Pastoors in de 19e eeuw RIJNSTREEK WOENSDAG 10 APRIL 1940 H?tHT DERDE BLAD - PAG. 10 UIT DE GESCHIEDENIS VAN VOORSCHOTEN door A. N. DUYNISVELD, pr. XIII. Het pastoraat van pastoor Driessen ein digde in 1815; den 9en Januari van dat jaar stierf hij op ruim 58-jarigen leeftijd. Bij zyn dood schreef aartspriester Cra mer over hem: „overleden is de Eerwaar de Heer Bernardus Driessen, een pastoor van groote verdiensten voor de Missie, daar hij schreef tegen' de „Illuminati" (een soort ketterij) en vol ijver was voor de rechtzinnige leer" 119). In zijn Missieverslag van 1807 had de voorganger van Cramer, aartspriester Ten Hulscher over de Statie Voorschoten geschreven: „een eyndweegs buy ten het dorp staat aan den Heerenweg eene kerk en pastory. Sedert korte jaren veel ver timmerd en verbeterd". Het aantal katholieken bedroeg 750, waarvan 485 communicanten 120). Pastoor Leonardus van Marwijk of Marrewijk, 19 Januari 1815 tot 1 April 1818. Leonardus van Marwijk werd te Poeldijk geboren op 9 Augustus 1757. Na zijn hoo- gere studies te Leuven te hebben gemaakt werd hij tot priester gewijd in 1798 en als kapelaan gezonden naar zijn geboorte plaats Poeldijk 121). Daarna was hij kape laan tte Berkenrode 122), van waar hü in 1805, pastoor te Kudelstaart werd, waar, volgens Ten Hulscher's Missieverslag „in een agterbuurt een oud en bouwvallig kerkje met des priesters woning annex" stond. „Hetzelve is in groot gevaar", aldus het Verslag, „door de aangrenzende poel te worden verzwolgen" 123). Den 3en April 1813 werd Van Marrewijk pastoor op Texel, in de Statie Den Burg; de aartspriester had hem verzocht zijn pastoraat te Kudelsaart met dat van Den Burg te ruilen, hetgeen Van Marrewijk zoo grootmoedig deed, dat de aartspriester in zijn Dagboek aanteekende, hem om zijn gehoorzaamheid beloofd te hebben over een jaar of vier te zullen promovee- ren 124) De benoeming van Van Marrewijk tot pastoor op Texel bleek een goede greep te zijn geweest: hij bezat de gave om de ge moederen der katholieken, op velerlei punten verdeeld, tot rust en vrede terug te brengen. De aartspriester was over dezen gelukki gen gang van zaken zoo verheugd, dat hij pastoor Van Marrewijk wilde beloonen en hem reeds na twee jaren van Texel zond naar de Statie Voorschoten. Hier heeft pastoor van Marrewijk slechts eenige jaren zeer verdienstelijk gewerkt. Hij ijverde voor de in- en uitwendigen luister van het kerkje en voor het gods dienstig leven van zijn volk. Zoo werd in 1817 opgericht de Broederschap van de ge durige aanbidding. Daarbij was pastoor Van Marrewijk zeer milddadig; hij schonk alles weg en bij zijn dood heeft hij niets nagelaten, zoodat zijn opvolger zorgde voor de begrafenis kosten 125). Op 1 April 1818 maakte de dood een te vroegtijdig einde aan dit verdienstelijk priesterleven; pastoor Van Marrewijk was slechts ruim 42 jaar oud geworden. Hij werd opgevolgd door Arnoldus Ludovicus Tijssen (Thijssen), op 25 Mei 1775 te Rotterdam geboren en 24 Augustus 1801 tot priester gewijd; daarna was hij kapelaan te Middelburg, vanwaar hij 29 November 1808 werd benoemd tot pastoor te Den Briel. Den 19en April 1818 kwam hij naar Voorschoten, waar hij 24 Januari 1834 overleed en op het door hem aangelegde kerkhof werd begra ven 126). Pastoor Tijssen was een ziekelijke man, te zwak om te preeken, maar een „pastor bonus", een goede herder, die, ondanks zijn lichamelijke zwakheid veel heeft ge werkt. Op het oude en reeds vaak ver bouwde kerkje plaatste hij een torentje, om het daarmede meer het aanzien van een godshuis te geven .Daarvoor ontving hij van het Gouvernement een subsidie van 1200 gld. Tevens werd het kerkje ver groot en uitgebreid tot een oppervlakte van 170 vierkanten ellen; het werk werd aangenomen door G. Fakkeldey te Leider dorp voor de som van 4775 gulden. Op 29 Aug. 1830 werd het contract met den aannemer gesloten en kon met den bouw een aanvang worden gemaakt. In den toren kwam in 1831 een klok te hangen, van 600 pond gewicht, die ruim 661 gld. kostte, en geleverd werd door J. J. Maritz en op 19 Oct. 1831 geconsacreerd. Een omgang bij de katholieken bracht ruim 1185 gulden op, terwijl eenige lega ten het ontbrekende aanvulden. Voor de kerk werd een laan aangelegd, nadat het Hoogheemraadschap Rijnland toestemming had verleend om den dam aan den Hee renweg, die toegang naar den kerkgrond verleende, te verbreeden. (1821). Reeds voor den bouw van kerk en toren, kregen de katholieken een eigen kerkhof, dat op 5 Augustus 1820 werd ingewijd door Van Banning 127). Behalve voor den uiterlijken luister zorgde pastoor Tijssen ook voor het gods dienstig leven zijner Statie. Zoo werden in 1819 ingesteld de Broederschap van het H. Hart en die van een zaligen dood. Wilhelmus Verlaat werd op 26 Maart 1786 te Haarlem geboren en ontving 17 Maart 1810 de H. Priesterwijding in de „Krijtberg" te Amsterdam uit handen van Mgr. Van der Velde de Melroy. Achtereenvolgens was hij kapelaan in het Begijnhof te Haarlem, tot 1814 en in de Posthoorn te Amsterdam; in 1817 werd hij deken en pastoor te Middelburg. In 1822 ging hij naar Zaandam en in 1834, den 12en Maart werd hij pastoor te Voorscho ten, waar hij slechts enkele maanden is gebleven: nog in December van dat zelf de jaar vertrok hy naar Den Haag als pas toor van de Sint Willebrorduskerk. Op zijn herhaald verzoek en dringende bede om een landelijke Statie, werd hy in 1844 overgeplaatst naar Nes en Swaluwebuurt, waar hij 3 October 1857 is gestorven 128). Pastoor Verlaat was een deftig maar toch nederig man, die als pastoor in Den Haag er over dacht naar de Capucijnen te gaan; zijn heengaan naar de platte landsstatie Nes werd er ten zeerste be treurd. Ook te Voorschoten, waar door zijn toedoen Cornelis Schermer tot zijn opvol ger werd benoemd, betreurde men, on danks zijn zeer kort verblijf, zijn vertrek naar Den Haag 129). Dat hij een voortreffelijk priester was getuigt de lofprijzing zijner kerkelijke Overheid; de aartspriester Van Banning pree6 hem om „zijn gedrag, kennis en wijs bestuur", en de latere aartspriester Gerving roemde „zijnen priesterlijken ijver in het vervullen zijner ambtelijke verplich tingen, in zijn zorgzaam voeren van het kerkelijk beheer, in zijn liefde voor den luister van Gods huis" 130). Pastoor Verlaat was sinds 1835 provisor van het seminarie Hageveld; dit eene ambt legde hij in 1846 neer. In 1839 stond hij op de voordracht om tot president van War mond benoemd te worden; hij werd daar toe zelfs de meest geschikte geacht, maar over een eventueele benoeming door den Vice-Superior Antonucci gepolst, smeek te hij voor dien post niet in aanmerking te mogen komen 131). 119) Haarl. By dr.: dl. LVI, bl. 184. 120) Bijdr. v Haarl.: dl. XLI, bl. 283. 121) Haarl. Bijdr.: dl. LVI, bl. 272. 122) Bissch. Oud Archief te Haarlem. 123) Bijdr. v Haarl.: dl. XLI, bl. 280. 124) ld.: dl. XLV, 208—210. 125) Parochie-archief van Voorschoten. 126) Haarl. Bijdr.: dl. LVI, bl. 342; Bijdr. v. Haarl.: dl. XXXVII, bl. 315; Parochie-ar chief van Voorschoten; Bissch. Oud Ar chief te Haarlem. 127) Parochie-archief van Voorschoten. 128) Bijdr. v. Haarl.: dl. XXXVII, bl. 252—254. 129) Parochie-archief van Voorschoten. 130) Bissch. Oud Archief te Haarlem. 131) Bijdr. v. Haarl.: dl. XLVIII, bl. 478. ALPHEN AAN DEN RIJN Het staartje van de Gezinsweek Opvoering van „Leontientje" Voor een stampvolle zaal met belang stellenden, kunstlievende donateurs en ge- noodigden gaf de Katholieke Kunstkring zijn jaarlijksche uitvoering in de zaal van de St. Josephsgezellen. Hoewel de mobili satie-maatregelen aanvankelijk parten speelden en de zaken een oogenblik zelfs zoo stonden, dat de K.K.K. dit seizoen achter de schermen zou moeten blijven, heeft de kring de opgeworpen moeilijk heden weten te overwinnen. In zyn korte loopbaan heeft de Katholieke Kunstkring zijn bezoekers reeds dusdanig verwend, dat de verwachtingen ook dimaal weer zeer hoog gespannen waren. En opnieuw triomfeerde de K.K.K., in de opvoering van „Leontientje", tooneelspel in drie be drijven van Felix Timmermans en Eduard Vetermarv Door zijn inhoud paste dït prachtig stuk bovendien geschikt aan bij de zoo pas gehouden gezinsweek. Als het doek open gaat, zien we hoe de ongeloovige Isidoor (C. v. d. Heijden) en het katholiek Leontientje (mej. M. Schave- maker), in den achtertuin van haar vader, hun wederzijdsche liefde verklaren. Een idyllisch tafereeltje, dat echter plots wreed verstoord wordt door de verschij ning van Leontientjes vader, den ouden horlogemaker Gommaer (P. L. Wols), die niet wil en als katholiek niet mag dul den, dat zijn dochter omgaat met een on geloovige! Bijzonder goed en vlot heeft de oude heer hier bij die ontmoeting, die hij heeft gezocht zijn waarlijk niet gemakkelijke rol gespeeld. In heiligen toorn ontstoken leest hij hier aan beiden de les. Daar blijft het evenwel niet bij. Deze Gommaer gaat nu met Leontientje de Paaschdagen door brengen bij zijn heerbroer, den pastoor (N. J. Verkleij). En daar legt Gommaer, onder overlegging van een onderschepten brief van Isidoor, het geval aan Heernonkel voor. In een fijngevoelige scene maken we mee, hoe Leontientje hem bekent, den antiquair Isidoor lief te hebben. De pas toor besluit, den jongeman tot een bezoex uit te noodigen. En als deze er is, maken we in de twee volgende tafereelen, welke spelen in den grooten tuin van den herder, mede, hoe de pastoor den jongeman pro beert te overtuigen. Maar terwijl Leon tientje al dien tijd tusschen hoop en vrees leeft moet Isidoor bekennen, hoe hij on mogelijk gelooven kan. De tegenstelling het gaarne willen maar niet kunnen werd prachtig in scene gebracht. Leontientje echter geeft de hoop niet op. Zij gaat ter beevaart naar het Kapelleke van O.L. Vrouwe der Vijf Fonteijnen en houdt er een novene. Zij gelooft vast en stellig, dat de Lieve Vrouwe haar zal verhooren, ja, zelfs een mirakel zal doen voor de be keering van haar beminde. Zij stort haar hart uit tegen Mieke Zand (mej. N. Scheerder) de bijna stokoude bewaakster van het Kapelleke. Die tracht haar te troosten, door haar eigen levensgeschiede nis te verhalen en stemt er tenslotte in toe, dat Isidoor een brief voor Leontientje bij haar in 't Kapelleke mag doen aankomen. Op de pastorie ontdekt Heernonkel echter dezen brief en hij verbiedt Leontientje deze briefwisseling voort te zetten. Geheel gebroken, doch gehoorzaam, schrijft zij Isidoor haar afscheidsbrief. Maar we zien haar kwijnen. En in het slottafereel, vol ontroerende ipomenten, zien we haar ster ven, maar vlak ervoor de pastoor heeft hem zelf geroepen mag zij Isidoor nog even zien. Haar laatste woorden „Men moet maar ééns gelooven om altijd te gelooven" breken zijn laatsten weerstand en ook hij buigt, met de anderen tot bidden, zijn hoofd, terwijl hij het kruis van den pastoor grijpt en het aan zich drukt. Zij heeft haar leven geofferd voor zijn bekeering.... Hiermede was een bijzonder mooi en leerzaam stuk ten einde. Alle spelers wis ten ieder de toevertrouwde taak op buiten gewoon goede wijze bij te dragen tot het welslagen van dezen avond. Bijzonder ge slaagd was de vertolkster van Leontientje, mej. M. Schavemaker. Zij wist een zeer fraaie creatie te bieden, die van het begin tot het einde boeide en die met het werke lijk goed uitgebeelde spel van haar partner, Isidoor, het beluisteren en aanschouwen tot een waar genoegen maakte. Ook de pas toor heeft aan zijn spel de juiste maat weten te geven. Met mej. C. Scheerder, voor de bezetting van de rol van een al- bedrillende pastoorsmeid was een gelukki ge keuze gedaan. Zij vooral heeft op pret tige wijze herhaaldelijk voor de verrui ming van een wat „geladen" atmosfeer zorg gedragen. Het stuk was onder regie van den heer J. J. C. Böckljng en met goe den smaak en artistiek inzicht ingestudeerd. Het werd voor den K.K.K. een groot succes. De grime was op juiste wijze ver zorgd door den heer G. Hoppezak uit Leiden. De fraaie décors waren beschilderd door den heer C. van der Putte. ALKEMADE Geboren: Petronella Maria d. van P. G. M. Wesselman en A. M. de Koning Joannes Antonius z. van C. Kouwenhoven en M. M. v. d. Broek Martinus Petrus z. van B. Klerks en A. M. Kuijpers Fran- ciscus Hendrikus Jozef z. van A. H. J. Lohman en W. C. A. Twaalfhoven Gerardus Josephus z. van A. J. Schouten en A. M. v. Ruiten. Ondertrouwd: Petrus J. Opdam, jm 29 j. en Bertha J. G. Wolvers 27 j. Leo nardus van Es jm. 29 j. en Cornelia A. van Zoen, jd 24 j. Getrouwd: Cornelis van Dam en Jo hanna C. Wesselman Albertus J. van Zoen en Maria C. van Amsterdam Ar noldus J. Hogeboom en Maria G. van Kina Overleden: Engelina J. Bontje oud 44 j., echtgen. van J. M. van Haaster. Vertrokken: B. J. C. v. Kleef naar Oosterblokker A. E. Bisschop naar Leiden M. C. Helleman naar Naaldwijk W. J. v. Diemen en gez. naar Leiden W. G. J. v. d. Zwet naar Gennep L. v. Es naar Leimuiden C. v. Emmerik naar Monster, Kwintsheui A. Raaphorst en gez. naar Haarlemmermeer A. Penders naar Zwammerdam J. A. v. Haaster naar Amsterdam M. P. Zandvliet naar Voorschoten H. W. v. d. Klugt naar Leiden M. W. v. Haaster naar Amster dam H. C. v. d. Meer naar Leiden C. Th. M. Wagenaar naar Maastricht B. J. W. Bakker naar 's Gravenhage J. M. van Haaster naar Amsterdam. Gevestigd: A. P. G. Oudshoorn van Woubrugge M. H. Koolloos van Noord- wijkerhout C. E. van der Star van Al phen aan den Rijn C. Jonkman van Haarlemmerméér H. J. Zoetemelk van Woubrugge J. C. Bisschop van Leid- schendam B. J. Geerling van Hengelo C. J. C. Roessen van Leiden. BODEGRAVEN Aanrijding. Terwijl de 13-jarige S. per fiets in de Noordstraat reed, kwamen een tweetal auto's hem uit de richting Woer den achterop rijden. Door den tweeden wagen werd S. gegrepen en op het trottoir geslingerd. Een handvat drong vrij diep in het dijbeen van den jongen door. Het rijwiel werd totaal vernield. Door dokter Kerpel werd geneeskundige hulp verleend. Overbrenging naar een ziekenhuis werd noodzakelijk geacht BOSKOOP Tuinbouw en Plantkunde. Verslag van de bijeenkomst der leden van de Kon. Ned. Mij. van Tuinbouw en Plantkunde op Maandagavond 8 April in hotel „NeufBij afwezigheid der le en 2e voorzitter (met kennisgeving) opende de heer K. Ver boom deze bijeenkomst Hierna krijgt de heer J. Mossel het woord welke zich be reid verklaart heeft een causerie te houden over appelen en peren. De heer Mossel noemt als eerste appel de Present van Engeland welke bijzonder ge schikt is voor onze grond, heeft lange tak ken welke eenigszins treuren en is daar door goed geschikt om als halfs tam te kweeken en is rijkdragend. De laatste helft van October is deze appel plukrijp en geeft een overvloed van mooie flinke appelen, spits van vorm, de kleur is geel met aan de zonkant een roode blos, is zeer duurzaam, want de heer Mos sel toonde nog een paar mooie exemplaren. De Koningin een in Boskoop gewonnen zaailing van Present van Engeland werd ook ten zeerste door den heer Mossel aan bevolen. De Goudreinetten en de Schoone van Boskoop welke weinig uiteen loopen, zijn ook bekend om hun grootte, houdbaar heid en fyne smaak. Newton Wonder is een groote ronde appel, zeer houdbaar. Ellington Pipping is een van de smakelijk ste appels. Roode Ster is een kleine donker- roode appel welke alleen aan oudere boomen goed draagt. Jonathan, een Amerikaansche appel, waarvan de geur fijner is dan de smaak is evenals de Wijnsap een mooie appel, wanneer deze appels aan de boom rijp wor den is de smaak beter dan de geimpor- teerden, daar de laatste te onrijp geplukt moeten worden. De heer W. C. Hage vertelde van de Amerikaansche appels dat deze in Amerika weinig rauw gegeten worden maar veel gekookt of gestoofd en in gebak verwerkt. Het is van de Amerikaan dan ook het doel om een appel te kweeken welke veel draagt, een fijne geur heeft, en heel blijft bij het stoven. Verder noemde de heer Mossel nog enkele peren en vooral als schutting of muurboom de Doyene de Comise, een flinke ronde peer. Daar schutting of muur- boomen veelal alleen staan is het ge- wenscht gedurende de bloeitijd de bloesem met een ander soort te bestuiven b.v. met de bloesem van Soldat Laboureur. Van de stoofperen als; Kleipeer, Gieser- wildeman en Winterlouwtje met als beste de Kleipeer aanbevolen als de houdbaarste. De heer van Osteren noemde nog de Brederode als een late stoofpeer en Witte Cozijn als de fijnste stoofpeer. Verder wer den nog als goede frambozen genoemd; Pine's Royal, Walfried, Superlatif en Loyd George. Dé voorzitter dankte den heer Mossel voor zijn bespreking en stelde aan de orde de bespreking van het aanwezige planten- materiaal. De heer J. Boer toonde Prunus serrulata Hisakura de bekende Japansche kers, Prunus lanesiana Mount-Fuyi, helder wit, Prunus Incisa, kl. bl. enkel wit en Prunus Ineisa compacts de bloemen dichter bij elkaar. Forsythia spectabilis, bloeien nu reeds buiten de takken dicht bezet met gele klokjes, Coryolopsis pausiflora, Aza lea Yodogawa (Rhododendron yedoense) zacht lila, dubbelbloemig. De heer K. Verboom toonde, Olearia Gunniana, een halfheester, rykbloeiend met kleine astervormige lila bloempjes; Stachyuris praecox gracilis, kleine groen witte klokjes, Lonicera Purpusi, lichtgeel, bloeit nu reeds buiten; Osmanthus Dela- vayi, kleine witte bloemen met fyne geur. Coryolopsis spicata, met gele trosjes bloe men; Andromeda calyculata, en andromeda calyculata nana, fijnbladig, kleine witte klokjes, de nana bloeit iets vroeger en de plant is meer gedrongen. Hierna sluiting. OUDE-WETERING MOTORRIJDER BOTST TEGEN AFSLUITBOOM. De motor reed door....! Gisteravond reed de heer P. Z. alhier met zyn verloofde over de brug over de Ringvaart alhier in de richting van ons dorp, nadat de brug juist was gesloten ge weest voor scheepvaart-passage. De brug wachter had nog slechts een der afsluit- boomen geopend. De heer Z., die door een tegenligger werd verblind, bemerkte niet, dat de boom aan de andere zijde nog was gesloten en reed door met het gevolg, dat hjj zoowel als zijn verloofde van de motor werden afgeslagen. Het motorrijwiel schoot door. Beiden kwamen verwondingen aan het hoofd, doch naar het zich liet aanzien gelukkig niet van ernstigen aard. WOERDEN Gemeenteraad. De Raad dezer gemeen te vergadert op Vrijdag 12 April, des avonds 7 uur ten stadhuize. De agenda be vat o.m.: Adres A. J. Houdijk. Wijziging wtaertarief. Wijziging ambtenarenregle ment. Crediet aanstelling klerk politie. Koppelen waterleidingnet. Recognities Be drijven. Instandhouding ambachtsschool. Ongevallenverzekering luchtbescherming. Gelden burgerwacht. Aankoop vuilnisauto. Verbouwing politiebureau en bureau ar chitect. Verkoop grond Karssemeijer. In structie personeel vleeschkeuringsdienst. TER AAR Wit-Gele Kruis. Voor de ledenverga dering van het Wit-Gele Kruis, gisteravond gehouden in het Parochiehuis, bleek geen groote belangstelling te bestaan, toen de voorzitter, de heer Robertz, even voor half negen want eerst luisterde men naar de nieuwsberichten van het A. N. P. het teeken van beginnen gaf. Bij de mede- deelingen kwam naar voren, dat de ver- eeniging wederom de verplichting heeft om een moedercursus te organiseeren, doch het bestuur achtte het beter dit onderwijs pas na de campagne te geven, wat zal worden voorgesteld aan de leidster, Zuster Oskam. Ook wordt van dezelfde ryde gepoogd een katholiek bevolkingsbureau in het leven te roepen, wat uiterst geschikt moet zijn voor WIELRIJDER VERDRONKEN In 't duister te water gereden Hedennacht om half twee werden enkele bewoners langs het Aarkanaal nabij de familie Verboom opgeschrikt door hulpgeroep. Terstond snelde men naar buiten, en alhoewel men niets in het kanaal zag drijven, werd toch alarm gemaakt en de politie gewaarschuwd. Vlug ging men aan het dreggen en vond een hoed en een rijwiel, terwijl pas tegen den middag een lijk opge- vischt werd, dat bleek te zijn het stof felijk overschot van den 28-jarigen G. Speet, pianist, uit N i e u w v e e n. De man was van een uitvoering te Alphen gekomen, had eerst zijn meisje naar Boskoop gebracht en aanvaardde toen de reis naar huis. Het lijk Is naar het lijkenhuisje op de Alg. Begraafplaats alhier overgebracht. het contact houden met de katholieke ge zinnen, die zich in onze gemeente gaan ves tigen. Dan kan mogelijk het ledental stij gen, er is meer verband, wat het meeleven met de katholieke instellingen zal bevorde ren. Hierna de secretaris, de heer A. Uytte- waal, voor de draad komende met zijn jaar verslag, meldde deze een geringe terug gang van het ledental. Dit bedraagt thans 350. Zuster Gertrude heeft 2139 bezoeken afgelegd. 1725 ontvangen in de kliniek en 388 bezoeken aan kleine kinderen. Ter be strijding van de t.b.c. heeft de Zuster 284 huisbezoeken verricht, hetgeen belangrijk minder is als voorgaande jaren, dus een ge lukkig verschijnsel. De kraamverpleegster, mej. SassenVeldhoven, behandelde 39 kraamgevallen met 806 bezoeken. De deel name aan het consultatie-bureau is in stij gende lijn, 47 kinderen zijn opnieuw inge schreven met 325 consulten. Uit het depot zijn 241 arikelen gebruikt en hierbij wordt wederom gehamerd op het minder schoon terugbrengen van de appa raten en het lang wegblijven van de ge leende voorwerpen, wat op een schadepost uitloopt voor de vereeniging want zij is door deze vertraging vaak genoodzaakt nieuw materiaal aan te schaffen, ergo kosten. Me dewerking van de leden wordt op hoogen prijs gesteld. Tot slot maakt het verslag ge wag van de oprichting der E. H. B. O.-ver- eeniging. Het financieele gedeelte, in handeri van den heer H. v. d. Kroon, mocht nu niet bepaald slecht staan, daar het kapitaal met ƒ111.45 is vermeerderd en alzoo gebracht op 60.15. De rekening t.b.c.-bestrijding sluit met een kas-saldo van ƒ391.73. Na mens de verificatie-commissie brengt de heer D. van Kints rapport uit over het be leid van den kassier. De periodiek aftr. leden Vroonhof en J. Zwirs werden bij enkele candidaatstelling herkozen. Mej. van ZwietenSpierenburg kreeg het vertrouwen van de Lidwinaver- eeniging om als afgevaardigde in het be stuur te blijven. Tot leden van de con trole-commissie .werden aangewezen de heeren Fr. Sassen, A. W. v. d. Hoorn Czn. en Cor Hoogervorst. By de rondvraag werd de wenschelijkheid naar voren gebracht tot het doen plaatsen van verbandtrommels, wat door het be stuur in ernstige overweging zal worden genomen en aan het slot bracht de voorz. dank aan het kerkbestuur voor zijn belang rijke steun, hetgeen voor de parochianen een aanleiding moet zijn, zich allen te scha ren onder de vaan van deze mooie vereeni ging. Hierna sluiting. VAN M'N BOEKENTAFEL „TOERISTENKAMPIOEN" No. 13 In den jongsten „Toeristenkampioen" vertelt M. BarendrechtHoen van het bloeien der wilgen en andere teekenen van de herleving der natuur. J. H. Kruizinga in terviewde Felix Timmermans en geeft daarbij verschillende aardige voorbeelden van diens illustratiekunst. Voorts bevat het goed verzorgde nummer een aardige bij drage over de verduisteringsperikelen in vroeger tijden. Het in het stuk voorkomen de gedichtje: „lek ken de stadt niet meer, zij is een graf gelijck! Ick tast in 't duyster om en plas door smeer en slijck!" is helaas in verband met de vele luchtbe- sefcermings-verduisteringen ook heden weer vaak op den openbaren weg van toepassing. Jac. Gazenbeek somt op, wat er den laat sten tyd in Gelderland aan natuurschoon is gered. Een beschrijving van verschillende typen zadeldaktorens en de gebruikelijke rubrieken besluiten het nummer. „AUTOKAMPIOEN" No. 13 De „Autokampioen" neemt deze week krachtig stelling tegen de medische keu ring, welke de automobilisten en motorrij ders boven het hoofd hangt. Uitvoerig wordt in het blad het standpunt van den A.N.W. B. uiteengezet en aangetoond, dat de medi sche keuringseischen waardeloos zijn. Het is met name in dezen tijd naar de meening van den A.N.W.B. „ontoelaatbaar, om een zoo ingrijpende regeling in de We- genverkeersbeschikking op te nemen. Ver der wordt nog eens de aandacht gevestigd op de groote nadeelen voor motorrijtuigen bij het langdurig snel rijden op autosnel wegen. Een vervolg op de reportage „Auto- reizen in oorlogstijd" een tocht Neder land—Parijs en een uitgebreid verslag over de motorwedstrijden op Duynrell vin den eveneens een plaats in het nummer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 10