Avontuur Venezuela. De onderzeeër O. 24 is Maandag bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij voor de Nederlandsche Marine tewater gelaten. Het vaartuig in zijn element De staf der Finsche ambulance van het Nederlandsche Roode Kruis is Maandag per vliegtug via Malmö naar de plaats van bestemming vertrokken. Het vervullen der formaliteiten op Schiphol V r.n l.: de leider dr. F. H. Meihuizen; dr A de Ruyter en zuster Mesdag Als een zeerob een luchtreis gaat maken. De bemanningen van aan de Engelsche Oostkust gestationneerde reddingbooten brachten een bezoek aan een station van den zee-patrouille-dienst der Britsche luchtmacht, waar zij onthaald werden op een vliegtoehtje De Belgische minister van Cauwelaert sprak te Maastricht over de economische samenwerking tusschen Nederland en België V.f.n r: Oud-minister prof. dr. ir. H. Gelissen, minister van Cauwelaert, ir. C. G. Driessen, de heer Plate en dir. Kortebos Kunstig werk Op de tentoonstelling .Het Glas 1940' in het Stedelijk Museum te Amsterdam werd een demonstratie gegeven in glasgraveeren Te Den Burg op Texel werd Maandag door de Prov Commissie ter bevordering van de Rundvee-fokkerij in Noord Holland een stierenkeuring gehouden, waarvoor van deskundige zijde veel belangs'el'ing bestond FEUILLETON in "Naar het Amerikaanscb van R. HARDING DAVIS. '.Nadruk verboden). 39) Na deze voor zijn doen ongewoon-lange redevoering haalde Roddy diep adem en keek Peter uitdagend aan, alsof hy ver wachtte dat die hem zou tegenspreken. Pe ter glimlachte echter alleen maar cynisch en liep naar zijn slaapkamer, die uitkwam op het binnenplaatsje. Bij de deur draai de hij zich om. En het meisje, citeerde hij, was heel lief! Den volgenden morgen troffen de twee Amerikanen Dokter Vicente in het wacht lokaal van het fort en begonnen onder zijn leiding hun tocht door de vesting. Ze deden net alsof ze buitengewoon veel belangstelden in de patiënten van den dok ter en in de andere gevangenen om niet te laten blijken dat hun eigenlijk alleen om Generaal Rojas te doen was. Na ieder be zoek aan een cel, vroegen ze aan Vicente hun de geschiedenis van den bewoner te vertellen. Vicente voelde zich door hun dat de verhalen geleidelyk-aan steeds lan ger waren geworden en ten slotte was de jonge dokter buitengewoon mededeelzaam geworden. Toen ze eindelijk waren afgdedaald naar de laagste ry cellen, stond Vicente even stil en wees naar een getraliede dubbele deur. Daarin, fluisterde hij tegen Peter, is onze voornaamste politieke gevangene, Generaal Rojas. Er is niemand, dien Alva rez zoo graag dood zou zien. En als hij hem hier nog een maand houdt, zal hij zijn zin hebben. Maar ze zeggei. dat die man een ver rader is, bracht Roddy in het midden. De dokter haalcU. de schouders op. In myn land is iedeeen, die niet voor de regeering is, een verrader. Hij gaf den gevangenbewaarder, die by hem was, een wenk om de deur van de cel te openen en noodigde de Amerikanen met een gebaar uit binnen te gaan. Terwyl ze dat deden, staken ze allebei snel en onge merkt hun rechterhand in den buitenzak van hun jas en toen hun handen weer te voorschijn kwamen hadden -e beide on der hun pink een klein stukje rijstpapier verborgen dat ze uit een boekje met ci- garettenpapier gescheurd hadden. Op elk papiertje stonden me< potlood de cijfers 54—4 en het woordje „Hoop." Den vorigen avond hadden Peter en Roddy die papier tjes klaar gemaakt in de hoop, dat, ter wijl een van hen de aandacht van hun gids zou afleiden, de andere zijn berichtje aan Rojas zou kunnen geven. Roddy had erop gestaan rijstpapier te gebruiken om dat dat zonder schade opgegeten zou kun nen worden, de veiligste manier, waarop de Generaal (of zij zélf in geval van nood) de bezwarende documenten wouden kun tien doen verdwijnen. Toen zij de cel binnenkwamen zagen ze echter dadelijk, dat ze geen kans zouden hebben om hun mededeeling binnen te smokkelen. Generaal Rojas zat op onge veer tien voet afstand van hen aantafel en de gevangen-bewaarder, die slechts met tegenzin had toegestaan, dat de Amerika nen de cel binnengingen en die vooral hun tegenwoordigheid ii. de cel erg onaange naam scheen te vinden, ging dadelijk met een strijdlustig gezicht naast dien Gene raal op wacht staan en snauwde: De bezoekers mogen niet met den ge vangene spreken. Dat is hun bekend, antwobrdde Vi cente. Roddy en Peter zagen een ruimte van ongeveer veertig bij twintig voet, waarvan de muren, de gewelfde zoldering, en de vloer heelemaal van steen waren. Er wa ren geen ramen in, maar de kaarsen, die er stonden, gaven voldoende licht en de lantarens van Vicente en den oppasser wierpen hun schijnsel in alle hoeken. Ze zagen een krib. een tafel, een stoel en een paar planken, die vol met boeken stonden. Aan het eene einde van den kerker was een reusachtig poortgewelf, dat echter met ruw uitgehouwei steenen dichtgemetseld was. Het was duidelijk dat dit het andere uit einde van de tunnel was. Maar toen zy zagen hoe onwrikbaar deze geblokkeerd was, ontzonk het tweetal den moed. Generaal Rojas was opgestaan en be schutte met de hand zyn oogen tegen het ongewone licht der lantarens. Ik heb de vrijheid genomen u te ko men storen, zei Vicente, omdat deze twee heeren belang stelden in de geschiedenis van het fort! Generaal boog ernstig en maakte een gebaar in de richting van den bewaarder, als om te verklaren waarom hij het woord niet tot hen richtte. Dit deel van het fort, begon Vicente haastig, is heel oud. Het werd gebouwd in de zestiende eeuv- en deze ruimte was, ge loof ik, oorspronkelijk de eetzaal. Ze wordt nu gebruikt voor de belangrijkste politieke gevangenen. Er heerschte even een verlegen stilte; toen verbrak Roddy die met een korten, smadelijken lach. U bedoelt verraders, hoonde hij. Generaal Rojas schokte overeind alsof Roddy hem geslagen had. De jonge dokter wendde zich met een verontwaardigden uitroep tot den Amerikaan. U moet u beter beheersen en, zei hij bestraffend. Hoewel Roddy Peter had gewaarschuwd dat hy met een vooropgezette bedoeling Generaal Rojas misschien zou beleedigen, vond hy deze grofheid tegen een hulpe- ioozen ouden mar. toch buitengewoon er gerlijk. Hij voelde zich rood worden van ergernis. Maar de bewaarder was verge noegd en grinnikte goedkeurend. Roddy zelf scheen niet ir. het minst gegeneerd, Ik heb gee medelijden met zulke menschen, ging hij onverstoorbaar en hef tig voort. Een moordenaar neemt alleen maar het leven van een mensen, maar een verrader neemt he1 leven van zyn vader land. In de Vereenigde Staten maken we korte metten met verraders. Daar hangen we ze op. Met een boos gezicht wendde Roddy zich naar Peter, alsof die hem tegengespro ken had. Het is zoo. Dat weet je immers wel. Het staat in de grondwet, riep hij met stem verheffing. Het staat oj bladzijde vier en vijftig, paragraaf vier van de Constitutie van de Vereenigde Staten. Hoofdstuk „Straffen voor Verraders." Bladzijde vier en vijftig, paragraai vier. Daarop wendde hij zioh, schijnbaar vol berouw over zijn heftigheid, tot den dok ter. Neemt u mij niet kwalijk. Ik ben wer kelijk te ver gegaan. Maar zulke mannen vind ik verschrikkelijk. Dan moet u hun gezelschap maar lie ver vermijden, zei de toegesprokene sar castisch. Hij beduidde de Amerikanen met een geïrriteerd gebaar dat zij naar de gang moesten gaan en daarop ging hij met een beteuterd gezicht op den gevangene toe. Het spijt me ontzettend, Generaal, dat ik u aan iets dergelijks heb blootgesteld. Maar Generaal Rojas gaf geen antwoord. Vicente bemerkte tot zijn grooten schrik, dat het incident den ouden man nog erger had geschokt dan hij gevreesd uad De Ge neraal zat 'in zijn stoel weggedoken als iemand, wiens krachten plotseling ver lamd zijn. Zijn bloedelooze, magere handen lagen trillend op de tafel. Groote tranen rolden over zijn bleek, gerimpeld gezicht In de twee jarer dat de jonge dokter zijn patiënt kende, had hij nog nooit zoo'n vreemden, onnatuurlijken glans in diens oogen gezien als nu. Voor den medicus was het een bewijs, dat het einde nog dichter bij was. dan hij gedacht had. Het spijt me ontzettend, stamelde Vi cente. Generaal Rojas hief het hoofd op. Het is niets, riep hij uit. Wat betee- feent één beleediging, één vernedering meer, als ik weet dat het einde naby is. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 12