Pastoors in de 19e eeuw
RIJNSTREEK
WOENSDAG 10 APRIL 1940
H?tHT
DERDE BLAD - PAG. 10
UIT DE GESCHIEDENIS VAN VOORSCHOTEN
door
A. N. DUYNISVELD, pr.
XIII.
Het pastoraat van pastoor Driessen ein
digde in 1815; den 9en Januari van dat
jaar stierf hij op ruim 58-jarigen leeftijd.
Bij zyn dood schreef aartspriester Cra
mer over hem: „overleden is de Eerwaar
de Heer Bernardus Driessen, een pastoor
van groote verdiensten voor de Missie,
daar hij schreef tegen' de „Illuminati" (een
soort ketterij) en vol ijver was voor de
rechtzinnige leer" 119).
In zijn Missieverslag van 1807 had de
voorganger van Cramer, aartspriester
Ten Hulscher over de Statie Voorschoten
geschreven: „een eyndweegs buy ten het
dorp staat aan den Heerenweg eene kerk
en pastory. Sedert korte jaren veel ver
timmerd en verbeterd".
Het aantal katholieken bedroeg 750,
waarvan 485 communicanten 120).
Pastoor Leonardus van Marwijk
of Marrewijk, 19 Januari 1815 tot 1
April 1818.
Leonardus van Marwijk werd te Poeldijk
geboren op 9 Augustus 1757. Na zijn hoo-
gere studies te Leuven te hebben gemaakt
werd hij tot priester gewijd in 1798 en als
kapelaan gezonden naar zijn geboorte
plaats Poeldijk 121). Daarna was hij kape
laan tte Berkenrode 122), van waar hü in
1805, pastoor te Kudelstaart werd, waar,
volgens Ten Hulscher's Missieverslag „in
een agterbuurt een oud en bouwvallig
kerkje met des priesters woning annex"
stond. „Hetzelve is in groot gevaar", aldus
het Verslag, „door de aangrenzende poel te
worden verzwolgen" 123).
Den 3en April 1813 werd Van Marrewijk
pastoor op Texel, in de Statie Den Burg;
de aartspriester had hem verzocht zijn
pastoraat te Kudelsaart met dat van Den
Burg te ruilen, hetgeen Van Marrewijk
zoo grootmoedig deed, dat de aartspriester
in zijn Dagboek aanteekende, hem om zijn
gehoorzaamheid beloofd te hebben over
een jaar of vier te zullen promovee-
ren 124)
De benoeming van Van Marrewijk tot
pastoor op Texel bleek een goede greep te
zijn geweest: hij bezat de gave om de ge
moederen der katholieken, op velerlei
punten verdeeld, tot rust en vrede terug
te brengen.
De aartspriester was over dezen gelukki
gen gang van zaken zoo verheugd, dat hij
pastoor Van Marrewijk wilde beloonen en
hem reeds na twee jaren van Texel zond
naar de Statie Voorschoten.
Hier heeft pastoor van Marrewijk slechts
eenige jaren zeer verdienstelijk gewerkt.
Hij ijverde voor de in- en uitwendigen
luister van het kerkje en voor het gods
dienstig leven van zijn volk. Zoo werd in
1817 opgericht de Broederschap van de ge
durige aanbidding.
Daarbij was pastoor Van Marrewijk
zeer milddadig; hij schonk alles weg en bij
zijn dood heeft hij niets nagelaten, zoodat
zijn opvolger zorgde voor de begrafenis
kosten 125).
Op 1 April 1818 maakte de dood een te
vroegtijdig einde aan dit verdienstelijk
priesterleven; pastoor Van Marrewijk was
slechts ruim 42 jaar oud geworden.
Hij werd opgevolgd door Arnoldus
Ludovicus Tijssen (Thijssen), op 25
Mei 1775 te Rotterdam geboren en 24
Augustus 1801 tot priester gewijd; daarna
was hij kapelaan te Middelburg, vanwaar
hij 29 November 1808 werd benoemd tot
pastoor te Den Briel. Den 19en April 1818
kwam hij naar Voorschoten, waar hij 24
Januari 1834 overleed en op het door
hem aangelegde kerkhof werd begra
ven 126).
Pastoor Tijssen was een ziekelijke man,
te zwak om te preeken, maar een „pastor
bonus", een goede herder, die, ondanks
zijn lichamelijke zwakheid veel heeft ge
werkt. Op het oude en reeds vaak ver
bouwde kerkje plaatste hij een torentje,
om het daarmede meer het aanzien van
een godshuis te geven .Daarvoor ontving
hij van het Gouvernement een subsidie
van 1200 gld. Tevens werd het kerkje ver
groot en uitgebreid tot een oppervlakte
van 170 vierkanten ellen; het werk werd
aangenomen door G. Fakkeldey te Leider
dorp voor de som van 4775 gulden.
Op 29 Aug. 1830 werd het contract met
den aannemer gesloten en kon met den
bouw een aanvang worden gemaakt.
In den toren kwam in 1831 een klok te
hangen, van 600 pond gewicht, die ruim
661 gld. kostte, en geleverd werd door J.
J. Maritz en op 19 Oct. 1831 geconsacreerd.
Een omgang bij de katholieken bracht
ruim 1185 gulden op, terwijl eenige lega
ten het ontbrekende aanvulden. Voor de
kerk werd een laan aangelegd, nadat het
Hoogheemraadschap Rijnland toestemming
had verleend om den dam aan den Hee
renweg, die toegang naar den kerkgrond
verleende, te verbreeden. (1821). Reeds
voor den bouw van kerk en toren, kregen
de katholieken een eigen kerkhof, dat op
5 Augustus 1820 werd ingewijd door Van
Banning 127).
Behalve voor den uiterlijken luister
zorgde pastoor Tijssen ook voor het gods
dienstig leven zijner Statie. Zoo werden in
1819 ingesteld de Broederschap van het H.
Hart en die van een zaligen dood.
Wilhelmus Verlaat werd op 26
Maart 1786 te Haarlem geboren en ontving
17 Maart 1810 de H. Priesterwijding in de
„Krijtberg" te Amsterdam uit handen van
Mgr. Van der Velde de Melroy.
Achtereenvolgens was hij kapelaan in
het Begijnhof te Haarlem, tot 1814 en in de
Posthoorn te Amsterdam; in 1817 werd hij
deken en pastoor te Middelburg. In 1822
ging hij naar Zaandam en in 1834, den
12en Maart werd hij pastoor te Voorscho
ten, waar hij slechts enkele maanden is
gebleven: nog in December van dat zelf
de jaar vertrok hy naar Den Haag als pas
toor van de Sint Willebrorduskerk. Op zijn
herhaald verzoek en dringende bede om
een landelijke Statie, werd hy in 1844
overgeplaatst naar Nes en Swaluwebuurt,
waar hij 3 October 1857 is gestorven 128).
Pastoor Verlaat was een deftig maar
toch nederig man, die als pastoor in Den
Haag er over dacht naar de Capucijnen
te gaan; zijn heengaan naar de platte
landsstatie Nes werd er ten zeerste be
treurd. Ook te Voorschoten, waar door zijn
toedoen Cornelis Schermer tot zijn opvol
ger werd benoemd, betreurde men, on
danks zijn zeer kort verblijf, zijn vertrek
naar Den Haag 129).
Dat hij een voortreffelijk priester was
getuigt de lofprijzing zijner kerkelijke
Overheid; de aartspriester Van Banning
pree6 hem om „zijn gedrag, kennis en
wijs bestuur", en de latere aartspriester
Gerving roemde „zijnen priesterlijken ijver
in het vervullen zijner ambtelijke verplich
tingen, in zijn zorgzaam voeren van het
kerkelijk beheer, in zijn liefde voor den
luister van Gods huis" 130).
Pastoor Verlaat was sinds 1835 provisor
van het seminarie Hageveld; dit eene ambt
legde hij in 1846 neer. In 1839 stond hij op
de voordracht om tot president van War
mond benoemd te worden; hij werd daar
toe zelfs de meest geschikte geacht, maar
over een eventueele benoeming door den
Vice-Superior Antonucci gepolst, smeek
te hij voor dien post niet in aanmerking te
mogen komen 131).
119) Haarl. By dr.: dl. LVI, bl. 184.
120) Bijdr. v Haarl.: dl. XLI, bl. 283.
121) Haarl. Bijdr.: dl. LVI, bl. 272.
122) Bissch. Oud Archief te Haarlem.
123) Bijdr. v Haarl.: dl. XLI, bl. 280.
124) ld.: dl. XLV, 208—210.
125) Parochie-archief van Voorschoten.
126) Haarl. Bijdr.: dl. LVI, bl. 342; Bijdr.
v. Haarl.: dl. XXXVII, bl. 315; Parochie-ar
chief van Voorschoten; Bissch. Oud Ar
chief te Haarlem.
127) Parochie-archief van Voorschoten.
128) Bijdr. v. Haarl.: dl. XXXVII, bl.
252—254.
129) Parochie-archief van Voorschoten.
130) Bissch. Oud Archief te Haarlem.
131) Bijdr. v. Haarl.: dl. XLVIII, bl.
478.
ALPHEN AAN DEN RIJN
Het staartje van de
Gezinsweek
Opvoering van „Leontientje"
Voor een stampvolle zaal met belang
stellenden, kunstlievende donateurs en ge-
noodigden gaf de Katholieke Kunstkring
zijn jaarlijksche uitvoering in de zaal van
de St. Josephsgezellen. Hoewel de mobili
satie-maatregelen aanvankelijk parten
speelden en de zaken een oogenblik zelfs
zoo stonden, dat de K.K.K. dit seizoen
achter de schermen zou moeten blijven,
heeft de kring de opgeworpen moeilijk
heden weten te overwinnen. In zyn korte
loopbaan heeft de Katholieke Kunstkring
zijn bezoekers reeds dusdanig verwend,
dat de verwachtingen ook dimaal weer
zeer hoog gespannen waren. En opnieuw
triomfeerde de K.K.K., in de opvoering
van „Leontientje", tooneelspel in drie be
drijven van Felix Timmermans en Eduard
Vetermarv Door zijn inhoud paste dït
prachtig stuk bovendien geschikt aan bij de
zoo pas gehouden gezinsweek.
Als het doek open gaat, zien we hoe de
ongeloovige Isidoor (C. v. d. Heijden) en
het katholiek Leontientje (mej. M. Schave-
maker), in den achtertuin van haar vader,
hun wederzijdsche liefde verklaren. Een
idyllisch tafereeltje, dat echter plots
wreed verstoord wordt door de verschij
ning van Leontientjes vader, den ouden
horlogemaker Gommaer (P. L. Wols), die
niet wil en als katholiek niet mag dul
den, dat zijn dochter omgaat met een on
geloovige!
Bijzonder goed en vlot heeft de oude
heer hier bij die ontmoeting, die hij heeft
gezocht zijn waarlijk niet gemakkelijke rol
gespeeld. In heiligen toorn ontstoken leest
hij hier aan beiden de les. Daar blijft het
evenwel niet bij. Deze Gommaer gaat nu
met Leontientje de Paaschdagen door
brengen bij zijn heerbroer, den pastoor (N.
J. Verkleij). En daar legt Gommaer, onder
overlegging van een onderschepten brief
van Isidoor, het geval aan Heernonkel
voor.
In een fijngevoelige scene maken we
mee, hoe Leontientje hem bekent, den
antiquair Isidoor lief te hebben. De pas
toor besluit, den jongeman tot een bezoex
uit te noodigen. En als deze er is, maken
we in de twee volgende tafereelen, welke
spelen in den grooten tuin van den herder,
mede, hoe de pastoor den jongeman pro
beert te overtuigen. Maar terwijl Leon
tientje al dien tijd tusschen hoop en vrees
leeft moet Isidoor bekennen, hoe hij on
mogelijk gelooven kan. De tegenstelling
het gaarne willen maar niet kunnen werd
prachtig in scene gebracht. Leontientje
echter geeft de hoop niet op. Zij gaat ter
beevaart naar het Kapelleke van O.L.
Vrouwe der Vijf Fonteijnen en houdt er
een novene. Zij gelooft vast en stellig, dat
de Lieve Vrouwe haar zal verhooren, ja,
zelfs een mirakel zal doen voor de be
keering van haar beminde. Zij stort haar
hart uit tegen Mieke Zand (mej. N.
Scheerder) de bijna stokoude bewaakster
van het Kapelleke. Die tracht haar te
troosten, door haar eigen levensgeschiede
nis te verhalen en stemt er tenslotte in toe,
dat Isidoor een brief voor Leontientje bij
haar in 't Kapelleke mag doen aankomen.
Op de pastorie ontdekt Heernonkel echter
dezen brief en hij verbiedt Leontientje
deze briefwisseling voort te zetten. Geheel
gebroken, doch gehoorzaam, schrijft zij
Isidoor haar afscheidsbrief. Maar we zien
haar kwijnen. En in het slottafereel, vol
ontroerende ipomenten, zien we haar ster
ven, maar vlak ervoor de pastoor heeft
hem zelf geroepen mag zij Isidoor nog
even zien. Haar laatste woorden „Men moet
maar ééns gelooven om altijd te gelooven"
breken zijn laatsten weerstand en ook hij
buigt, met de anderen tot bidden, zijn
hoofd, terwijl hij het kruis van den pastoor
grijpt en het aan zich drukt. Zij heeft haar
leven geofferd voor zijn bekeering....
Hiermede was een bijzonder mooi en
leerzaam stuk ten einde. Alle spelers wis
ten ieder de toevertrouwde taak op buiten
gewoon goede wijze bij te dragen tot het
welslagen van dezen avond. Bijzonder ge
slaagd was de vertolkster van Leontientje,
mej. M. Schavemaker. Zij wist een zeer
fraaie creatie te bieden, die van het begin
tot het einde boeide en die met het werke
lijk goed uitgebeelde spel van haar partner,
Isidoor, het beluisteren en aanschouwen tot
een waar genoegen maakte. Ook de pas
toor heeft aan zijn spel de juiste maat
weten te geven. Met mej. C. Scheerder,
voor de bezetting van de rol van een al-
bedrillende pastoorsmeid was een gelukki
ge keuze gedaan. Zij vooral heeft op pret
tige wijze herhaaldelijk voor de verrui
ming van een wat „geladen" atmosfeer
zorg gedragen. Het stuk was onder regie
van den heer J. J. C. Böckljng en met goe
den smaak en artistiek inzicht ingestudeerd.
Het werd voor den K.K.K. een groot
succes. De grime was op juiste wijze ver
zorgd door den heer G. Hoppezak uit
Leiden. De fraaie décors waren beschilderd
door den heer C. van der Putte.
ALKEMADE
Geboren: Petronella Maria d. van P.
G. M. Wesselman en A. M. de Koning
Joannes Antonius z. van C. Kouwenhoven
en M. M. v. d. Broek Martinus Petrus z.
van B. Klerks en A. M. Kuijpers Fran-
ciscus Hendrikus Jozef z. van A. H. J.
Lohman en W. C. A. Twaalfhoven
Gerardus Josephus z. van A. J. Schouten
en A. M. v. Ruiten.
Ondertrouwd: Petrus J. Opdam, jm
29 j. en Bertha J. G. Wolvers 27 j. Leo
nardus van Es jm. 29 j. en Cornelia A. van
Zoen, jd 24 j.
Getrouwd: Cornelis van Dam en Jo
hanna C. Wesselman Albertus J. van
Zoen en Maria C. van Amsterdam Ar
noldus J. Hogeboom en Maria G. van Kina
Overleden: Engelina J. Bontje oud
44 j., echtgen. van J. M. van Haaster.
Vertrokken: B. J. C. v. Kleef naar
Oosterblokker A. E. Bisschop naar
Leiden M. C. Helleman naar Naaldwijk
W. J. v. Diemen en gez. naar Leiden
W. G. J. v. d. Zwet naar Gennep L. v.
Es naar Leimuiden C. v. Emmerik naar
Monster, Kwintsheui A. Raaphorst en
gez. naar Haarlemmermeer A. Penders
naar Zwammerdam J. A. v. Haaster
naar Amsterdam M. P. Zandvliet naar
Voorschoten H. W. v. d. Klugt naar
Leiden M. W. v. Haaster naar Amster
dam H. C. v. d. Meer naar Leiden C.
Th. M. Wagenaar naar Maastricht B. J.
W. Bakker naar 's Gravenhage J. M.
van Haaster naar Amsterdam.
Gevestigd: A. P. G. Oudshoorn van
Woubrugge M. H. Koolloos van Noord-
wijkerhout C. E. van der Star van Al
phen aan den Rijn C. Jonkman van
Haarlemmerméér H. J. Zoetemelk van
Woubrugge J. C. Bisschop van Leid-
schendam B. J. Geerling van Hengelo
C. J. C. Roessen van Leiden.
BODEGRAVEN
Aanrijding. Terwijl de 13-jarige S. per
fiets in de Noordstraat reed, kwamen een
tweetal auto's hem uit de richting Woer
den achterop rijden. Door den tweeden
wagen werd S. gegrepen en op het trottoir
geslingerd. Een handvat drong vrij diep
in het dijbeen van den jongen door. Het
rijwiel werd totaal vernield. Door dokter
Kerpel werd geneeskundige hulp verleend.
Overbrenging naar een ziekenhuis werd
noodzakelijk geacht
BOSKOOP
Tuinbouw en Plantkunde. Verslag
van de bijeenkomst der leden van de Kon.
Ned. Mij. van Tuinbouw en Plantkunde op
Maandagavond 8 April in hotel „NeufBij
afwezigheid der le en 2e voorzitter (met
kennisgeving) opende de heer K. Ver
boom deze bijeenkomst Hierna krijgt de
heer J. Mossel het woord welke zich be
reid verklaart heeft een causerie te houden
over appelen en peren.
De heer Mossel noemt als eerste appel de
Present van Engeland welke bijzonder ge
schikt is voor onze grond, heeft lange tak
ken welke eenigszins treuren en is daar
door goed geschikt om als halfs tam te
kweeken en is rijkdragend.
De laatste helft van October is deze
appel plukrijp en geeft een overvloed van
mooie flinke appelen, spits van vorm, de
kleur is geel met aan de zonkant een roode
blos, is zeer duurzaam, want de heer Mos
sel toonde nog een paar mooie exemplaren.
De Koningin een in Boskoop gewonnen
zaailing van Present van Engeland werd
ook ten zeerste door den heer Mossel aan
bevolen. De Goudreinetten en de Schoone
van Boskoop welke weinig uiteen loopen,
zijn ook bekend om hun grootte, houdbaar
heid en fyne smaak. Newton Wonder is
een groote ronde appel, zeer houdbaar.
Ellington Pipping is een van de smakelijk
ste appels. Roode Ster is een kleine donker-
roode appel welke alleen aan oudere
boomen goed draagt.
Jonathan, een Amerikaansche appel,
waarvan de geur fijner is dan de smaak
is evenals de Wijnsap een mooie appel,
wanneer deze appels aan de boom rijp wor
den is de smaak beter dan de geimpor-
teerden, daar de laatste te onrijp geplukt
moeten worden.
De heer W. C. Hage vertelde van de
Amerikaansche appels dat deze in Amerika
weinig rauw gegeten worden maar veel
gekookt of gestoofd en in gebak verwerkt.
Het is van de Amerikaan dan ook het doel
om een appel te kweeken welke veel draagt,
een fijne geur heeft, en heel blijft bij het
stoven. Verder noemde de heer Mossel nog
enkele peren en vooral als schutting of
muurboom de Doyene de Comise, een
flinke ronde peer. Daar schutting of muur-
boomen veelal alleen staan is het ge-
wenscht gedurende de bloeitijd de bloesem
met een ander soort te bestuiven b.v. met
de bloesem van Soldat Laboureur.
Van de stoofperen als; Kleipeer, Gieser-
wildeman en Winterlouwtje met als beste
de Kleipeer aanbevolen als de houdbaarste.
De heer van Osteren noemde nog de
Brederode als een late stoofpeer en Witte
Cozijn als de fijnste stoofpeer. Verder wer
den nog als goede frambozen genoemd;
Pine's Royal, Walfried, Superlatif en Loyd
George.
Dé voorzitter dankte den heer Mossel
voor zijn bespreking en stelde aan de orde
de bespreking van het aanwezige planten-
materiaal. De heer J. Boer toonde Prunus
serrulata Hisakura de bekende Japansche
kers, Prunus lanesiana Mount-Fuyi, helder
wit, Prunus Incisa, kl. bl. enkel wit en
Prunus Ineisa compacts de bloemen dichter
bij elkaar. Forsythia spectabilis, bloeien nu
reeds buiten de takken dicht bezet met
gele klokjes, Coryolopsis pausiflora, Aza
lea Yodogawa (Rhododendron yedoense)
zacht lila, dubbelbloemig.
De heer K. Verboom toonde, Olearia
Gunniana, een halfheester, rykbloeiend
met kleine astervormige lila bloempjes;
Stachyuris praecox gracilis, kleine groen
witte klokjes, Lonicera Purpusi, lichtgeel,
bloeit nu reeds buiten; Osmanthus Dela-
vayi, kleine witte bloemen met fyne geur.
Coryolopsis spicata, met gele trosjes bloe
men; Andromeda calyculata, en andromeda
calyculata nana, fijnbladig, kleine witte
klokjes, de nana bloeit iets vroeger en de
plant is meer gedrongen. Hierna sluiting.
OUDE-WETERING
MOTORRIJDER BOTST TEGEN
AFSLUITBOOM.
De motor reed door....!
Gisteravond reed de heer P. Z. alhier
met zyn verloofde over de brug over de
Ringvaart alhier in de richting van ons
dorp, nadat de brug juist was gesloten ge
weest voor scheepvaart-passage. De brug
wachter had nog slechts een der afsluit-
boomen geopend. De heer Z., die door een
tegenligger werd verblind, bemerkte niet,
dat de boom aan de andere zijde nog was
gesloten en reed door met het gevolg, dat
hjj zoowel als zijn verloofde van de motor
werden afgeslagen. Het motorrijwiel schoot
door. Beiden kwamen verwondingen aan
het hoofd, doch naar het zich liet aanzien
gelukkig niet van ernstigen aard.
WOERDEN
Gemeenteraad. De Raad dezer gemeen
te vergadert op Vrijdag 12 April, des
avonds 7 uur ten stadhuize. De agenda be
vat o.m.: Adres A. J. Houdijk. Wijziging
wtaertarief. Wijziging ambtenarenregle
ment. Crediet aanstelling klerk politie.
Koppelen waterleidingnet. Recognities Be
drijven. Instandhouding ambachtsschool.
Ongevallenverzekering luchtbescherming.
Gelden burgerwacht. Aankoop vuilnisauto.
Verbouwing politiebureau en bureau ar
chitect. Verkoop grond Karssemeijer. In
structie personeel vleeschkeuringsdienst.
TER AAR
Wit-Gele Kruis. Voor de ledenverga
dering van het Wit-Gele Kruis, gisteravond
gehouden in het Parochiehuis, bleek geen
groote belangstelling te bestaan, toen de
voorzitter, de heer Robertz, even voor half
negen want eerst luisterde men naar
de nieuwsberichten van het A. N. P.
het teeken van beginnen gaf. Bij de mede-
deelingen kwam naar voren, dat de ver-
eeniging wederom de verplichting heeft om
een moedercursus te organiseeren, doch het
bestuur achtte het beter dit onderwijs pas
na de campagne te geven, wat zal worden
voorgesteld aan de leidster, Zuster Oskam.
Ook wordt van dezelfde ryde gepoogd een
katholiek bevolkingsbureau in het leven te
roepen, wat uiterst geschikt moet zijn voor
WIELRIJDER VERDRONKEN
In 't duister te water
gereden
Hedennacht om half twee werden
enkele bewoners langs het Aarkanaal
nabij de familie Verboom opgeschrikt
door hulpgeroep.
Terstond snelde men naar buiten, en
alhoewel men niets in het kanaal zag
drijven, werd toch alarm gemaakt en
de politie gewaarschuwd.
Vlug ging men aan het dreggen en
vond een hoed en een rijwiel, terwijl
pas tegen den middag een lijk opge-
vischt werd, dat bleek te zijn het stof
felijk overschot van den 28-jarigen G.
Speet, pianist, uit N i e u w v e e n.
De man was van een uitvoering te
Alphen gekomen, had eerst zijn meisje
naar Boskoop gebracht en aanvaardde
toen de reis naar huis.
Het lijk Is naar het lijkenhuisje op de
Alg. Begraafplaats alhier overgebracht.
het contact houden met de katholieke ge
zinnen, die zich in onze gemeente gaan ves
tigen. Dan kan mogelijk het ledental stij
gen, er is meer verband, wat het meeleven
met de katholieke instellingen zal bevorde
ren.
Hierna de secretaris, de heer A. Uytte-
waal, voor de draad komende met zijn jaar
verslag, meldde deze een geringe terug
gang van het ledental. Dit bedraagt thans
350. Zuster Gertrude heeft 2139 bezoeken
afgelegd. 1725 ontvangen in de kliniek en
388 bezoeken aan kleine kinderen. Ter be
strijding van de t.b.c. heeft de Zuster 284
huisbezoeken verricht, hetgeen belangrijk
minder is als voorgaande jaren, dus een ge
lukkig verschijnsel. De kraamverpleegster,
mej. SassenVeldhoven, behandelde 39
kraamgevallen met 806 bezoeken. De deel
name aan het consultatie-bureau is in stij
gende lijn, 47 kinderen zijn opnieuw inge
schreven met 325 consulten.
Uit het depot zijn 241 arikelen gebruikt
en hierbij wordt wederom gehamerd op het
minder schoon terugbrengen van de appa
raten en het lang wegblijven van de ge
leende voorwerpen, wat op een schadepost
uitloopt voor de vereeniging want zij is door
deze vertraging vaak genoodzaakt nieuw
materiaal aan te schaffen, ergo kosten. Me
dewerking van de leden wordt op hoogen
prijs gesteld. Tot slot maakt het verslag ge
wag van de oprichting der E. H. B. O.-ver-
eeniging.
Het financieele gedeelte, in handeri van
den heer H. v. d. Kroon, mocht nu niet
bepaald slecht staan, daar het kapitaal met
ƒ111.45 is vermeerderd en alzoo gebracht
op 60.15. De rekening t.b.c.-bestrijding
sluit met een kas-saldo van ƒ391.73. Na
mens de verificatie-commissie brengt de
heer D. van Kints rapport uit over het be
leid van den kassier.
De periodiek aftr. leden Vroonhof en J.
Zwirs werden bij enkele candidaatstelling
herkozen. Mej. van ZwietenSpierenburg
kreeg het vertrouwen van de Lidwinaver-
eeniging om als afgevaardigde in het be
stuur te blijven. Tot leden van de con
trole-commissie .werden aangewezen de
heeren Fr. Sassen, A. W. v. d. Hoorn Czn.
en Cor Hoogervorst.
By de rondvraag werd de wenschelijkheid
naar voren gebracht tot het doen plaatsen
van verbandtrommels, wat door het be
stuur in ernstige overweging zal worden
genomen en aan het slot bracht de voorz.
dank aan het kerkbestuur voor zijn belang
rijke steun, hetgeen voor de parochianen
een aanleiding moet zijn, zich allen te scha
ren onder de vaan van deze mooie vereeni
ging. Hierna sluiting.
VAN M'N BOEKENTAFEL
„TOERISTENKAMPIOEN" No. 13
In den jongsten „Toeristenkampioen"
vertelt M. BarendrechtHoen van het
bloeien der wilgen en andere teekenen van
de herleving der natuur. J. H. Kruizinga in
terviewde Felix Timmermans en geeft
daarbij verschillende aardige voorbeelden
van diens illustratiekunst. Voorts bevat het
goed verzorgde nummer een aardige bij
drage over de verduisteringsperikelen in
vroeger tijden. Het in het stuk voorkomen
de gedichtje:
„lek ken de stadt niet meer, zij is een graf
gelijck!
Ick tast in 't duyster om en plas door
smeer en slijck!"
is helaas in verband met de vele luchtbe-
sefcermings-verduisteringen ook heden weer
vaak op den openbaren weg van toepassing.
Jac. Gazenbeek somt op, wat er den laat
sten tyd in Gelderland aan natuurschoon is
gered. Een beschrijving van verschillende
typen zadeldaktorens en de gebruikelijke
rubrieken besluiten het nummer.
„AUTOKAMPIOEN" No. 13
De „Autokampioen" neemt deze week
krachtig stelling tegen de medische keu
ring, welke de automobilisten en motorrij
ders boven het hoofd hangt. Uitvoerig wordt
in het blad het standpunt van den A.N.W.
B. uiteengezet en aangetoond, dat de medi
sche keuringseischen waardeloos zijn.
Het is met name in dezen tijd naar de
meening van den A.N.W.B. „ontoelaatbaar,
om een zoo ingrijpende regeling in de We-
genverkeersbeschikking op te nemen. Ver
der wordt nog eens de aandacht gevestigd
op de groote nadeelen voor motorrijtuigen
bij het langdurig snel rijden op autosnel
wegen. Een vervolg op de reportage „Auto-
reizen in oorlogstijd" een tocht Neder
land—Parijs en een uitgebreid verslag
over de motorwedstrijden op Duynrell vin
den eveneens een plaats in het nummer.