ZATERDAG 30 MAART 1940
DE VADER DES VADERLANDS
Weinig kans op
vrede.
31ste Jaargang No. 9604
S)e Cetd^eli^öou/fca/nt
Bureaus Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Adv. en Abonm-tarleven zie pag 2.
Giro 103003. Postbus 11.
Verleden jaar heeft zich, ingevolge een
uitnoodiging van het hoofdbestuur van het
Algemeen Nederlandsch Verbond, een co
mité gevormd voor de jaarlijksche herden
king van den 24sten April, den geboortedag
van Prins Willem I.
De toen gevierde herdenking is dus
thans weer aanstaande. En het daartoe ge
vormde comité aoet een beroep op alle
Oranje- en andere vereenigingen, die voor
een dergelijke nationale plechtigheid voe
len, om hare medewerking te verleenen.
Tevens wordt meegedeeld, dat de her
denking zal bestaan uit een bijeenkomst in
de vroegere kapel van het Prinsenhof te
Delft, waar een spreker een korte rede zal
houden, waarna de deelnemers zich in
optocht zullen begeven naar de Groote
Kerk, waar een krans zal worden gelegd op
het graf van den Prins. Orgelspel, koraal-
muziek en koorzang zullen de plechtigheid
opluisteren.
Ten einde het nationale karakter van
deze kranslegging zooveel mogelijk tot zyn
recht te doen komen en haar zoo indruk
wekkend mogelijk te maken, roept het co
mité de vereenigingen op, óm een of meer
afgevaardigden te zenden met de opdracht,
vóórdat de eigenlijke kranslegging plaats
vindt, bloemen namens hun vereeniging op
liet graf van den Vader des Vaderlands te
leggen, zoodat dit als het ware onder bloe
men wordt bedolven. Vereenigingen, die
geen afgevaardigden kunnen zenden, kun
nen aan het comité verzoeken uit haar
naam een bloemenhulde op het graf te leg
gen.
Ziedaar het program der herdenkings
plechtigheid.
Dat het comité het nationale karakter
daarvan zooveel mogelijk tot uitdrukking
wil brengen, is niet alleen volkomen begrij
pelijk, maar ligt ook geheel in de lijn van
alle groepen der Nederlandsche bevol
king.
De Katholieken maken van die bevol
king meer dan een derde deel uit. Niet lang
zal het duren, of het twee vijfden van wel
eer is wederom bereikt. En wanneer de tee
kenen niet bedriegen, belooft de toekomst
voor ons nog veel gunstiger verhoudingen.
Nationale herdenkingen zonder de Ka
tholieken laten zich dan ook steeds minder
denken. Welbeschouwd is het nooit anders
geweest. De Katholieken hebben niet enkel
altijd een belangrijk contingent gevormd
van het Nederlandsche volk, maar zij
eischen ook hun deel op aan de historie van
dat volk, aan zijn worsteling om de vrij
heid, aan zijn verzet tegen de onderdruk
king, aan zijn roemrijken strijd tegen
vreemde overheersching, onverschillig van
welke zijde die ons werd opgelegd. En zij
zijn daarom één met het overige Neder
land in hun dankbaarheid jegens den Prins
van Oranje, die in de zestiende eeuw de
groote aanvoerder was, en zich den boven-
staanden eerenaam verwierf.
Het is zaak, dat wij de beteekenis van
dit historische feit aan een ieder, en niet
in de laatste plaats aan de jeugd, goed
duidelijk maken. Er mag daaromtrent niet
langer eenige twijfel bestaan. En hoe eer
hoe beter moet voor eens en voor goed
worden afgerekend met zekere vooroordee-
len en wanbegrippen, welke te dezer zake
nog zijn overgebleven en die in een be
paalde soort van lees- en schoolboeken, of
boekjes, maar al te lang een vruchtbaren
voedingsbodem hebben gevonden. Het is
om deze reden dikwijls zoo lastig, histo
risch recht te zetten, wat onhistorisch
scheef staat.
Maar wij beschikken over prachtig ma
teriaal.
Ik heb het vorig jaar in dit blad al eens
gewag gemaakt van het uitnemende ge
schrift van pastoor W. Nolet, den oud-pro
fessor van Warmond, uitgegeven door het
Geert Groote Genootschap en getiteld: „In
quisitie in de Nederlanden".
Een voortreffelijke kijk werd daarin ge
geven op den aard van den strijd der Ne
derlanders tegen Spanje. Nog slechts een
enkele passage wil ik hier uit deze koste
lijke uitgave citeeren: „De inquisitie naar
Spaanschen geest gedreven heeft in de
Nederlanden scherp gewoed. Maar na het
bovenstaande is het wel duidelijk, dat die
soort van inquisitie nooit de instemming
heeft gehad van het Nederlandsche volk,
dat men het niet zóó mag voorstellen, alsof
het eene volksdeel woedde tegen het an
dere. Integendeel, het opkomende protes
tisme is in zijn aanhangers vervolgd door
een vreemde macht onder het protest van
heel het Nederlandsche Volk. En die
vreemde macht is door heel het Neder
landsche Volk om haar tyrannie en mis
kenning van den volksaard verdreven".
Niet anders oordeelt de historicus dr. J.
Witlox.
Het is al vijftien jaren geleden, dat deze
geleerde op den Katholiekendag van 1925
een rede hield, waarin hy breedvoerig en
op gedocumenteerde wijze uiteenzette, hoe
zeer de Katholieken, al werden zy meer
malen verkort in hun burgerrechten, toch
steeds oprechte vaderlanders zijn geweest
en gebleven. Dit bleek ook, en niet in de
laatste plaats in den strijd tegen Spanje.
Het karakter van den opstand is aan
vankelijk volstrekt niet godsdienstig, zegt
dr Witlox. ,,'t Zijn juist de Katholieken,
die den strijd beginnen en wel uit onver-
valscht vaderlandslievend motief, n.l. ter
verdediging van de autonomie of de zelf
standigheid, van de aloude privileges der
tot één Staat uitgroeiende Nederlandsche.
of Bourgondische gewesten tegen een
vorst, die, zonder oog voor het eigenaardig
karakter en de eigenaardige belangen de
zer gewesten, ze slechts wilde benutten als
een kostbaar hulpmiddel voor het berei
ken van het doelwit zijner algemeene Euro-
peesche politiek. Philips n was een Span
jaard, geen Nederlander en 't verschil in
ras en landaard en de afkeer van den
vreemden huursoldaat verscherpten de te
genstelling nog in beduidende mate".
Met uitspraken van onbetwistbaar gezag
staaft dr. Witlox zyn betoog.
„Niet om deze of gene handeling der re
geering", zegt Fruin, „is het volk in op
stand gekomen; niet om de geloofs
vervolging, niet om den tienden pen
ning. Maar het gevoelde, dat eene anti
nationale regeering het een
anderen weg opdreef, dan dien het altyd
had bewandeld."
En Hugo de Groot: „De rechte oorzaak,
waarom de wapenen zijn opgenomen, is ge
weest de conservatie van een vrije Neder
landsche regeering na de oude wetten, cos-
tuymen en privilegiën, jeghens de nieuwe
Spaansche dominatie, ende daer benevens
vrijheidt van consciëntie".
Ook Groen van Prinsterer erkent, dat
de godsdienstquaestie slechts „une accen-
slon", iets bijkomstigs is aan den oorspron-
kelijken twist der Staten om de autonomie.
Helaas werd hoofdzaak, wat aanvanke
lijk iets bijkomstigs was, zegt Witlox:
„Doch", vervolgt hij, „ook dan blijft Wil
lem de Zwijger zoolang mogelijk de leider
van een echt nationale beweging, en klemt
zich krampachtig vast aan zijn ideaal: Al
len, Roomsch en onroomsch, eensgezind te
gen Spanje, een politiek, die haar hoog
tepunt bereikt in 1576 bij de Pacificatie
van Gent, den triomf van den Prins van
Oranje."
De eendracht werd helaas, geen werke
lijkheid. „Drie jaren later" aldus dr. Wit
lox" „staat het- land wederom in twee
vijandelijke kampen verdeeld om Parma en
den Prins, om de Unie van Atrecht en om
de Unie van Utrecht. De definitieve schei
ding was er. Het ideaal van Oranje: de een
drachtige samenwerking van Roomsch en
Protestant tegen de „verspaansching" on
zer vrije gewesten lag voorgoed aan stuk
ken".
Men kan dit niet wijten aan de Katho
lieken. En dat het Oranje's ideaal was,
dat aan stukken lag, bewijst wel, hoe vu
rig hij het anders had gewild en bedoeld.
Zijn eerenaam als Vader der Vaderlands
wordt daardoor niet verkort. En het zou
schromelijk onrechtvaardig wezen hem
verantwoordelijk te stellen voor gruwelen
en misdaden, door anderen tegen zijn zin
bedreven.
Wil men in dit geding nóg een getuige
van hoog en niet te miskennen gezag?
Het is dr. Schaepman.
Toen hy in 1883 zijn Proeve van een
Program de wereld inzond deed hij een
kort woord" vooraf gaan over de aanlei
ding tot zijn geschrift.
In dit „korte woord" 't was overi
gens niet zoo heel kort! zeide hij het
een en ander over een herstemming voor
de Tweede Kamer, té Delft, waarbij een
keuze moest worden gedaan tusschen een
candidaat der liberalen en een candidaat
der Katholieken.
Deze laatste werd daarbij door de libera
len bestreden als Katholiek met mid
delen, die ook uit andere jaren wel be
kend zijn. En dit deed Schaepman toornen,
dat de partij, die zich bij uitnemendheid de
anti-kerkelijke noemde en voorgaf op
staatkundig gebied niets dan staatkundige
beginselen en doeleinden te kennen, haar
candidaat had aanbevolen op kerkelijke
gronden en haar tegenstander bestreden
met kerkelijke hartstochten.
„Zij heeft" aldus de doctor, „alle
oude vooroordeelen wakker geschud, alle
lasteringen herhaald. In het bloedigst tijd
vak onzer historie heeft zy, oude wonden
heropenend, rondgewroet, om herinneringen
op te halen tegen ons, zonder te bedenken,
dat de glorieuse uitkomst ons aller hart ver
heugt en verheft. Zy heeft dat gedaan te
gen beter weten in, wel wetende, dat de
moord op den Prins van Oranje in de eerste
plaats zaak is van staatsrecht en zede, niet
van kerkgeloof; zich wel bewust, dat de
Katholieken in Nederland zeer zeker even
zeer gruwen van de misdaden door Baltha
zar Gerards en Jan Jauréguy gepleegd, als
de leden der hier bedoelde Staatsparty van
de schanddaden door Lumey en Sonoy te
Gorkum en elders verricht. Zij heeft het
worde herhaald dat gedaan tegen beter
weten in, wel zich bewust, dat de libera
len van 1883 niet de beginselen tot zege
praal willen brengen, die Willem van
Oranje in 1584 beleed, evenmin als de Ka
tholieken van Nederland zoo zy 't ooit
wilden nu willen, wat Filips van Span
je in die dagen met Nederland heeft ge
wild."
't Is byna zestig jaren geleden, dat deze
Een verklaring van Roosevelt
President Roosevelt heeft gisteren ver
klaard, dat er voor het oogenblik geringe
vooruitzichten zijn op een stabiele vrede
in Europa, doch dat de door Sumner Wel
les verkregen inlichtingen van waarde zul
len zijn, wanneer de tijd zal komen om
een vrede te vestigen.
De verklaring van Roosevelt, welke hij
heeft voorgelezen in een persconferentie,
luidde als volgt:
..Welles heeft geen vredesvoorstellen uit
eenige bron ontvangen, noch mij terugge
bracht. Hoewel er voor direct slechts ge
ring vooruitzicht bestaat op de vestiging
van een rechtvaardigen, stabielen en duur-
zamen vrede in Europa, zullen de inlichtin
gen welke als resultaat van de missie van
Welles ter beschikking van deze regeering
staan, ongetwijfeld van de grootste waarde
zyn, wanneer de tijd komt voor de vesti
ging van een zoodanigen vrede".
Roosevelt vervolgde met te zeggen, dat
zijn woorden juist beteekenden, wat zij
zeiden „Er is voor direct een gering voor
uitzicht op een einde van den oorlog".
De president herhaalde, dat Welles noch
gemachtigd was verplichtingen aan te gaan
of dat gedaan had, waardoor de Ver. Sta
ten zouden worden gebonden, noch dat
Welles de bevoegdheid had voorstellen na
mens de regeering der Vereenigde Staten
aan te bieden of zulks had gedaan. De door
Welles verkregen inlichtingen zouden voor
de regeering der Vereenigde Staten van
het grootste belang zijn bij haar buiten-
landsche betrekkingen.
Roosevelt vervolgde, dat al hetgeen door
de regeeringen van Italië, Duitschland,
Groot-Brittannië en Frankrijk was mede
gedeeld aan Welles door de regeering der
Vereenigde Staten als volkomen vertrou
welijk zou worden beschouwd.
De president sprak van de mogelijkheid,
dat „in zekere gevallen" het bezoek van
Welles zou kunnen bijdragen tot een beter
begrip en vriendschappelijker betrekkin
gen tusschen de Vereenigde Staten en de
landen, welke hij had bezocht.
De missie, aldus voegde de president
hieraan toe, had door persoonlijk contact
en besprekingen een „verheldering" ge
bracht in de betrekkingen tusschen de Ver
eenigde Staten en de Europeesche naties.
DE PAUS ONTVANGT MYRON TAYLOR
Z. H. de Paus heeft gisteren opnieuw
Myron Taylor, den specialen afgezant van
Roosevelt bij het Vaticaan, ontvangen.
Taylor zal Zondag naar Florence vertrek
ken, waar hii gemeenlijk vertoeft.
regelen werden geschreven. Men heeft
waarlijk tijd genoeg gehad, om zich te
oriënteeren omtrent de historische gebeur
tenissen, waarover ernstige historici hun
licht hebben laten schijnen, maar die, ver
minkt en verwrongen, als party-materiaal
en naargeestige propaganda-middelen
werden gebruikt bij de stembus en el
ders.
Het geschiedt ook thans nog, en het zal
blijven geschieden, zoolang het anti-papis-
me bestaat.
Veel zorg behoeven wij ons daarover niet
te maken. Maar voor één ding moeten wij
waakzaam zyn en wel hiervoor, dat wij
niet, zij 't dan indirect en ongewild, in de
kaart der anti-papisten spelen, of zelfs
maar den schijn wekken, dat zij op een of
ander punt recht*van spreken zouden heb
ben. In de nationale gemeenschap handha
ven wy onverkort en onverminderd onze
plaats. Voor het heden en evenzeer voor
het verleden. Wij laten ons door nie
mand als Nederlanders wegdringen, noch
overtreffen in waardering van hetgeen de
strijders en baanbrekers voor onze onaf
hankelijkheid wisten tot stand te brengen.
En zoo eeren wij Prins Willem van Oranje
als een groote nationale figuur, en kunnen
wij van harte instemmen met de huilde ge
bracht aan zijn nagedachtenis.
„Waarom zien wy, bewoners van ons
kleine land, altijd zoo scherp wat ons
scheidt en zoo flauw wat ons vereenigt?"
vroeg dr. Witlox in zijn rede op den Katho
liekendag. „Moeten wij dan altijd zooveel
mogelyk tegenover, zoo weinig mogelijk
naast elkander staan? Vooral als vaderlan
ders moeten wij ons één gevoelen."
De waarschuwing is nog immer op haar
plaats. Er zijn ook Katholieken, die haar
ter harte kunnen nemen. Maar zij geldt
allereerst en allermeest voor degenen, die
in heden en Verleden steeds „Roomsche
gevaren" meenen te ontdekken, en die, met
verminking der historie, den vrijheids
oorlog onzer vaderen en de groote figuren
in dien zwaren tijd voor zich en hun tra
wanten trachten te monopoliseeren.
P. S.
De ideale onderwijzer
De ideale onderwijzer wij vormen ons
bij dit begrip waarschijnlijk een voorstel
ling, waaraan feitelijk meerdere onderwij
zers, die wy kennen, slechts gedeeltelijk,
niet geheel, beantwoorden.
Dat is echter geen reden, om waardee
ring voor de hier-bedoelde functionaris
sen uit te sluiten.
Meenen wy voor onszelf alléén dan
aai-spraak op waardeering te hebben als
onze taak, onzen arbeid op een waar
lijk ideale wijze vervullen zóó, dat
èlkt critiek daarop als absoluut ongegrond
kan worden afgewezen!
Dat elke onderwijzer een ideale onder
wijzer is, mogen wy niet eischen nu niet
en nooit, onder welke andere, gewijzigde en
betere omstandigheden dan ook.
Maar wij mogen, en wij moeten, er
wel naar streven, dat het onderwijzers-
ambt wordt vervuld door personen, die zoo
dicht mogelijk den idealen onderwijzer na-
by komen, die allen hun best doen, een
ideale onderwijzer te zijn.
Wat is een ideale onderwijzer?
Wij hebben natuurlijk andere
eischen voor den onderwijzer in een ka
tholieke school, dan voor een onderwijzer
in een neutrale school.
Maar de eischen voor den onderwijzer
in een neutrale school gelden ook voor
den onderwijzer in een katholieke school.
Dezer dagen heeft op een vergadering
van den Bond ter behartiging van de be
langen van het kind de heer W. Terpstra,
gemeentelijk inspecteur van het L. O. te
Utrecht, een rede gehouden, welker inhoud
was vervat in een aantal stellingen. De
meeste dezer stellingen die alle de over
weging zeer zeker waard zyn! willen wy
hier afdrukken:
1. Onderwijzer-zijn en leeraar-zijn
vereischen in dezen eenzelfde geestes
houding; het onderscheid tusschen bei
den beperkt rich in hoofdzaak tot een
andere instelling in verband met den
leeftijd der leerlingen en de leerstof.
2. Critiek op de onderwijzersoplei
ding van een opleiding tot leeraar
anders dan van een theoretische kan in
ons land ternauwernood worden ge
sproken is gewenscht. Zij dient ech
ter te beginnen met waardeering.
3. Het is een eminent volksbelang,
dat de meest geschikten uit de besten
van de opgroeiende jongelingschap er
naar streven, tot de onderwijzersoplei
ding te worden toegelaten.
5. Het zou zelfmisleiding zijn, niet te
erkennen, dat jong-Nederland het on
derwijzerschap niet als de meest-ge- j
wenschte carrière beschouwt.
6. Het is volkszaak van de eerste or
de, de levensvoorwaarden voor den on
derwijzer zoodanig te maken, dat uiter
mate voor deze functie begaafden zich
blijvend aan het onderwijzerschap wil
len wijden.
8. De opleiding dient zoodanig gewij
zigd, dat het jeugdleidersreglement er
meer in naar voren komt en dat, by
veranderd inzicht inzake keuze van
loopbaan tijdens de opleiding, het vol
gen van een andere richting verge
makkelijkt wordt.
9. Vastgehouden dient te worden aan
het seminaire karakter, dat de goede
kweekschool kenmerkte en nog ken
merkt.
Deze stellingen geven veel te denken.
Niet alleen aan hen, die onderwijzer zyn
of meenen, geroepen te zijn het te worden.
Maar ook aan ons allen, die, direct of in
direct, invloed kunnen uitoefenen op de
uiterlijke omstandigheden, wier
aanwezigheid gewenscht is in ieder geval
door de rechtvaardigheid en billijkheid
als wij „de meest geschikten uit de besten
van de opgroeiende jongelingschap" het on
derwijzers-ambt als een levens-functie wil
len zien kiezen!
't Is ook speciaal om deze laatste reden
zeer gewenscht, de aandacht op de hier
afgedrukte stellingen te vestigen.
DU nummer bestaat uit vijf
bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
PRESIDENT ROOSEVELT HEEFT ALS
CONCLUSIE UIT WELLES' RAPPORT
MEDEGEDEELD, DAT ER SLECHTS
WEINIG KANS OP EEN SPOEDIGEN
STABIELEN VREDE IS. (Iele blad).
VOLGENS UITEENZETTING VAN MO-
LOTOF BLIJFT RUSLAND NEUTRAAL
IN HET EUROPEESCHE CONFLICT.
(2de blad).
WORDT FINLAND ECONOMISCH AF-
HANKEL1JK VAN RUSLAND? (2de bl.).
JAPAN HEEFT VERREGAANDE
EISCHEN GESTELD AAN DE PORTU-
GEEZEN OP MACAO. (2de blad).
FRITZ THYSSEN TE BRUSSFJL.
BRUSSEL, 30 Maart. (A. N. P.). De
Duitsche industrieel Fritz Thyssen vertoeft
op het oogenblik voor een verblyf van twee
dagen te BrusseL
Als doel van het bezoek wordt opgege
ven het bezoek van een zieken vriend, doch
de grootste stilzwijgendheid wordt in acht
genomen en er zijn allerlei voorzorgsmaat
regelen genomen om de veiligheid van
Thyssen te verzekeren.
Binnenland
VREEMDE VLIEGTUIGEN BOVEN ONS
LAND. (1ste blad).
EEN CREDIET AANGEVRAAGD VOOR
EVENTUEELE VERDERE EVACUATIE
DER BURGERBEVOLKING. (2de blad).
STOPZETTING PROMOTIE RIJKS
AMBTENAREN. 2de blad).
SIERTEÈLTCENTRALE GAAT VOOR
181.000 GLD. BLOEMBOLLEN AANKOO-
PEN. (2de blad).
VROUWEN VAN NAZARETH ZIJN
NAAR AMERIKA VERTROKKEN OM
DAAR HUN ACTIE TE GAAN VOEREN.
(2de blad).
DE BEMANNING VAN DE VERGANE
„PROT1NUS" IN SCHOTLAND AAN
LAND GEBRACHT. (1ste blad)
TOEDIENEN VAN HET H. VORMSEL
IN HET DEKENAAT LEIDEN
Z.H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal
het H. Vormsel toedienen op de volgende
dagen:
MAANDAG 29 April:
9 uur in de kerk van O.L.Vr. Hemelvaart
en St. Joseph te Leiden.
Om 11.30 uur in ie parochiekerk' van
Oegstgccst;
Om 2 uur in de kerk van den H. Leonar-
dus a P. M. Haagweg Leiden.
Om 3.30 uur in de kerk van St. Petrus
te Leiden.
DINSDAG 30 April: om 9 uur in de kerk
van O.L.Vr. OnbevL Ontvangen te Leiden.
Om 11.30 uur in de parochiekerk van
Oud-Ade.
Om 2 uur in de parochiekerk van
Rypwctering.
Om 3.30 uur in de parochiekerk van
Hoogmade.
WOENSDAG 1 Mei: 9 uur in de parochie
kerk van Katwijk.
Om 11.30 in de parochiekerk van
Voorschoten.
Om 2 uur in de kerk van St. Joseph
Deyierweg Wassenaar.
Om 3.30 uur in de kerk van St. Willi-
brordus, Wassenaar-Dorp.
H. VORMSEL VOOR VOLWASSENEN
Op Zondag 28 April a.s. des avonds om
7 uur zal Z.H. Exc. de Bisschop van
Haarlem het H. Vormsel toedienen aan
volwassenen van Leiden en Omstreken in
de kerk van de O.L.Vr. Hemelvaart en St.
Joseph, Heerensingel te Leiden. De oefe
ningen van voorbereiding worden ge
houden in dezelfde kerk op 15, 17, 19, 22,
24 en 26 April des avonds om 8.30 uur.
BEëEDIGING VAN WANG TSJING WEL
TOKIO, 30 Maart. (A.N.P.) Wang Tsjing
Wei is beëedigd in zijn drie functies, na
melijk die van waarnemend president, van
minister-president en van minister van
marine. Bij de eenvoudige, doch plechtige
ceremonie las Wang Tsjing Wei het be
roemde testament voor van wijlen Soen
Jat Sen, den oprichter van de Kwomin-
tang. In dit testament werden de leden er
aan herinnerd, dat de revolutie nog niet
tot een goed einde was gebracht en aan
gespoord, hun pogingen te verdubbelen.
Wang Tsjing Wei besloot de plechtigheid
met te verkondigen, dat „vandaag de na
tionale regeering naar Nanking was terug
gekeerd om in de plaats te komen van het
bewind van Tsjang Kai Sjek te Tsjoeng-
king".