Wie wordt Lady
Letchford
3)e ftzictocHe Gou/fco/nt
Het stoffelijk overschot van kapitein-luitenant ter zee S. Woldringh,
commandant van Hr. Ms. „Wachtschip" te den Helder, is Dinsdag met
militaire eer ter aarde besteld. Een overzicht van den stoet
er prijs op, dat haar schuit een behoorlijken indruk maakt. «- De
schoorsteen krijgt een verfje, voordat uitgevaren wordt
De bezetting der haven van Oslo. Op verschillende punten is
door de Duitsche troepen het luchtafweergeschut opgesteld
Na een onfortuinlijke reis. Het Belgische schip „Risico", dat eenige weken geleden nabij Urk in tweeën
brak en zonk, is thans geborgen en naar Amsterdam gebracht
De accomodatie der buffetten in de
nieuwe diesel-electrische vijfwagen-
treinen der Ned. Spoorwegen is uit
gebreid. Het serveeren aan speciale
tafeltjes gedurende den rit
Bioesemweelde in de „Limburgsche
Betuwe". Dank zij het zomersche
weer der laatste dagen staan de kersen
boomgaarden in het heuvelland bij
Eijsden in vollen bloe>
FEUILLETON
door
CHARLES GAR VICE.
(Nadruk versboden).
f
1!)
In correct avondcostuum, met groote dia
manten in zijn overhemd en aan zijn vin
gers ijsbeerde de heer Dalton door zijn
ruime hall, nu en dan een blik werpend op
zijn vervaarlijk repeteer-horloge en dan
weer op den breeden trap. Het was vijf mi
nuten over den tijd, dien men voor het
vertrek had vastgesteld en van de oudste
juffrouw Dalton was nog niets te zien. Een
taxi mevrouw Turner bezat geen eigen
wagen hield stil voor de deur, en deze
waardige dame zeilde binnen, in al de glo
rie van zwart satijn, oude kant en antieke
diamanten.
„Nog niet klaar?" riep ze uit. „Het dorps
bal begint altijd stipt op tijd, mijn waarde
heer Dalton."
„Ik ben klaar. Ik wacht op May", zei hij
met een martelaarsgezicht; „en May is
nooit stipt op tijd en zal dat wel nooit lee-
ren óók."
Door May's toedoen waren ze dus een
beetje over tijd en toen ze bij „Het wapen
van Cranford" arriveerden, vonden ze de
hall vol jongelui, die nog niet genoeg in de
stemming waren om zich in de reeds be
nauwde danszaal te wagen. Mevrouw Tur
ner loodste hen door het gedrang en ze
gingen de zaal binnen. Het was May's eer
ste bal. Hoe rustig en op haar gemak ze
ook scheen, het was een heel nieuwe erva
ring voor haar.
Al was het ook al een beetje laat, de
Letchfords waren tooh nog niet gekomen.
Het gerucht, dat juffrouw Vavasour ook
van de partij zou zijn, had zich wijd en
zijd verspreid, en de élite was één en al
nieuwsgierigheid en spanning. Zou het
heusch mogelijk zijn, dat ze deze populaire
bijeenkomst met haar tegenwoordigheid
zou willen eeren?
Niettegenstaande de verwachte aan
komst van de beroemde schoonheid, ver
oorzaakte May's binnentreden een kleine
opschudding. Er was een garnizoen op een
paar mijlen afstands van Newlands, en de
officieren van oudsher een nogal criti-
sche categorie van menschen, met veel zin
voor schoonheid! waren dadelijk enthou
siast over de nieuwe aanwinst. Vóór er
vijf minuten voorbij waren, werd May aan
alle kanten omsingeld, en haar balboekje
zou in een ommezientje zijn volgeraakt,
als niet mevrouw Turner, met de beza
digdheid van een lange ervaring, een ge
fluisterde waarschuwing had doen hooren.
Het bal had het gewone geanimeerde
verloop. Het was bijna middernacht; de
heeren waren dorstig en verhit, de dames
hadden hoogroode kleuren en begonnen
er een beetje verfomfaaid uit te zien en
nog had het gezelschap van den Eikhof
zich niet laten zien. May had nog geen en
kelen dans overgeslagen en haar balboek
je was bijna geheel vol. Een gezonde blos
gloeide op haar wagen, haar oogen spran
kelden van levenslust. Maar nu en dan
dwaalden ze tersluiks naar de deur.
Plotseling ging er een merkbare bewe
ging door de zaal. Er scheen iemand van
beteekenis in aantocht te zijn. May draai
de zich juist bijtijds om; ze zag nog net,
hoe een statige oude dame in zwart satijn
met oude kant langzaam binnenschreed.
Ze werd op den voet gevolgd door een slan
ken, rijzigen man met doordringende don
kere oogen. Op zijn arm leunde een mooie
jonge vrouw, met roodgoud haar en een
fijn, blank gezioht. May behoefde geen
tweeden blik op hen te werpen. In een oog-
denk had ze Sir Heron en juffrouw Vava
sour herkend. Achter hen aan kwam een
blonde jongeman met dat volmaakte An
gel-Saksische gelaatstype, dat men slechts
één of tweemaal in zijn leven ontmoet. Het
was Vane Vavasour, de broer der beroem
de schoonheid.
May keurde haar nauwelijks een blik
waardig; haar oogen gleden vluchtig over
Vane's innemende verschijning en bleven
rusten op het kalme, onbewogen gezicht
van Sir Heron Letchford, terwijl de vraag
haar door het hoofd schoot, of hij haar zou
zien en herkennen.
In werkelijkheid scheen Sir Heron nau
welijks iemand, wien dan ook, te zien. Met
dat ondoorgrondelijk flegma waarvoor hij
beroemd was, geleidde hij zijn statige moe
der naar haar plaats tusschen de meest
vooraanstaande aanwezigen en keek toen
in zijn programma met een uitdrukking
van grenzelooze verveling en vermoeid
heid. Om de waarheid te zeggen, Lady
Letchford had al haar welsprekendheid
moeten uitputten om hem mee te krijgen,
en nu was hij dan hier, om tot de ontdek
king te komen, dat de heele vertooning nog
miserabeler was dan hij zich al had voor
gesteld.
Rijzig en indrukwekkend stond Rose Va
vasour naast de oude dame, in een van die
houdingen die men zoo goed kende van
haar tallooze portretten. Op haar gezicht
lag dat welwillende, geamuseerde glim
lachje, waarmee een geroutineerde actrice
de kdampachtige pogingen van een troep
je amateurs zou kunnen gadeslaan, met
een kwijnende hooghartigheid over de
krioelende menigte.
„Wat een barbaarsche horde", mompelde
ze tegen Vane.
Nogal gemengd, hè?" fluisterde hij te
rug. „Je ziet de raarste combinaties ten
minste. Maar we zitten nou eenmaal in
het schuitje, dus.... Bij Jupiter!" viel hij
zichzelf in de rede, met plotseling enthou
siasme in zijn stem, „maar dat is tenminste
een mooi meisje! Een fortuintje, dat ik hier
heusch niet had durven verhopen!" Zonder
nog een woord te zeggen liet hij zijn mo
nocle vallen en wrong zioh haastig door
de menigte heen.
Drie minuten later zag May den blonden
Adonis moeizaam worstelend op zich toe
komen en was buiten zichzelf van verba
zing, toen een van de feest-commissarissen
plotseling naast hem opdook en op zijn ge
wonen werktuigelijken toon zei:
„Mevrouw Turner, mag ik u den heer
Vane Vavasour voorstellen?"
„Dat is een jaar of wat .geleden al ge
beurd", zei mevrouw Geoffrey Turner. „Na
tuurlijk weet u er niets meer van, mijnheer
Vavasour; maar oude vrouwen hebben een
beter geheugen dan jongelui, hoe vreemd
het ook schijnen mag. Ik heb u niet verge
ten."
Niet in 't minst van zijn stuk gebracht,
had hij niet de zwakste herinnering
aan haar, bracht Vane een uitdrukking
van verrukt herkennen op zijn gezicht.
„Geloof dat toch niet, mevrouw Turner.
Ik zou het niet kunnen vergeten, al wilde
ik. Wat ziet u er uitstekend uit! En dit is
uw dochter?"
„Wat herinnert u het zich merkwaardig
goed!" zei de pientere oude dame sarcas
tisch. „Ik hem nooit een dochter gehad. Dit
is juffrouw Dalton. Ik vermoed, dat u aan
haar voorgesteld wilt worden. Dit is niet
mijn eerste dorpsbal, mijnheer Vavasour.
„En het zal mijn laatste niet zijn, me
vrouw", antwoordde de onverstoorbare
Vane, ,,als het tenminste altijd zoo is als
nu."
„Kindlief', zei mevrouw Turner, zon
der verder tijd te verspillen, „heb je nog
een dans over? Zoo niet, dan moeten we
mijnheer Vavaseur niet langer ophouden."
„Ja, de volgende dans is nog open", zei
May ietwat aarzelend.
„Laat me er dan onmiddellijk beslag op
mogen leggen", verzocht Vane haastig. En
vóór May het wist, schoof ze al met hem
voort.
Ondanks haar eenvoudige opvoeding kon
May uitstekend dansen; ze had nooit les
sen gehad, maar haar aangeboren gevoel
voor rhythme vergoedde het gebrek aan
routine. Daarbij was ze zoo licht en soe
pel als een elfje. Vane merkte een en an
der onmiddellijk op, en in zijn verrassing
en voldoening ontsnapte hem een bijna on
hoorbaar: „Bij Jupiter, dat valt mee!"
„Wat zei u", vroeg May.
„Ik zei, dat u zeldzaam goed danst", ant
woordde hij prompt.
„Hé, ik dacht dat ik iets anders ver
stond." zei ze onschuldig. „Maar ik dank u
toch weL"
(Wordt vervolgd).