BOVEN NOORWEGEN. Wie wordt Lady Letchford 3)e Êcid^clie0ou^cmt Oioote luchtbescneim ngsoetemngen werden Zaterdagmiddag te Amsterdam gehouden - Terstond na het klinken van het alarmsignaal begaven de brandspuiten zich naar hun posten. De demonstraties werden bijgewoond door burgemeester dr W de Vlugt Het luchtwapen heeft een belangrijk aandeel in den feilen strijd aan de Noorsche kust Een luchtfoto, gemaakt tijdens actie van Britsche vliegers boven het door de Du*tschers bezette gebied Denemarken onder Duitsch bewind. De troepen trekken een der Deensche steden binnen Na een ra'O op een der Duitsche steunpunten in Noorwegen. Piloten van Britsche bommenwerpers bij terugkomst op Engelschen bodem Een Hoffelijk afscheid bij het vertrek van den uit Dene marken naar zijn land terugkeerende Franschen gezant, na het oponthoud in de Residentie Voor den derden nationalen veldloop rondom den IJzeren Man te Vught was de belangstelling uit alle deeien van het 'and zeer groot. H Plum werd winnaar van de 3K M. Sport voor de qemob hseerden Een cycle cross voor militairen werd Zaterdag onder groote belangstelling te Zeist gehouden De .jongens op weg FEUILLETON door CHARLES GARVTCE. (Nadruk vert>oden). S) X „Juffrouw Dalton, uw équipage wacht. Sta me toe, u er heen te geleiden". Toen be gon ik te huilen en hij duwde me op een stoel en ging vóór me staan met zyn han den in zyn zakken en zijn hoofd in den nek. „Carrie", zei hij, „eindelijk heb ik he klaargespeeld! Ik geloof, dat ik op hel oogenblik een van de rijkste menschen in de stad Londen ben! O, May! ik dacht wer kelijk. dat hij niet heelemaal in orde was. Maai het duurde niet lang of ik begreep dat net allemaal waar was, want den vol genden avond kwam hy thuis in een rijtuig en hy liet me een geweldig pak bankpapier zien! Hij haalde alle rekeningen te voor schijn en we gingen samen uit om ze te be talen, en hy gaf me een briefje van tien pond om kleeren te koopen en we hadden een snuper met champagne. „Dag aan dag ging dat toen maar zoo door. Er scheen geen eind aan te komen; en op een goeden keer vertelde hy me, dat hy een buiten in Berkshire had gekocht en nam me 'mee hierheen. En, o May! Ik had nog nooit van m'n leven een echt landgoed gezien! Jy hebt 't ook nog niet goed zeke- ken natuurlijk je hebt er geen flauw idee van, hoe groot en prachtig het is! Er stond een oud huis op, zoo alleraardigst vond ik dat! Maar de heer die met ons mee was ge gaan, een architect, en die schudde zyn hoofd en zei dat t niets voor ons was en dat 't moest worden afgebroken. Dat ge beurde dan ook en toen bouwden ze dit; en dit heb je óók nog niet goed gezien. Het was zóó schitterend, dat ik gewoon niet durfde rondloopen toen we het pas betrok ken hadden; maar nu ben ik er aan ge wend." „Dat zie ik", zei May, terwijl ze geamu seerd in het opgewonden gezichtje keek. „Papa leek een heel ander mensch ge worden heel, heel anders dan vroeger, toen hij eiken morgen naar zijr. kantoor in de binnenstad ging. En op 'n goeien dag wilde hy 'n gouvernante voor mij nemen en toen huilde ik en zei, dat ik van niemand iets leeren wilde dan van jou, en hij keek boos en snoot zijn neus „O, snuit hij nog steeds zijn neus?" mom pelde May sarcastisch. „Is dat niet beneden zijn stand?" „Ik durfde er toen niet meer op door te gaan; maar, o May, ik verlangde toch zoo naar je, en ik heb heelemaal nergens echl pxeizier in kunnen hebben zoo lang jij er niet by was." ,,Arme kleine Carrie!" „En toen begonnen de menschen visites bij ons te maken, en, o, dat was gewoon miserabel, want ze staarden maar rond met oogen als theekopjes en één oude dame hield zoo'n bril op een steeltje by haar oogen en bekeek Papa van onder tot bo ven alsof hy een wonderdier was. Toen begonnen ze van alles te vragen. Wat ik de eenige dochter? En Papa zei van niet, en dat jij er nog was. Ze vroegen waar je dan zat en hij zei: op het vasteland! Maar hij kikte nooit over dien armen Sidney!" Haar stem trilde. „Ga door, liefje", zei May rustig, hoewel ei een blos op haar gezicht was gekomen. ,.'t Is een kosielijke comedie. Ga door. „Comedie? Wat bedoel je, May? Nu, ze bleven maar vragen wanneer je dan toch wel thuiskwam, ik kon zien, dat Papa zich niet op zijn gemak veelde. En op een keer had ik zóó erg het land en verlangde zóó naar je, dat ik zei, dat ik hier niet langer wou blijven als jij niet terugkwam; en na een oogenblikje nadenken zei hij, dat je terug kon komen als je er lusi in had en beloven wilde, dat je nooit Sidney's naam zou noemen, toen schreef ik je en hij scheef en dat is alles." „Hier eindigt de eerste acte", zei May. terwijl ze achterever in haar stoel leunde; „en een erg opwindende acte op den koop toe, Carrie! Ik zal ten minste den heelen nacht noodig hebben om ze te verwerken!" „En morgen", zei Carrie gretig, ..zal ik je alles en alles laten zien; 't is allemaal toch zóó prachtig! Mevrouw Turner zegt, dat er maar één mooier landgoed in het heele graafschap is. en dat is 't buiten van Sir Heron Letchford.' „En wie is die Sir Letchford, en waar heeft hy ergens z'n onvergelijkelijk land goed?" „Sir Heron? O May, je moest 'm zien! Heel groot en slank, en zoo knap! Precies een van de portretten in de hall." „Bedoel je de portretten van onze voor ouders?" vroeg May met een boosaardig lachje. „Arme Papa! Maar hy zegt, dat alle menschen dat doen als ze rijk worden. Als ze geen familieportretten hebben, dan la ten ze ze schilderen, en niemand weet dan, dat 't niet echt hun overgrootvaders en -grootmoeders zijn." May keek grimmig; maar plotseling trof haar 't bespottelijke van het geval en ze liet zich achterover in haar stoel vallen en lachte. „Zeg jij herinnert je grootvader niet, wel. Carrie?" vroeg zij, terwijl ze naar lucht hapte en haar oogen afdroogde. „Hij was zoo'n beste, goeie, grappige oude baas, met een vuurroode neus, die altijd glom. of hij hem met roode boenwas bewerkte. Ik kan me nog herinneren, hoe hij op de bank ach ter het huis zat, met z'n potje bier en z'n aarden pijp. Hangt zijn portret hier in de hall? Nee hè ik zou 't niet denken. Ga door kindlief. En is die Sir Heron een oude heer?" „Och nee. niet wat je nou precies oud kunt noemen. Hij is zoowat zoowat nou dertig! Maar dat is toch wel tamelijk oud, niet?" „Geweldig antiek", stemde May glimla- cl.ennd toe. „Nee, May, nu zit je me weer uit te lachen. Je verdient niet. dat ik je nog iets vertel. Nou, maar als Sir Heron dan niel oud is. z'n moeder i$ 't in elk geval wel. O May, dat is toch zoo'n afschuwelyw oud mensch zoo lang en zoo dun en zoo kaarsrecht of ze een stok heeft ingeslikt en dan heeft ze van die verrimpelde oog leden! En ze kijk* over je hoofd heen of je lucht ben en ze is zoo trotsch als als Lucifer." „En hoe denkt haar Ladyschap wel over Papa?" „Papa? Oh!" zei Carrie lachend, „ik weet 't niet. Ik veronderstel, dat ze Papa wel ge zien moet hebben; maar ze hebben geen visite gemaakt en ze praten nooit tegen ons en kijken ook niet naar ons, hoewel we in de kerk vlak bij elkaar zitten en de grond van „De Eikhof' vlak aan de onze grenst.' „Charmante buren!" merkte May op, schijnbaar onverschillig maar met een tril ling in haar stern. „Dus ze hebben géén vi site gemaakt en hoewel jullie al twee jaar vlak naast hen woont, hebben ze jullie nog niet „gezien". En wat zegt Papa daarvan?" „Papa zegt heelemaal niets". antwoo~dde Carrie. „Het verstandigste wat hij doen kan", gaf May toe „Het al:erverstandigste. Arme Pa pa'" maar door het medelijden in haar stem klonk iets als minachting. „Wat moet aij stekeblind zijn! Want jij, arm kind, bent te jong om er iets van te begrijpen: maar o, wat is het allemaal akelig-duidelijk voor iemand, die 'r ietsje ondervinding heeft. O Carrie, ik zou het kunnen uitschateren, als ik niet meer lust had om te huilen! En dan te denken, dat ik, als ik maar thuis was geweest, er wel iets aan had kunnen doen; ik had 't kunnen voorkomen of 't ie» minste 'n beetje binnen de perken kun nen houden ik had hem kunnen behoe den voor de familieportretten en de la keien. O. Carrie. Carrie! het was erg ge noeg om arm te zijn. maar het is duizend maal erger, parvenu's te zijn!" „Parvenu's!" stotterde Carrie terwijl ze ontzet naar het mooie verontwaardigde ge zicht van haar zuster staarde. - (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 12