Se pa&itie aan Med. Jndië Een dringende oproep van Z. H. den Paus om veel te bidden Mede'dand aanaaaxdt g,een ateetnde B-eócfïewniticf. J DONDERDAG 18 APRIL 194U 31ste Jaargang No. 96ÜU Bureaus Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Adv. en Aboon.-tarieven zie pag 2. Giro 103003. Postbus 11. „Vóór alles vertrouwen in God, die alléén alles vermay" Vooral in de Meimaand tot Maria onze smeekbeden richten PAUS VERZOEKT OM GEBED TOT HERSTEL VAN DEN VREDE. EEN BRIEF AAN DEN KARDINAAL STAATSSECRETARIS. De Paus heeft den Kardinaal-staatssecre taris, mgr. Maglione, een brief doen toeko men, waarin Z. H. aanbeveelt, dat gebeden gestort zullen worden om den vrede tus- schen de volkeren te herstellen. Toen de hemel zich het vorige jaar met dikke wolken bedekte en het dreigende wapengekletter alle volKeren in ongerust heid bracht heb ik, zoo schrijft de Paus, alle Christenen verzocht te bidden, opdat de eendracht tusschen de volkeren zou mogen terugkeeren. Thans, nu de oorlog is losgebroken en den toestand heeft verer gerd, en bijna onberekenbare verliezen en sn arten heeft teweeg gebracht, kunnen wij niet nalaten er bij al onze zonen en doch- teren over de geheele wereld op aan te dringen, zich te scharen rondom het altaar van de Moeder Gods, eiken dag opnieuw in de komende Meimaand, die haar bijzonder is toegewijd, en tot haar onze smeekbeden te richten. Ons hart is vervuld van zeer groote droefheid, niet alleen om het verschrik kelijke lijden waardoor de oorlogvoe rende volkeren worden getroffen, doch tevens om de steeds grootere gevaren, welke ook de andere volken bedreigen. Doch al hebben wij geen menschelijke hulpmiddelen nagelaten om dezen invloed van ellende te doen verdwijnen, toch stel len wij voor alles vertrouwen in Hem, Die alléén alles vermag, en in Wiens macht zich met het lot der volkeren ook de geest en de wil van hun leiders bevinden. De Paus doet vervolgens een dringend beroep op de geloovigen, zich te richten tot de Moeder Gods, „omdat God wil, dat alles door de bemiddeling van Maria tot ons komt", en vooral ook de kinderen te laten bidden, opdat door de tusschenkomst van haar, die de bemiddelaarster van den vrede is, een tijdperk van vrede voor de volkeren zal aanbreken. Mogen de gemoederen, zoo besluit de Paus, tot rust komen, en moger de men- schen zich in broederlijken liefde vereeni gen, opdat een ware orde en rust in de we reld worde hersteld, opdat er zoo spoedig mogelijk vrede zal zijn en een gelukkiger tijdperk voor de menschheid zal inluiden. QÜISLI NGEN' De vijand binnen de muren is dikwijls erger dan de vijand er buiten. De overval op Noorwegen heeft hierop een zoo duidelijk licht geworpen, dat nie mand meer blind kan zijn voor de groote gevaren, welke van binnen uit een land bedreigen, dat in goed vertrouwen zijn waakzaamheid laat verslappen. Men behoeft geen strateeg te zijn om bij een enkele biik op de kaart van Oslo en omgeving de handen ineen te slaan van verbazing, dat het een Duitsch eskader mo gelijk kon zijn geweest om in enkele uren aoor te dringen tot de hoofd tad van Noorwegen. Oslo ligt weggedoken aan het einde van een lange smalle fjord, weike uitstekend verdedigbaar moei zijn, zoodat het en vijand onmoge lijk moet zijn om binnen te dringen, zonder een ernstige, dagenlang volgehou den stelselmatige beschieting en met inzet van alle krachten. Hoe was het mogelijk, dat de Duitschers in Oslo waren, voordat de bevolking van de stad goed en wel wist, wat er aan de hand was? Dat moet ver raad geweest zijn. De „Daily Teiegraph" heeft een uitvoe rig relaas gepubliceerd van een particulie ren correspondent, die te Oslo was, toen de Duitschers binnenvielen. Daaruit blijkt c.a. dat Dinsdagnacht om 1.30 uur dus drie en een half uur voordat do Duitsche gezant zijn eischen stelde aan de Noorsche regeering - de commandant van de Noor sche oorlogsschepen, welke de marine basis Horten bewaakten, een dringende boodschap ontving, welke zoogenaamd van den Noorschen minister /an buiteniand- tt'he zaken, dr. Koht, afkomstig was, en waarin gezegd werd, dat de Noorsche schepen niet den strijd moesten aanbinden met de Duitsche oorlogsbodems, welke straks de fjord zouden binnenstoomen. De commandant moest onmiddellijk al zijn manschappen, zondei wapens, aan wal zet ten. De commandant liep in de val en ge hoorzaamde. Ook de mijnen, welke in de fjord gelegd waren, bleken van te voren onschadelijk te zijn gemaakt, doordat de verbinding met de electrische centrale verbroken was. Op die wijze kon Oslo worden bezet. Of alles wat deze correspondent ver telde, van A tot Z waar is, kunnen wy na tuurlijk niet nagaan, maar dat de zoo vlot geslaagde landing der Duitschers alleen mogelijk is geweest door verraad van bin nen uit, staaf nu wel als een paal boven v/ater. De houding van de nationaal-sociaiisten m Noorwegen en het optreden van hun leider Quisling neemt alle twijfel weg omtrent de kringen, waarin men de land verraders moet zoeken. Het is onbegrijpelijk, dat de Noorsche tegeering niet beter op haar hoede is ge veest voor deze staatsgevaarlijke elemen ten. Zij heeft blijkbaar in de zoete over tuiging geleefd, dat aan Scandinavië niets kon overkomen en nagelaten tijdig de noo- uige voorzorgsmaatrekelen te nepien. Zij is wel drastisch uit haar droom gewekt. Maar ook andere regeeringen zijn wak ker geschrokken en wij lezen thdns van maatregelen, die allerwegen worden ge troffen tegen verdachte elementen; o. a. m België, Zwitserland, Roemenië, Zweden, Joego-Slavië. Nederland heeft eveneens maatregelen genomen en wij hopen, dat de regeering oie maatregeien krachtig zal doorvoeren en krachtig zal weten door te tasten waar dat noodzakelijk mocht zijn. „Quislingen behooren bü ons geen kans te krijgen hun plannen te ver wezenlijken. Ons volk, dat van nature de neiging heeft om te denken „het zal wel met zoo'n vaart loopen", moge zich thaps rërdege rekenschap geven van het gevaar en de oogen open houden. De les van Noor wagen worde begrepen en de leering worde ter harte genomen. GRENSACCOORD TUSSCHEN RUSLAND EN ROEMENIë? ROME, 18 April (A.N.P.). - Rusland en Roemenië zouden een accoord hebben ge sloten, op grond waarvan de Russische en Roemeensche troepen. welke aan bci.ie zij den van de Dnjester liggen, tot tien kilome ter achter deze grens zouden worden terug getrokken. SPREEKVERBOD VOOR IR. MUSSERT TE HAARLEM. De burgemeester van Haarlem heeft de openbare vergadering van de N. S. B., welke vanavond in de gemeentelijke con certzaal aldaar zou worden gehouden, ver boden. In deze vergadering zou ir. Mussert spre- 1 en over ,.Het einde der democratie"; „De nieuwe orde", welke rede in Zutfen Dins dag j.l. zou worden gehouden, doch die acor het militaire gezag aldaar verboden werd. Japansche en Amerikaansehe bezorgdheid Stalus quo moet gehandhaafd blifven WAARDEERING VOOR JAPANSCHE HOUDING. De woordvoerder van het Japansche de- parlement van Buitenlandsche Zaken te Tokio heeft heden verklaard: „De Nederlandsche minister van Buiten landsche Zaken heeft uitdrukking gegeven aan de waardeering zijner regeering voor de Japansche houding ten aanzien van Neder landsch-Indië". In Tokio is tot dusverre geen officieel commentaar te verkrijgen betreffende de verklaring van Huil, waarin de staatssecre taris bij de andere naties aandrong op eer biediging van den status quo van Neder- landsch-Indië. De woordvoerder verklaarde heden: „Wij wenschen Nederlandsch-Indië niet in vreemde handen te zien vallen". NEDERLAND ZAL GEEN VREEMDE HULP VRAGEN Naar aanleiding van het gepubliceerde aangaande het onderhoud, dat de Japansche minister van Buite <ndsche Zaken. Arita, dezer dagen met dén Nederlandschen ge zant te Tokio heeft gehad, heeft, naar wij vernemen, de Nederlandsche regeering doen weten, dat zij niet voornemens is eenige vreemde mogendheid te vragen, in geval Nederland in Europa onverhoopt in een oor log mocht worden gewikkeld, om bescher ming van Nederlandsch-Indië, noch derge lijke bescherming, mocht zij worden aan geboden, te aanvaarden, onder opmerking, dat de regeering van Nederlandsch-Indië in het onderstelde geval, zoowel in feite als rechtens in staat is het bestuur over die gewesten in vollen omvang te verzekeren en de orde aldaar te handhaven. VERZEKERING MINISTER v. KLEFFENS. Er wordt te Tokio geen officieel com mentaar geleverd op de verklaring van Huil. Vanmiddag om 5 uur heeft echter de woordvoerder van het departement van Buitenlandsche Zaken de volgende verkla ring afgelegd over de kwestie van Neder- landsch-Indië: „Wij hebben van onzen gezant te 's Gra- venhage, Itaro Ishii, een rapport ontvangen van de volgende strekking: De Japansche gezant, Ishii, heeft op 16 April een bezoek gebracht aan den Neder landschen minister van Buitenlandsche Za ken, van Kleffens, wien hij een uiteenzetting gaf van de houding der Japansche regeering ten aanzien van de kwestie van Neder landsch-Indië. De Nederlandsche minister van Buitenlandsche Zaken gaf uitdrukking aan de waardeering der Nederlandsche re geering voor de houding der Japansche re geering en verklaarde tezelfdertijd, dat de Nederlandsche regeering niet gestreefd had naar, noch in de toekomst zou streven naar de bescherming van Nederlandsch-Indië door welk land het ook zij, en dat de Ne derlandsche regeering vastbesloten was om ieder aanbod van bescherming of interven tie, van welken aard dit ook zij, en komen de van welk land ook, van de hand te wij zen". De Nederlandsche gezant te Tokio, gene raal J. C. Pabst, heeft heden een bezoek gebracht aan den Japanschen minister van Buitenlandsche Zaken, Arita, en daarbij het bovenvermelde rapport van Ishii be vestigd". EEN BEROEP VAN CORDELL HULL. De Vereenigde Staten hebben een beroep gedaan op andere landen, in het bijzonder op Japan, den status-quo van Neder landse h-I n d i te eerbiedigen, onge acht wat er gebeurt ten aanzien van N e- d e r 1 a n d. Dit is gebleken uit een officieele verkla ring, welke Cordell Huil, de Amerikaansehe minister van buitenlandsche zaken, giste ren heeft afgelegd. „Een inmenging in de binnenlandsche aangelegenheden van Nederlandsch-Indië of eenige wijziging in den status-quo van deze archipel op een andere wijze dan langs vreedzamen weg, zou schadelijk zijn voor de stabiliteit, den vrede en de veiligheid, niet slechts in de zone van Nederlandsch- tndië, maar in het gelieele gebied van den Sti'len Oceaan". Aldus verk aarde de Amerikaansehe mi nister, wiens betoog een antwoord was op de j.l. Maandag afgelegde verklaring van dei. Japanschen minister van buitenland .«•che zaken, Arita, die uitdrukking gaf aan de bezorgdheid van de Japansche regeering over het behoud van den status-quo in Ne derlandsch-Indië. De verklaring van Cordell Huil luidt ver der als volgt: „Elke wijziging in den status quo van Nederiandsch-Indië zou rechtstreeks de be langen van vele landen raken. Neder- 'anósch-Indië is van zeer groote beteekenis voor de internationa'e verhoudingen in den geheel en Stillen Oceaan en vormt te vens éen belangrijke factor in den handel van de geheele wereld. Ik baseer mijn ver klaring op twee belangrijke overeenkom sten, waarvan de een vervat was in de no ta's, A-elke in November 1908 zijn uitgewis seld tusschen de Vereenigde Staten en Ja pan, waarin elk der beide regeeringen ver klaarde: dat haar politiek er op gericht was den bestaanden status-quo in het ge- biea van den Stillen Oceaan te handha ven. De andere overeenkomst was vervat in de rota's, welke de Vereenigde Staten. Frankrijk, het Britsche Rijk en Japan in Febiuari 1922 gezonden hebben aan de N e- derlandsche regeering, en waarin elk dezer vier regeeringen verklaarde vast be goten te zijn de rechten van Nederland met betrekking tot diens eilandbezsltingen m het gebied van den Stillen Oceaan te eerbiedigen." Een afschrift van de verklaring van Cor dell Huil zal aan het Japansche ministerie van buitenlandsche zaken worden overhan diga bii wijze van hoffelijkheid en ter in formal ie. JAPANSCHE WOORDVOERDER OVER DE VERKLARING VAN ARITA. In een vandaag te Tokio gehouden pers conferentie heeft de woordvoerder van het departement van marine, verwijzende naar de verklaring van minister Arita over den status-quo van Nederlandsch-Indië, herin nerd aan de mededeeling van dezen minis ter in een der jongste zittingen van den landdag, die hierop neerkwam, dat Japan slechts economische belangen in het gebied van de Stille Zuidzee, inclusief Neder landsch-Indië heeft; dat Japan gaarne ziet, dat de natuurlijke hulpbronnen in die ge bieden met alle middelen geëxploiteerd worden, doch dat Japan aldaar geen terri toriale bedoelingen heeft. De Japansche marine, aldus de woord voerder, acht het van groot belang, dat de status-quo van dien Archipel als gevolg van haafd blijft, omdat elke wijziging in den status-quo van die archipel als gevolg van den Europepschen corlog, een uitbreiding van het Europeesehe conflict naar het Verre Oosten met zich mee zou brengen. Hiertegen heeft de Japansche marine het grootste bezwaar, in het bijzonder wegens de nationale politiek van Janan buiten den Europeeschen oorlog te blijven. Niemand kan zeggen, wat de naaste toekomst ors kan brengen, daarom was Arita niet voor barig met zijn verklaring, doch heeft hij vcoruit de Dositie van Jacan uiteengezet. Indien de Vereenigde Staten zich bezorgd maken over het behoud van den status- quo van Groenland, dan kan men zich niet verbazen, dat Jaoan zich zoreen maakt over het lot van Nederlandsch Oost-Ind'ë, omdat de Amerikaansehe belangen op Groenland niet vergeleken kunnen worden met de vitale b?la"°en van Japan in Ne derlandsch Oost-Indië. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland JAPANSCHE EN AMERIKAANSCHE BEZOriUDHMD OVER DE POSITIE VAN NED. INDIë. (1ste blad). DE KRIJGSOPERATIES IN NOORWE GEN. (2de blad). VERSCHEIDENE LANDEN NEMEN MAATREGELEN TEGEN DEN VIJAND BINNEN DE MUREN. (2de blad). Binnenland DE NED. TREILER „PRINSES BEA TRIX" OP DE NOORDZEE MET BOM MEN BESTOOKT. (3de blad). DE SCHEEVE TOREN VAN PIJNAC- KER INGESTORT. (3de blad). V Enkele losse gedachten Onder bovenstaanden titel zegt het heden verschenen nummer van „De Opmarsch" een en ander over „sparen en versobering". Wij deelen hier enkele van die „enkele losse gedachten" onzen lezers mee: Het economische leven is uitermate ingewikkeld. De eerste wijsheid der economie mag toch wel blijven de stel ling. dat het gewenscht is, eerst de middelen aan te wenden om in de noodzakelijke levensbehoeften te voor zien en pas daarna de productie te stu wen in de richting van weelde-artike- len. Wanneer de consumptie beperkt moet worden, dan moet men beginnen niet af te zien van weelde. Er wordt heel wat geproduceerd (men denke aan de productie van een onnoemelijke hoe veelheid prullaria), dat best zou kun nen worden gemist. Het wordt al moeilijker te sparen, al naarmate er meer aan belasting moet worden betaald en de goederenprijzen stijgen. Toch kan er moeilijk te veel worden gespaard. Tenminste, wanneer men het gespaarde niet in den kous stopt, doch he' belegt in het productie apparaat. Door goed te sparen, werkt men me de aan uitbreiding van het productie apparaat. Deze gedachten sluiten aan bij wat on zerzijds meermalen is betoogd. A 11 ij d maar zeer bijzonder in een tijd als'deze is 't plicht, er op te letten, h o e de dubbeltjes, welke men heeft, rol len ofniet rollen! Niemand is volkomen heer en meester over zijn eigendom. Op elk eigendom rust een sociale hypotheek een hypotheek van een gestrengen en machtigen gever: God. „Het economisch leven is uitermate in gewikkeld". Inderdaad. In veel, wat prac- tisch wordt voorgesteld, om het economisch leven te verbeteren, kan naast „voor" ook „tegen" worden aangewezen; ook over veel economische beginselen kunnen „pro"- en „contra"-betoogen worden gehouden. Maar in individueele gevallen heeft een goed geweten, geleid door diep besef van liefde plichten, geen economische wijsheid noo- digDe beleving van de plichten van naastenliefde is minder ingewikkeld dan het economisch leven. En met die plich ten hebben wij in ons individueel econo misch doen en laten allereerst te maken! HET TESTAMENT VAN KAROINAAL VERDIER. Door Mgr. Beaussart, Vicaris Capitulari* van het Aartsbisdom Parijs, is overgegaan tot de opening van het testament van Kar dinaal Verdier. „Ik verklaar, dat ik sterf in het H. Ge loor. in een oneindige erkentelijkheid voor alle genaden, die God mij gegeven heeft. Ik dank de Congregatie van Saint Sul- pice, waaraan ik alles verplicht ben, wat ik nu ben. Ik vraag haar om vergeving, dat ik niet al mijn tijd en geheel mijn leven voor haar heb kunnen besteden. Ik dank het dierbare bisdom Parijs, zijn voortreffelijke geestelijkheid, zijn zoo sym pathieke geloovigen. Als God, wat ik ver- hoon, mij barmhartig is, dan zal ik veel bidden voor dit dierbare diocees, waaraan ik mij geheel heb gegeven. Ik geef mij over aan mijn Moeder de H. Kerk, die mij met weldaden oversteipt heeft, aan de H. Maagd, wier kind ik was, aan God. die zoo goed voor mij is geweest. Ik vraag vereiffenis voor al mijn fouten en gebreken. Moge God mij zijn barmhar tigheid bewijzen en moge Hij Zijn Wil vol brengen; Zijn Rijk kome". Dit testament werd door Kardinaal Ver dier onderteekend op 1 Juli 1934.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1