DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Zweden zal geen troepen doorlaten r TWEEDE ORANJEBOEK VERSCHENEN ZATERDAG 13 APRIL 1940 31ste jaargang No. 9616 Bureaus Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. Adv. en Abonn.-tarleven zie pag 2. Giro 103003. Postbus 11. ONBESLECHT PLEIT NOORWEGEN is nog altijd in nevelen gehuld. Wij weten nog steeds niet, hoe in werkelijkheid de situatie is. Wij kun nen slechts zeggen, dat wij een bepaalden indruk hebben gekregen uit de verwarde berichtgeving, maar dat wij geen enkele garantie kunnen geven voor de juistheid van dien indruk. Ook de diplomatieke correspondent van Reuter schrijft, dat de toestand in Noorwe gen nog steeds duister is en dat het onmo gelijk is zich zelfs bij benadering een beeld te vormen van wat geschiedt. Uit de houding van de Noorsche regee ring en uit de berichtgeving via Zweden schijnt te blijken, dat de Noorsche verdedi ging in kracht toeneemt. De mobilisatie gaat voort en het Noorsche leger wordt ge leidelijk sterker. Er zijn geen berichten over het bezetten van nieuwe plaatsen door de Duitschers noch over beslissende veld slagen; wel trachten de Duitschers door middel van de marionetten-regeering-Quis- ling en door berichten over onderhandelin gen met den Noorschen koning de weer standskracht der Noren ongunstig te be- invloeden. Dat wijst er op, dat de Duitsche strijdkrachten zich niet sterk weten. De Duitsche legerleiding zet er natuurlijk alles op, om nieuwe troepen naar Noorwegen over te brengen. De weg over zee schijnt vrijwel afgesloten te zijn door de blokkade der Engelsche vloot, zoodat men den lucht weg heeft gekozen. Volgens de Italiaansche pers bevindt zich op het oogenblik in Noorwegen een Duitsch expeditieleger van 100.000 man, dat snel de vitale punten des lands bezet, ondanks de door de Noren gevoerde guerilla. Het is begrijpelijk, dat de Italianen hun as-genooten willen helpen met wat propa ganda, maar deze voorstelling van zaken vindt tot nu toe nog weinig bevestiging in de feiten, die bekend zijn. Het wekt bij velen bevreemding, dat be richten over ontscheping van Britsche troe pen aan de Noorsche kust uitblijven. De reeds eerder gepubliceerde berichten wer den tegengesproken, althans niet bevestigd. Waarom landen de Engelschen niet er gens? De militaire medewerker van de „Times" schrijft in dit verband, dat men rekening moet houden met de problemen, welke zich hierbij voordoen. Zulk een troepen- ontscheping zou, aldus het blad, zonder vrij nauwkeurige kennis van de sterkte en de opstelling van de verdediging een groot waagstuk zijn, en tot een plaatselijke ramp kunnen leiden. Het uitkiezen van een plaats waar men zonder tegenstand troepen hoopt te kunnen ontschepen, moet gebaseerd zijn op volledige tactische inlichtingen, die on der de huidige omstandigheden niet ge makkelijk uit Noorwegen kunnen worden verkregen. Men kan, aldus de „Times" ge voegelijk aannemen, dat de autoriteiten in Engeland en Frankrijk zich ten volle be wust zijn van het belang van den tijdsfac tor en dat al het mogelijke in het werk' zal worden gesteld om te verhinderen, dat de Duitschers hun nog steeds hachelijke po sitie in Noorwegen versterken. Tot Zoover de „Times". Dat van den anderen kant de Engelschen niet zoo scheutig zijn met hun mededeelin- gen over de plaatsen, waar hun schepen zich bevinden en over hun plannen, is ook niet zoo onbegrijpelijk. Intusschen wordt de toestand in Zuid- Zweden nog steeds beschouwd als uiterst critiek. Plaatselijke kringen aarzelen niet te verklaren, dat men ieder oogenblik van den dag gelijktijdige ontschepingen kan verwachten op verscheidene punten van de Scandinavische kust, uit zee en uit de lucht. De Fransche en Engelsche consulaten in Gothenburg en Malmoe bereiden reeds de evacuatie van de Fransche en Engelsche onderdanen voor. De Zweedsche regeering heeft verklaard, dat zy strikt neutraal wil blyven en vast besloten is, haar neutraliteit ook met de wapenen te verdedigen. Zij zal een even- tueele poging van Duitschland, om troepen over Zweedsch grondgebied naar Noorwe gen te zenden, derhalve niet kunnen toe staan en dat met geweld verhinderen. Er wordt evenwel aan toegevoegd, dat een dergelijke eisch nog niet gesteld is. Neutraliteit zal verdedigd worden VERKLARING VAN PREMIER HANSSON Zwedens premier, Hansson, heeft gister avond voor de radio tot zijn volk gespro ken. Hij verklaarde, dat Zweden zal wei geren vreemde troepen door te laten, dal het geen doeleinden van welke mogendheid dan ook zal begunstigen en dat het een strikte neutraliteit in acht zal nemen, die het in geval van nood gewapenderhand zal verdedigen. Naar hij zeide waren er nog geen eischen aan Zweden gesteld die niet in overeenstemming waren met een strikte neutraliteitspolitiek. Wij bevinden ons, aldus de premier, vol gens het Zweedsoh Tel. Ag., in een perio de van beproeving, een beproeving die wel licht erger is dan ons vaderland in een eeuw tijds heeft te verduren gehad. De oorlog is genaderd tot vlak bij onze gren zen. Ik behoef in dit oogenblik geen uiting te geven aan onze gevoelens voor onze Scandinavische broedervolken. Ieder zal begrijpen, dat wij, ondanks onze eigen zorgen, diep geschokt zyn. Het komt thans op onszelf aan, op de mogelijkheden die wij nog hebben om vrede, vrijheid en eer te bewaren. Zweden heeft tot dusverre alles gedaan wat verwacht kon worden voor het hand haven van de aan het begin van den oor log geproclameerde neutraliteit. Zweden is vastbesloten deze politiek vat. strikte neutraliteit te blijven voeren. Dat wil zeg gen, dat wij ons naar alle zijden het recht voorbehouden om in volledige onafhanke lijkheid te oordeelen en in volledige on afhankelijkheid te handelen. Het zou on vereen igbaar zijn met een strikte neutraliteit om aan een oorlogvoe renden staat toe te staan voor diens onder nemingen Zweedsch grondgebied te ge bruiken. Gelukkig is ons geen enkele eisch in die richting gesteld. Wanneer zulk een eisch geformuleerd zou worden, zou hy afgeslagen moeten worden. Onze neutraliteit handhaven, wil tevens zeggen, dat wij haar zoo noodig gewa penderhand zullen verdedigen. Om er ze ker van te zijn dat Zweden dit zou kun nen doen, heeft de Zweedsche regeering gedurende den geheelen oorlog een omvat tend defensief apparaat op de been moeten houden, dat voldoet aan hetgeen in onze oogen noodig is. Het feit, dat het oorlogs- terrein tot in onze naaste omgeving is uit gebreid, heeft het noodig gemaakt dit ap paraat wederom te versterken. Dat betee- kent, dat in sterkere mate in het normale leven ingegrepen moet worden, dat betee ken t nieuwe moeilijkheden voor ons eco nomisch leven, voor onze gezinnen, voor elk van ons. Ik weet dat voor velen deze moeilijkhe den zeer zwaar zullen zijn, maar ik weet ook dat zij dapper gedragen zullen worden, in het bewustzijn, dat het welzijn van het vaderland deze offers vergt. Ik heb de overtuiging dat het Zweed sche volk bereid is zware offers te bren gen voor den vrede en voor iet recht over zichzelf te beschikken. Ik heb dan ook het vaste vertrouwen, dat onze eenheid en on ze besluitkracht ons land in staat zullen stellen de huidige moeilijkheden te boven te komen. Indien echter ook over ons het onheil komt, dan zal de Zweedsche natie zich in staat toon en onze kostbaarste goederen, de vrijheid en onafhankelijkheid van Zweden, afdoende te verdedigen.", DE TOESTAND TE GOTHENBURG. Men meent te weten, dat gisterenoch tend reeds Duitsche escadrilles over Zweedsch gebied hebben gevlogen, toen te Gothenburg luchtalarm werd gegeven. Aan de Zweedsche kust zijn alle maatre gelen genomen om op alles voorbereid te zijn. In snel tempo worden vrouwen en kinderen uit alle steden in Skane, vooral Gothenburg, Malmoe en Helsingborg, naar elders gebracht door treinen en auto's. Met koortsachtige haast werkt men aan den bouw van schuilplaatsen. De vuurtorens aan de Westkust, tussdhen Haallö en Tisstlarna zijn gedoofd. Te Mal- mö en Gothenburg worden verduisterings- en liuchtbeschermingso^feningen gehouden. Ook rondom de havtn van Malmö zijn maatregelen genomen. ALLE KATHOLIEKE DUITSCHE MISSIONARISSEN IN VRIJHEID. Volgens een mededeeling van de Duitsche Katholieke Miss ie centrale 'in Aken bevin den alle Duitsche katholieke missionaris sen, die werkzaam zijn in gebieden of ko loniën van de Geallieerden, zich op vrije voeten. In het begin van den oorlog wer den vele Duitsche missionarissen geinter- neer, maar deze maatregelen zijn nu op geheven. V Paus Leo XIII ook.... socialistisch?! Wy hebben een tijd gehad, dat er lieden waren ook onder de Katholieken van sterk-uitgesproken conservatieven of reac tionairen aard, die critiek op bestaande oeconomische en sociale verhoudingen be schouwden als een uiting van socialisme om dan naar zulke critici hun vurige ban bliksems te slingeren. Dezulken moeten wel styt van schrik in hun gemakkelijker stoel zijn gevallen, toen zy kennis namen van de „Rerum Novarum" van Leo XIII! Een beschouwing over „socialistisch", die wy deze week lazen in de socialisti sche pers, bracht ons deze simplistische opvatting van socialisme weer levendig vcor den geest! Daar betoogt mr. S. Mok uit Leiden, dat „de grootste Nederlandsche Staatsman van de vorige eeuw, Johan Ru- dolf Thorbecke" blijkens een verhandeling uit het jaar 1830 socialistisch was. Natuur lijk is hiei niet de bedoeling, om Thor becke vanwege zyn socialistische denk beelden te kapittelen; integendeel. Nu gun nen wij een socialist gaarne, een grcot Ne derlander als Thorbecke onder zijn geest verwanten te classificeeren, als hij daar voor goede redenen kan aanvoeren. En daarom hebben wij met stygende belang stelling de beschouwing van mr. Mok ge lezen Maar daarin geen enkel motief gevonden, dat wettigt de bedoelde verhan deling uil het jaar 1830 als socialistisch te bestempelen. Geen enkel motief, tenzij men van socialisme de simplistische opvatting heeft van de nierboven bedoelde 'ieden uit den verleden tijd. Maar zulk een op vatting kunnen wij by iemand als mr. Mok toch moeilijk veronderstellen. De schrijver geeft eenige citaten uit de genoemde verhandeling mi Thorbecke en op die citaten steunt zyn conclusie, dat Thorbecke's betoog in die verhandeling socialistisch is. Wij willen een van die citaten hier af drukken: „De hervorming, welke de nijver heid door de invoering der machines ondergaat, brengt het vermo gen in de han.d-?n van weini gen (spatieering van Th.). „De ver meerdering van kapitaal, welke de ma chines onderstellen en welke, omge keerd, door de machines bevorderd wordt, is voornamelijk vergrooting van het vast kapitaal. In diezelfde mate echtei. als kapitaal en ondernemers in het groot bijeen of geconcen treerd (spatiëering van Th.), blij ven. groeit noodzakelijk de menigte der burgers zonder vermogen, zonder ander inkomen dan arbeidsloon aan". Dit is wel een van de meest markante uitlatingen, waarcp de schrijver de socia listische mentaliteit van Thorbecke ba seert. Wij worden bang bang, dat mr. Mok, als hij de boven reeds genoemde encycliek „Rerum Novarum" van Leo XIII 'ns goed leest (hij zal deze misschien slechts wat oppervlakkig kennen) een artikel zal gaan schrijven over.„een socialistisch betoog van Leo XIII"! 't Is niet onaardig hier 'ns een citaat uit de „Rerum Novarum" af te drukken: „Hoe het ook zy, wij zien duidelijk, en allen stemmen hiermee in, dat aan de menschen der lagere klasse spoedig en afdoende moet worden hulp ver schaft, daar het grootste deel onver diend ir een ellendigen en betreurens- waardigen toestand verkeert. Immers, sedert in de vorige eeuw de oude werkliedenverenigingen werden ver nietigd en in de plaats daarvan geen ander hulpmiddel werd gesteld, is het, omdat cok de staatsinstellingen en wetten den voorvaderlijken godsdienst hadden verloren, geleidelijk er toe ge komen, dat de tijdsomstandigheden de arbeiders, op zich zelf staande en zon der verdediging, overleverden aan de hardvochtigheid der patroons en de onbeteugelde hebzucht der concurren ten. Een verslindende woeker, welke meer dan eens door de uitspraken der Kerk is veroordeeld, maar die toch, al is het dan ook in een anderen vorm, nog altijd door begeerige en hebzuch tige menschen wordt uitgeoefend, ver ergerde nog den treurigen toestand; waarbij nog komt het feit, dat zoo wel het bedrijfsleven als nagenoeg de geheele handel Inde macht is gekomen van enkelen, zoodat zeer weinige rijken en buitenge woon vermogenden bijna een slavenjuk aan de over- groote massa der prole tariërs hebben opgeleg d". (Spatieering van ons. Red. L. Crt.). Een merkwaardige overeenkoipst tus- schen beide hier gegéven citaten zal nie mand ontgaan. Wij hebben hierop even willen wijzen voornamelijk met de bedoeling, om 'ns te laten zien, hoe vaag-omschreven op heden ook onder socialisten het begrip socialis tisch is. Geen afspraak met een der oorlogvoerenden De Regeeringspersdienst meldt: De laatste dagen kan men in de bul- tenlandsche pers, in verband met de re cente internationale gebeurtenissen, hier en daar zekere venvachtingen aantreffen ten aanzien van de verder aan te nemen houding van kleinere neutrale staten, waaronder Nederland. Onder den indruk van uitingen over de neutralen in 't Britsche en Fransche- parlement zouden deze staten gevoe lig kunnen worden, heet het, voor sug gesties in den zie van reeds te voren gemaakte afspraken met de geallieer de belligerenten ter zekerstelling van hulp bij een eventueele aanranding van de andere zijde. Hiertegenover wordt andermaal vast gesteld zij het althans voor het Ne derlandsche volk ten overvloede dat de Nederlandsche regeering van den aanvang af een onwankelbare en ondubbelzinnige onzijdigheidspolitiek heeft gevolgd, die zij onveranderd blijft handhaven en waarin voor van te voren met welken belligerent ook gemaakte afspraak geen plaats is. Dit standpunt kan, naar de Neder landsche regeering recht heeft te ver trouwen, bij de regeeringen van alle oorlogvoerenden volledig bekend wor den geacht. Het gerucht onze ergste vijand. Van bevoegde militaire zijde schrijft men ons: in deze dagen, nu de spanningen buiten onze grenzen Nederland meer dan ooit voorbereid vinden op iedere eventualiteit, is het gerucht onze ergste vijand. Het gerucht immers veroorzaakt ook daar spanningen, waar daarvoor geen enkele aanleiding bestaat. Het blaast alledaag^che feiten op tot bedenkelijk symptomen en wijst normale gebeurtenissen aan als tee kenen van dreigend gevaar. Zoo is door sommigen zelfs de nachtelij ke militaire oefening, die gisteren in Den Haag werd gehouden, opgevat als een zoo danig teeken. Wie echter dergelijke op vattingen verkondigt heult met onzen vyand het gerucht. Oefeningen van een ge mobiliseerd leger bewijzen uitsluitend, dat dit leger zijn gewone dagelijksche plicht doet. Dit doet men toch overal. In plaats van hierin een dreiging te zien, hoort men dit op te vatten als een geru.ctstelling. Dat de Nederlander gerust kan zijn in het besef beschermd te worden door een krachtige en vaardige weermacht, zal hem thans en ook later werkelijk uit nog wel meer oefeningen van die weermacht blijken. VERKLARING VAN MINISTER VAN KLEFFENS VOOR DE ITALIAANSCHE PERS. De Nederlandsche minister van Buiten- landsche Zaken, mr. E. N. van Kleffens, heeft den correspondent te den Haag van het Italiaansche persbureau Stefani een interview toegestaan, waarin hij o.a. ver klaarde, dal de Nederlandsche regeering, die, wat de buitenlandsche politiek betreft, den steun der geheele natie geniet, onder de tegenwoordige ernstige omstandigheden kalm de gedragslijn blijft volgen, die zij bij het aan het bewind komen heeft uitge stippeld. Deze houding wordt niet alleen geken merkt door den wensch, buiten het conflict te blijven en nauwgezet de neutraliteit in acht te nemen, doch ook door den on- wrikbaren wil, met de wapens iederen aanval op het land, vanwaar deze ook komt. af te slaan. Sedert September j.l., aldus mr. van Kleffens, is niets nagelaten om de verde diging des lands zoo goed mogelijk te ver zekeren. Nederland zal zich, als het wordt aangevallen, met de meeste energie teweer stellen. IN NOORWEGEN WORDT VERWOED GEVOCHTEN. STOCKHOLM, 13 April. (A.N.P.) Duit sche vliegtuigen hebben byna drie uur lang Elverum gebombardeerd. De stad is vrijwel geheel verwoest, doch de Noren houden er nog steeds stand. De stad Eids- vold is eveneens nagenoeg met den grond gelijk gemaakt. De gevechten hadden een bijzonder dramatisch verloop in het ge bied van Askin, waar de Noren een spoor brug over de rivier de Gëlommen in de lucht lieten vliegen, juist op het oogen blik ,dat èr verscheidene autobussen met Duitsche troepen overheen gingen. Boven dien hebben de Noren verscheidene deelen Dit nummer bestaat uit vl|f bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland ZWEDENS PREMIER VERKLAART, DAT ZWEDEN GEEN VREEMDE TROE PEN ZAL DOORLATEN. (1ste blad). DE ORGANISATIE VAN DEN NOOR SCHEN TEGENSTAND TEGEN DEN DU1TSCHEN INVAL. (2de blad). DE BRITSCHE LUCHT- EN ZEESTRIJD KRACHTEN IN ACTIE. (2de blad). DE UITVAART VAN KARDINAAL VER- DIER. (2de blad). Binnenland DE INHOUD VAN HET TWEEDE ORANJE-BOEK. (2de blad). EEN REGEERINGSMAATREGEL TER BEVORDERING VAN DEN WONING BOUW. (2de blad). Gisteravond is het tweede Oranje- boek verschenen, waarin het Depar tement van Buitenlandsche Zaken de voornaamste aangelegenheden, in de periode NovemberApril behan deld, vooi zoover zij voor open baarmaking geschikt waren, heeft vervat. Dit Oranjeboek legt opnieuw ge tuigenis af van den krachtigen wil van onze Regeering tot handhaving van onze neutraliteit en geeft een overzicht van de wijze waarop de Regeering gedurende genoemde pe riode heeft geprotesteerd tegen rechtsschendingen door de belli gerenten. V. Voor een uitvoerig uittreksel van den inhoud van dit Oranjeboek ver wijzen wij naar pag. 5. TROOST VOOR KLEINE NEUTRALEN. DE LES DER HISTORIE. Het Zweedsche telegraaf-agentschap be richt uit Stockholm: Het Zweedsche blad „Stockholms Tidningen" oefent critiek op een arti kel over de gebeurtenissen in het Noor den, dat in het Russische blad „Iswes- tia" is verschenen en waarin het heet dat „de logica van den oorlog sterker is dan iedere andere logica en dat de kleine landen geen recht op neutrali teit hebben, indien zy zich, op of in de nabijheid van de „wegen" der groote mogendheden bevinden". „Hier is de brute kracht aan het woord", aldus het Zweedsche b!ad. „Deze opvat ting dateert niet van gisteren. Dit is steed* de practijk van de machtigen geweest. De kleine landen hebben vaak in den strijd tegen hen hun vryheid en hun leven verlo ren, maar ook is het voorgekomen, dat zy ze in stand hebben kunnen houden of heb ben heroverd. De kleine landen kunnen in de geschie denis den troost vinden, dat een kleine natie dikwijls in levensvatbaarheid en vol harding grootere landen heeft geëvenaard, maar dat wereldrijken worden geboren en ten onder gaan van den spoorweg opgebroken. Sedert gis teravond wordt verwoed gevechten in Zuid-Noorwegen, in het gebied van Hol den, dat door het grootste deel der bevol king is verlaten Aan de Zweedsche grens zijn meer dan 1300 auto's met geëvacueer- den aangekomen. EEN VERKLARING VAN QUISLING. OSLO, 13 April. (A.N.P.) Quisling heeft tegenover vertegenwoordigers van de Noorsche pers een verklaring afgelegd, waarin hij zeide, dat de directe aanleiding tot het Duitsche optreden was gelegen in de Britsche schending van de Noorsche neutraliteit. De Ncorsche regeering, aldus Quisling heeft te Londen slechts zwak ge protesteerd Duitschland achtte zich der halve gerechtigd, zelf zyn belangen in Noorwegen te behartigen. Daar de regeering Oslo verliet was het, naar Quisling zeide, de plicht van de Nasjonal Samling. een nieuwe regeering te vormen. Deze heeft tot taak, de vrijheid en onafhankelijkheid van Noorwegen te verzekeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1