Aanval op Duitsctie duikboot BINNENLAND WOENSDAG 13 MAART 1940 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 Dultsche vliegers boven België DOOR EEN BQM GETROFFEN Het Britsche ministerie van Luchtvaart deelt mede, dat Maandagmiddag tijdens een verkenningsvlucht boven de Duitsche Bocht en de Duitsche riviermondingen een bommenwerper der Britsche koninklijke luchtstrijdkrachten met succes een aanval heeft gedaan op een Duitsche duikboot. Men heeft gezien, dat de duikboot door minstens een bom werd getroffen. Men ge looft, dat zij gezonken is. De duikboot voer langzaam aan de opper vlakte, toen de bemanning van een Britsch bombardementsvliegtuig haar in het oog kreeg. Het vliegtuig ging onmiddellijk tot den aanval over en liet vier bommen van 115 kilogram vallen. Een dier bommen kwam jiiist voor den commandotoren te recht en een tweede heeft vermoedelijk eveneens doel getroffen. De bestuurde van het vliegtuig zag voor en achtersteven van de duikboot boven water komen, terwijl het middengedeelte onder de oppervlakte was. Een Britsch verkenningsvliegtuig heeft later op de plek van den aanval een aantal Duitsche patrouillevaartuigen ge,- zien. DUITSCHE VLIEGERS BOVEN BELGIë Krachtig protest te Berlijn In de provincie Luxemburg heeft een Belgisch eskader vliegtuigen tegen 12 uur Dinsdagmiddag een buitenlandsch toestel, men vermoedt een Duitsch, aangevallen. Het vreemde vliegtuig slaagde er in te ont komen. Volgens de Soir hebben omstreeks het middaguur verscheidene vreemde vlieg tuigen op groote hoogte boven Verviers gevlogen. Twee dezer vliegtuigen hebben een wit rookgordijn achtergelaten. Het Belgische luchtdoelgeschut kwam hierop in actie. Later heeft een ander vliegtuig zeer laag en met een buitengewoon groote snelneid boven een stadswijk van Verviers gevlogen. Verscheidene burgers hebben volgens het blad het hakenkruis op het vliegtuig her kend. Het toestel verwijderde zich in Ooste lijke richting, nadat het door luchtdoel geschut krachtig werd beschoten. De minister van Buitenlandsche Zaken Spaak, heeft den ambassadeur van België te Berlijn opgedragen bij de Duitsche re geering krachtig te projesteeren tegen het feit, dat Duitsche vliegtuigen boven Bel gisch grondgebied hebben gevlogen, on danks de jongste beloften der rijksregee- ring aan de Belgische regeering. De beloften waren gedaan, nadat de Belgische luitenant-vlieger Henrard door een Duitsch vliegtuig bij Sint Hubert was omlaag geschoten. DE „CARDENIA" GEZONKEN 33 leden van de bemanning van het Britsche vrachtschip „Cardenia" (3745 ton) zijn gisteren in een haven aan de Britsche Oostkust aan land gebracht. Zij waren ge red door een treiler, nadat hun schip ten gevolge van een ontploffing was gezonken. Verscheidene mannen waren licht ge wond. De gezagvoerder deelde mede, dat de ontploffing zich gisterochtend vroeg had voorgedaan, terwijl vele opvarenden sliepen. Na een paar uur in de booten te hebben rondgezwalkt werden de opvarenden opge pikt. Drie hunner werden in een zieken huis opgenomen. BLOEMEN.IN FINLAND. In het „Weekblad voor Bloembollencul tuur" staat een fragment afgedrukt van een brief, welke één der grootste afnemers van bloemen in Finland op 12 Februari j.l. uit Helsinki verzond aan een zakenre latie hier te lande. Wij nemen een gedeelte over: „Met de bloemenverkoop is het mis, zooals u zult kunnen begrijpen. Helsin ki is geëvacueerd en ofschoon er nog wel menschen zijn, hebben die hun aan dacht wel voor iets anders noodig dan voor bloemen. Mijn groote kassen zijn ingevroren en nu broei ik in de kleine kassen, doch er is zeer weinig vraag; geen enkele order van de winkels en de bloemen, die nog verkocht worden, zijn voor de grafkransen; de opbrengst in geld daar van is nog niet een voldoende om de (brandstoffen te betalen; we hebben dan ook een winter zooals ik nog nooit heb medegemaakt. Mijn twee zoons staan aan het front en daarachter staan de reservisten." Een schrijnend beeld geeft deze brief it het benarde Finland. Is het wonder, dat de schrijver verderop nog uitroept: „Stuur ons nu geen bloembollen, maar vliegtuigen en oorlogsmateriaal"? PRINS BERNHARD BEZOEKT TROEPENONDERDEELEN Z.K.H. Prins Bernhard heeft heden ochtend namens H.M. de Koningin, verge zeld van zijn waarnemenden adjudant, luitenant-kolonel H. J. Phaff, oefeningen van troepen bijgewoond in de omgeving van Amersfoort, AFGEKEURDEN VAN VIJF LICHTINGEN HERKEURD? Eerst een wetsontwerp? In de Eerste Kamer heeft de minister van Defensie, de heer Dijxhoorn, meededeeld, dat er reeds voorbereidingen zijn getrof fen om voor de buitengewone dienstplich tigen van de lichtingen 1937 en 1936 een keuring te houden in de maanden Mei, Ju ni en Juli. Ook, zoo zeide hij, is in over weging het treffen van voorzieningen om afgekeurden van de laatste lichtingen aan een nieuwe keuring te onderwerpen. Deze herkeuring zal eerst kunnen aanvangen nadat de keuring van de buitengewone dienstplichtigen van de lichtingen 1937 en 1936 zal zijn geëindigd. Naar wij thans vernemen heeft de minister hierbij op het oog de alge keurden van de lichtingen 1936, 1937, 1938, 1939 en 1940. Deze herkeuring grondt hij op het feit, dat niet alleen een deel der afgekeurden, die op hun 18e a 19e jaar ongeschikt werden be vonden, thans nu zij meer volgroeid zijn om deze reden geschikt geacht kunnen worden, maar ook zal een nieuw onderzoek in vele gevallen an ders uitvallen dan het eerste, omdat een paar jaar geleden de keurings- eischen in verschillende opzichten zijn verlicht. Welke zijn nu de voorzieningen, die de regeering in overweging heeft om tot her keuring over te gaan van de genoemde lichtingen? Zoo stelden wij de vraag aan bevoegde instanties. Ligt het in het voor nemen dienaangaande een wetsontwerp in te dienen? Van verschillende zijden bleek de over tuiging te bestaan, dat zeer zeker voor een herkeuring een wet vereischt is. De regee ring zal dus een wetsontwerp bij de Sta- ten-Generaal moeten indienen, dat de ge wone weg langs Tweede en Eerste Kamer zal volgen, voordat tot herkeuring kan worden overgegaan. Anderzijds was men echter van oordeel, dat geen wet noodig is. Dit werd ons van officieële zijde bevestigd, 'waarbij men echter niet direct kon zeggen op welke gronden een zoodanige herkeuring ook zonder een speciale wet kan geschie den. Wat de buitengewono dienstplichtigen betreft van de lichting 1937 en die van vroegere jaren, het meerendeel van hen is niet gekeurd. Dit is wel het geval met de buitengewone dienstplichtigen van 1938 en latere jaren, omdat de op 21 Februari 1938 gewijzigde dienstplichtwet de alge- meene voorkeuring instelde. Zij strekte zich voordien niet uit over de vele duizen den, die jaarlijks wegens broederdienst worden vrijgesteld. Tegenwoordig echter worden allen, die voor de dienstplicht wor den ingeschreven, aan die algemeene voor keuring onderworpen. Daarom moeten de buitengewone dienst plichtigen van lichtingen van voor 1938 alsnog worden gekeurd, hetgeen zal ge schieden in de reeds genoemde maanden Mei, Juni en Juli voor wat de lichtingen 1936 en 1937 betreft. „Voorw." BEVORDERINGEN VAN RIJKS AMBTENAREN OPGESCHORT? De regeering overweegt, naar wij vernemen, dit jaar de gebruikelijke - promoties van ambtenaren niet tc doen geschieden. Een beslissing is evenwel nog niet genomen. Bij de indiening en behandeling der rijksbegrooting heeft de regeering er reeds op gewe zen, dat onder de huidige bijzondere omstandigheden groote soberheid be tracht zou moeten worden. De bevorderingen van ambtenaren wor den meestal medio Februari bekend. Tot dusver is er evenwel niets van vernomen. Er zijn dan ook onderhandelingen gevoerd tusschen de betrokken amibtenaarsvereeni- giingen en de hoogere instanties o.a. in de zoogenaamde dienstcommissies met het doel er op aan te dringen, de promo ties althans ten deele toch te doen door gaan. Van de zijde der ambtenaren is er op ge wezen, dat in enkele gevallen, zooals bij de Raden van Arbeid en bij sommige de partementen wel in beperkte mate bevor deringen zjjn gescheid, doch bij andere of- ficieele instellingen, de Rijksverzekerings bank b.v. niet. Deze sporadische bevorde ringen hebben evenwel, naar ons van des kundige zijde wordt medegedeeld, niet te maken met een eventueele beslissing der regeering om de promoties niet te doen doorgaan. Die beslissing zou alle catego rieën raken, doch zoolang zij niet is geno men, kunnen uiteraard enkele urgente be vorderingen doorgaan. Wat de Rijksverzekeringsbank betreft, zijn ieder jaar aan den minister van So ciale Zaken voorstellen tot promotie ge daan. In afwachting van de beslissing van den ministerraad heeft de minister echter eventueele bevorderingen aangehouden. „Telegraaf." Inlijving dienstplich tigen 1940 De regeeringspersdienst meldt: De hierna vermelde ploegen dienstplich tigen van de lichting 1940 worden, onvoor ziene omstandigheden voorbehouden, op de daarbij aangegeven datums ingelijfd. Onder de op te roepen dienstplichtigen zijn niet begrepen zij, die zijn bestemd voor officiersopleiding. Dienstplichtigen van de hierna vermel de ploegen, die vrijstelling wegens kost winnerschap of wegens persoonlijke on misbaarheid dan wel uitstel van eerste oefening verlangen, kunnen daartoe aan vraag doen. Voor zoover de inlijving in Mei a.s. geschiedt, moet de aanvraag met den meesten spoed worden ingezonden. Geldt het vrijstelling, dan moet de aan vraag door of vanwege den dienstplichtige worden gedaan bij den burgemeester. Geldt het uitstel van eerste oefening, dan moet de dienstplichtige een schriftelijk verzoek richten aan den minister van de fensie, bij voorkeur door tusschenkomst van den burgemeester. Is de reden van het verzoek gelegen in studiebelangen, dan moet een verklaring worden bijgevoegd, afgegeven door het hoofd van de onderwijs inrichting. Er moet op worden gerekend, dat uitstel van eerste oefening slechts op uiterst be perkte schaal zal worden verleend. Opkomst op 6 Mei 1940: 2e regiment genietroepen, 2de ploeg; korps pontonniers en torpedisten (torpe- disten), 2e ploeg. Opkomst op 6 Augustus 1940: 3de regiment genietroepen, 2de ploeg; cavalerie, bestemd voor opleiding tot paarden verzorger (niet bij het demonte- depot) en tot paardenoppasser, 3de ploeg; 2de regiment huzaren (geen paarden- oppassers en -verzorgers). Opkomst op 19 Augustus 1940: Cavalerie, bestemd voor opleiding tot paardenverzorger bij het remontedepot, 3de ploeg. Opkomst op 27 Augustus 1940:, Zeemacht, 2de ploeg. Opkomst op 1 October 1940: Luchtvaartsregimenten, 3de ploeg: lste regiment genietroepen. 2de ploeg; korps pontonniers en torpedisten (pon tonniers), 2e ploeg. Opkomst 4 November 1940: Cavalerie, bstemd voor opleiding tot paardenverzorger (niet bij het remonte depot) en tot paardenopposser, 4de ploeg; 3de regiment huzaren (geen paardenop- passers- en verzorgers). Opkomst op 2 December 1940: Opleiding tot onderofficier-administra teur, 2de ploeg. Opkomst op 16 December 1940: Regimenten veldartillerie, beredenen (in begrepen de treinsoldaten) en onberede- nen. OORLOGSCLAUSULE IN BESTEK GEWEIGERD Aanbesteding veilinggebouw te Purmerend ging niet door De aanbesteding van een nieuw veiling gebouw voor de Groente- en Fruit-Veiling te Purmerend is hedenmiddag niet door gegaan, aangezien geen enkel inschrijvings biljet was ingeleverd. Den georganiseerden aannemers was het n.l. verboden in te schrijven, daar het bestuur der Afslagvereeniging had ge weigerd in het bestek de oorlogsclausule op te nemen. In .hotel Boon, waar de aanbesteding werd gehouden, hebben de gemachtigden van de Neutrale en R.K. Patroonsorgani saties de billijkheid van den eisch tot rege ling van eventueele oorlogsschade betoogd. Het bestuur der Afslagvereeniging was evenwel niet te bewegen de door de bon den gestelde voorwaarde in het bestek op te nemen. Het durfde n.l. geen enkel risico te nemen, daar de ledenvergadering slechts met een meerderheid van één stem (54 tegen 53) had besloten het te laag geble ken crediet van 60.000 gulden met 10.000 gulden te verhoogen. De principaal wenschte zekerheid te hebben, dat het werk voor dat bedrag zou worden uitge voerd en meende bij aanvaarding van de clausule voor verrassingen te kunnen wor den gesteld. 'n Geval als dit heeft zich in den lande nog niet voorgedaan. Het gemeentebestuur van Alkmaar, dat onlangs voor de zelfde moei lijkheden kwam te staan, willigde den eisch d..* aannemersbonden op het laatste oogen- blik in. „Handelsblad" HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN STROO AAN VEEHOUDERS Antwoord van den minister van oecono mische zaken op vragen van den heer Van der Weijden. Op vragen van het lid der Tweede Kamer, den heer Van der Weijden, betref fende het tegen redelijke prijzen ter be schikking stellen van stroo aan veehouders, heeft de minister van oeconomische zaken het volgende geantwoord: Het is, den minister bekend, dat de vee- WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN RECHTSGEVOEL De Avondpost schrijft: „Het is een oud en goed beginsel van de pers, niet te schrijven over rechtszaken, welke nog loopende zijn. Maar thans kunnen wij niet nalaten een enkele opmerking te maken niet zoo zeer over, dan wel naar aanleiding van een spionnage-zaak, welke dezer dagen diende voor de rechtbank te Rotterdam. Tegen beide verdachten, een Neder lander en een Duitscher, werd een ge vangenisstraf geëischt van 5 jaar. Echter: de twee advocaten bepleitten vrijspraak; van den eersten verdachte, den Neder lander, werd zelfs gezegd dat hij niet met opzet zou hebben gehandeld. In breeden kring hebben dergelijke plei dooien, volkomen terecht, verbazing en ook verontwaardiging gewekt. Het wil ons voorkomen (en dit is de op merking van algemeenen aard, welke wij willen maken): dat onze advocaten zich in dezen tijd dienen te beperken in de spitsvondigheden en juridische acrobaten-toeren, welke zij m zulke zaken vertoonen. Wij beseffen heel goed, dat elke ver dachte, wie dan ook, aanspraak maakt op juridischen bijstand, en het is de plicht van een verdediger, hem zoo goed moge lijk bij te staan. Want tenslotte is hij nog „maar" een verdachte, niet méér. Maar die verdediging moet en mag niet (en vooral niet tegenwoordig, en in zulke zaken) uitloopen op het beoefenen van een soort juridische sport, teneinde hen, die de neutraliteit en de ongereptheid van ons land schenden en bedreigen, toch maar door de mazen van het net te doen heen kruipen. Honderdduizenden brengen in deze zorg- vole tijden kalm en blijmoedig zware offers ten bate van het vaderland. Niets is, daartegenover, afschuwelijker en gemeener dan het verrichten van spion- nage en van andere daden, die de veilig heid en de neutraliteit des lands schen den. De zwaarste straffen zijn daarvoor .eigenlijk nog niet zwaar genoeg. Daarom mag van verdedigers verwacht worden, dat zij in hun pleidooien zekere grenzen in acht nemen, en niet met een juridischen hartstocht, alsof het welzijn van het gemeene best van de vrijspraak hunner cliënten afhangt, trachten deze schoon te wasschen en als blanke onschul- digen voor te stellen. Er zijn niet alleen daden van verdachten, er zijn ook pleidooien van verdedigers die strijden met het rechtsgevoel des volks". houders in de uitsluitend weidegebieden ten gevolge van den minder gunstig uit gevallen hooioogst in het afgeloopen jaar en het afstaan van hooi ten behoeve van defensiedoeleinden met moeilijkheden heb ben te kampen en zij ruwvoeder over het algemeen zeer van noode hebben. Het is den minister bekend, dat hooi, waarvoor hij op erzoek van de militaire autoriteiten maximumprijzen vaststelde, in vele gevallen niet in voldoende mate voor de veehouders beschikbaar is en dat dien tengevolge grootere quanta stroo gevoe derd moeten worden. Het is den minister eveneens bekend, dat de strooprijzen door de voor defensie- en evacuatiedoeleinden noodige aankoopen en vooral tengevolge van de moeilijkheden, waarmede het vervoer te kampen had, stegen tot een voor de veehouderij minder gewenschte hoogte. Uit de inmiddels door den minister ge nomen maatregelen moge blijken, dat hij het noodzakelijk achtte voorzieningen te treffen, opdat het stroo voor redelijke prijzen ter beschikking van de veehouders zou komen. Indien de getroffen maatrege len niet tevens tengevolge mochten heb ben, dat voldoende stroo ter beschikking aan de veehouders komt, zal niet worden nagelaten te bevorderen, dat zulks wel het geval wordt. DEN BOSCH KRIJGT EEN Mgr. DIEPENSTRAAT. Gisteren werd de bisschop van 's-Herto gen bosch, Mgr. A. F. Diepen, 80 jaar. Burgemeester Van Lanschot heeft op de receptie den Bisschop als volgt toegespro ken: „We zouden u graag een geschenk aan bieden," aldus ongeveer burgemeester Van Lanschot in zijn korte toespraak, „maar u bent al eereburger der stad, en de gouden medaille van Verdiensten hébt u ook al ontvangen. Nu zijn evenwel B. en W. voor nemens om een straat naar u te noemen. Daarmee zal echter nog even moeten wor den gewacht, want als wij een straat naar mgr. Diepen noemen, dan moet die straat in overeenstemming zijn met diens figuur en zal het dus een lange straat moeten zijn." TWEEDUIZEND DOLLAR VOOR HET NED. ROODE KRUIS Van een Amerikaanse he firma Het Nederlandsche Roode Kruis heeft dezer dagen een fraaie gift van 2000 dol lars uit Amerika ontvangen. Dit bedrag werd geschonken door de International Business Machines Corppration („Hollerith Systeem") te New York en werd door den hoofdvertegenwoordiger voor Nederland, Eerste Kamer Waterstaat en Verkeersfonds Vergadering van gisteren Een aanvang wordt gemaakt met dn behandeling van de begrooting van Water staat, Verkeersfonds en Staatsmijnen voor 1940. De heer TER HAAR (C.H.) waarschuw de, dat de hand gehouden moest worden aan den opzet van het Verkeersfonds en bepleitte afschaffing van de personeele be lasting op motorrytuigen; hij achtte daar voor voldoende compensatie aanwezig in heffing op benzine e.d. Op spoedige in werking treding van den wegenverkeers wet drong deze spreker aan, evenals de heeren VAN RAPPARD (Lib.) en JANS SEN DE LIMPENS (R.K.). De heer VAN DE BILT (S.D.) zett uiteen, dat de in de memorie van ant woord ontvouwde plannen van den Minis ter zijn in den geest van het Pian van den Arbeid; hij zeide verheugd te zijn over het opnemen van de bepalingen betreffende de arbeidsvoorwaarden uit de collectieve arbeidscontracten in de waterstaatsbesteK- ken. De verkeersveiligheid besprekende bepleitte spr. het instellen van bloedonder zoek om vast te stellen, of de automobilist alcohol heeft gebruikt. De heer Janssen de Limpens sloot zich hierbij aan. Voorts was de heer van de Bilt van oordeel, dat het spoorweg personeel een duurtetoeslag toekomt in levensonderhoud en hij uitte zijn tevre denheid over de mijnbouwpolitiek; naar verband met de stijging van de kosten van zyn oordeel echter heelt de mechaniseering ook nadeeien voor de arbeiders. Ook de heer DE JONG (R.K.) besprak het mijnwezen en drong aan op lagere af schrijvingen en hoogere uitkeeringen aan den staat, als compensatie voor de lagere uitkeeringen in vroegere jaren. De heer JANSSEN (R.K.) schilderde den goeden gang van zaken in het mijnbedrijf, ook ten aanzien van de sociale maatregelen. Met belangstelling ziet hij het rapport tegemoet, dat het resultaat behelst van het onder zoek naar de gevolgen van de mechanisatie. Spr. bepleitte voorts de instelling van een aanvullingsfonds om daaruit bijdragen ta putten voor de pensioenen. De heer SIKKES (S.D.) zeide verheugd te zijn over het handhaven van de Neder landsche Tramweg Maatschappij in Fries land en bepleitte tusschenlegging van tram- verbindingen op Friesche lynen, waar in 1938 vele stations van de spoorwegen zijn opgeheven, Spr. wees voorts op het groote belang om tijdig een aanvang te maken met den bouw van wegen, die moeten aan sluiten op de wegen in den toekomstigen Noord-Oost-Polder. De heer JANSÖËN DB LIMPENS (R.K.) tenslotte achtte de ver keersveiligheid bedroevend en meende, dat het begrip voorrangsweg consequenter moet worden toegepast. Morgenmiddag zal Minister Albarda ant woorden. den heer M. C. Boas, aan het Roode Kruis ter hand gesteld, uit naam van de Holland Branch van deze firma. Het ligt voor da hand, dat dit bewijs van belangstelling uit Amerika voor het menschlievend werk van het Nederlandsche Roode Kruis hoogelijk wordt gewaardeerd. NEDERLANDSCII GEZANTSCHAP TE BERN Naar wy vernemen is binnenkort de be noeming te verwachten van mr. J. J. B. Bosch ridder van Rosenthal, Hr. Ms. bui tengewoon gezant en gevolmachtigd minis ter bij de Poolsche regeering, tot buiten gewoon gezant en gevolmachtigd minister] te Bern. Katoenlieschikking 1939 No. 2 In de Staatscourant van gisteren is op genomen een beschikking van den minister van oeconomische zaken tot wijziging en aanvulling van de Katoenbeschikking 1939 no. 2. .De definitie van katoen wordt als volgt gewijzigd: Katoen: ruwe katoen, katoenafval, ka toenen garens, katoenen afvalgarens, als mede gemengde garens, geheel of gedeel telijk uit katoen bestaande, voor zoover deze niet moeten worden beschouwd, on derscheidenlijk als wollen garens in den zin van artikel 1 der Wolbeschikking 1939 no. 2, als kunstzijden garens in den zin van artikel 1 der Kunstzijde beschikking 1939 no. 1, dan wel als linnen garens in den zin van artikel 1 der Linnen beschikking 1939 no. 1. Voorts wordt in de omschrijving van „katoenen weefsels" het woord „grooten- deels" vervangen door „gedeeltelijk". Voor verdere bijzonderheden verwijzen wij naar de Staatscourant van gisteren. Conflict Bakkersbedrijf te Rotterdam voorkomen In zake dreigende moeilijkheden oq zes ondernemers in het bakkersbedrijf te Rotterdam, heeft de ryksbemiddelaar in het 3e district, prof. mr. A. C. Joseph us Jitta, gisteren in het gemeentehuis te Rot terdam, met partijen een bespreking gehad De ryksbemiddelaar deed tenslotte een voorstel, dat beide partijen hebben aan vaard.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 7