r Avontuur Venezuela. FEUILLETON In Naar het Amerikaansch van R. HARDING DAVIS. '.Nadruk verboden). 47, Ut smeek, dat God jullie beiden be hoedt!, antwoordde het meisje. Na een wachten, dat hem eindeloos leek, klonk een doffe, rommelende slag en het lawaai van vallende stukken rotssteen. Roddy ging weer terug naar het einde van de tunnel en zag in den muur een gapend, zwart gat. Daar doorheen, aan den anderen kant, schemerde een vaag lichtschijnsel. Na over den stapel gebroken steenen te zijn geklommen, stond hij in de cel. De ontploffing had er, uitgezonderd het gat in den muur, geen schade aangericht. De meu bels stonden waar ze altijd gestaan had den, het boek lag precies in zijn plaats; in de tocht, die uit de tunnel kwam, stonden de kaarsen heftig te flikkeren. Maar van der- man, dien hij zocht, voor wien hij zijn leven waagde, was geen spoorte ontdek ken. Met een kreet van verbazing en schrik liep Roddy naar de ijzeren deur van de cel. Die was gesloten en gegrendeld. Nu de muur de geluiden niet langer doofde, klonk al het hevige lawaai van den strijd luid in zijn ooren. Door de steenen gang kwam het scheurende geluid van de kanonnen der belegeraars, het geratel van geweervuur, het geschreeuw van de soldaten. b Hij begreep dat het geluid van de ontplof fing verloren was gegaan in dat kabaal en dat hij niet voor ontdekking behoefde te vreezen. Maar wat beteekende zijn eigen veiligheid nu het met verbijsterende ont steltenis tot hem doordrong dat zijn bevrij dingspoging mislukt was? Hij draaide zich om en tuurde scherp in alle hoeken van de sel. De wolkmen cement, die door de ont ploffing waren opgejaagd, waren opgetrok ken en Roddy zag nu, verborgen achter de tafel, in elkaar gedoken op den steenen vloer, met zijn rug tegen den muur, de ge stalte van een man zitten. Met een kreet van verlichting en schrik tegelijk riep Roddy op hem toe, terwijl hij zijn lantaarn aanknipte. Het was Vicente. Het gezicht van den jongen dokter was volkomen bloe deloos; zijn oogen staarden wild. Ga weg! fluisterde hij. Zijn stem was zwak en beefde. Iiemand heeft ons verra den. Ze weten alles! En jij, vroeg hij, waarom ben jy hier? Ze probeerden het uit me te krijgen, fluisterde hij. Ze denken dat je met de boot komt. Jij en de anderen Toen ik geen ant woord wilde geven hebben ze me hier ge bracht. Dat was hun grap. Je moest mij vinden in plaats van den ander. Ze wach ten op de wallen boven ons, tot jij met de boot komt. Ze weten niets van de timnel Ze hebben je gemarteld!, riep hij. Ik ben bewusteloos geworden. Toen ik bijkwam, fluisterde de dokter, was ik hieT opgesloten. In Godsnaam, red jezelf! En Rojas?, vroeg Roddy. Niet meer mogelijk! Hij is in een an dere cel. de laatste, in deze gang. In deze gang! zei Roddy Ik zal er uit komen, op dezelfde ma nier als ik er in kwam. Kun je loopen? Help me, smeekte hij. Roddy hielp hem opstaan en leidde hem naar de tunnel, met zijn arm om Vicente's schouders geslagen. Mij gaf hem brandy uit zijn flesch en Vicente knikte dankbaar. Verderop, legde Roddy uit, zal je Senorita Rojas vinden. Zeg haar, dat ze da delijk weg moet gaan. Vertel haar niet, dat ik haar vader ga zoeken. Het is razernij! riep Vicente. De cipier is in de gang en ze kunnen ieder oogenblik komen om Rojas te vermoorden. Dan heb ik geen tijd te verliezen, riep Roddy uit. De senorita en jij moeten de tun nel uitgaan en liefst zoo vlug mogelijk. Roddy ging snel terug naar de plaats waar Mc. Kildrick de reserve voorraad springstoffen had opgeborgen. Daarmee en met de boor, den hamer en met zijn hoed vol klei, klom hij weer door de opening in de cel. De kracht van den aanval op het fort had zich verdubbeld en om hem af te slaan was de heele bezetting naar de wallen ge commandeerd zoodat, voorzoover Roddy door de tralies zien kon, de gang onbe waakt was. De deur van de cel hing op drie hengsels en onder het onderste hengsel had het gewicht van de deur het lood en ce ment los gebroken, waarin hij vele jaren geleden vastgeklonken was. Met zijn boor maakte Roddy de opening zoo groot, dat hij er zijn hand in kon steken en schoof er toen een staaf dynamiet in. Daaraan maak te hü een slaghoedje en een lont vast, stak de lont aan en vluchtte de tunnel in. Hi;: had de lont doormidden gesneden en hoef de dus niet lang te wachten. Met een slag. die de cel deed «chudden en die weer £aI»v ie door de - i werd het stuk van den muur, waai in de hengsels vastzaten, uit elkaar gerukt en de celdeui viel als een reusachtig verbogen rooster in de gang. Roddy kon zich niet weerhouden om in zijn eentje een hoeraatje aan te heffen. Met een lading dynamiet kon ook de laatste cel in de gang geopend worden en Rojas zou vrij rijn- Maar het was Roddy niet langer gegund om zich ongehinderd een weg naar het succes te banen. Bijna nog voor de ijze ren deur op den grond van de gang was neergekletterd dook de forsche gestalte van den cipier op in de opening. In zijn eene hand hield hij een revolver, in de andere een lantaarn. Hij hield zichzelf in even wicht op het gevallen traliewerk, terwijl hij de lantaarn omhoog hief. Roddy zag een bos sleutels aan zijn gordel hangen. Het ge zicht van die sleutels steeg hem naar het hoofd als een snelwerkend vergif. Het stof hing in een dichte wolk tusscben de twee mannen en voor de cipier zich op een aan val had kunnen voorbereiden, had Roddy zich op hem geworpen en hem de revolver ontwrongen door zijn polsen om te draaien. Met zijne eene hand aan de keel van den cipier, schoof hij de revolver omhoog on der zijn kin tot de stalen monding in zijn vleesch wegzonk. Houd je mond, flnisterde Roddy. Doe wat ik je zeg, of het is met je gedaan. Breng me naar de cel van Generaal Rojas. Hoe dapper de man een oogenblik gele den ook geweest was, de aanraking van het koude staal koelde zijn moed bedenkelijk af. De wensch te blijven leven overheersch te in sterke mate zijn andere gevoelens Snakkend, hijgend, mei angstig-rollendf oogen, knikte hij toestemmend. Met de revo ver tegen zijn rug liep hij de gang af en morr^de onderwijl, zonder eenig verdei bevel van Roddy, zenuwachtig aan zijn sleutels. Aan het einde van de gang nan hij een sleutel en ontsloot met bevende hand de celdeur, die hij daarna openduw de. De cel was volkomen donker. Roddy gaf den cipier een duw, zoodat hij naai binnen tuimelde en zijn vrije hand klemde zich om den sleutel in het slot. Generaal Rojas! riep hij. Kom naai buiten. U bent vrij. Wat verlangt u van me? Is dit het ein de? Bent u mijn beul? Goeie hemel, nee! riep Roddy. Vieren vijftig, vier! Ik ben degeen, die u gewaar schuwd heeft. De tunnel! riep hij. De tunnel is open. Hij schoof de kolf van zijn revolver naar de gestalte toe. Hier, als ik u een leugen verteld heb, mag u me neerschieten. Maar kom in Gods naam mee! Rojas stapte de cel Uit en Roddy wierp de ijzeren deur met een kreet van verlichting voor het gezicht van den cipier dicht er sloot de cel af. Dit scheen den ouden man gerust te stellen en toen het licht van d« lamp in de gang op Roddy's gezicht viel stak hij Roddy met een gerusten blik in zijn oogen, de revolver weer toe.. Ik verwachtte vast dat ik vermoort zou worden, zei hij. Kunt u mij vergeven! Kunt u hard loopen?, was Roddy'# eenig antwoord. Met een vroolijken, bijn# jongensachtigen iach draaide de Generaal zich om en rende met Roddy de gang af, z-ader den arm, dien hij hem aanbood, aan te nemen. Toen hij de gevallen celdeur zag, liet hy een uitroep van genoegen hooren on op het zien van de opening in den muur slaakte hij een kreet van innige voldoe ning. fSlot volet!. 3)e £cictoclie öou^omt De haven van Oslo, welke thans, evenals vele andere strategische punten van de Noorsche kust, in Duitsche handen is Waar Duitsche troepen bij de bezetting van Denemarken landden Van Kopenhagen strekt zich langs de Sont naar Helsingör de groote moderne autostrada uit, die een der voornaamste verbindingen vormt tusschen de Deensche hoofdstad en de Noordelijk gelegen plaatsen Dr. H. A Zwijnenburg te Enschede is als opvolger van den heer Cohen benoemd tot lid van de Tweede Kamer Waschdag aan het Westelijk front. Galante Duitsche soldaten helpen de bewoonsters van een der dorpen nabij de Siegfriedlinie Koning Leopold van België nam Maandag ter gelegenheid van zijn militair jubileum te Brussel een groot troependefilé af In grillige vormen verheft zich de kust van het Deensche eiland Moën, tusschen Seeland en Fünen, dat met de overige deelen van de eilandengroep door de Duitsche troepen is bezet De gebeurtenissen in Scandinavië worden in ons land met bijzondere spanning gevolgd. Voor de bureaux der dagbladen verdringen zich velen, om de laatste berichten op de nieuwsbulletins te lezen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 12