Qealtieexden geven Zutd-ACamivegen pstifó Hakenkruisviag waait boven Andalsnes Röros weer door de Noren bezet ChamhexlainA aeuMcvdn^ett ut het £age%huló Volgende week is er meer mee te deelen VRIJDAG 3 MEI 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 NOORSCHE GENERAAL GAF ZICH OVER. duitschers thans meester ten ZUIDEN VAN DRONTHEIM. Een communiqué van het Britsche minis terie van oorlog vermeldt: De troepen der geallieerden, welke de laatste dagen ten ZuideA van Drontheim operaties hebben uitgevoerd, welke ten doel hadden den vijandelijken opmarsch te vertragen, zijn thans, na vele vijandelijke aanvallen te hebben afgeslagen, terugge trokken, met het oog op de steeds toene mende sterkte van den vijand. De geallieerde troepen zijn met succes ingescheept te Andalsnes en andere havens lr de nabijheid. Dit geschiedde ondanks de voortdurende pogingen van den vijand om deze havens en de verbindingen door actie uit de lucht te vernietigen. De nationaal-socialistische vlag woei van morgen boven de stad Andalsnes, nadat de Britsche troepen zich uit dit gebied had den teruggetrokken. Ook het opperbevel der Duitsche weer macht deelt mede: ,,Bij de rusteloozc achtervolging der in wilde vlucht terugtrekkende Engelschen hebben de Duitsche troepen Donderdag middag Andalsnes bereikt en daar te 15 uur de Duitsche oorlogsvlag gelieschen.'' In het Duitsche legerbericht van giste ren werd gemeld: De operaties in Noorwegen tusschen Os lo en Drontheim zijn overgegaan in ach tervolgingsgevechten. De Britten ontrui men overhaast en in verwarring het gebied bij Andalsnes. Onoverzienbare Engelsche voorraden zijn bij Dombaas in handen on zer troepen gevallen, die reeds op 40 K.M. ten Zuid-Oosten van Andalsnes staan. Daar werden 300 nog tegenstand biedende No ren, die den terugtocht der Briten zouden dekken, gevangen genomen. Onder den indruk van deze gebeurtenis sen heeft de Noorsche bevelhebber van het gebied Moeren en Romsdal capitulatie aan geboden en zijn troepen bevel gegeven den kansloozen tegenstand te staken. De intacte spoorweg tusschen Dombaas en Ulsberg (ten Zuiden van Drontheim), is in zijn geheelen omvang in onze handen. De van Bergen naar het Oosten en uit het gebied ten Noorden van Oslo naar het Wes ten optrekkende troepen hebben elkander ontmoet aan de spoorlijn van Bergen naar Oslo. Het aantal gevangenen en de hoe veelheid buit neemt voortdurend toe. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: Duitsche troepen, die uit de zone van Bergen Oostwaarts optrekken, hebben de electriciteitscentrale en aluminiumfabriek Kinsarvik bezet. Een groote hoeveelheid oorlogsmateriaal werd weer in de zone van Bergen buitgemaakt. De bij Bergen ope- reerende Duitsche troepen hadden bijzon dere moeilijkheden toen zij na de inneming van Voss de tunnel in het Mir-dal nader den. Daar het niet mogelijk was, om de tunnel heen te gaan, deden onze troepen een aanval op de sterk verdedigde tunnel. De ruim 5000 meter lange tunnel hebben zij in een verbitterd geveecht doorgetrok ken, en den Oostelijken uitgang hebben zij thans bereikt. De tunnel is- ongeschon den gebleven. Talrijk materiaal viel in Duitsche handen. KONING HAAKON GEVLUCHT? Gisteravond zijn te Stockholm uit Noor wegen berichten van sensationeelen aard binnengekomen. Volgens onbevestigde ge ruchten zouden de Noorsche regeering-Ny- gaardsvold en koning Haakon naar Zweden gevlucht zijn. Van Noorsche zijde werd verklaard, zoo meldt United Press, dat gedurende de jong ste Duitsche bombardementen van Molde, de regeering-Nygaardsvold, koning Haa kon en de andere leden van de Noorsche koninklijke familie zich in de omgeving van deze havenplaatsen bevonden. „Zij heb ben zich zonder incidenten met onbekende bestemming ingescheept", zoo werd voorts verklaard. Men gelooft, dat zij zich thans ergens in het Noorden van Noorwegen be vinden. ROEROS DOOR DE DUITSCHERS ONTRUIMD. De Duitsche troepen hebben zich, naar het Noorsche Telegraafagentschap meldt, Dinsdagavond, toen de Noorsche troepen weder naar de stad terugkeerden, uit Roe- ros teruggetrokken. Gevangen genomen Duitschers zouden verklaard hebben, dat deze terugtocht een gevolg is van het uitblijven van aanvoe ren, aangezien de Duitsche troepen te Roe- ros volkomen van de overige Duitsche strijdmacht waren afgesneden. De Duitschers zouden zich eveneens uit Tynset teruggetrokken hebben. Gisteravond in Stockholm ontvangen be richten melden, dat de Noorsche troepen, die Woensdag door Roeros getrokken zijn, thans stellingen hebben betrokken ten Zuiden van deze stad, teneinde den Duit- schen opmarsch tusschen Tolga en Tynset tegen te houden. Hieraan wordt toegevoegd, dat deze troe pen in contact zijn met Duitsche patrouil les en eenige gevangenen, waaronder een Duitschen luitenant gemaakt hebben. Berichten uit New-York, afkomstig uit Noorsche militaire bron, spreken over een slag tusschen Duitsche en Noorsche troe pen nabij het dorp Os halfweg tusschen Roeros en Tolga in het Oesterdal. Westen van Oslo neergestort en verbrand. Het is een van de Engelsche vliegtuigen, die een aanval op Oslo hadden onderno men en daarbij door het Duitsche lucht doelgeschut werden getroffen. ROODE KRUIS-TEEKEN NIET GERESPECTEERD? De Noorsche regeering heeft het interna tionale Roode Kruis te Genève medege deeld, dat volgens rapporten van het hoofdkwartier van het Noordelijke leger op 1 Mei voor de derde maal transporten van gewonden en zieken in de Noorsche territoriale wateren door Duitsche vliegtui gen zijn aangevallen. De bombardementen veroorzaakten groote verliezen: onder de slachtoffers bevinden zich dokters en ver pleegsters. De regeering heeft het Roode Kruis verzocht een krachtig vertoog tot de Duitsche regeering te richten, opdat de Duitschers het Roode-Kruisteeken op de Noorsche schepen, die dit nooit misbruikt hebben en nooit zullen misbruiken, eerbie digen. GEEN BEDRIJVIGHEID MEER IN MEMEL EN DE HAVENS VAN OOST-PRUISEN. Volgens den correspondent van „Afton- bladet" te Kaunas wordt uit Memel be richt, dat de militaire voorbereidingen in Memel en andere havens van Oost-Perui- sen thans gestaakt zijn en dat de Duitsche troepentransporten, waarover vroeger is gemeld, thans volledig schijnen te zijn ge staakt. Ook schijnt de spanning, welke in Oost-Pruisen heeft geheerscht, geheel te zijn opgehouden. DUITSCHE VLIEGTUIGEN VALLEN BRITSCHE SCHEPEN AAN. He opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: Een sterke Britsche vlootmacht, waartoe o.a. ook vliegtuigmoederschepen behoor den, naderde Woensdag de Noorsche West kust. Terstond nadat bericht hierover was binnengekomen, steeg een afdeeling Duit sche gevechtsvliegtuigen van haar basis in Noorwegen op. Ondanks den krachtigen vijandelijken afweer en het geconcentreer de afweervuur van alle oorlogsschepen, drongen de Duitschers, overeenkomstig hun opdracht, tot hun doelwit door en séhoten daarbij twee vijandelijke jacht vliegtuigen neer. Een vliegtuigmoederschip kreeg een voltreffer van middenkaliber op het voorschip. Sterke brand verschijnse len en rookontwikkeling waren de gevol gen van den goedgerichten bom. Ook een ander vliegtuigmoederschip werd succes vol met bommen aangevallen. De uitwer king kon echter wegens opkomenden mist niet worden waargenomen. Voorts werd een torpedojager met een bom van mid denkaliber op het achterschip getroffen en terstond tot stilstand gebracht. Door deze aanvallen werd de vijandelij ke vlootmacht uiteengedreven. De meeste oorlogsschepen voeren na afloop van het gevecht snel in Westelijke richting af. Eén Duitsch vliegtuig is van dezen vlucht niet teruggekeerd. BRITSCH MARINE VAARTUIG VERLOREN. De Britsche admiraliteit deelt mede, dat het Britsche marinevaartuig „Bittern" (1190 ton) is verloren gegaan. Het commu niqué vermeldt, dat dit schip herhaaldelijk door vijandelijke vliegtuigen is aangeval len en, na een langdurig gevecht, waarbij een vliegtuig brandend werd omlaagge- schoten en andere ernstig werden getrof fen, in brand is geraakt. Pogingen den brand te blusschen zijn zonder resultaat gebleven. De bemanning werd door een ander oorlogsschip aan boord genomen. De „Bittern" werd ten slotte door de eigen strijdkrachten tot zinken gebracht, ten einde te voorkomen, dat het wrak een gevaar voor de scheepvaart zou opleveren. Er zijn geen dooden en gewonden. DE ACTIVITEIT DER BRITSCHE LUCHTMACHT. Het Britsche ministerie van luchtvaart deelt in een communiqué mede: De ko ninklijke luchtstrijdkrachten hebben den druk op de vijandelijke vliegbases in Noor wegen gehandhaafd. Stavariger werd Woensdag overdag twee maal gebombar deerd en dit vliegveld, alsook de vlieg velden van Aalborg en Fornebu werden in de avonduren gebombardeerd. In den loop van den nacht waren er ver kenningen boven het Zuidelijk deel van de Noordzee. Een onzer vliegtuigen heeft bij het eiland Norderney een vijandelijk watervliegtuig ontmoet en het in zee geschoten. Bij deze operaties werden geen verliezen geleden. Naar het Duitsche Nieuwsbureau mede deelt is een tweemotorige Britsche bom menwerper in den nacht op 30 April ten De Engelschen trekken zich bezuiden Drontheim terug WIJ HEBBEN ONS DOEL NIET BEREIKT, DE DUITSCHERS EVENMIN. Het Lagerhuis is gistel-middag in rus tige stemming bijeengekomen om naar een verklaring van Chamberlain te luis teren over den oorlogstoestand. Toen de vergadering begon, was de belang stelling slechts matigrdoch vele leden kwamen binnen tijdens het vragenuur. In de diplomatenbanken zaten de am bassadeurs van België, Argentinië, Bra zilië, Egypte en China en de gezanten van Noorwegen, Ropmenië, Letland, Joegoslavië, Finland, Bulgarije en Ne derland. De minister-president verzocht de leden van het Huis nog eenig geduld te willen oefenen, daar het nog niet mogelijk was een volledige verklaring af te leggen. Het is onmogelijk, aldus Chamberlain, thans reeds de plannen en bewegingen, welke nog niet voltooid zijn, bekend te maken. Ik kan vandaag slechts een interimverklaring af leggen, maar ik hoop, dat Churchill en ik in staat zullen zijn in het begin van de vol gende week, wanneer het Huis ongetwij feld het geheele onderwerp zal willen be handelen in het licht van de dan beschik bare inlichtingen, heel wat meer te kunnen zeggen. Een aanval werd verwacht, maar waar, was onbekend. Ongeveer een maand geleden, zoo ver volgde de premier, werd besloten, dat eeni ge kleine eenheden gereed gehouden zouden worden, om de Westelijke havens van Noor wegen op korten termijn te bezetten, in geval van een daad van agressie door Duitschland tegen Zuidelijk Noorwegen. Elke actie van ons moest volgen op een voorafgaande schending van Noorsche neu traliteit door Duitschland. Men heeft ge vraagd hoe het kwam, dat Duitschland in staat was ons voor te zijn. Dat kwam door het lang van tevoren beraamde en nauw keurig uitgewerkte verraad tegen een niets vermoedend en bijna ontwapend volk. Sinds vele maanden wisten wij, dat de Duitschers troepen en voorraden in de Oostzeehavens concentreerden. Het was duidelijk, dat eenige aanvalsdaad overwogen werd. Deze strijdkrachten waren evenzeer beschikbaar voor een aanval op Finland, Zweden, Noorwe gen, Nederland als tegen Engeland, en men kon onmogelijk vooruit zeggen, waar de slag zou vallen. Indien wij ge weten hadden, dat Denemarken en Noorwegen het slachtoffer moesten worden, hadden wij hetgeen gebeurd is niet kunnen verhinderen zonder de medewerking van die landen. Maar in het geloof, dat hun neutraliteit hen zou redden, namen zij geen voorzorgsmaat regelen en gaven zij ons geen waar schuwing voor een aanval, welken zij inderdaad nooit vermoed hebben. De campagne in Noorwegen begon op 7 Van de Werl Wilton Feyenoord te Schiedam is Woensdag de nieuwe Nederlandsche onderzeeër O. 25 te water gelaten. Het vaartuig glijdt ie zijn element Na drie weken oorlog is Noorwegen niet veroverd. In die periode heeft de Duitsche vloot een ernstig verlies geleden, waaron der twee slagschepen beschadigd, drie, wel licht vier kruisers tot zinken gebracht, elf torpedojagers gezonken en vijf duikbooten gezonken. Dertig transport- en. voorraad schepen zijn gezonken met een verlies van verscheidene duizenden manschappen. Ver der zijn tien transport- of voorraadschepen getroffen door onze torpedo's en waar schijnlijk gezonken. Dc verliezen van dc Britsche marine in dat tijdvak bedragen vier torpedojagers, drie duikbooten, een sloep en vijf treilers gezonken. Vijf andere oor logschepen zijn beschadigd door aanvallen uit de lucht. Een voorraadschip is boven dien door een torpedo van een duikboot tot zinken gebracht. Wij zien uit deze cijfers, zoo vervolgde Chamberlain, dat de kracht en doeltreffend heid van de Royal Navy slechts weinig ge schonden is, terwijl daarentegen de schade voor de Duitsche vloot zoo hevig geweest is, dat de balans van de vlootsterkte volkomen gewijzigd is en het mogelijk geworden is, de vloot der geallieerden op belangrijke wijze nieuwe bestemmingen te geven. In dit verband wil ik vermelden, dat het mogelijk geacht is tot een normaler vcrdecling van schepen over tc gaan in de Middellandschc Zee, welke eenigen tijd onder invloed heeft gestaan van onze behoeften in de Noordzee. Reeds bevinden zich een Britsch en Fransch slagschip met kruisers en marinevaar tuigen in het Oostelijke bekken van de Middellandschc Zee, op weg naar Alexandrië. Terugkeerendc op de gebeurtenissen in Noorwegen, zeide de premier, dat de Duit schers vele duizenden manschappen moe ten hebben verloren. Tot hen, die haastige conclusies zouden willen trekken uit het feit, dat wij er niet in geslaagd zijn Dront heim in te nemen, zou ik willen zeggen: Het is nog veel te vroeg om de balans over Noorwegen op te maken. Slechts één fase van de campagne is afgesloten, waarvan men kan zeggen, dat indien wij ons doel niet bereikt hebben, de Duitschers hun doel evenmin bereikt hebben, terwijl hun ver liezen veel grooter zijn dan dc onzen. Ik zou deze waarschuwing willen geven aan het Huis en aan het land: Wij zijn niet voor nemens toe te laten, dat Noorwegen slechts een oorlogstooneel van den tweeden rang wordt, maar evenmin zullen wij ons laten verleiden tot eerr dergelijke versnippering van krachten, dat wij in het vitale centrum gevaarlijk verzwakt zouden worden. Onze vijand houdt de centrale posities bezet. Zij hebben altijd geweldige strijd krachten voor den aanval gereed. Met blik semsnelheid kan een aanval losbreken op een van de vele terreinen. Zij zijn gereed en zouden er niet voor terugschrikken om Nederland of België, of beide landen, aan te vallen, of wellicht richten zij zich tegen hun onschuldige buren in Zuidoost-Europa. Het zou dwaas zijn om aan den vijand onze opvatting van strategie te onthullen, welke op de beste wijze berekend is om zijn ne derlaag te verzekeren. Maar wij mogen onze krachten niet verspreiden of zoodanig vastleggen, dat onze vrijheid van handelen in een vitaal geval van nood, dat elk oogenblik kan aanbreken, zou verzwakt worden. Wij zullen voortgaan met eiken kans te grijpen om den vijand in Noorwe gen schade te berokkenen, maar wij mo- genij niet de strategie op langen termijn vergeten, welke den oorlog zal winnen. Zijn betoog eindigend, zeide Chamber lain: Er zijn bepaalde krijgsverrichtingen aan den gang en wij moeten niets doen. dat het leven van hen die daaraan deelnemen, in gevaar zou brengen. Daarom verzoek ik het Huis af te zien van commentaren en debatten tot de volgende week, waarbij ik verwacht, dat die speciale moeilijkheid zich niet zal voordoen. Chamberlain sprak 23 minuten en zijn betoog werd herhaaldelijk door applaus on derbroken. Toen hij het spreekgestoelte verliet, verklaarden de beide oppositielei ders Attlee en Sinclair, dat zij geen com mentaar zouden geven en geen vragen zou den stellen. April, toen wij bericht kregen, dat een groo te Duitsche vlootmacht zich naar en langs de Westkust van Noorwegen bewoog. Dien avond voer de „Main Battle Fleet" en de „Second Cruiser Squadron" uit Scape en Rosyth, in de hoop den vijand te ontmoeten. Op 8 April voer de „First Cruiser Squadron" uit om aan de operaties deel te nemen. Op 9 April vielen de Duitsche troepen Dene marken binnen en geholpen door lang te voren beraamd binnenlandsch verraad brachten de marine-strijdkrachten troepen aan land te Oslo, Stavanger, Bergen en Drontheim. De zeer succesvolle marine-aan val van 13 April vernietigde volkomen de vijandelijke marine-strijdkrachten te Nar vik en maakte onnoodig om voor de bezet ting van Narvik alle strijdkrachten te ge bruiken, welke oorspronkelijk voor die ope ratie waren gereserveerd. Onze doeleinden bij verdere actie waren: lo. Allen mogelij ken steun en hulp te geven aan de Noren. 2o. Den Duitschen opmarsch uit het Zuiden tegen te houden of te vertragen. 3o. De redding en bescherming van den koning en de regeering van Noorwegen te vergemak kelijken. Deze doeleinden konden het vlugst worden bereikt door de inneming v^in Drontheim. Ondanks het gevaarlijk karakter van deze operatie besloten wij een poging te wagen. Te Namsos, in het Noorden, landden ma rinetroepen op 14 April, gevolgd door Brit sche troepen op 16 en 18 April. Eenige da gen later landden er Fransche alpenjagers. Een deel van deze macht trok snel op naar de buurt van Steinkjer om de Noren te helpen, die de plaats in hun bezit hadden. Ten Zuiden van Drontheim landden mari netroepen te Andelsnes op 17 April. Gebrek aan vliegvelden. Ik kan u thans geen bijzonderheden ge ven over de gevechtén die zich sinds de landingen aan beide fronten hebben afge speeld. De geallieerde troepen kwamen in die gebieden voor ernstige moeilijkheden te staan, waarvan de voornaamste wel deze was, dat de beschikbare vliegvelden reeds in handen van den vijand waren. In die omstandigheden bleek het eenige dagen ge leden, dat het wegens de Duitsche over- heersching in de lucht, onmogelijk zou zijn artillerie en tanks aan land te brengen om onze troepen' in staat te stellen den vijan delijken opmarsch uit het Zuiden te weer staan. Steeds was het den Duitschers mo gelijk versterkingen naar Noorwegen te zenden, en in veel sneller tempo dan voor ons mogelijk was. De vorige week besloten wij het denkbeeld te laten varen Drontheim van uit het Zuiden in te nemen, zoodat wij onze troepen uit dit gebied terug trokken en naar elders overbrachten. Wij hebben thans al onze troepen uit Andalsnes teruggetrokken zonder één man te verliezen. Ik kan het Huis geen bijzonderheden ge ven over de verliezen, maar ik geloof, dat zij in verhouding tot den omvang der krijgsverrichtingen, niet groot zijn. Hoewel het niet mogelijk geweest is de stad te ne men, ben ik tevreden, dat de balans van het voordeel thans aan de kant is van de geallieerden. Ik twijfel niet, of de Duit schers dachten door Noorwegen te wande len zooals zij door Denemarken gedaan hadden. Die verwachting is verijdeld door den moed van het Noorsche volk en door de inspanning van de geallieerden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5