Avontuur
Venezuela.
Kapitein Wijker van het onlangs op de Noordzee getorpedeerde motortankschip .Den Haag" omringd door familie
leden na de behouden terugkeer van de geredden per vliegtuig, op Schiphol
H. M. de Koningin heeft Maandag een bezoek gebracht aan Limburg en troepen
eenheden van het leger geïnspecteerd Naast de vorstin de Territoriaal Bevelhebber
in Zuid Limburg, overste Govers
De schippers van de met regeeringsgraan geladen Rijnaken in de Waalhaven te Rotterdam moeten
terdege aandacht aan hun kostbare lading besteden, daar deze zou kunnen gaan broeien. Het graan
wordt gekeerd
Ir. C. T. C. Heijning is be
noemd tot hoofd ingenieur
directeur van den Rijks
waterstaat in de directie
Groningen en Friesland
De tentoonstelling van de Nederland-
sche Jagersvereeniging te Deventer
had groote belangstelling uit deskundige
kringen
Terug in het vaderland. De geredde leden van het motortankschip .Den Haag voor het
vliegtuig .Mees", waarmede zij Maandagmiddag op Schiphol arriveeiden. Vooraan links de
hoofdmachinist Verbeek, daarnaast kapitein Wijker
Een gelukkig weerzien De hoofdmachinist van het motortankschip .Den Haag",
de heer Verbeek, met zijn kinderen op het vliegveld Schiphol, waar de geredden
Maandagmiddag behouden aankwamen
FEUILLETON
in
Naar het Amerikaansch v&n
R. HARDING DAVIS.
(Nadruk verboden).
11)
Toen hij verder om zich heen keek merk
te hij, dat de neger, die Peter en hem be
diende, hem ook stond aan te staren met
meer belangstelling dan natuurlijk scheen
en dat hij niet dezelfde was, die hen eerst
bediend had.
Jij, begon Roddy weifelend, jij bent
niet dezelfde kellner
De man haalde de schouders op.
Dat vent niet goed kan Engelsch
spreek, legde hij uit. Ikke heel goed En
gelsch spreekt.
Hij glimlachte, maar Roddy zag, dat ei
in zijn oogen een slimme onbeschaamde uit
drukking was.
Roddy was er innerlijk van overtuigd,
dat hij bezig was het slachtoffer van een
of andere streek te worden.
Ja, viel hij nijdig uit, en ik wed dat
je het verstaat óók!
Peter gaf hem onder de tafel een gewel
digen schop tegen zijn enkels.
Lees je brief, zei hij.
De enveloppe droeg alleen de naam Rod
man Forrester. Er stond geen aanhef bo
ven den brief en hij was niet onderteekend.
Hij luidde:
Willemstad is een klein stadje. Alle
menschen kennen elkaar. Daarom wordt
van dengeen die er het laatst is aange
komen de meeste notie genomen. U bent
degeen die het laatst is aangekomen, dus
wordt alles wat u doet, opgemerkt. En
dat u vanmorgen al twee maal langs Ca-
sa Blanca is gekomen is al aangeteekend
zoowel door hen, die het beschermen als
door hen, die het bespionneeren. Als u
ongeluk wilt brengen over hen, die u zegt
te willen helpen, ga dan zoo dwaas dooi
als u begonnen bent.
Die terechtwijzing, al was ze dan ano
niem, deed Roddy toch een kleur krijgen,
maar hij had genoeg zelfbeheersching om
dij brief over de tafel aan zijn vriend toe
te schuiven en onverschillig te zeggen:
Hij vraagt of we bij hem komen di-
nee,ren.
De kellner, die ongetwijfeld had staan
luisteren, verdween in de richting van de
keuken. Een oogenblik later zag Rodd>
hem een schotel brengen aan den jongen
man, die aan het hoofd van de groote ta
fel zat en terwijl de man de schaal aan
bood, fluisterde het tweetal samen. Toen
Peter de waarschuwing had gelezen, gooide
hij den brief, met beschreven kant naar be
neden, op tafel neer en met een verstoord
gezicht deed hij alsof hij al zijn aandacht
wijdde aan de sla. Maar Roddy zat te grin
niken van pleizier en deed absoluut geen
pogingen dat te verbergen.
Ik zou dit voor een geen millioen heb
ben gemist, fluisterde hij. Het schijnt dat
iedereen hier zich met een andermans za
ken bemoeit en dat ze elkaar all- ïaal be
spionneeren. Het lijkt wel wat op het
eiland, waar ze te trotsch waren om hun
eigen wasch te doen, dus deden ze allemaal
die van een ander.
Van wien komt het, viel Peter hem
geprikkeld in de rede; van den consul?
Roddy knikte en lachte nog eens.
Jij hebt goed lachen, protesteerde Pe
ter, maar je kan nooit weten. Jij bent pas
vier maanden in Venezuela en Kapitein
Codman is er achttien jaar geweest. Die
kerels beschouwen zoo iets heel anders dan
wij. Wij vinden het net een operette,
Juist die ouwe Codman, verklaarde
Roddy, die hier achttien jaar is, heeft óól
zijn normalen kijk op die dingen verloren
Hij is zijn gevoel voor humor kwijt. Stel je
voor dat-ie ons laat bespionneeren en ons
anonieme waarschuwingen stuurt! Waar
om komt hij niet naar ons hotel en zegt ons
daar, wat hij te vertellen heeft? Hij denkt
zeker dat we hier in Siberië zijn.
Roddy proestte en klapte in zijn han
den voor den kellner. Hij was buitengewoon
in zijn nopjes. De lunch smaakte hem best,
hij zat heerlijk in de schaduw van de si
naasappelboom en de zeewind speelde door
de bloeiende heesters en dreef een kruidi-
gen, prikkelenden geur door de lucht.
Misschien begrijpt de consul ze beter
dan jij, hield Peter vol. Die revolution-
Zijn allemaal kerels uit een operette..
Terwijl hij dit zei kwam de agent van
de stoomvaartlijn, Mr. van Amberg, bij
wien hij dien ochtend geweest was, het
kiézelpad opwandelen met één van de
beide andere kooplieden uit Willemstad
en bleef stilstaan bij hun tafeltje.
Van Amberg, zoowel als zijn metgezel,
waren eerst kort geleden uit Holland ge
komen. Het waren groote, zware mannen,
die straalden van gezondheid en opge
ruimdheid.
Van Amberg vertelde het tweetal, dat hij
in hun hotel kaarten voor de club afge
geven en hij hoopte dat ze er gebruik van
zouden maken. Zijn motorboot zijn rijtuig
en hij zelf stonden tot hun beschikking.
Toen Roddy de twee heeren inviteerde zich
bij hen te voegen, deelde van Amberg mee,
dat er al een tafeltje voor hen gedekt
was.
Zulk soort bedoel ik nou! riep Roddy
goedkeurend uit, toen het tweetal verder
was gegaan. Dat zijn geschikte lui voor
ons. Ze hebben misschien betere manieren
dan wij; maar het zijn verstandige, be-
hoo 'ce zakenmenschen, die je vertrou
wen kunt. Die bespionneeren niemand en
sturen niemand achterbaksche brieven en
begraven geen oud man levend in de ge
vangenis. Als zij merkten dat er een revo-
itie in aantocht was, zouden ze niet weten
wat....
Opeens kwamen de heeren, waarover nij
sprak, terug. Ze liepen haastig en ze keken
verschrikt. Terwijl zijn metgezel hen haas
tig voorbij ging, bleef Mr. van Amberg
weifelend staan en keek met een verbluft
en eenigszins achterdochtig gezicht van
den een naar den ander. De kellner had
koffie en flesschen cognac en curagao op
hun tafeltje gezet en Roddy schoof uit-
noodigend een stoel naar hem toe.
Wilt u niet van plan veranderen, zei
hij, en wat van dat goedje proeven, dat uw
eiland beroemd heeft gemaakt?
Niettegenstaande hij klaarblijkelijk vurig
verlangde te ontsnappen, lieten Mr. van
Amberg's goede manieren hem niet In de
steek.
Ik ik zou het heel graag willen
aannemen, op een anderen keer, stamel
de hij, maar ik moet nu heusch naar de
stad terug. Ik zie dat we hier vandaag on
mogelijk kunnen lunchen, Er is daar een
groot gezelschapbrak hij abrupt af.
Ja, antwoordde Roddy onverschillig.
Die waren er al toen wy kwamen. Ze heb
ben alle kellners in beslag genomen, zoo
dat wij met de grootste moeite er een aan
zijn jas konden trekken. Wie zijn het? Wie
is die man op wiens gezondheid ze aldoor
drinken?
Van Amberg scheen eerst heelemaal ver
bluft. Toen verscheen een breede glimlach
op zijn gezicht. Hy scheen de situatie nu
even amusant te vinden als eerst veront
rustend Hij probeerde een slim gezicht te
zetten en glimlachte vertrouwelijk.
O, jullie Amerikanen!, zei hij zacht.
Jullie zijn goede diplomaten. U hoeft niet
bang te zijn, voegde hy er haastig aan toe.
Ik heb niets gezien en ik zal niets vertel
len. Ik bemoei me niet met de politiek.
Hij ging weg, bleef toen opeens stilstaan
en fluisterde nog eens: Ik zal niets ver
klappen. hoor!
En geheimzinnig knikkende haastte hU
zich het pad af.
Peter ging achterover in zyn stoel lig
gen en grinnikte verrukt.
Daar gaan jou nuchtere zakenlui,
hoonde hij. Op een hol! En wat wou jy
nou vertellen?
Roddy staarde wezenloos naar het grint
en schudde zyn hoofd.
(Wordt vervolgd).