DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Z L7-7Z ,t
iten AHratliell
IFOUURD
125
BINNENLAND
WOENSDAG 27 MAART 1940
31ste Jaargang No. 9601
S)e &eidócHe(3oii/fcant
Bureaus Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
V Wl| zijn geen struis
vogels
A. B K.. schrijft in de socialistische pers
een aardig stukje over het genot van de
Paaschdagen: twee dagen geen kranten!
„Twee dagen geen kranten was he-
melsch. Wat je niet weet, wat je niet
deert, nietwaar?
Maar d*e zaligheid werd aanmerke
lijk getemperd door de nieuwsuitzen
dingen per radio.
Natuurlijk kan men daartegen aan
voeren: „had daar dan niet naar ge
luisterd!"
Maar dit is een nuttelooze misken
ning van ons aller aard. Wij kunnen
daar nu eenmaal niet meer afblijven.
Het is een hartstocht geworden, prompt
op tijd die Jobstijdingen tot zich te ne
men, waarvan de verslaafde zich sven-
min meer los kan maken als van zijn
sigaretje of verdoovingsmiddel.
Met dit feit voor oogen, stel ik voor,
met Pinksteren een verder-strekkende
proef te nemen en dan ook twee dagen
het A.N.P. stop te zetten.
In den namiddag van den eersten dag
zal dan ieder van ons het gevoel heb
ben van niet meer te weten wat er in
de wereld gaande is. Wij zullen dan
aan de Indianen des velds gelijk wor
den, niet langer kennende het verschil
tusschen oorlog en vrede. Dat zullen
eerst volmaakte rustdagen worden!"
't Is een aardig stukje. Natuurlijk bedoelt
de schrijver het niet letterlijk zóó. Hij zou
't, vanzelf sprekend, verschrikkelijk vin
den, als er 'ns een heele week geen kran
ten kwamen!
Als er niet ergs op de wereld gebeurt,
vinden wij dat gelukkig.
Maar als er wel wat ergs plaats vindt,
willen wij dat óók weten. Wij zijn geen
struisvogels! Ons geluk zoeken wij niet in
het niet-kennen van de werkelijkheid,
maar en nu komen we aan wat we zeg
gen willen in het waardeeren van de
werkelijkheid op haar juiste waarde.
Wy willen weten, wat er op de wereld
gebeurt. Maar wij willen de feiten kennen,
zopals ze zijn, en beoordeelen, zooals ze
beoordeeld moeten worden enwij wil
len niet overheerscht worden door
wat er gebeurt, maar bij alles en onder alle
omstandigheden ons zelf blijven.
En daarom, als wij een krant lezen, die
ons, objectief voorlichtend, inlicht, en als
wij een krant lezen met eenige zelfbeheer-
sching, zoodat wij niet te diep „onder den
indruk" raken van alles wat wij lezen, dan
zal de krant altijd, ook en zelfs vooral in
dezen tijd, een onzer beste huisvrienden
zyn. Dit is, waarde lezer, geen pleidooi
voor eigen zaak!
ONGERUSTHEID OVER HET NEDERL.
MOTORSCHIP „SABA".
Naar wij Vernemen, bestaat er in
scheepvaartkringen ongerustheid over
het Nederlandsche motorkustvaartuig
„Saba", dat ruim een week geleden
hier te lande verwacht werd. Sinds het
vertrek uit een buitenlandsche haven
heeft men niets meer van het schip ver
nomen.
De bemanning bestaat uit zeven koppen.
Kapitein is de heer Acda.
Dit is hetzelfde schip, dat op 3 Maart
j.l aan de Oostkust van Engeland door een
vliegtuig beschoten werd, waarbij het vrij
ernstige schade opliep.
De „Saba", welke 397 bruto ton meet
er. in 1939 is gebouwd, behoort toe aan den
heer J. Roorda te Voorburg.
DE RAMP VAN DE „PROTINUS".
Visschers weigeren uit te varen.
Het feit, dat nog steeds nadere bij
zonderheden ontbreken omtrent den
ramp van de „Protinus", heeft niet al
leen onder de familieleden der twaalf
opvarenden ongerustheid verwekt, ook
de opvarenden van de in de visschers-
haven te IJmuiden liggende treilers
zijn weinig gerust en deze ongerust
heid kwam vandaag tot uiting in de
weigering naar zee te gaan. Hierdoor
konden tien treilers, die vandaag moes
ten varen, niet vertrekken, zoodat er
een ernstige stagnatie in het visscherij-
bedrijf dreigt te ontstaan.
Naar wy bij informatie te bevoegder
plaatse vernemen, was vanmiddag om
streeks het middaguur nog geen enkel of
ficieel bericht binnengekomen, dat ophel
dering geeft omtrent den ondergang van
de Protinus.
Keuring van buitenge
woon dienstplichtigen
Zooals bekend is bij Koninklijk Besluit
van 5 Februari 1940 bepaald, dat in ver
band met de buitengewone omstandighe
den tot opkomst in werkelijken dienst wor
den verplicht de buitengewone dienstplich
tigen van de lichtingen 1938, 1939 en 1940.
De wenschelijkheid kan zich voordoen
om t.z.t. ook buitengewone dienstplichti
gen van oudere lichtingen dan van 1938
in werkelijken dienst te doen komen. Voor
oproeping in werkelijken dienst zouden
aan in de eerste plaats in aanmerking ko
men de buiten/gewone dienstplichtigen
van de lichtingen 1937 en 1936.
Het grootste deel der buitengewone
dienstplichtigen van deze laatste lichtingen
is echter nog niet voor den dienst gekeurd.
Daarom ligt het in het voornemen van den
Minister van Defensie om, alvorens tot
oproeping in werkelijiken dienst van deze
lichtingen wordt overgegaan, hen, die nog
niet zyn gekeurd, met toepassing van art.
44 van het Dienstplichtbesluit, in de ge
legenheid te stellen bij een Keuringeraad
een uitspraak te verkrijgen omtrent hun
geschiktheid voor den dienst. Hoewel deze
keuring niet verplicht zal zijn, wordt ver
wacht, dat de meesten hunner zich aan dit
ondierzoek zullen onderwerpen.
De keuringsraden zullen daartoe in de
maanden Mei, Juni en Juli as. zitting
houden. Zij die van deze gelegenheid tot
keuring geen gebruik maken, worden eerst
na opkomst in werkelijken dienst gekeurd.
Onder de buitengewone dienstplichtigen
bevinden zich personen, die indertijd in
verband met hun verbintenis bij het voor-
oefening&instituut van den Vrij willigen
Landstorm een geneeskundig onderzoek
hebben ondergaan en daarbij geschikt wer
den bevonden voor den dienst bij den land
storm, zonder voorbehoud ten opzichte van
hun lengte. Aangezien de keuringseischen
voor deze vrijwilligers dezelfde waren als
voor dienstplichtigen, behoefden zij inder
tijd niet meer voor den Keuringsraad te
verschijnen. Deze personen worden geacht
als dienstplichtige geschikt te zijn voor
den dienst, zoodat zij niet aan de keuring
in de eerstvolgende maanden zullen deel
nemen.
Bestrijding van storin
gen bij radio-ontvangst
Bij Kon. Besluit is, op grond van artikel
3 der Telegraaf- en Telefoonwet, vastge
steld een Radiostoringsreglement, waarbij
voorschriften worden gegeven ter voorko
ming en opheffing van storingen, welke
electrische inrichtingen kunnen teweeg
brengen aan de ontvangst per radio.
Volgens dit reglement kan de Minister
van Binnenlandscne Zaken electrische in
richtingen aanwijzen, welke naar zijn mee
ning mei slechts geringe vermeerdering
van kosten zoo kunnen worden vervaar
digd, dat zij in het algemeen geen storing
zullen veroorzaken.
Bepaald wordt verder, dat de directeur-
generaal der P. T. T. gevolg zal geven aan
een klacht over ondervonden storing, in
dien die klacht is onderteekend door ten
minste drie houders van -opvanginrichtin
gen, die denzelfden hinder ondervinden,
terwijl de voor het onderzoek gemaakte
kosten geheel of ten deele ten laste van de
klagers kunnen worden gebracht, indien
uit dat onderzoek blijkt, dat de hulp zonder
voldoenden grond werd ingeroepen, of dat
de ontvanginrichtingen niet aan de gestel
de vereischten voldoen.
Vervolgens wordt bepaald, dat een com
missie van advies zal worden ingesteld,
welke den minister en den directeur-gene
raal voorlichting zal geven omtrent al'e
met de bestrijding van radiostoringen in
verband staande onderwerpen.
De inwerkingtreding van bovenstaande
bepalingen zal geschieden op een nader
door de Kroon te bepalen tijdstip.
DE TERUGROEPING VAN DEN RUSSI-
SCHEN GEZANT TE PARUS.
MOSKOU, 27 Maart. (A. N. P.). In di
plomatieke kringen alhier is men van mee.
nong, dat de terugroeping van den Sovjet-
Russischen ambassadeur in Parijs, Soe-
rits, niet tot een verdere spanning der di
plomatieke betrekkingen tusschen Rus-
lónd en Frankrijk behoeft te leiden. Mos
kou zou met de terugroeping van Soerits
reeds rekening gehouden hebben, omdat
Frankrijk reeds sinds maanden in de Sov
jet-Unie slechts vertegenwoordigd is door
een zaakgelastigde, en de ambassadeur
Naggiar sinds geruimen tijd met verlof is.
IMPRIMÊ1
voor Blouses en
Japonnen
95 c.M. breed
PFR METER
Uw' TRodehuls
irXEFOON 25838.
Spionnage-gevallen
Straffen van verschillende
zwaarte
De rechtbank te Amsterdam ver
oordeelde vandaag den Amsterdam-
schen koopman C. V., die aan een
Duitscher inlichtingen heeft verstrekt
over onze landsverdediging, wegens
spionnage tot vijf jaar gevangenisstraf
met aftrek van voorarrest.
De officier van justitie, mr. A. S'. dis
Mudnok Keizer, had vijf jaar gevangien-
straf gerequireerd.
De man bevindt zich ssdert half Januari
in hechtenis. Hem was ten-Laste gslegd, dat
hij, Nederlander zijnde, opzettelijk op 10
Januari te Duisburg aan een ten behoeve
van het Duitsche Rijk handelend persoon
inlichtingen heeft verstrekt omtrent fei
ten, waarvan hij wist, dat de geheimhou
ding door het belang van den Staat gebo
den werd, n.l. omtrent militaire verdedi
gingswerken langs Rijm. Waal en IJsel en
de miltaire bezettingen in verschillende
plaatsen langs die rivieren.
Verd. was in gezelschap van een binnen
huisarchitect naar Duisburg gegaan. In de
stationswachtkamer had verd. alleen lan
gen tijd met een Duitscher gesproken. Bij
het gesprek had hij kaarten getoond en de
Duitscher had aantekeningen gemaakt.
Op den terugreis werd het tweetal te Ze
ven-aar gearresteerd. De architect gaf de
noodige inlichtingen, zoodat tegen den
koopman een vervolging wegens spionnage
kon worden ingesteld.
De verd. ontkendie. Hij had verklaar
de ,hy slechts over natuurschoon ge
sproken met den Duitscher.
Op 13 Maart stonden voor de Rechtbank
te Leeuwarden twee spionnen terecht.
De eerste, de 39-jarige J. B., uit Den
Haag, was ten laste gelegd, dat hij ten gun
ste van Frankrijk en Engeland tusschen 5
September en 23 November van het vori
ge jaar bewegingen van oorlogsschepen,
koopvaardijschepen en vliegtuigcin had
doorgegeven, onder meer de bewegingen
van schepen en vliegtuigen van Duitsche
nationaliteit. De man vertoefde dien tijd
op Ameland. Hij had van den 44-jarigen
A. de F., eveneens uit Den Haag, een ver
rekijker en een radio-electrische zendin-
richting ontvangen. Zoodra B. met de be
wegingen van eventueele schepen en vlieg
tuigen bekend was, deed hij daarvan me-
dedeeling langs radiotelegrafischen weg of
per telefoon aan F. Tegen den verdachte
werd vier maanden gevangenisstraf ge-
eischt.
Heden werd B. verooraeeld tot zes maan
den gevangenisstraf met aftrek der preven
tieve hechtenis.
Aan A. de F., thans gedetineerd, werd
ten laste gelegd, dat hij aan B. bovenge
noemde middelen heeft verschaft om daar
door in het bezit te komen van de ge-
wenschte inlichtingen. De eisch tegen de
zen verdachte luidde vier jaar gevangenis
straf. De uitspraak luidde heden twee jaar
gevangenisstraf, eveneens met aftrek van
de voorloopige hechtenis.
FRANSCHE TORPEDOBOOTJAGER
VERGAAN.
Een ontploffing aan boord.
TANG AR, 27 Maart. (A. N. P.). Van
daag is vernomen, dat zich Zaterdag j.l. een
ernstige ramp heeft voorgedaan in de ha
ven van Casablanca aan boord van een
Franschen torpedojager, de „Railleuse".
Toen deze bodem ging uitvaren, ontstond
een geweldige ontploffing, tengevolge
waarvan het schip onmiddellijk zonk. Een
honderdtal opvarenden werd gedood of
gewond.
H.M. DE KONINGIN NAAR
ROTTERDAM
H.M. de Koningin zal Donderdagmiddag
de te Rotterdam genomen maatregelen op
het gebied der luchtbescherming bezichtigen
en daaraan verbinden een bezoek aan de
tentoonstelling RotterdamBatavia.
PRINS BERNHARD
Z.K.H. Prins Bernhard heeft heden na
mens H.M. de Koningin, vergezeld door
zijn waarnemenden adjudant luitenant-ko
lonel H. J. Phaff, een bezoek gebracht aan
enkele militaire inrichtingen.
VERHUIZING RIJKSBUREAU VOOR
METALEN
Naar wij vernemen, zal dezer dagen het
ryksbureau voor metalen van den Haag
naar Rotterdam verhuizen. Deze verhuizing
houdt verband met den wensch van mi
nister Steenberghe, de werkgelegenheid te
Rotterdam, die door den oorlogstoestand
sterk heeft geleden, zooveel mogelijk te be
vorderen.
Het ryksbureau wordt gevestigd in het
nieuwe Beursgebouw (Meent 110). Het zal
van 28 Maart tot 2 April a.s. gesloten zijn.
EXPORT VAN BOTER NAAR ENGELAND
Vragen van Kamerlid beantwoord.
Op vragen van het Tweede Kamerlid Al-
gera betreffende de regeling van den bo-
terexport naar Engeland, heeft de minister
van Economische Zaken o.m. het volgende
geantwoord:
Het is den minister bekend, dat de Ne
derlandsche Zuivelcentrale aanvankelijk
heeft overwogen aan hem voor te stellen,
dat de export van boter naar Engeland al
leen toegestaan zou worden aan exporteurs
of combinaties van exporteurs met een mi
nimum-export van 1.800.000 K.G. in de ba
sisjaren 1 September 1937 tot en ryet 31
Augustus 1939.
Een zoodanig voorstel heeft den minister
echter niet bereikt, aangezien genoemde
centrale inmiddels was gebleken, dat tegen
een zoodanige regeling in het bijzonder bij
de kleinere exporteurs overwegende bezwa
ren bestonden.
Naar den minister is gebleken, vloeide de
drang tot centralisatie voort uit de om
standigheid, dat van Nederlandsche zijde
de vrees bestond, dat de uitvoering van de
voor den export van boter naar Engeland
getroffen regeling in de practijk met moei
lijkheden gepaard zou gaan. Onder deze
regeling kan de boter n.l. naar zeven aan
gewezen adressen de z.g. consignes
en naar vijf bepaalde havens worden ver
zonden. Het bfhoeft nu geen nader betoog,
dat het deelnemen van een belangrijk aan
tal exporteurs (pl.m. 60) aan den export
voor een juiste uitvoering van deze rege
ling meer moeilijkheden oplevert dan wan
neer het aantal exporteurs tot een geringer
aantal zou zijn beperkt. Ten aanzien van
dit punt moge nog worden medegedeeld,
dat van Engelsche zijde prijs werd gesteld
op verzending der boter naar één adres.
Teneinde echter voor de Nederlandsche ex
porteurs de mogelijkheid tot handhaving
van eenig contact met den Engelschen bo-
terhandel te behouden, is op aandrang van
Nederlandsche zijde door Engeland voor-
loopig accoord gegaan met verzending naar
zeven adressen. Zou alsnog, in overeen
stemming met den van Engelsche zijde be-
staanden wensch, tot verzending der boter
aan één adres worden overgegaan, dan zal
voor moeilijkheden bij de uitvoering der
regeling minder vrees behoeven te bestaan
en daarmede dus tevens de aanleiding tot
het opnieuw in overweging nemen van de
wenschelijkheid van concentratie als ver
vallen kunnen worden beschouwd.
Plannen van de Ned. Zuivelcentrale,
daarin bestaande, dat alleen groote expor
teurs hun zelfstandigheden t.o.v. den uit
voer zouden behouden, zullen niet ten uit
voer worden gebracht dan nadat den mi
nister de volstrekte noodzaak daartoe zal
zijn gebleken.
HET ONGELUK MET DEN MILITAIREN
VRACHTAUTO TE SOEST
Het antwoord van den minister van
Defensie op vragen van den heer Suurhoff.
Op vragen van het lid van de Tweede Ka
mer, den heer Suurhoff, luidende:
1. Heeft de minister kennis genomen
van het ongeluk, dat op Donderdag 22
Februari heeft plaatsgevonden op den
Ossendamweg te Soest, bij welk onge
luk twee militairen van een rijdenden
vrachtauto werden geslingerd, met voor
een dezer beide soldaten doodelijke ge
volgen?
2. Kan de minister mededeelen, of
deze soldaten eigener beweging dan wel
ter volvoering van een militaire op-
Dit nummer beslaat uit
Ir Ie bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
DE JACHT OP VIJANDELIJKE SCHE
PEN. (2de blad).
RUSSISCHE AMBASSADEUR TE PA
RIJS GEEN PERSONA GRATA MEER.
(2de blad).
DE BESPREKINGEN VAN GRAAF TE-
LEKJ TE ROME. (2de blad).
Binnenland
VISSCHERS VAN TIEN TREILERS
TE UMUIDEN WEIGEREN UIT TE VA
REN (le blad).
ONGERUSTHEID OVER HET NEDERL.
MOTORSCHIP „SABA." 1ste blad).
KEURING VAN BUITENGEWONE
DIENSTPLICHTIGEN. (1ste blad).
OVERLEDEN IS DE HOOGEERW. HEER
DANKELMAN, DEKEN TE DELFT. (3d»
blad).
DRIE GEVALLEN VAN SPIONNAGE
VOOR DEN RECHTER. (1st» blad).
DE EXPORT VAN BOTER NAAR ENGE
LAND. (1ste blad).
VERHINDERING VAN STORINGEN
BIJ RADIO-ONTVANGST. (1st» blad).
dracht van dit vervoermiddel gebruik
maakten en of dit ongeval aan onvoor
zichtigheid van de getroffenen of van
den bestuurder van den auto te wij
ten is?
3. Is het den minister bekend, dat in
verscheidene kantonnementen en soms
over yrij groote afstanden en langs
smalle en bochtige wegen vrachtauto's
zonder eenige passagiers-accomodatie
voor het vervoer van militairen ge
bruikt worden, zulks zoowel voor ver
plaatsing van militairen, die met perio
diek verlof gaan, als voor militaire
doeleinden?
4. Wil de minister met het oog op de
aan deze wijze van vervoer verbonden
gevaren bevorderen, dat voortaan zoo
veel mogelijk gebruik gemaakt zal
worden van autobussen?
5. Is de minister voorts bereid om,
voor zoover geen autobussen beschik
baar zijn, maatregelen te treffen, op
dat:
a. voor militair personenvervoer ge
bezigde vrachtauto's althans van eeni
ge accomodatie (bijz. zitbanken, nood-
luiken en dergelijke) worden voorzien,
b. enkele veiligheidsvoorschriften,
o.a. met betrekking tot het maximum
aantal te vervoeren personen, bij het
gebruiken van vrachtauto's voor mili
tair personenvervoer worden uitgevaar
digd,
c. het vrijwillig gebruik maken door
militairen van voor de veiligheid ge
vaarlijke vrachtauto's zooveel mogelijk
wordt beperkt?
heeft de minister van defensie als volgt ge
antwoord:
1. Deze vraag wordt bevestigend beant
woord.
2. De militairen maakten van het motor
rijtuig gebruik ter uitvoering van een hun
gegeven opdracht.
Het ongeluk is te wijten aan onvoorzich
tigheid van de getroffenen, daar zy niet
hadden voldaan aan den door den ser
geant-wagencommandant gegeven last om
overeenkomstig de voorschriften in
den laadbak te gaan zitten.
3. Deze vraag wordt bevestigend beant
woord.
4. Aan het vervoer van militairen met
vrachtauto's zijn, mits de betrokkenen zich
gedragen overeenkomstig de ter zake be
staande, in het belang van de veiligheid
gegeven voorschriften, geen bijzondere ge
varen verbonden,
In verband daarmede en voorts gelet op
de onmogelijkheid om, ten behoeve van
troepenvervoer op groote schaal, een vol
doend aantal autobussen beschikbaar te
stellen, wordt deze vraag ontkennend be
antwoord.
Daarbij zij opgemerkt, dat voor het ver
voer van met verlof vertrekkende militai
ren reeds zooveel mogelijk van autobussen
wordt gebruik gemaakt.
5. In verband met het antwoord op
vraag 4 behoeft het gestelde onder a. en b.
van vraag 5 geen beantwoording. Plaatsne
men op militaire vrachtauto's zonder daar
toe door den bevoegden meerdere gegeven
last is niet geoorloofd, zoodat aan het ge
stelde onder c. van vraag 5 reeds is voldaan.