DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Z
Hef leven herneemt
zijn normalen
loop
WOENSDAG 15 MEI 1940
31ste Jaargang No. 9641
S)e C^kJ&ch^Goti/fcatit
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
De toestand
Ons eerste woord vandaag is: een herha
ling van de opwekking, die gisteren door
den opperbevelhebber tot het Nederland
sche volk is gericht: door een waardige,
firnjtige, rustige houding eerbied af te
dwingen, rust en orde te bewaren.
De Katholieken zullen deze opwekking
des te gemakkelijker kunnen opvolgen, als
gij haar zien in het licht hunner beginse
len.
De Duitschers, die ons land bezetten, ko-
jnen hier op last van het gezag, dat boven
hen staat, komen hier, om te vervullen de
hun opgedragen taak, den hun opgelegden
plicht.
W ij moeten er ernstig naar streven, om de
positie, waarin deze Duitschers verkeeren,
te begrijpen.
Wij vertrouwen, dat de Duitschers van
hun kant open oog zullen hebben voor de
positie, waarin zich het Nederlandsche volk
bevindt.
Aldus zal zijn gediend de rust en de orde,
het belang van de gemeenschap.
DE DUITSCHE PERS OVER DE
GEBEURTENISSEN IN NEDERLAND.
De mededeeling van het opperbevel van
het Duitsche leger, dat de Nedex'landsche
opperbevelhebber zich had ^overgegeven,
wordt in de Duitsche pers druk besproken.
In hun commentaar wijzen de bladen er op,
dat de bezetting van Nederland een groot,
strategisch succes is voor Duitschland tegen
Engeland. De bedreiging uit de lucht tegen
Engeland is thans verviervoudigd.
De „Berliner Boersen Zeitung" schrijft,
dat vijf dagen nadat Duitschland hët
zwaard had getrokken, Nederland zijn te
genstand heeft opgegeven. De Duitsche op-
•inarsch kon niet worden opgehouden door
pantser wérken, kanalen en iundaties.
De provincie Zeeland, waar blijkbaar het
opperbevel geen macht meer heeft, is als
laatste rest van het gebied nog in han
den van den vijand. Toch kan men thans
reeds zeggen, dat Nederland niet meer on
der 't zwaard, doch onder het schild van
Duitschland staat.
Thans is een gunstige positie ontstaan, op
de eerste plaats voor de luchtmacht. Na
dat door de bezetting van de kustplaatsen
dn het Westen van Noorwegen de afstand
tusschen de bases van de Duitsche lucht
macht en de strategische punten aan de
kust tot de helft was verkort, is thans door
de bezetting van de Westkust van Neder
land de vliegafstand tot de zuidkust van
Engeland verkort tot 200 a 300 K.M.
De Deutsche Allgemeine Zeitung"
schrijft, dat Nederland het offer van den
Engelschen oorlog is geworden. In België
en Frankrijk stooten de Duitsche legers
met succes door.
DE STRIJD BIJ LUIK.
BERLIJN, 15 Mei. (D. N. B.) Omtrent
den strijd bij Luik wordt van wei-ingelich
te zijde vernomen, dat reeds op 13 Mei de
forten Lantin en Loucien gevallen zijn. Het
fort Tancremont-Pepinster heeft na be-
Bcihieting door de zware artillerie zijn vuur
gestaakt. Ook zijn twee forten van de ves
ting Namen genomen.
OPZENDING VAN BERICHTKAARTEN
GEBODEN.
Betreffende gewonden, zieken en
overledenen.
De inspecteur van den geneeskundigen
dienst der landmacht brengt aan allen, die
zulks aangaat onder het oog, dat de be
richtkaarten, welke zich in de oorlogszak
boekjes der Nederlandsche militairen be
vinden, voor zooveel het gewonden, zieken
en overledenen betreft, onverwijld inge
vuld dienen te worden opgezonden aan
den directeur van het informatie-bureau
van het Ned. Roode Kruis te 's Graven-
hage. Dit geldt voor alle militairen waar
zij zich ook bevinden. De berichtkaart moet
zoo mogelijk ingevuld worden door een
officier van gezondheid dan wel door een
•burger-geneeskundige.
De opperbevelhebber
van land-en zeemacht
tot het
Nederlandsche volk
De Opperbevelhebber van Land- en Zee
macht, generaal H. G. Winkelman, heeft
voor den Nederlandsohen omroep de vol
gende toespraak tot het Nederlandsche
volk gehouden:
Nederlanders,
Ik heb er prijs op gesteld, u persoonlijk
een toelichting te geven bij het hoogst
ernstige besluit, dat u reeds hedenavond
hebt gehoord door de Nederlandsche radio
Wij hebben de wapens moeten neerleg
ken omdat het niet anders kon. Allen wa
ren vastbesloten ons vaderland te verde
digen tot het uiterste. Welnu ik, die als
opperbevelhebber van Land- en Zeemachi
alle berichten ontving, ik wist met vol
strekte zekerheid, dat dit uiterste vandaag
was bereikt. Onze soldaten hebben ge
den met een moed, die onvergetelijk za
blijven. Maar de strijd was te ongelijk, on
ze troepen stonden tegenover technische
middelen waartegen de grootste mensche-
lijke moed niet is opgewassen. Bij duizen
den zijn zij gevallen voor de vrijheid van
Nederland.
De luchtstrijdkrachten, waarover wij
thans nog beschikken, zijn zoo minimaal,
dat zij onze troepen te land nagenoeg niet
meer bij de operatiën konden steunen. Te
genover de Duitsche overmacht in de lucht
hadden ook onze ander afweermiddelen,
zooals de luchtdoelartillerie, slechts een
beperkte uitwerking, hoe dapper en be
kwaam de luchtdoelbatterijen haar taak
ook vervulden. Zoo stonden onze troepen
bloot aan de vernietigende bombardemen
ten van het Duitsche luchtwapen.
En niet alleen zij. Onder de burgerbe
volking, onder vrouwen en kinderen,
maakte de luchtoorlog tallooze slachtof
fers. In ofts dichtbevolkte land, met zijn
véle steden, kan bij luchtbombardementen
moeilijk worden onderscheiden tusschen
militaire en niet-militaire objècten. Rot
terdam, dat vanmiddag door de Duitsche
luchtmacht werd gebombardeerd, heeft het
droevig lot van den totalen oorlog onder
gaan. Utrecht en andere groote bevolkings
centra zouden binnen zeer korten tijd dit
lot met Rotterdam moeten deelen.
Vrijwel geheel aangewezen op eigen
kracht, waren wij niet in staat, ons land,
onze burgerbevolking, voor dit geweld te
behoeden. Het waren deze harde feiten,
die mij noopten, mijn hoogst ernstig be
sluit te nemen: wij hebben den strijd ge
staakt.
Ik kan mij ten volle indenken, dat dit
besluit voor vele Nederlanders schokkend
is. Laten zij allen echter beseffen, dat ik
op dit oogenblik de Nederlandsche regee
ring hier te lande vertegenwoordig en dat
ik derhalve niet alleen gerechtigd, doch
ook verplicht was, te besluiten, zooals het
belang van het Nederlandsche volk in deze
omstandigheden voorschrijft.
Het staat voor mij onomstootelijk vast,
dat dit belang medebrengt, dat de vol
strekt ongelijke strijd moet worden ge
staakt, opdat nog niet meer onschuldige
slachtoffers vallen. Wie mijn verantwoor
delijkheid kan peilen, beseft, hoe zwaar
mij dit besluit moet zijn gevallen. Het kon
echter niet anders luiden.
Nederlanders. Hebt ondanks dezen zwa-
ren tegenslag, vertrouwen in de onver
woestbare krachten en tradities van ons
volk. Wij hebben deze beproeving van een
korten, doch hevigen oorlog moeten door
staan. Wij zullen het nieuwe lot, dat ons
voorloopig beschoren is, met dezelfde moed
en vastberadenheid dragen, als waarmee
wij den strijd voor onze zelfstandigheid
hebben gevoerd. Hebt daarom, ik herhaal
het nogmaals, vertrouwen op de toekomst.
Doch vooral: toont dit vertrouwen door
de rust en de orde te bewaren, welke wij
zoo dringend behoeven om ons geschokte
land weder op te bouwen. Laten wij ons
thans richten op den eersten plicht,wel
ken het vaderland ons oplegt.
Leve Hare Majesteit de Koningin.
Leve het'vaderland!
Mededeeling van het
Duitsche gezantschap
Het Duitsche gezantschap heeft gisteren
het volgende radiobericht naar Berlijn ge
zonden
Aan den rijksminister van buitenland-
sche zaken te Berlijn:
Vandaag, den 14den Mei, te 19 uur
Amsterdamschen tijd, heeft zich bij mij
de Nederlandsche generaal Schuurman
vervoegd, en het volgende verklaard:
„Ik heb uwe excellentie de mededee
ling te doen, dat de Nederlandsche
weermacht, met uitzondering van haar
troepen in Zeeland, voor de oprukken
de Duitsche troepen de wapens neer
legt".
Ik heb van deze mededeeling acte ge
nomen.
In aansluiting daarop heeft de opper
bevelhebber der Nederlandsche weer
macht door bemiddeling van den Duit-
schen luchtvaart-attaché, luitenant-ge
neraal Wepninger, het opperbevel der
weermacht te Berlijn verzocht, gevol
machtigde vertegenwoordigers der Duit
sche troepen in Nederland ter bespre
king over maatregelen tot handhaving
van rust, veiligheid en orde, naar het
hoofdkwartier in den Haag te zenden,
w.g. GRAF ZECH, Duitsch gezant.
AAN DEN SOLDATENEER IS TEN VOLLE
VOLDAAN.
Aan een dagorder, gisteren door den op
perbevelhebber van land- en zeemacht aan
die troepencommahdanten gericht, wordt
het volgende woord van hulde aan de troe
pen ontleend:
Ik verzoek U aan de troepen en onder-
deelen mede te deelen, dat 'ik vervuld ben
van diepe bewondering en dankbaarheid
voor hetgeen door u en door onze troepen
commandanten en troepen is verricht. In
hoofdzaak de wanverhouding in 't bezit van
materieele middelen is de oorzaak geweest,
dat niet op alle plaatsen, waar zulks de
zerzijds was gelast, stand is kunnen wor
den .gehouden.
Aan de soldateneer as door u ten volle
voldaan.
VERORDENING VAN DEN OPPER
BEVELHEBBER.
VERKOOP VAN ALCOHOLHOUDENDE
DRANKEN.
De opperbevelhebber van Land- en Zee
macht heeft de volgende verordening uit
gevaardigd:
De Generaal, Opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht, belast met de uitoefe
ning van het militair gezag in het geheele
in staat van beleg verklaarde grondgebied
der Rijks,
Gelet op artikel 22 van de Oorlogswet,
stelt vast de volgende verordening:
Art. 1. Het is tot nader order verboden
op den openbaren weg of in schouwburgen,
sociëteiten, koffiehuizen, tapperijen of an-
.dere soortgelijke inrichtingen, sterken
drank of zwak-alcoholischen drank te ver-
koopen, of op andere wijze ter beschikking
van het publiek te stellen.
Art. 2. Overtreding van dit verbod wordt
overeenkomstig het bepaalde in art. 43 van
de oorlogswet, gestraft met hechtenis van
ten hoogste 1 maand of geldboete Van ten
hoogste 300 gulden.
Art. 3. Deze verordening wordt afgekon
digd door middel van den radio-omroep en
treedt daarmede onmiddellijk in werking.
ORDER VAN DEN OPPERBEVELHEBBER
GEEN VERLOVEN
De opperbevelhebber van land- en zee
macht geeft de volgende order:
In afwachting van nadere orders is het
aan de commandanten van de Nederland
sche weermacht verboden, militairen met
verlof te zenden.
LEGATIE VAN BELGIë EN NEDERLAND
UIT DUITSCHLAND
Naar Reuter uit Bern seint, zullen van
avond de leden van de Belgische en Neder
landsche Legatie te Berlijn bij Lindau de
grens oversteken om naar Frankrijk te
gaan.
EEN VERKLARING VAN ROOSEVELT
Op een persconferentie heeft president
Roosevelt verklaard, dat hij morgen in het
Congres aanvullende credieten zal aanvra
gen voor het bouwen en verbeteren van
scheepswerven en militaire établissemen
ten.
Duitsche troepen in
de residentie
Men meldt ons uit Den Haag:
De Residentie ontwaakte hedenmorgen
al zeer vroeg en vermoedelijk zoo vroeg te
gen haar wil doordat Duitsche vliegtuigen
laag over de stad vlogen. Het waren er
niet veel, slechts enkele, die na een „rond
je" boven de stad weer terugkeerden.
Even later zag men in het centrum, op de
Lange Voorhout, een onbekend schouwspel:
Duitsche gemotoriseerde troepen reden de
ze beroemde allee op.
In een auto kwam hierbij een hoogge
plaatst Duitsch officier met een ordon
nans mede, die op het Lange Voorhout on
geveer tegenover het A. N. P.-kantoor
stopte.
De ordonnans begaf zich naar Hotel des
In des en meldde zich daar. Eenige oogen-
blikken later verscheen de Duitsche ge
zant, graaf Zech zu Burckensroda, die in
Des Indes verblijf hield, in civiele kleeder
dracht en blootshoofds.
Hij begaf zich naar de plaats, waar de
generaal, die was aangekomen, stond en
beiden brachten elkander den Duitschen
groet.
Na eenige bespreking, welke zich al wan
delende afwikkelden (vermoedelijk om het
gesprek zoo vertrouwelijk mogelijk te hou
den) stapten beiden in de auto die naar
de binnenstad wegreed in de richting van
de woning van den Duitschen gezant.
Ongeveer tien minuten later verscheen
de auto opnieuw.
Thans bevatte deze behalve genoemd
Duitsch opper-officier en den gezant, nog
twee marine-officieren van hoogen rang
alsmede twee landmachtofficieren. Zij wan
delden langs de Duitsche troepen, diè op
gesteld stonden en brachten het militair sa
luut, de gezant beantwoordde het saluut
met den Duitschen hand-groet.
Allen begaven zich toen naar Hotel des
Indes.
Inmiddels waren nog Nederlandsche troe
pen op het Lange Voorhout aanwezig. Met
belangstelling bekeken zij van een afstand
de Duitsche motorijrijders, alsmede een
Duitsche tankwagen.
Te ongeveer zes uur verzamelden zich op
bevel van Nederlandsche officieren, ver
schillende groepen Nederlandsche solda
ten en klonk het bevel: wapens inleveren.
Dit geschiedde op de grasperken van de
laan. Enkele soldaten bleven met het ge
weer bewapend, vermoedelijk aangewezen
als versterking van den plaatselijke politie
voor orde-handhaving.
Na zessen kwamen reeds nieuwsgierige
burgers opdagen. Controle van legitimatie
bewijzen was er niet meer.
Al heel gauw werden met de Duitsche
soldaten gesprekken aangeknoopt, die van
een dergelijke afleiding allerminst afkee-
rig waren. Voor zoover wij konden waar
nemen ging men, zonder eenige terughou
ding, op de gesprekken in. Wij hadden een
gesprek van ongeveer een kwartier met
enkele van hen.
Zij vertelden ons, dat zij zoowel de toch
ten door Tsjecho-Slowakije als Polen had
den meegemaakt en nu reeds wisten, dat
zij straks naar België zouden gaan. Vooral
in Polen, zoo vertelden zij ons, hadden zij
zware tochten uitgevoerd. Soms vijfhonderd
kilometer in de motor op één dag. Een en
kele maal hadden zij in veertien dagen niet
anders geslapen dan zoo nu en dan afwis
selend op zulk een tocht in de „zijspan".
Wat daarbij vooral trof was het frissche
uiterlijk van deze soldaten. Zij waren wel
iswaar bestoft en berookt, maar de ge
zonde gelaatskleur viel duidelijk te herken
nen. Ook de verzorging liet niets te wen-
schen over. Dit zag men juist aan de klei
nigheden: uitstekend geknipt haar, gescho
ren, en frissche tanden. Aan niets was te
merken dat zij een bijna onafgebroken
strijd, als waarvan zij verhaalden, achter
den rug hadden.
Zij vertelden ons ook door Rotterdam te
zijn gekomen. Het was met deze stad vrij
bedroevend gesteld, zeiden zij ons. Een
wijk van vrij grooten omvang (welke wijk
konden zij ons niet meer aangeven) was
gisteren na twee uur nog geheel plat ge
schoten. Dit was als volgt in zijn werk ge
gaan, zeiden zij ons. De „commandant van
Rotterdam" had de stad te twee uur over
gegeven. Uit bedoelde wijk bleef men ech
ter na dien tijd nog op Duitsche vliegtuigen
en Duitsche troepen vuren. Daarop waren
zestien tankwagens van het grootste kali
ber, ware rijdende forten, met kanon be
wapend, naar die plaats gestuurd en men
had de geheele wijk platgeschoten.
Om 8.00 uur vanmorgen bevonden deze
motor-troepen, welke in aantal naar schat
ting niet de honderd overschreden, zich
nog op het Lange Voorhout.
Het aantal nieuwsgierigen nam steeds
toe en de vreemde verschijningen in ge
heel gecamoufleerde kielen en met geca
moufleerde helmen.
Bij een verdere rondgang door de resi
dentie konden ook op andere plaatsen dan
het Voorhout, Duitsche troepen worden
opgemerkt. Hier en daar stond een tank
wagen en reeds kort na achten hadden
Duitsche soldaten verschillende wachtpos
ten beti'okken, als bijvoorbeeld op het
Tournooiveld en rondom het Binnenhof.
De controle was echter vrij soepel, die
rond laats.genoemd historisch plein, wel
het scherpst, ofschoon geëmployeerden, die
uit hoofde van hun werkzaamheden daar
moesten zijn, zonder veel omslag konden
doorgaan.
Het bleek al heel gauw, dat het normale
leven zooveel mogelijk was hervat. De
trams reden zeer geregeld; de politie
oefende hare functies uit als onder gewone
omstandigheden en bijna alle winkelzaken
waren geopend. Het verkeer in de stad,
ook in de buitenwijken kon men vrij druk
noemen. Natuurlijk werden de gewijzigde
omstandigheden druk besproken, doch men
merkte niets van eenige agitatie of nervo
siteit. Wel viel het op, dat vele militaix-e
auto's zoowel Nederlandsche als Duitsche
met vrij groote snelheid passeerden.
Ofschoon het uiteraard zeer moeilijk is
een stemming uit een oppervlakkige aan
schouwing te peilen, mag gezegd worden
dat de Haagsche bevolking zich zooveel
mogelijk moeite geeft zich aan den thans
bestaanden toestand aan te passen.
Naar ons uitgangspunt, Lange Voorhout
terugkeerende, constateerden wij, dat men
in den tusschentjjd op de langste zijde van
deze laan op het zoogenaamde grintpad
Nedex-landsche militaire wagens, zoowel
personenauto's als vechtwagens in een rij
had geschaard, waarnaast een korte dub
bele rij motorrijwielen.
Om 11.30 stonden deze wagens, vrijwel
geheel verlaten, in de warme ochtendzon.
Toen was bijna geen militair, noch Neder
landsche noch Duitsche op het Lange
Voorhout te bekennen.
DE OPENBARE DIENSTEN IN DEN IIAAG
De openbare bedrijven en diensten in
Den Haag functioneerden hedenochtend
weder op de gewone wijze. Oók de tram- en
buslijnen van de H.T.M. en de taxi-diensten
rijden weder alle ongestoord.
Wal de gemeentelijke telefoonverbindin
gen betreft, welke in de afgeloopen dagen
waren beperkt tot de strikt noodzakelijk ge
achte aansluitingen, is men met grooten
spoed aan den arbeid om alle abonné's we
der in te schakelen. Naar het zich laat aan
zien zal deze arbeid heden tegen den avond
zijn volbracht.
In de visschershaven worden reeds we
der voorbereidingen voor het herstel van
de zeevisscherij getroffen. De gewone af
slag te Soh evening en werd vanmorgen we
der gehouden.
WACO-DIENSTEN HERVAT
Met ingang van morgen hervat de WA
CO haar busdiensten voor de verbinding
Amsterdam-West Friesland, via Medemblik,
Enkhuizen, Wieringermeer en Den Helder.
DE GOOISCHE RIJDT WEER.
Naar wij vernemen zijn de diensten van
de Gooische Tramweg-Maatschappij met
ingang van heden Woensdagochtend acht
uur hervat,
OPSTOPPING TELEFOONVERKEER
MET DEN HAAG.
Voor Den Haag worden zooveel inter-
locale gesprekken aangevraagd, dat een
opstopping is ontstaan en de aanvragen niet
kunnen worden afgewikkeld. In verband
hiermede wordt het publiek dringend aan
geraden zich ten aanzien van het aanvra
gen van gesprekken voor Den Haag tot het
uiterste te beperken.
DE HAAGSCHE BLADEN.
Het A. N. P. meldt:
Van de Haagsche bladen verschijnen he
den, naar wij vernemen, de Haagsche Cou
rant, de Residentiebode, de Nieuwsbron en
het Ochtendblad; vermoedelijk zullen
eveneens verschijnen de Nederlander en
het Vaderland.
Naar wij vernemen, is het dagblad „De
Avondpost" opgeheven. „Het Ochtendblad
van de Avondpost" zal als „Het Ochtend
blad" zelfstandigblijven bestaan, zonder
dat daaraan een avondblad verbonden is.
„Het Ochtendblad" staat onder leiding van
den heer J. Coucke.
„De Nieuwsbron" zal, eveneens onder
leiding van den heer Coucke, als zelfstan
dig avondblad blijven voortbestaan.
DE CREDIETEN VAN NOORWEGEN,
DENEMARKEN, NEDERLAND, BELGIë
EN LUXEMBURG IN AMERIKA
Het Amerikaansche ministerie van finan
ciën heeft bepaald, dat de in de Vereen igde
Staten bevroren credieten in Noorwegen,
Denemarken, België, Luxemburg en Neder
land gebruikt mogen worden voor termijn
zaken, onder voorwaarde, dat het geld in
de Vereen igde Staten blijft.