SOERABAJA'S NIEUWE VLIEGVELD Wie wordt Lady Letchford 3)e £eidócli£@ou/ïa/n£ Op in tiatief van de Ned Mij voor Nijverheid en Handel is te Breda een .Be'gië dag" gehouden. D-ze bijeenkomst werd ook bijgewoond door den burgemeester van Antwerpen mr De wi de fx) Het nieuwe vliegve d van Soerabaia, landtong Perak, is in tegenwoordigheid van ve e autoriteiten in gebruik genomen Het tanken van het eerste Douglas toeste' der K N I L M dat van de nieuwe vbeqbaven naar Ba'i vertrok Bij het Nederlandsch Tooneel gaan in den Stadischouwburg te Arm ercam d. Een grool. ha.dslee.en dot.in met premières van Mol'ère s .Schooi voor rustbank is als versiering geplaatst bij Vrouwen en .De cr.tiek op de bchool den p,ajvijver in hel Zu.derpark te den voor Vrouwen Drie koste ijke figuren Haag Bij de gevechten, welke thans voor de Noorsche Westkust geleverd worden, speelt ook het luchtwapen een belang rijke rol. Drie vliegbooten in den start bij een Enge'sche luchtvaartbasis, gereed, om haar vernielend werk te volbrengen „Het edele ambacht van houtbewerking" Onder dezen titel wordt in het Provinciaal Museum te den Bosch een tentoonstelling gehouden, waarvan hier» boven een interessant detail De Noorsche gezant te Londen, Erik Andrea Col Office in de Britsche hoofdstad na een bespreking, nissen in zijn land ban, verlaat het Foreign betreffende de gebeurte- FEUILLETON door CHARLES GAR VICE. (Nadruk versboden). a) \f Carrie lachte balf-beschaamd. „Neen Hay, maar zóó groot is het huis niet, heusch niet. En je zult ons toch niet gaan uitlachen, den eersten dag dat je thuis bent?" „Nee hoor snoes", zei May, terwijl ze naar de deur vloog en haar berouwvol kus te. ,,Ik zal niet om jullie lachen. Ik zal ver rukt zijn over alles, zelfs over de lakeien daar! Ga nu maar gauw hoor, over drie minuten ben ik bü je." Het duurde inderdaad niet veel langer vóór ze uit haar kamer kwam en de breede trap afdaalde. In haar reispakje had ze er al zeldzaam aantrekkelijk uitgezien, maar nu, in haar avondjapon, was ze bepaald een schoonheid. Het was niet gemakkelijk, haar bij een speciaal type in te deeleri; haar zuiver-besneden gezichtje wisselde voortdurend van uitdrukking. Doch één eigenschap kon men er onmiddellijk van aflezen: ze had gevoel voor humor. En wie veel menschenkennis bezat, ontdekte nóg meer in de belijning van dat expressief ge laat: haar ontembare fierheid en haar die pe verachting voor al wat laag, onwaarach tig en vulgair was. Toen ze in de hall stond en om zich heen keek, naar de eigen lambrizeering niet antiek, maar zorgvuldig bewerkt om dien schijn te wekken naar de familieportret ten bij een antiquair gekocht en naar de wapenrustingen der „voorouders" af komstig van hetzelfde adres naar de twee bedienden in schreeuwende livrei, die onder aan de trap stonden te wachten om haar naar de eetzaal te begeleiden, speelde er een onbedwingbaar spotlachje om haar lippen, en vonkte een vreemde glans in haar oogen. Maar 't kwam bijna tot uitbarsting, toen de eetzaal zelf in volle pracht en heerlijkheid voor haar lag: mo derne betimmering, namaak-middel eeuw- sche meubelen, massief-zilveren borden, vervaarlijke schilderijen en bliksemende candelabres; 't was werkelijk een oogen- blik te veel voor het jonge meisje, dat zich het bekrompen villatje in Highbury herin nerde, met z'n kaal woonvertrek en z'n mooie kamer, met het popperige tuintje en het slordige hitje voor halve dagen. „Dat heb je nu eens vlug gedaan!" zei Carrie, op haar toeschietend. Kijk, ik heb maar op de kleine tafel laten dekken, en en ik dacht, dat je 't weF prettiger zoudt vinden als we alleen waren, dus zal ik je zelf maar bedienen of heb je misschien liever de knechts?" „Voor geen geld", zei May krachtig Geef me het brood eens aan, en ga nu hier zit ten, zoodat ik je gezicht kan zien en begin en je hebt 't hart niet, dat je ook maar even adem schept, vóórdat je me alles hebt verteld en uitgelegd." Carrie steunde haar rond gezichtje in beide handen en staarde haar vragend aan. „Nee. ik weet niets, heelemaal niets. Ik kreeg een briefje van papa, nee, eigenlijk maar een krabbeltje, geschreven op kan toor. Er stond in, dat hij, tengevolge van zekere veranderingen, van plan was, buiten te gaan wonen, en dat hij graag zou willen, dat ik weer thuis kwam, dat wil zeggen, wanneer ik er in toestemde, dat een zeker onderwerp voortaan onaangeroerd zou blij ven." Haar lippen trilden en haar oogen schoten vonken, terwijl ze sprak, en ze rukte een stuk van haar brood af met onge wone heftigheid. „Dien brief van jou heb ik nooit gekregen. Die ligt bepaald nog op het postkantoor in Clapton dat zou daar heusch de eerste keer niet zyp." „Dus dan weet je eigenlijk nog nergens van?" „Nergens. Twee jaar geleden ging ik van huis weg en je weet nu. waarom, Carrie omdat ik niet verdragen kon datEn fin. Ik liet jou en Papa achter in villa Boschzicht in Highbury Papa als een klein handelaartje in verfwaren en jou als een mager, opgeschoten kind, met verscho ten katoenen jurken en afgetrapte laarzen. Ik kom terug en vind dit.'" Ze maakte een gebaar met beide armen. ..Weten! Ik weet heelemaal niets Ik heb gelezen, dat Papa sheriff van het dorp ge worden was, en toen ze me aan het station kwamen afhalen en me zeiden, dat die ge weldige equipage voor mij bedoeld was, of dat Papa en jU hier misschien bij iemand logeerden. Maar ja. jy kunt onmogelijk vertellen, terwijl ik zit te ratelen. Begin maar, schat." „O, wat moet je je dan toch raar gevoeld hebben!" riep Carrie uit. ..Geen wonder„ dat je je oogen zoo opensperde en zoo uit het veld geslagen leek. Hemel, May, als mij zooiets overkomen was, zou ik 't hebben uitgegild gewoonweg uitgegild." „Daar twijfel ik niet aan; maar begin nu in elk geval maar niet te gillen, want dan krijgen we dadelijk de twee goudgetreste jongelieden op ons dak. Nu, hoe is 't nu eigenlijk allemaal gekomen! Heeft Papa de kunst ontdekt om goud te maken, of is er achter in den tuin van Boschzicht een schat opgegraven? Arm oud Boschzicht!" „Sst!" zei Carrie, om zich heen kijkend ..Schreeuw niet zoo. Papa papa heeft niet graag, dat iemand iets te weten komt van van Boschzicht en zoo." „Arme Papa! De oude tijden moeten dus vergeten worden afgedankt, net als de leelijke oude mantels en hoeden, die we plachten te dragen. Alles moet worden uit- gewischt en wij moeten precies doen of we niet weten, waar Higbury ligt en of we altijd een équipage hebben gehad met een wapen op het portier en twee reusachtige livreiknechts om vliegen te vangen in de gang de hall bedoel ik. Pardon! Carrie, je zult een lijstje moeten maken van alle verboden woorden en namen, en dat zal ik dan van buiten leeren: ging. mooie kamer. waschhok, droogzolderMaar ga dooi en begin bij het begin hoe is het mirakel nu eigenlijk in z'n werk gegaan?" „Dat begrijp ik zelf nou óók niet pre cies", zei Carrie, haar hoofd schuddend zoodat haar gouden haar sprankelend von ken schoot. .Al wat ik weel is, dat zoowat zes maanden nadat jij was weggegaan als onderwijzeres. „Als assistente aan mevrouw Brown's kostschool voor jongedames in Clapton", verbeterde May plechtig. ,,Ja liefje". ..Zoowat zes maanden nadat je was weg gegaan, begon ik te merken, dat er met Pa met Papa bedoel ik iets aan de hand was. Eiken avond als hij thuiskwam, zag hy er bleek en bezorgd uit, alsof hy over iets tobde. Maar hy was toch weer heel an ders dan een indertyd met...." „Ja ja," viel May haar met gedempte stem in de rede. „Ik weet wat je bedoelt. Maar ditmaal was 't iets anders?" „O ja, heel anders. Hy zag er juist uit of hij eiken dag slecht nieuws verwachtte, en hy kon uren in het vuur zitten staren zonder iets te zeggen." „Arme Carrie!" „Ja, 't was nogal taai, May, en ik werd tan slotte bang en er was niemand om eens mee te praten. Jy was weg en Sidney „Stil", zei May, terwyl' ze wat bleeker werd. „Nu, en toen?" ..Nu, op een goeden dag kwam hy thuis o heel vroeg in den middag en hy liej. de kamer door en bekeek alle dingen aandachtig stuk voor stuk en toen gooide hij zyn hoed op tafel en begon te schateren van het lachen. May. ik dacht, dat hy gek geworden was, en ik sprong op om de ka mer uit te vliegen maai hij kreeg me te paken en hield me op armslengte van zich af en maakte een buiging voor me juist also/ ik een prinses was en tien zei hy met een heel vreemde stem en met 'n rood ge zicht en trillende lippen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 9