DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
De regeering heeft Staat van
Beleg voor heel het land
afgekondigd
Kleine hulpschepen
op Noordzee
VRIJDAG 19 APRIL 1940
31ste Jaargang No. 9621
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
Adv. en Abonn.-tarieven zie pag 2.
Giro 103003. Postbus 11. V
„Wie aan zijn plicht
getrouw is, behoeft
nooit onrustig
te zijn"
Minister de Geer heeft hedenmiddag te
half twee voor de radio de volgende rede
uitgesproken:
Waarde luisteraars in Nederland en
in de overzeesche gebiedsdeelen,
Nu de spanningen, waarmee het wereld
gebeuren ons sinds Sept. j.l. vervult, se
dert kort weer zijn toegenomen, wil ik een
enkel woord tot u richten.
En wel in de voornaamste plaats om u
op te wekken tot koelbloedigheid en ver-
ti ouwen.
Koelbloedigheid is niet in strijd met de
waakzaamheid, die thans van ons wordt
geëischt, maar versterkt haar.
Een uit zijn evenwicht geslagen volk zal
in de ure des gevaars niet zijn volle kracht,
kunnen inzetten.
Bovendien trekt nervositeit het gevaar
aan. Wie voortdurend in den afgrond kijkt,
waarlangs zijn weg voert, wordt gemakke
lijk duizelig en stort omlaag. Iets derge
lijks geldt hier. Reeds hebben wij gezien,
hoe overmatige beduchtheid, dat onze neu
traliteit zal worden geschonden, de nei
ging deed opkomen, haar vrijwillig prijs
te geven door het maken van afspraken
met belligerenten.
Al zulke ónrustigheid moeten wij verre
van ons houden.
Het zal ons het gemakkelijkst vallen, in
dien wij een juist begrip hebben van onze
positie.
Ieder volk heeft evenals ieder mensch
zijn eigen roeping in deze wereld.
De roeping van ons volk is er thans eene
van dienende neutraliteit.
Wij staan buiten het conflict en wij zijn
ten allen tijde bereid, aan de oorlogvoeren
de mogendheden, indien zij dit wederzijds
wenschen, onze diensten ter beschikking
te stellen, tot afwending van de onmetelij
ke ramp die hen allen bedreigt indien zij
tot het bittere eind dezen strijd voeren.
Ons Vredespaleis staat voor hen open.
En onze vredesgedachte vergezelt hen.
En wel allen gelijkelijk.
Er is geen sprake van. dat wij met beide,
laat staan met één van beide partijen ver
trouwelijk zouden gaan spreken over het
onderstelde geval dat de andere partij ons
aanvalt. Wij steunen, voorzoover het men-
schen betreft, uitsluitend op onszelf.
Bovendien hebben wij van beide zijden
de verzekering ontvangen, dat onze neu
traliteit zal worden ontzien, zoolang wij
haar zelf handhaven. Omtrent dit laatste
is iedere twijfel uitgesloten. Reeds daarom
hebben wij aan afspraken geen behoefte,
en schuwen wy die, Jaar zij aan onze neu
traliteit zouden tekort doen.
De plichten, aan onze neutraliteitsposi
tie verbonden, zyn voor de regeering even
heilig als de rechten er uit voortvloeiende.
Daarom wijst de regeering af iedere hulp
of bescherming van derden, onverschillig
of zij van de ééne of van de andere zijde
komt, en onverschillig of zij daadwerkelijk
zou worden opgedrongen dan wel in een
belofte zou worden neergelegd. Di* geldt
ook voor onze overzeesche gebiedsdeelen.
De plichten, waarom het hier gaat, zijn
velerlei. De regeering begrijpt er óók, en
wel in de allereerste plaats, onder: het tot
den hoogsten graad opvoeren, met alle be
schikbare middelen, van de weermacht der
natie. Sinds September heeft zij hieraan da
gelijks haar krachten gewyd en daarby niet
verzuimd gebruik te maken van de natuur
lijke hulpmiddelen, welke de bodemgesteld
heid van ons land in zoo rijke mate biedt.
Het resultaat is hierdoor bereikt, dat
geen enkele oorlogvoerende mogendheid
vrees behoeft te koesteren, over ons grond
gebied onverhoeds te worden aangevallen.
Wie ons land binnenkomt om van hier den
achterliggenden vijand te bestoken, zal zich
den weg op de meest drastische wijze zien
versperd.
Dit beveiligt elk der strijdende partijen.
En dit geeft ons een recht te meer om te
vertrouwen op het wederzijds gegeven
woord, dat onze neutraliteit zal worden ge
ëerbiedigd.
Ik ben overtuigd, dat ik voor de mees
ten uwer met het voornoemde geen
nieuws gezegd heb.
Maar diegenen, die, onder invloed
misschien van in het buitenland ver
spreide geruchten, mochten vreezen,
dat wij ons niet onder alle omstandig
heden zouden verweren, of dat onze
neutraliteitswil doorkruist wordt door
politieke combinaties, zij het vandaag
nog eens stevig gezegd: de gedragslijn
der regeering is voor eens en voor al
tijd bepaald: wij zullen eerlijk en loyaal,
volledig en consequent, onze neutrali
teit naar alle zijden handhaven, verlok
king noch bedreiging zullen ons hiervan
doen afwijken, en preventief toegedach
te hulp hierbij zal met wapengeweld
worden gekeerd.
Bovendien kan ik in dit verband mee-
deelen, dat de regeering, ten einde deze
haar gedragslijn nog steviger te verankeren,
besloten heeft de afkondiging van den staat
van beleg, die tevoren reeds voor tal van
streken heeft plaats gehad, iot het geheele
land nit te breiden.
De bevolking in het algemeen zal daar
van even weinig bemerken als zij tot dus
ver bemerkt heeft van het feit, dat de staat
van oorlog overal en de staat van beleg
in een groot deel van het land gold.
En nu moge ik hieraan tenslotte toevoe
gen den ernstigen raad, «11e onnutte- en
verslappende onrustigheid te laten varen.
Wie aan zijn plicht getrouw is, behoeft
nooit onrustig te zijn.
Indian ons land zijn roeping vervult,
mag het de uitkomst veilig overlaten aan
Htm, Die ons lot bestuurt.
Het was in een tijd, toen de golven niet
minder hoog gingen dan nu, dat de grond
legger van ons volksbestaan het „saevis
tranquillus in undis" kalm te midden
van de woeste baren tot zijn levensdevies
koos.
Laat ons zijn voorbeeld volgen.
Als natie.
Er ook in ons persoonlijk leven.
Wat de toekomst brengen zal, is ons on
bekend. In Gods kracht en naar het licht,
dat Hij ons geeft, willen wij doen wat voor
menschen mogelijk is om haar veilig te ma
ken voor ons en onze kinderen. Wij willen
dat doen in rustelooze activiteit, de armen
gestrekt en de lendenen omgord. Maar om
het dan verder alles vertrouwend in han
den te stellen van Hem, Die weet wat wij
noodig hebben en Die ook door de diepste
duisternis voert naar Zijn wonderbaar
licht.
OP PAG. 3 GEVEN WIJ ANTWOORD
OP DE VRAAG, WAT DE STAAT VAN
BELEG BETEEKENT.
AUSTRALISCHE MINISTER OVER
POSITIE VAN NEDERLANDSCH-
INDIë.
CANBERRA, 19 April (A.N.P.) De
Australische minister van Buitenlandsche
Zaken, Mcewen heeft in het Huis van Afge
vaardigden verklaard, dat het kabinet
nauwkeurig de uitwerking bestudeert, wel
ke een Duitsche invasie in Neder
land op N ederlandsch Oost-Indië
zou hebben.
Een invasie van Nederland, aldus de mi
nister, zou onvermijdelijk van invloed zijn
op het lot van Nederlandsch Oost-Indië,
dat van rechtstreeksch en vitaal belang is
voor Australië.
De arbeidersafgevaardigue Curtin ver
klaarde, dat Australië een grootere verant
woording heeft wat het' grondgebied aan
zyn rugzijde betreft, dan Japan of de Ver-
eenigde Staten. Australië, aldus Curtin,
dient strijdkrachten te hebben op de brand
punten teneinde zoo noodig op doeltreffen
de en beslissende wyze te kunnen optreden
tot handhaving van den status-quo.
V Onderwijsvernieuwing
Aan de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer over hoofdstuk IV (departe
ment van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen) van de Rijksbegrooting voor
1940 is het volgende ontleend:
„Wat in het voorloopige verslag om
trent de overlading bij het onderwijs
wordt opgemerkt, vernam de minister
veelszins met instemming.
Wenschelijk is een streven, om bij alle
takken van onderwijs de volle aandacht
te wijden aan de grondslagen en de hoofd
zaken van de onderwezen vakken en de
aldius verkregen kennis zooveel mogelijk
in onderling verband te brengen. School
programma's en exameneischen behooren
met deze opvatting rekening te houden".
Mooi gezegd. Sympathiek bedoeld.
Maar er is met dat al niets veranderd.
't Is noodig, dat wil men de over
lading bij het onderwijs zien verdwijnen
of althans verminderen er wordt ge
handeld, wordt ingegrepen.
En ten slotte zal ieder verstandig mensch
het feit van de overlading bij het onder
wijs erkennen en de bestrijding van
deze ziekte want dat is 't! wen
schen.
De maatschappij heeft meer aan men
schen, die wat zij weten goed weten, dan
aan menschen, die wel van veel wat
weten, doch van alles slechts héél opper
vlakkig op de hoogte zijn. De laatst be
doelden zijn de gevaarlijke veel-praters,
die de samenleving onveilig maken door
hun schijn-wijs eigenwijs geklets over alles,
en uit deze soort worden de met een
even groote beslistheid als domheid op
tredende critici gerecruteerd.
Wy vinden vraagstukken als van de
spelling heel belangrijk, maar het vraag
stuk van de onderwijs vernieuwing is toch
nog wel wat belangrijker.
Een minister van onderwijs moet er niet
langer over willen pt^ten, maar moet
hier daden stellen!
„Nederlanders, die den
kogel verdienen"
Gevaar van vreemdelingen
binnen onze grenzen
NATIONALE VEILIGHEID EN
NEUTRALITEIT.
Rede van gep.-generaal-majoor A. Diemont.
De secretaris van de Vereenlging voor
Nationale Veiligheid, gep. generaal-ma-
joor A. Diemont, heeft Donderdagavond te
Alkmaar een rede gehouden.
Alleen een sterk leger, aldus spr., waar
achter een volk staat dat bereid is voor het
behoud van zijn vrijheid offers en ontbe
ringen te dragen, kan een land buiten den
oorlog houden.
Hoe krachtiger ons weerstandsvermogen,
des te grooter wordt de kans, dat men ons
ongemoeid laat.
Twintig jaren van leger- en vloot-ver-
waarloozing zijn niet in enkele jaren in te
halen en er zullen nog meer en grootere
offers noodig zijn om ons niet alleen het
geloof, maar de rustige zekerheid te ver
schaffen. dat wij ongenaakbaar zijn.
Maar dit staat voorop: wij zijn met reu
zenschreden den weg naar herstel ingetre
den.
Het moet openlijk worden gezegd, dat er
van al'erlei zijden nog veel te veel critiek
wordt geuit, critiek, die het vertrouwen
in eigen kracht ondermijnt.
Er zijn echter helaas niet alleen goed be
doelende Nederlanders, die het zwijgen
moet worden opgelegd.
Er is het gevaar van de sterker worden
de organisatie van vreemdelingen binnen
onze grenzen, die, wij moeten het helaas
erkennen, gesteund wordt door Nederlan
ders, die niet waard zijn, dien naam te dra
gen en den kogel verdienen.
Wij hebben dezer dagen kunnen zien hoe
te goed vertrouwen en gebrek aan toe
zicht op vreemdelingen en eigen volksver
raders Noorwegen 'tot een gemakkelijke
prooi van den invaller maakte.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
GEEN LANDVERRADER?
De Volkskrant schrijft:
De heer Rost van Tonningen neemt het
ui zyn aagoiao voor den JNoorschen iand-
v'uiraaer ^msnng op.
Hij naan er van aiies bij wat later wel
ten oeurt zal krijgen; hooidzaak is voor
t oogenoiik dat hei nationaai-socialistische
Neuer.andiche Kamerlid den nationaal-
soeiaiistisehen Noor in beschei'ming neemt.
Hij spreekt oan ook van den „landverra-
cer Quisling tus-chen aanna.ingsieekens.
Hij gewaagt van „de democratische scri
benten, wien het schuim op den mond
-tond toen Quisling een bewind vormde.",
en van „zekeie verschijnselen van honds
dolheid, die zich hier en daar openbaar-
atn."
Dit alles getuigt reeds van de objectivi
teit, die den heer Rost van Tonningen geen
jjganpiik verlaat.
Op de kreet, door de democratische pers
in Nederland en in de wereld aangeheven:
„Majoor Vidkund Quisling is een landver
rader!" stelt rnr. Rost van Tonningen de
vraag: „Waarom is majoor Quisling een
landverrader?'
En zyn antwoord luidt: „Omdat hij, toen
de koning uit Oslo gevlucht was en de
oorlogstoestand nog niet bestond, een be
wind had gevormd."
Het Nederlandsche nationaal-eocialisti-
<<-he Kamerlid vindt dit klaarblijkelijk vol
komen in orde.
De koning was uit Oslo gevlucht....;
volgens den heer Rost van Tonningen had
koning Haakon blijkbaar te Oslo moeten
blijven en zich door de Duitschers laten
gevangen nemen.
Er be:tond nog geen oorlogstoestand.
voor den heer Rost van Tonningen schept
een vijandelijke inval in een land geen oor
logstoestand: die komt er pas als de aan
gevallene, verrast en overrompeld, zegt:
Ik ben met de inval niet ingenomen en zal
n.ij verzetten.
De heer Rost van Tonningen houdt er
■.vel zonderlinge en weinig Nederlandsche
denkbeelden op na.
Neem een oogenblik aan, dat de Duit
schers België binnenvallen zooals ze in
1914 hebben gedaan, maar ditmaal zonder
een ultimatum te stellen.
Dat gemotoriseerde afdeelingevi in de
nacht naar Brussel oprukken, ondersteund
door ettelijke honderden vliegtuigen.
Dat koning Leopo'.d uit Brussel „vlucht"
om zich aan het h^ofd van zijn leger te
stellen en het kabinet zich naar Henegou
wen verplaatst.
Dat er bestaat immers volgens den
heer Rost van Tonningen nog geen oor
logstoestand de heer Degrelle, met mis-
xenning van koning en kabinet, een bewind
gaat vormen.
Mag men dan zeggen, ja dan neen, dat
if heer Degrelle een landverrader is?
Komen we tot ons eigen land.
We hebben goede relaties te Lon-
oen: verwijt dat het Nationele Dag
blad in hoog-vaderlandsche stemming
keer op keer onzen minister van Buiten-
jandsche Zaken heeft gedaan maar
veronderstel dat Enge]and een aanslag op
ons land in den zin heeft: een Ameri-
kaansch blad heeft immers in het begin
der week al verteld dat een Engelsche
Iransnortv'oot was uitgevaren, blijkbaar
rr et Nederland als bestemming.
De Engelsche vloot neem dit aan
verrast ons land en landt troepen, die
naar Den Haag oprukken.
De raadslieden der koningin dringen er
op aan, dat de lardsvorstin zich uit de
residentie zal terugtrekken naar het mid
den of Zuiden des lands; het kabinet volgt
ne koningin.
Volgens de termino'ogie van het N a-
tionale Dagblad is de koningin „ge
vlucht".
Daarnaast bestaat er, alweer volgens
hetzelfde blad, nog geen oorlogstoestand.
En nu verschijnt de heer Mussert in Den
Haag en vormt een bewind: h ij „vlucht"
niet en zal met zijn legioenen onder aan
voering van genera?.1 d'Ansembourg den
viiand het hoofd bieden.
Geen landverrader, volgens den heer
Rost van Tonr.ingen.
HET EERSTE TREFFEN TUSSCHEN
ENGELSCHEN EN DUITSCHERS.
STOCKHOLM, 19 April. (A. N. P
Naar „Dagens Nyheter" meldt, wordt
in berichten nit het gebied van Dront-
heim melding gemaakt van het eerrte
treffen tusschen de Britsche en Duit
sche troepen in Noorwegen.
Het treffen vond plaats nabij Nam-
sos en de Duitschers werden terugge
slagen. De Duitsche strijdmacht be
stond uit een detachement, dat per
vliegtuig van het nabij Drontheim ge
legen vliegveld van Vaernes was aan
gevoerd.
Dit nummer bestaat uit
vier bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
DE SITUATIE IN NOORWEGEN NOG
WEINIG VERANDERD. (2de blad).
DE MAATREGELEN TOT BESTRIJ
DING VAN DEN VIJAND VAN BINNEN.
1,2de blad).
Binnenland
STAAT VAN BELEG AFGEKONDIGD
VOOR GEHEEL HET LAND. (1ste blad).
ONDERNEMERSOVEREENKOMST IN
DE GROENTENCONSERVENINDUSTRIE
ALGEMEEN BINDEND VERKLAARD.
(lste blad).
Ter verleening van assistentie
bij eventueele scheepsrampen
DE VEILIGHEID VAN SCHEPEN EN HUN
OPVARENDEN.
De commissie voor de veiligheid ter zee,
die zooals bekend door den Minister van
Waterstaat is ingesteld, en aan wie is op
gedragen van advies te dienen omtrent na
dere bijzondere maatregelen, welke zou
den kunnen worden getroffen ter verhoo
ging van de veiligheid van schepen en hun
opvarenden, heeft, naar aanleiding van de
vele scheepsrampen, welke zich den laat-
sten tijd hebben voqrgedaan, overwogen,
op welke wijze in geval van nood zoo doel-
treffeld mogelijk ter plaatse hulp zou kun
nen worden geboden.
De commissie heeft de oplossing mee-
nen te vinden in het organiseeren van
een reddingdienst door kleine hulpsche
pen, welke in gevaarlijke gebieden van
de Noordzee zullen optreden. De sche
pen zullen niet bewapend zijn en ook
overigens in geen enkel opzicht voor
ziening of eigenschappen hebben, die
aanleiding zouden kunnen zijn haar
civiele karakter in twijfel te trekken.
Het zijn hulpschepen, uitsluitend die
nende ten gerieve van eventueele schip
breukelingen. De uitvoering van den dienst
wordt onder toezicht van de scheep
vaartinspectie, die uiteraard voeling blijft
houden met de in den aanhef genoemde
commissie in handen van particulieren
Binnen korten tijd zal aan het hier bo
ven aangegeven plan een begin van uit
voering worden gegeven.
DE STAND VAN DE BLOEMBOLLEN-
VELDEN
De A.N.W.B. schrijft:
Ondanks anders luidende berichten, kun
nen wij uit eigen aanschouwing de ver
zekering geven, dat de vooruitzichten voor
het a.s. weekeinde voor de bezoekers van
het bollenland zeker iets goeds beloven.
De narcissen zijn hard vooruit gekomen
dank zij de' daarvoor gunstige regens; be
halve de zuiver gele komen thans ook de
tweekleurige meer en meer open.
Ook de hyacinthen schieten flink op en
laten haar sprekende kleuren duidelijk
zien; hier en daar steken deze vroolijk af
tegen het goudgeel van de narcissen.
In de bosschen is alom de boschanemoon
in vollen bloeL
OVER TWEE WEKEN NAAR DE
BLOEIENDE BETUWE?
Het zal zeker nog wel veertien dagen
duren alvorens een tocht naar de betuwe
de moeite loont, aldus meldt de A. N. W. B.
Intusschen valt de knopzetting mee. Bij
gunstigen bloei is dan ook een goed fruit-
jaar te verwachten. Dit zou dan voor de
appels en peren een verspringing van het
„beurt"-jaar beteekenen.
Appels (de vruchtsoort, welke het langst
ran de boom blijft hangen en daar dus de
meeste voedingskracht van eischt) en in
mindere mate ook peren hebben z.g. draag-
jaren en niet-draagjaren. 1935, 1937 en 1939
bijv. waren draagjaren, jaren met een
overvloedigen oogst.
Volgens „beurt" zou 1940 dus minder
opbrengen. Maar de knopzetting is goed:
voor appels voldoende, evenals voor pe
ten, de pruimen staan er nog gunstiger
.oor, terwijl de verwachting voor kersen
ai heel goed te noemen is.