NEDERLANDSCHE
LEGERBERICHTEN
DINSDAG 14 MEI 1940
De „Van Rensse
laer" op een mijn
geloopen
Proclamaties
van den Opperbevelhebber.
31ste Jaargang No. 9640
Bureau Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Adv. en Abonn.-tarieven sde pag t
Giro 103003. Postbus 1L.
Gedachten, d!e ons
bezielen
In deze dagen van gespannen zorgen
willen wij zoo graag contact houden met
onze lezers 't Doet ons leed, dat wij
onder de huidige omstandigheden slechts
een zoo beperkt aantal hunner kunnen be
reiken.
Tot hen, die ons blad vandaag lezen,
mogen wij enkele uit het hart ontwelde
woorden richten.
Wij hebben deze gedachten éérst onszelf
voorgehouden en éérst zelf in-geleefd.
Eigenlijk zijn de gedachten, die wij dezer
dagen, als we in onszelf keeren, overwe
gen of die plots vóór ons komen te staan,
zóó talrijk, dat de een de ander verdringt,
als wij ze willen uiten.
Maar toch wij meen en, dat de kern
gedachte is. die ons moet bezielen, deze:
Nu is 't de tijd, dat God van ons al
len vraagt te 1 ij d e n en dat lijden Hem
te bieden als een offer van dankbaarheid,
van smeeking en van verzoening ver
zoening voor onze zon d.e n.
Zijn er niet velen dat wij eerlijk zijn
tegenover onszelf! die zelden of nooit
vrijwillig het zware offer zoeken, om
het te brengen uit liefde voor Christus,
Die het van ons vraagt en verlangt
En met deze Christelijke gedachte over
de waarde van het lijden gaan zoo vele
andere gedachten samen.
Als wij werkelijk gelooven, dat geen
oor heeft gehoord en geen oog heeft ge
zien en geen verstand zich heeft kunnen
voorstellen, wat God heeft bereid voor
hen, die Hem beminnen o, dan blijft het
menschelijk. God te smeeken, ons niet zoo
zwaar te beproeven, maar dan zullen wij
toch, in het licht van een oneindig geluk,
veel leed kunnen en willen verdragen.
Het blijft menschelijk, God te smeeken,
ons niet zoo zwaar te beproeven.... En al
ons bidden al ons denken en doen zal déze
smeekbede inhouden, deze dringende, aan
houdende smeekbede tot onzen Vader in
den Hemel.
En als God onze smeekbede niet mocht
verhooren op de wij ze, waarop wij
dat zoo graag zouden wenschen ver
hooren doet God ons zéker dan w e-
ten wij, dat onze mede-menschen, in
rampzalige verdwazing, ons veel, heel veel
kunnen ontnemen, maar: niet kunnen
raken aan onze ziel, aan de verhouding,
waarin onze ziel staat tegenover haar God,
haar Oorsprong en haar Doel. Als onze
ziel in oprechte liefde en in oprecht be
rouw recht staat tegenover God, dan zal
niemand en niets ter wereld ons
blijvend kunnen ontnemen hetgeluk,
waarvoor wij zijn geschapen!
En ten slotte willen wij nog zoo graag
dit zeggen:
Ons gebéd moet samengaan met, moet
mede-bestaan in: een waarachtige naasten
liefde, een naastenliefde, die omvat ALLE
MENSCHEN.
De directie der K. N. S. M. deelt ons me
de, dat het stoomschip „van Rensselaer" bij
het verlaten van de haven van IJmuiden
hedennacht op een mijn geloopen is. Van
de 150 zich aan boord bevindende personen
worden vijf personen vermist, n.l. van de
bemanning twee, de lampenist P. Wijn
berg uit Hollum en de bediende J. H. G.
Koets.
Van de passagiers worden vermist de
heer Frederic James W. Popham, een
Britsch onderdaan en de heer Jan Vlieger
met een dochtertje. Zijn vrouw en andere
dochtertje zijn gered.
Bovendien is de kapitein F. J. Haasters
tijdens 't leiden van de redding door 'n hart
verlammeing getroffen en ooverleden. Van
de 144 gereddén bevinden zich twee gered
de passagiers in het Sint Anthoni-zieken-
huis te IJmuiden, n.l. de heer Frank Dodd
(Britsch onderdaan) en mevrouw Violet
H. Cusworth, en drie leden van de beman
ning n.L M. Verdel (olieman), H. W. Veel-
behr (stuurmansleerling) en de olieman
J- M. A. Schoop.
De geredden zijn voor het meerendeel
via Haarlem naar Amsterdam onderweg,
onder geleide van K. N. S. M.-employé's.
Later werd bericht, dat de als vermist
opgegeven passagier Jan Vlieger met een
dochtertje eveneens zijn gered,
Aan alle Nederlanders.
De Regeering heeft zich naar elders be
geven om zich onder de tegenwoordige
omstandigheden volle vrijheid van hande
len te verzekeren. Ik doe in dezen moei
lijken tijd een beroep op u allen om de
eensgezindheid te bewaren, noodig voor
het bevorderen van orde en rust achter
het front en van discipline en vastberaden
heid in het front
De Generaal,
Opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht,
belast met het militair gezag in het
in staat van beleg verklaard gebied,
H. G. WINKELMAN.
Aan het Nederlandsche
volk.
De loop van de krijgsverrichtingen hier
te lande heeft Hare Majesteit de Koningin
en haar ministers doen besluiten den zetel
der regeering naar elders te verplaatsen.
Dit besluit is genomen na rijpe overwe
ging en op goede gronden.
Het koninkrijk der Nederlanden bestaat
immers niet alleen uit het gebied in Euro
pa, van evenveel beteekenis zijn de ge-
biedsdeelen overzee, waaraan ons kleine
land sinds eeuwen zijn belangrijke positie
te midden der volkeren voor een zeer
groot deel heeft te danken.
De regeering heeft den duren plicht, het
bestuur over alle gebiedsdeelen van het
koninkrijk te verzekeren.
Zij mag niet het gevaar loopen door een
plaatselijk doordringen van den vijand te
worden afgesneden.
Zij kan de belangen van het moederland
ook behartigen, wanneer zij elders in nauw
overleg met onze bondgenooten kan han
delen en besluiten.
Nederland blijft derhalve onder het be
stuur van zijn wettige regeering. Als haar
hoogste vertegenwoordiger hier te lande
treed ik op.
Alle dep ar tem enten van algemeen be
stuur, besturen van provinciën en gemeen
ten blijven in hun bevoegdheden en verze
keren de voorziening in de noodzakelijke
behoeften der bevolking.
Alle berichten vanwege den vijand, als
zou het Nederlandsche volk van zijn lei
ding zijn verlatefi, zim derhalve beslist
onwaar.
De burgerij moet haar eersten plicht
blijven vervullen,, met rust en vastbera
denheid de beproevingen doorstaan, waar
aan wij buiten onze schuld zijn onderwor
pen, zooals de weermacht onder zeer moei
lijke omstandigheden met voorbeeldigen
moed haar eersten plicht, de verdediging
des vaderlands, nakomt.
De militaire toestand kan thans als volgt
worden geschetst.
In de Noordelijke provinciën heeft de
vijand zich vastgezet. Een poging om den
afsluitdijk te forceeren is tot nu toe ver
edeld.
Het Noordelijk gedeelte van Rotterdam
is vast in onze handen.
Het veldleger is hedennacht teruggeno
men op onze bekende nieuwe Hollandsche
waterlinie.
De stelling van den Helder is volkomen
intact.
In Brabant is de toestand onzeker.
Zeeland is vast in onze handen.
Onze luchtverdediging blijft niettegen
staande dé geleden verliezen paraat.
De strijd is zwaar. Hij is echter waard
gestreden te worden, omdat het gaat om
ons zelfstandig volksbestaan, dat wij eeuwen
geleden onder leiding van Oranje hebben
veroverd.
Leve H.M. de Koningin.
Leve het vaderland.
van Zondag 12 Mei 1940
Duitsdhe troepen hebben op verschilen-
de plaatsen de Maas en den IJssel over
schreden.
Onze grenstroepen zijn gedeeltelijk vol
komen ongeschokt teruggenomen.
Nederlandsche luchtstrijdkrachten heb
ben de oprukkende Duitsche troepen ge
bombardeerd,
In de Noordelijke provinciën, waar zich
geen verdedigingsliniën bevonden, zijn
onze grenstroepen teruggegaan, daarbij
's vijands opmarsch vertragend.
In het binnenland zijn slechts op een
enkele plaats parachutisten geland, deze
zijn echter onschadelijk gemaakt.
Enkele Duitschers, die den eersten dag
van den oorlog gedaald waren, zwerven
rond, zij worden opgejaagd en vernietigd
Eenigen van hen hadden 'n paar autobussen
bemachtigd en voerden daarin Nederland
sche burgers mede, De Duitschers werden
door onze pantserwagens buiten gevecht
gesteld. Duitsche troepen schijnen in Ne
derland niet zonder dekking van Neder
landsche militairen of burgers te kunnen
vechten.
Het vliegveld Waalhaven is door onze
artillerie kiachtig onder vuur genomen en
heeft zijn beteekenis voor den vijand ver
loren. De zuiveringsactie te Rotterdam is
bijna ten einde gebracht.
De Koninklijke Marine ageerde, in sa
menwerking met de bondgenooten, ter
verdediging van de vitale punten van ons
gebied.
In het binnenland is het militair gezag
den toestand volkomen meester.
van Maandag 13 Mei 1940
De Duitsche troepen, die den Ussel heb
ben overschreden, zijn op enkele punten
in aanraking gekomen met onze, door
inundatien beveiligde stellingen in het
Westelijk deel van Gelderland,,
In de Noordelijke provinciën hebben de
Duitsche troepen plaatselijk de kust van
het IJsselmeer en van de Waddenzee be
reikt. Onze grenstroepen in dit deel des
lands zijn met geringe verliezen verder
teruggetrokken en binnen onze stellingen
aangekomen.
De Duitschers hebben met pantsertroe
pen de Langstraat bereikt.
In het Zuidelijk deel 'van Rotterdam be
vinden zich nog zwakke, zwaar bewapende
afdeelingen, doch zonder artillerie.
Ondanks de groote Duitsche overmacht
in de lucht hebben onze luchtstrijdkrach
ten met zeldzame helfhaftigheid, voor den
vijand belangrijke objecten gebombar
deerd.
van Maandag 13 Mei 1940
In een kleine sector van de Grebbelinie
heeft de vijand terrein gewonnen, dat door
ons gedeeltelijk werd heroverd, doch na
hernieuwe Duitsche aanvallen niét behou
den is.
In de Noordelijke provinciën heeft de
vijand zich vastgezet.
In het Zuidelijk deel van Rotterdam bie
den de aldaar aanwezige Duitsche afdee-
lmgen hardnekkigen tegenstand.
De in de Langstraat gemelde Duitsche
troepen hebben de Moerdijkbrug weten te
bereiken en hebben deze brug overschre
den.
De Fransche troepen in Brabant nemen
in sterkte toe.
Verschillende eenheden van het leger
en van de Koninklijke Marine hebben door
him heldhaftig gedrag de beste tradities
van ons volk, die zich mede weerspiege
len in de vastberaden houding van de
burgerij, bevestigd.
Volgens de verklaringen van een ge
vangen genomen Duitschen vlieger-officier
hebben de Dutische luchtstrijdkrachten in
Nederland groote verliezen geleden tenge
volge van het uitstekende schieten van
•onze luchtdoelartillerie,
Prinses Juliana, prinses
Beatrix en prinses
Irene in Londen
DE AANKOMST VAN PRINSES JULIANA
IN LONDEN.
Prinses Juliana, prins Bernhard en hun
ne beide kinderen werden aan het station
in Londen ontvangen door den Earl of
Harewood, die den koning vertegenwoor
digde.
Met machtiging van de Nederlandsche
legatie is gisteren door het Engelsche de
partement van buitenlandsche zaken de
volgende mededeeling gepubliceerd:
„Officieel wordt bekend gemaakt, dat
H. K. H. Prinses Juliana, heden in Londen
is aangekomen met de beide prinsesjes
Beatrix en Irene. Het volk van Nederland
zal zeer verheugd zijn te vernemen, dat
zijn geliefde prinses in veiligheid is. Het
is natuurlijk van het hoogste belang, zelfs
wanneer het ernstigste zou gebeuren
(waarvoor gelukkig op het oogenblik geen
aanwijzing bestaat), dat het koninklijk
Huis van Oranje Nassau veilig is. Prins
Bernhard heeft de prinses en hare doch
ters naar Londen begeleid met het voor
nemen zijn plichten als aide-de-camp der
Koningin zoo spoedig als slechts mogelijk
is te hervatten".
Prinses Juliana en de beide Prinsesjes
hebben haar intrek genomen in het ver
blijf van een vrpegeren Nederlandschen
gezant in Londen.
De zetel der regeering
verplaatst.
De regeeringspersdienst meldt:
In het stadium, waarin de strijd thans
is getreden, heeft de regeering het nood
zakelijk geacht in het belang van het land
en van zijn overzeesche gebiedsdeelen en
ter bewaring onder alle omstandigheden
van haar volledige vrijheid van handelen,
den zetel van het bewipd te verplaatsen.
H. M. de Koningin en haar ministers heb
ben zich daarom naar elders begeven.
Onze Koningin te
Londen.
Een Britsche Hofbericht meldt, dat Ko
ning George zich Maandagavond naar Li
verpool-street-station heeft begeven om
daar H.M, de Koningin Wilhelmina der
Nederlanden te begroeten, die vanavond te
Londen is aangekomen. Ook Prinses Ju
liana en Prins Bernhard waren op het sta
tion aanwezig toen de Koningin uit den
trein stapte. Na de begroeting onderhield
de Koningin zich even met het Prinselijk
Paar, waarna Zij zich tot den Koning wend
de en in het Fransch een langdurig ge
sprek met hem voerde.
H. M. de Koningin arriveerde te Lon
den met een extra-trein.
Men schrijft ons van bevoegde zijde:
De Koningin en hare ministers hebben
zich elders moeten vestigen.
De mogelijkheid, dat door een plaatse
lijk minder-gunstig verloop van de krijgs
bedrijven onze geliefde Koningin persoon
lijk in gevaar zou geraken, is nu althans
uitgeschakeld. Het bericht van Maandag
avond heeft ons allen smartelijk getrof
fenmaar tegelijkertijd is het voor alle
Nederlanders van bemoedigende zeker
heid, te weten, dat in de persoon van de
Koningin in alle omstandigheden ons Ne
derland behouden blijft.
Wij hebben er, ieder op onze post, aan
en achter het front, voor te zorgen, dat wij
in enkele uren het nieuws hebben ver
werkt. De stand van zaken moge onzeker
zijn, het zou onjuist en gevaarlijk zijn, uit
de reis van de Koningin af te leiden, dat
de toestand aanleiding zou geven tot ont
moediging.
Integendeel. In den strijd tegen de para
chute-troepen heeft de Nederlandsche
weermacht opmerkelijke successen behaald.
Met groote taaiheid verzetten onze troe
pen zich tegen den vijand, die uit het
Oosten optrekt.
Volhouden. Dat is het .parool.
De vijand is sterk, doch sterk zijn ook on
ze bondgenooten, van wie wij mogen ver
wachten, dat zij volledig steunen. En sterk
zijn wij zelf.
Sterk is de eendracht, die de overgroote
meerderheid van ons vnlk aaneengesmeed
houdt.
Sterk door het geloof aan de rechtmatig
heid van de zaak, waarvoor wij strijden.
Sterk, zooals onze voorvaderen hét wa
ren, toen zij in niet minder zwaren strijd
de Nederlandsche vrijheid vestigden.
„Mijn schild ende betrouwen
Zijt gij, o God, mijn Heer".
Kostwinners ver
goeding
Kostwinnersvergoeding voor zoover deze
tot dusver uitbetaald werd door de zorg
van militaire autoriteiten, wordt voortaan
uitbetaald door den burgemeester.
Dit geschi 't ook van den heden ver
streken term ij ii, indien het voor den
burgemeester aannemelijk is, dat het ge
zin dezen termijn niet door de zorg van de
militaire autoriteiten heeft ontvangen.
Vergoeding genietende personen dienen
zich tot het verkrijgen van uitbetaling van
vergoeding te wenden tot de gemeente
secretarie, bureau voor militaire zaken. De
beschikking, waarbij vergoeding wordt
toegekend moet daarbij worden vertoond.
Het
Ban ken-moratorium
Ter toeliching van het besluit, waarbij
de vrije beschikking over bij banken, giro
diensten en andere instellingen, waarbij re
keningen plegen te worden aangehouden,
uitstaande gelden is beperkt, wordt nog
het volgende medegedeeld.
De bedoeling van dit besluit is te voor
komen, dat zonder noodzaak tot opzegging
van saldi bij banken en andere instelhn
gen zou worden overgegaan. Om dit ta
voorkomen is bij het bankenmoratorium
de vrije beschikking over banksaldi en
giro-tegoeden aan banden gelegd in dezen
zin, dat de banken en de giro-diensten de
uitbetaling daarvan kunnen weigeren, met
inachtneming van de richtlijnen, in het
besluit aangegeven. In den betalingsplicht
van particulieren brengt het besluit geener
lei veranderingen.
De bepalingen van het besluit zijn ook
van toepassing op den postchèque en giro
dienst en de gemeentelijke girodiensten.
De uitbetaling van chèques, getrok
ken op deze diensten, die het hoogste
der na te noemen bedragen van 50.per
week of 3 pet. per maand van het met in
gang van 10 Mei 1940 bestaande tegoed te
boven gaan, kan worden geweigerd. Giro
overschrijvingen van de rekening van den
eepen rekeninghouder op die van den an
der zijn evenwel niet aan de beperkingen
van dit besluit onderhevig. Deze kunnen
dus, waar de girodienst overigens normaal
functionneért, als gewoon plaats vinden,
zij het dat de belemmeringen in het post
verkeer de'berichtgeving van gedane over
schrijvingen kunnen vertragen. Middeler
wijl wordt getracht deze belemmeringen
zoo spoedig mogelijk uit den weg te rui
men.
DE OMWISSELINGSWAARDE VAN
PONDEN STERLING.
Zij is 7.40 en niet 6.50.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft het volgende telegram doen verzen
den aan de burgemeesters van Noord-Bra
bant, Zeeland, Utrecht, Noord- en Zuid-
Holland:
Betreffende in betaling nemen ponden
sterling en Fransche francs moet als om-
wisselingswaarde door ponden sterling
7.40 worden berekend en niet 1 6.50. Ge
lieve plaatselijke banken in te lichten.
Onderteekening
Minister van Binnenlandsche
Zaken.
SOLDU AAN FRANSCHE SOLDATEN.
De minister van Binnenlandsche Zaken
heeft aan alle burgemeesters in Zeeland
het volgende telegram doen verzenden:
Burgemeesters worden gemachtigd aan
militairen Fransche expeditiekorps zooda
nige toeslag op soldij te verleenen dat
deze soldij gelijk wordt aan die van Ne
derlandsche militairen van overeenkomsti-
gen rang.
HET AANVRAGEN VAN IDENTITEITS
BEWIJZEN.
Niet bij de militaire autoriteiten vragen.
De commandant van de vesting Holland,
luit.-generaal van Andel deelde ohs mede:
Aan de'bevolking wordt ter kennis ge
bracht, dat burgers die militaire posten op
of afzettingen van voor hét openbaar ver
keer openstaande wegen of paden wen
schen te passeeren, voorzien moeten zijn
van een Nedeflandsch paspoort, van een
bewijs van Nederlanderschap of een iden
titeitsbewijs van gelijke strekking.
Bovenbedoelde bewijzen zijn wat betreft
de twee eerstgenoemde te verkrijgen aan
de secretarie van dë woonplaats van hem
of haar, die eén zoodanig bewijs wenscht
te bezitten. Het is derhalve volmaakt on-
noodïg zich voortaan te dezer zake te wen
den tot het hoofdkwartier van den com
mandant der vesting Holland, tot het bu
reau van den garnizoenscommandant ter
plaatse, of tot eenig ander militair bureau,
daar door deze instanties geen doorlaat-
bewijzen meer zullen wordeh verstrekt.
Vanzelfsprekend behoudt het militair
gezag zich de bevoegdheid voor om onder
alle omstandigheden elk verkeer te be
letten.