DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN WEE DEN WEERLOOZE V Een „gematigd optimisme" Stiategiicfie punten Ut ACaotwegen êezet Noorsche tegenstand gebroken Gaat de Hamar-regeering onder handelen? WOENSDAG 10 APRIL 1940 31ste Jaargang No. 9613 Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. Adv. en Abonn.-tarieven zie pag 2. Giro 103003. Postbus 11. Dit nummer beslaat uil vier bladen. De intrekking van zeer vele militaire verloven is voor velen een pijnlijke ge- beurtenis. Allen, die niet verkeeren in de omstan digheden van de velen, die wij hier bedoe len, moeten zich de berokkende schade, het getroffen leed indenken, moeten dat mee voelen. Zeker, het offer, dat wordt gevraagd, wordt gebracht met de berusting, welke is gelegen in de overweging, dat het noodza kelijk is. Maar die berusting zal des te die per liggen en des te krachtdadiger werken cp de geestesgesteldheid van den betrok kene naar de mate hij weet, dat de burgerij naast en achter het leger staat en dat de Nederlandsche regeering alles doet, wat xn haar macht is, om de lasten voor de ge- mobiliseerden zoo veel mogelijk te ver lichten. De burgerij voelt zich inderdaad één met het leger. De Nederlandsche regeering doet i n- derdaad alles, wat zij kan om de lasten met zwaarder te doen zijn dan noodig is. In een organisatie, als de mobilisatie eischt, kan 't niet anders, of er gebeuren dingen, die onaangenaam zijn en niet hadden behoeven te gebeuren. Dat kan niet worden voorkomen. Maar over het geheel genumen zullen allen 't er over eens zijn, dat onze regeering mee-leeft, wy mo gen gerust ook zeggen: mee-voelt, met degenen, van wie voor de landsverdedi ging vaak zware, zeer zware offers worden gevraagd. En hoe staat het Nederlandsche volk, leger en burgerij, in haar geheel, tegenover de geweldige gebeurtenissen der laatste da gen, de ontzettende gewelddaden, die gis teren in andere landen*zijn geschied, en die ir ons land hun terugslag hebben gevon den in de intrekking der verloven bij wijze van voorzorgsmaatregel. Het Nederlandsche volk plaatst zich daar tegenover met.... een „gematigd opti misme". Deze uitdrukking in een der bladen typeert o. i. volkomen onze houding, oiii> denken, onze mentaliteit. Wij staan tegenover al de bedoelde fei ten met een gematigd optimisme. Ze ker, wij zien gevaren; wy z ij n niet blind voor wat ook Nederland zou kun nen overkomen. Wij zijn daarom gema tigd optimistisch, Maar wij weten óók, -dat ons land verre van weerloos is; dat ons land geregeerd wordt door personen, die een even krachtigen en beleidvollen wil hebben om met alle mogendheden i n vrede te blijven leven, als om onze zelfstandigheid tegenover alle mogendheden te bewaren en te handhaven, En dat stemt ons optimistisch. Ons land is verre van weerloos! Gis terenavond trof ons in de socialistische pers deze ontboezeming. „De zeehavens zijn afdoende ver sterkt, de kust wordt meter voor me ter bewaakt aan alle zijden is Ne derland op gebeurlijkheden voorbe reid. Een verrassende en overompelen- de overval, een „onder de voet loo- pen" van de lage landen, is uitgeslo ten. Dit belangrijke feit, welks strategi sche beteekenis zeer hoog mag worden aangeslagen, kan met volkomen zeker heid worden vastgesteld. Vonr de een half jaar geleden nog gerechtvaardig de vrees. Instaat geen aanleiding meer. Wie Nederland wil doortrekken deze wijze in contact te komen met zijn eigenlijken vijand, stuit op water, modder, beton, staal en een goed ge wapende, rustig gemobiliseerde weer macht. Het is niet denkbeeldig, van dit geheel een krachtige preven tieve werking uitgaat. Ons land kan zich eer. „gematigd optimisme" veroorloven." Zij, die gelooven en kunnen bidden, zullen daarin vinden de meest krachtigen sieun voor een optimisme, dat in zijn wezen en aard verschilt van en ver uitgaat toven het optiipisme,. dat hier wordt be doeld voor een optimisme, dat vertrouwt op God, Die ten slotte alles kan kee- ren naar het waarachtig welzijn der men- schen, alles kan dienstbaar maken aan het geluk van ons persoonlijk. Het noodlot, dat wij Maandag voelden aankomen, heeft zich Dinsdagmorgen met bliksemsnelheid aan Scandinavië voltrok ken. In één dag tijds is Denemarken bezet en hebben de voornaamste strategische pun ten van Noorwegen gecapituleerd. Wij staan een oogenblik verbijsterd. Verbijsterd over het feit van den aan val op twee landen, waarvan het absoluut vast stond, dat zij zoo vredelievend wa ren als het maar zijn kan, en dat zij zich angstvallig buiten het geschil wilden hou den Bovendien vertrouwde Denemarken op het niet-aanvalspact, dat het nog on langs met Duitschland had gesloten. 'Wij staan ook verbijsterd over de moti veering. Duitschland neemt de neutraliteit van Noorwegen en Denemarken in be scherming; maar hoe kan de Duitsche re geering gelooven aan de mogelijkheid om deze omstandigheden Noorwegen en Denemarken buiten den oorlog te houden? Wij staan verbijsterd over de bliksem snelheid. waarmede de aanval is volvoerd. Kan deze blijkbaar zoo goed opgezette en voorbereide Duitsche actie een représaille maatregel geweest zijn op het leggen van Britsche mijnen in de Noorsche territoriale wa'eren? Het is niet mogelijk dat aan te nemen. „Osservatore Romano", die de machtsgreep der Duitschers krachtig ver oordeelt, wiist er op, dat de Duitsche maatregelen geen enkele houdbare recht vaardiging kunnen vinden in het feit, dat de geallieerden tevoren initiatieven had den genomen, welke de neutraliteit der Scandinavische staten de facto schonden. „Het is moeilijk, aldus het Vaticaansche orgaan, een direct verband van oorzaak en gevolg te vinden tusschen de gebeurtenis sen van Maandag en van Dinsdae, die zoo verschillen m waarde en in elementen, welke er de oorzaak van zijn. Degenen, die tegen alles en allen de heilige rechten der neutrale landen verdedigden, kunnen slechts met smart deze bruuske en drama tische uitbreiding van het oorlogstooneel aanschouwen. Het verschil van meening tusschen En geland en Noorwegen, dat strikt beperkt was tot de Noorsche territoriale wateren is plotseling veranderd in een conflict, dat niet slechts de territoriale wateien, doch de territoriale souvereiniteit zelf van twee neutrale landen schendt, waarvan er één volkomen buiten den strijd stond en zelfs vele garanties betreffende zijn territoriale integriteit en zijn onafhankelijkheid had ontvangen Het conflict, aldus gaat de „Osservato re" voort, was in hoofdzaak een vlootcon flict en had dat moeten blijven. Niemand had de territoriale souvereiniteit vai neutrale landen bedreigd. Het conflict werd daarentesen uitgebreid tot een schending van de territoriale neutraliteit en de niet gevraagde hulp aan een der lan den. die hun neutraliteit en onafhanke lijkheid verdedigden is niets anders dan een schending van de neutraliteit en on afhankelijkheid van de landen, die er het slachtoffer van ziin". Wij kunnen moeilijk aanvaarden, dat de geallieerden van plan waren om Noorwe gen en Denemarken te gaan gebruiken als uitgangspunten voor hun aanval op Duitschland. Wanneer zij dat gewild had den, hadden zij een betere kans gehad tij dens het Finsch—Russische conflict. Toen zijn zij echter teruggeschrokken voor de noodzakelijkheid, de neutraliteit van Noor wegen en Zweden te moeten schenden. Hadden zij deze scrupules nu op zij ge zet? Er was inderdaad in het optreden van Engeland in de Noorsche wateren een aanleiding te vinden om dat te gaan ver onderstellen. Maar als de geallieerden zóó ver hadden willen gaan als Duitschland nu gedaan heeft, zou de geallieerde reactie op deze Duitsche daad niet zóó stuntelig zijn geweest als nu is gebleken. Wij hebben het leggen van mijnen In de Noorsche territoriale wateren veroordeeld als een schending van de Noorsche rech ten; het spreekt vanzelf dat wij voor de Duitsche aanval geen enkele rechtvaardi ging aanwezig achten. Het Japansche blad „Nitsjl Nitsji" schrijft, dat beide partijen als wolven en tygers de rechten der neutralen verscheu ren. De eenige leering uit het gebeurde Is, dat de ontlading van de geallieerde blok kade-druk op Duitschland den weg van den minsten weerstand heett gekozen, zoo dat het onze zaak is, onzen weerstand zoo krachtig mogelijk te doen zijn en daarop alleen te vertrouwen. DE NEDERLANDERS IN DENEMARKEN. Van Hr. Ms. gezantschap is via Berlijn by het ministerie van buitenlandsche zaken belicht ontvangen, dat de Nederlanders in Denemarken zich in goeden weistand be vinden. Cett tieuen-teg,e&dtig- te Clöia yeuownd v>- Het opperbevel der Duitsche weermacht maakte gisteravond bekend: Vandaag bevinden zich aan het einde van den dag alle militair belangrijke steunpunten vast in Duitsche handen. In het bijzonder ziin o.m. Narvik, Drontheim, Bergen, Stavanger, Christiansand en Oslo door sterke strijdkrachten bezet. Daar waar eenigszins sterke tegen stand werd geboden, zooals te Oslo en Christiansand, is hij gebroken. De kustversterkingen, welke voor een gedeelte in nauwe samenwer- kind door oorlogsmarine en luchtwapen met stoottroepen van het leger werden genomen, zijn ter afweer van vijandelijke aanvallen evenzoo gereed als sterke deelen van het luchtwapen. Het luchtwapen is er in geslaagd met de voor een deel naar de Noorsche vliegvelden verplaatste gevechtsgroepen vanavond een EngelschFransche vlootgroep ten Westen van Bergen zware ver liezen toe te brengen. In Denemarken en Noorwegen heerscht rust. De opmarsch van nog meer sterke Duitsche strijdkrachten ge schiedt thans, niet door den vijand gehinderd, snel volgens het vast gestelde plan. NOORWEGEN BEREID TOT ONDERHANDELEN? Volgens een bericht van het Noorsch Telegraaf Agentschap, da*t te Stockholm is ontvangen, maakt Noorwegen zich gereed om met Duitschland te onderhandelen. In het bericht wordt gezegd, dat het Noorsche parlement gister avond in he* stadje Elverum bijeen is gekomen. Elverum ligt ten oosten van Hamar, waar de regeering thans zetelt. Het parlement keurde het voorstel van de regeering om een commissie van drie personen te benoemen, goed, welke met de Duitsche autoriteiten moet onderhandelen overeenkomstig de door den miniser-president opgestelde richtlijnen. Tot leden van deze commissie zijn benoemd de oud-minister- presidenten Lykee en Mowinckel, alsmede Sundby. De Finsche radio heeft echter de geruchten over onderhandelin gen tusschen Noorwegen en Duitschland tegengesproken en mede gedeeld, dat de wettige Noorsche re«eering, bij monde van minister president Nygaardtsvold, in een te Elverum gehouden bijeenkomst van het Storting heeft verklaard, dat Noorwegen vastbesloten is, den strijd voor zijn integriteit en onafhankelijkheid voort te zetten. Het Storting heeft dit besluit met algemeene stemmen goedgekeurd. GEALLIEERDEN RAAD VAN OORLOG TE LONDEN BIJEEN Officieel wordt te Londen medegedeeld: „De opperste raad van oorlog der gealli eerden is Dinsdagmiddag te Londen bij eengekomen voor de zevende maal se dert het uitbreken van den oorlog ter bespreking van den toestand, die bet ge volg is van den Duilschen inval in Noor wegen en Denemarken. De vertegenwoor digers van beide landen hebben de gehecle situatie bestudeerd en hebben in volledige eensgezindheid besloten tot verschillende militaire en diplomatieke maatregelen, welke genomen zullen worden om het hoofd te bieden aan deze laatste daad van agressie Engeland was vertegenwoordigd door Chamberlain, Halifax, Churchill, Stanley en Samuel Hoare, die waren vergezeld van Cadogan, Newall, Dudley Pound en Iron side, Frankrijk door Reynaud en Daladier, die waren vergezel van Corbin, admiraal Darlan en generaal Koeltz". BERICHT OMTRENT BRITSCH EXPEOITIELEGER TEGEN ÜESPüoKEN Buiten de verwijzingen naar het Engel- sche voornemen tot hulpverleening aan Noorwegen is er te Londen geen bevesti ging van de berichten over een expeditie- leger. Het Amerikaansche bericht, als zou een Britsch leger op weg naar Noorwegen zijn, is, naar men gelooft, een uitvloeisel van een onjuist Duitsch bericht. NEVENREGEER1NG TE OSLO. Het Duitsche Nieuwsbureau deelde gis teravond mede: Naar thans bekend wordt, heeft slechts een gedeelte der regeering Oslo in de och tenduren verlaten en zich naar Hamar be geven. Verscheidene ministers zijn in de hoofdstad gebleven om het contact met het Duitsche gezantschap te kunnen handha ven. Naar verder wordt bericht, hebben zich in den namiddag, nadat reeds weder een vergaande kalmeering was ingetreden, twee der naar Hamer vertrokken ministers naar Oslo terug begeven en daar een ontmoe ting gehad met de daar achtergebleven le den van het kabinet. Naar men verneemt, hebben de te Oslo vertoevende leden der regeering de politiek van het rompkabinet te Hamar niet goed gekeurd. De te Oslo aanwezige ministers hebben zich bezig gehouden met de vorming van een nieuwe regeering, welke intusschen on der voorzitterschap van Vidkun Quisling is gevormd. Om half negen gisteravond heeft Vidkun Quisling voor den Noorschen omroep de proclamatie voorgelezen van een nieuwe Noorsche regeering aan het Noorsche volk. De proclamatie, waarin Quisling zich voorstelt als chef van de nieuwe regeering, verwijst in de eerste plaats naar de schen ding der Noorsche neutraliteit door Enge land. welke uit de legging van mijnvelden e d. heeft bestaan. De proclamatie verwijst voorts naar de „niets zeggende protesten" der voormalige Noorsche regeering. Thans heeft een regeering van „nationa le concentratie" het bewind overgenomen om de belangen van Noorwegen op dit oogenblik waar te nemen. De regeering van Nygaardsvold is afgetreden en door een nationale regeering vervangen. In de verklaring worden alle Noren aan gespoord de handen ineen te slaan om den toestand het hoofd te bieden. Quisling zeide. dat verdere tegenstand gelijk te stellen is met de misdadige ver nietiging van waarden. Ten slotte volgde een oproep aan de weer macht de nationale regeering te gehoorza men. VIDKUN QUISLING EEN NATIONAAL- SOCIALIST. De leider der te Oslo gevormde Noor sche regeering. Vidkun Quisling, heeft na den oorlog als secretaris behoord tot de ex peditie van Nansen naar Rusland. In 1932 werd hij minister van landsver dediging. Later trad hy evenwel uit de re- geering en richtte hij de beweging „Nasjo- nal Samling" op. Deze partij (partij der nationale eenheid) was gevormd naar het model van de Duit sche nationaal-socialistische partij. In het Storting, dat honderdvijftig leden telt, was zij niet vertegenwoordigd. OOK DE KONINKLIJKE FAMILIE IN HAMAR De Amerikaansche legatie in Oslo hertt het staatsdepartement er van in kennis ge steld, dat de Noorsche koninklijke familie, naar men gelooft vergezeld van de Noor sche regeering, naar Hamar is vertrokken. De Amerikaansche regeering heeft de be hartiging der Britsche en Fransche belan- ning talrijk waren. gen in Noorwegen op zich genomen op ver zoek van de Engelsche en de Fransche autoriteiten. DE CAPITULATIE VAN OSLO Te New-York wordt gemeld, dat Oslo te IC uur Britschen zomertijd gecapituleerd heeft. Volgens te Stockholm ontvangen berich ten zou de bezetting der stad reeds gister middag om 2 uur voltooid zijn geweest De Duitsche luchtmacht heeft een zeer groot aandeel in de bezetting gehad ?n een groot aantal vliegtuigen vloog boven de stad, ter wijl de afdeelingen infanterie slechts wei- De commissaris van politie in Oslo maak te gisteren op bevel van den Duitschen be velhebber bekend: De aangevangen evacuatie moet onmid dellijk gestaakt werden. Allen keeren naar hun woningen terug en hervatten hun ge wone werkzaamheden. Zij, die reeds de stad verlaten hebben, worden hiermede opgeroe pen terug te keeren. Deze verordening werd gegeven met het oog op de nieuwe omstan digheden. DE BEZETTING VAN DRONTHEIM Volgens het te Ostersund verschijnende dagblad „Jaemtsiands Tidning" is de bezet ting van Drontheim gisterochtend om vijf uur begonnen. Zy duurde tot zeven uur. De Duitschers hebben geen enkelen tegen- st« nd ontmoet. Vier Duitsche kruisers lig gen ter reede ten anker. Volgens „Jaemtlands Tidning" zijn te Drontheim ongeveer 12.000 Duitschers in de hotels en schelen der stad onderge bracht. Zy schynen voor een verblijf van langen duur te zyn uitgerust. De stad Is verduisterd en de schoolkinderen en zieken zijn geëvacueerd. Volgens den correspondent van het ge noemde blad verwachtte men te Drontheim gedurende den nacht belangrijke gebeurte nissen. Men geloofde, dat de Britsche vloot zou trachten, door te breken tot de haven der stad. DUITSCHE TORPEDOJAGER BESCHADIGD Radio-Rome meldt, dat volgens een uit Stockholm ontvangen bericht een Duitsche torpedojager ernstig beschadigd de haven van Stockholm is binnengeloopen. DUITSCH BEROEP OP DE REGEERING TE HAMAR De Duitsche gezant, dr. Braeuer, heeft de Noorsche pers ontvangen en haar mededee- lir.g gedaan van een nieuwen oproep, die hij gisterochtend tot de Noorsche regeering heeft gericht De tekst luidde: „Met herha ling van den oproep van vanochtend wil ik er de Noorsche regeering met allen ernst nogmaals op wijzen, dat- Noorsche tegen stand tegen de door ons begonnen actie vol komen waardeloos is en slechts tot een al lergrootste verergering van den toestand voor Noorwegen kan leiden. Ik herhaal, dat Duitschland niet het oogmerk heeft door zljt' maatregelen de territoriale integriteit en de politieke onafhankelijkheid van het koninkrijk Noorwegen thans of in de toe- krmst aan te tasten". De gezant verklaarde, dat de Duitsche maatregelen in Denemarken zonder ge vechten en vlot ten uitvoer werden gelegd De Deensche regeering heeft op formeele gronden weliswaar geprotesteerd, doch ma terieel heeft zy de Duitsche eischen aan vaard en met juist begrip haar neutraliteit order Duitsche beschermi g gesteld. De evacuatie-maatregelen, aldus de gezant, kunnen weinig bijdragen tot de kalmeering van het land.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1