week kunnen vallen." „Wat een bijgeloovig kind!" zei hij, haar liefkoozend over de wang streelend. We zullen dan morgen eens het bewijs leveren, dai dat gezegde onzin is! Goeden nacht, mijn lieveling mijn lieveling!" „Goeden nacht!" fluisterde zij. May stond te luisteren naar zijn weg stervende voetstappen; toen keerde ze zich met een langen zucht, half gelukkig, half weemoedig, om, en wilde .naar binnen gaan. Op dat oogenblik scheen een licht, wit voorwerpje uit de struiken naast haar te komen vliegen, raakte haar schouder en viel op den grond. Met een schok keek ze om, toen bukte ze zich en raapte een saamgevouwen papiertje op. Er waren slechts enkele regels op ge schreven met een forsche mannenhand; op het eerste gezicht herkende zij het schrift, en moest de hand tegen den mond druk ken om een kreet te weerhouden. „Kom morgen na zonsondergang in het boschje bij de riviei*. Vertel aan geen le vende ziel dat ik hier ben. Ik ben in ge vaar." Dat was alles; maar het was genoeg om haar bevend steun te doen zoeken tegen den muur; toen, door een plotselinge ge dachte gedreven, liep ze naar de struiken. Maar juist op dat oogenblik kwam Carrie weer naar buiten om te zien waar ze bleef. Met een trillend lachje moffelde ze haastig het papier in haar jurk, sloeg haar arm om Carrie's middel, en trok haar, schijnbaar in een speelsche stemming, haastig naar binnen. HOOFDSTUK XV. Een adder in het gras. Toen Hei*on tegen elf uur thuiskwam en, voorbereid op een nieuwen storm, den sa lon binnenging, ontdekte hij tot zijn ver rassing en verlichting, dat het vertrek leeg scheen te zijn. Hij stond op het punt, de deur weer te sluiten en naar zijn eigen ka mer te gaan, toen Rose Vavasour opstond uit den schemerigen hoek, waar ze op een divan had liggen droomen. „Hallo!" zei hij, „ik dacht dat jullie alle maal de vlucht genomen had!" „Neen, niet allemaal, maar ik ben toch de laatste." Ze kwam dichterbij in het zachte licht van de schemerlamp. Heron keek haar verstrooid aan; zijn ge dachten waren nog bij het meisje, dat hij op de stoeptreden van huize Gresham aan zijn hai*t gedrukt had. Zooals ze daar stond met het licht op heur haar was Rose precies een plaatje, zelfs de ongevoeligste sterve ling zou niet aan haar bekoring hebben kunnen ontkomen en Sir Heron was vol strekt niet ongevoelig voor schoonheid in eiken vorm. Langzaam vei-dween de ver strooide uitdrukking van zijn gezicht en maakte plaats voor een blik vol oprechte bewondering. Met een plotseling zelfver wijt bedacht hij, hoe hij zijn gast den hee len dacht aan haar lot had overgelaten en met iets verontschudigends in zijn stem zei hij: „En zit je hier zoo heelemaal alleen? Dat is toch al te erg! Ik vrees, dat je me den onhebbelijksten gastheer vindt, dien je ooit ergens hebt meegemaakt." „Zeg toch niet zulken onzin", verweet ze. „Tusschen ons zijn toch immers geen ex cuses noodig!" Heron kwam dichter naar het vuur en staarde peinzend in de vlammen. „Is moe der al naar bed? Waar is Vane?" „In de rookkamer natuurlijk. Hij heeft zich hier een uur lang dood zitten verve len en gaapte zoo deerniswekkend, dat ik hem weggestuurd heb. Ja, Lady Letchford is naar bed gegaan." „En jij bent opgebleven om op me te wachten?" vroeg hij, haar half-berouwvol half-dankbaar aanziend. ,,Ja; ik heb een boodschap voor je van Lady Letchford." „Een boodschap? Een hernieuwde oor logsverklaring, vermoed ik Ze heeft je natuurlijk verteld van de scène die ze op huize Gresham heeft gemaakt?" „J-ja, ze vertelde me, dat er onaange naamheden geweest waren", murmelde Ro se. neerkijkend op haar kleine satijnen schoentjes. „Het spijt me zoo, het spijt me zoo echt, dat ze gegaan is." „Mij ook", zei hij grimmig. Ze keek hem vol sympathie aan. „En mijn boodschap is, dat ik je moest vertel len, dat het haar óók spijt." „Wat!" „Ja, ze heeft er erge spijt van", herhaal de Rose. „Ze deed het onder ingeving van het oogenblik, en in de meening dat jullie jullie beiden eigenlijk niet goed wist wat je deed „Aangezien we ook nog maar kinderen zijn", zei hij met een glimlach. „Maar het geeft me werkelijk een onbehagelijk gevoel dat mijn moeder ongelijk zou bekend heb ben. Ze moet ziek zijn." „Ze is erg van stree;k. Het is een groote teleurstelling voor haar geweest. Je kunt 't toch niet kwalijk nemen, dat zij dat wij allemaal altijd groote dingen van je verwacht hadden „Groote dingen!" zei hij ongeduldig. „Dat zijn van die fantastische ideeën, waarvan niemand eigenlijk zelf goed weet, wat hij er onder verstaat! Groote dingen! Wat ter wereld verwachtten jullie dan van me? Dat ik zou trouwen met een prinses of met de koningin van Spanje?" Ze keek met een week, onderworpen glimlachje naar hem op. „Wees niet boos op me Heron!" „Boos op jou! Neen, dan zou ik al heel ondankbaar moeten zijn! Ik weet maar al te goed, aan wie ik 'die veranderde stem ming van mijn moeder te danken heb! Jij hebt haar natuurlijk tot andere gedachten gebracht. Jij hebt getracht, de zaak weer voor me in orde te brengen, terwijl ik je in mijn zelfzucht zoo schandelijk verwaar loost heb! Heusch, Rose, ik schaam me over mezelf. Vergeef 't me maar." In zijn ernst had hij zijn hand op haar arm gelegd. „Hemel, wat ben je koud", zei hij ver schrikt. „Kom gauw bij het vuur zitten". Hij trok haar stoel met vriendelijke be zorgdheid dichter bij den haard. Het mooie meisje lachte zacht voor zich heen en stak haar witte handen uit naai den koesterenden gloed, die haar gezichtje en haar gouden haren warm tintte. „Ja, ik heb 't werkelijk nogal koud." „Koud als ijs!" zei hij, en legde zijn hand nogmaals op haar arm. Maar die wa nu niet koud meer; zijn aanraking had hel bloed heftig door haar aderen doen stroo men en de zachte blanke huid leek ta branden onder zijn vingers. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6