Het dooit
Dool
Lente
De bevolking van Europa en
indeeling naar de Gods
diensten
Europa telt 529.641.000 zielen.
Hiervan zijn:
Katholiek 217.839.00 is 41.13
Gr Orthod. 144.521.000 is 27.28
Protestanten 120.503.000 is 22.75
Zonder godsd. 22.015.000 is 4.16
Mohammedanen 10.423.000 is 1.97
Jcden 10.262.000 is 1.94
And. Christenen 4.078.000 is 4.77
Amerika.
Katholieken 267.815.000 is 55.09
Protestanten 147.521.000 is 23.35
Zonder godsd. 41.398.000 is 15.46
Heidenen 10.113.000 is 3.78
Joden 5.021.000 is 1.87
Gr. Orthod. 450.000 is 0.17
Shintoïsten 300.000 is 0.11
Andere Christenen 200.000 is 0.07
Boeddhisten 160.000 is 0.06
Mohammedanen 92.000 is 0.03
Hindoeisten 32.000 is 0.01
(Wordt vervolgd).
Brief van Sisca Homan
Beste Oom Wim,
Een brief van twee kantjes en dan, de
kans een mooi boek te winnen! Het is een
heele onderneming, maar toch zal ik een
kans wagen. Het is toch vacantie en tot
nu toe veel regen, dus „weertje blijf in
huis!" 's Morgens moet ik natuurlijk eerst
Moeder wat helpen, maar dan blijft er
's middags toch nog wel genoeg tijd over
om te spelen. Het liefst spelen we natuur*
lijk buiten (ik denk dat mijn Moeder er
ook wel zoo over denkt), want zoo'n stel
letje in huis valt ook altijd niet mee; hoo-
ren en zien zal wel eens vergaan. Gelukkig
was het gisteren goed weer, zoodat we naar
buiten konden, want zooals u begrijpt, wa
ren we gisteren heelemaal niet om te hou
den. Toen Moeder ons 's morgens riep, za
gen we al een vlag wapperen en toen we
Moeder er naar vroegen, zei ze: „dat het
v/as, omdat er een prinsesje was geboren",
en jawel, toen we naar de kerk gingen, za
gen we de bulletins al hangen. Toen we
uit de kerk waren en brood gegeten had
den, werd er natuurlijk gauw „Oranje"
opgezocht en gingen we in de straat od-
tocht door het dorp met muziek voorop. Bij
tocht door het dorp met muziek voorap. Bij
het raadhuis was een vreugdeboom ge
zet, die 's avonds werd verlicht. Wij moch
ten fijn ook nog even gaan kijken met Pa.
En gehotst dat we hebben! Dat gebeurt niet
alle dagen, dat we zoo laat. naar bed mo
gen. Maar het ?s ook niet alle dagen feest.
In de Paaschvacantie heb ik er ook weer
zoo'n lief klein zusie bij eekregen. Toen
een klein kindje huilen. Waar kwam dat
we 's morgens wakker werden, hoorden we
vandaan? Annie zei: „dat komt van be
neden". Wij hals over kop de trap af maar
Pa waarschuwde ons toen al gauw, dat we
stil moesten zijn. En daar zagen zoo'n lief
klein kindje in het wiegje. Wat waren we
blij! Nu groeit ze al zoo heerlijk en wordt
al zoo lief om mee te spelen. Als het mooi
v/eer is, mag ik wel eens met haar gaan
rijden, dat vind ik wat fijn. Als het nu in
de vacantie neg maar mooi weer is. kan de
kleine schat daar ook nog van genieten.
Maar is het slecht weer dan vermaken we
ons maar in huis. De ponnekinderen moe
ten toch ook weer wat nieuws hebben, en
daar gaan we dan maar wat voor breien.
Hé, Oom Wim, nu zegt Moeder, dat het
tijd voor bed wordt, gisteren was het ook
al laat! Maar mijn brief is, hoop ik, lang
ger oeg. Tot een volgende weer maar weer.
Alleen nog dp hartelijke groeten van Pa.
Moe en al de Homannetjes, maar vooral
van uw nichtje,
CISCA HOMAN, Sassenheim.
ingezonden door Anton Roels.
(Voor de Grooten).
x o o o o ot vergissingen,
o x o o o o plooi,
o o x o o o weefsel,
o o o x o o zegevieren,
o o o o x o ochtend,
o o o o o x oude Hollandsche stad.
Vult men de gevraagde woorden goed in,
dan krijgt men op de plaats der x, van
boven naar beneden gelezen, den naam
van een dapper volk.
II. Stel uit de onderstaande letters de
eerste regel samen van een heel populair
liedje.
Ts En En On Ra Ch
Bo Ku.
III. Welke drie spreekwoorden schuilen
in de volgende wartaal:
Lucht beter strenge lang niet
zooals tikt vogel - een tikt
in 'de tien regeeren klokje
in de —hand het het nergens
dan heeren
Wie zijn jarig
Van 24 Febr. tot en met 1 Maart.
Op 24 Februari:
Martha Hoogervorst, Munnikenstraat 52.
Ria van Leeuwen, Waagdam 192, Warmond.
Lena v. d. Hoorn, Kerkp. A 181 Langeraar.
Annie Vreeburg, Zuidsingel 30.
A.bert v. d. Meer, B 166 R'veen.
Annie en Corrie van Zijp, Wald. Pyrmont-
straat 70.
Cor de Jong, Kerw. D 5, Reeuwijk.
Liza Bosman, Spoorstr. B 476 R'veen.
Op 25 Februari:
Antoon Paardenkooper N.B. E 142, Z'woude
Corrie van Rijn, Langeraar.
Nellie van Meurs, Rietveld, H'woude.
André Frankhuizen, Langebrug 50.
Arie van Tongeren, Heerew. 46a, W'mond.
Annie van Gerven, Sumatrastr. 48a.
Nico Kniest, Absp.weg 5, Oegstgeest.
Op 26 Februari:
Paula Hofman, Geversstraat 22, Oegstgeest.
Corrie v. d. Voort, Schenhelw. 76, Z'woude.
Rietje v. d. Post, Weip. B 496.
Mientje v. d. Berg, 2de Gortestraat 30.
Op 27 Februari:
Hans Vaneman, Rijpwetering D. 72.
Adri Borst, Hoofdstr. 14, Voorhout.
Truusje van Tongeren, Heerenw. 46a, te
Warmond.
Rietje Scheffer, Rembrandtstraat 18.
Johan van Dijk, Middelw. 5, Woubrugge.
Jantje Angevaare, Dorpsstraat 104, Zeven
hoven.
Wim v. d. Linden, Rijndijkstr. 31, V'schoten
Leo Larsen, de Mey van Streefk.str. 13.
Piet van Kessel, Ter Aar, Kerp. C 95.
Leo Krijger, B 397, R'veen.
Op 28 Februari:
Jos. Jansen, Hoofdstr. 110, Voorhout.
Fietje van Dcorn, B 85 R'veen.
Janus Elderhorst, Kerkw. 79, Nootdorp.
Gerard Bakker, Wald. Pyrm.str. 14.
Piet v. d. Poel, D. 95 Rijpwetering.
tlein Heemskerk, D. 186 Rijpwetering.
Beppie van Leeuwen, Hugo de Vriestr. 14
Hennie de Grijs, Mare 72H.
Beppie Ouwerkerk, Heerengr. 72
Op 29 Februari:
Toosje v. d. Meer, Heerengracht
Alfons Meiman, Wasstraat 3.
Op 1 Maart:
Zusje v. d. Steen, Haven 36.
Rietje v. d. Plas, Leidschevaart 3, Voorhout
Rie Pont, Sophiastraat 15.
Gerda van Kesterén, Kam. Onneslaan 6.
Pie de Jong, Kerkw. D 5, Reeuwijk.
Gerard de Laaf, Pr. Hendrikstr. 14a.
Johanna Otto, v. d. Duynstraat 12, Lange
raar.
Mien v. d. Voorn, Dorpsstr. 250 B. W'mond.
Cor van Mook, Rijnsb.weg 59.
Joseph Soupart, H. Rijndijk 43.
Rie van Paesen, Leidscheweg 183, Voor-
échoten. z
Piet Disseldorp, B 295, Hoogmade.
Ik feliciteer de jarigen.
Wie zyn of haar naam in deze lijst wil
opgenomen zien, schrijve me minstens 14
cagen vóór den verjaardag. Zoo ook, wie
bij het verlaten der school van de lijst
wil afgevoerd worden (met opgave van
den datum). Men schrijve ook. wie veran
dert van woonplaats, straat of huisnummer,
of wie in de lijst een fout ontdekt.
Oom Wim.
Avondgebedje van Jantje
door Gerard Keizer.
„Lieve Heer, vóór ik ga slapen,
Wild' ik U wat vragen gaan,
Waarom blijft mijn lieve Paatje,
Toch zoo lang bij mij vandaan?"
„Moeder zegt: „Er is weer oorlog",
Lief Heertje, wat beteekent dat?
Gaan de menschen ruzie maken?
Lief Heertje, waarom doen ze dat?
Laatst kwam Paatje weer naar huis toe;
Maar, Lief Heertje, niet voor lang.
Moesje zei: „Geef Paps een zoentje",
Maar 'k durfde niet, ik was zoo bang".
„Pappie droeg, „soldatenkleeren".
Pappie leek wel: „ééns zoo groot!
't Durfde haast niet bij hem komen:
't Kroop bij Mammie op de schoot."
.Lieve Heer, ik wou U vragen;
Stuur toch gauw mijn Paatje weer.
Maarniet in soldatenkleeren,
Geeft mij., mijn „oude" Paatje weer!"..
door Oom Wim.
Eind'lyk is de dooi gekomen,
Stijgt het kwik ver boven nul.
Deze ouderwetschen winter
Schonk ons ijs, wat al te gul.
Schaatsen deed ik naar believen
Had toch nog, zoo nu en dan,
Om van jaren in te halen
Nog de scha, wat zeg j'er van?
'k Zie nu graag de kou vertrekken:
't Duurde mij al veel te lang;
En de armen, én de vogels
Waren voor die koude bang.
Doch nu is de dooi gevallen,
Schijnt de zon weer lekker door
En wy ruimen mee de sneeuw weg;
Doen dit graag, wjj allen hoor!
Onze schaatsen zijn al netjes
Ingepakt en weggelegd,
Tot 't volgend jaar weer ijs brengt
Met wat sneeuw, dit dient gezegd.
Graag neem ik van dezen winter
Afscheid, hoe ik ook genoot;
„Veel" is °osd, maar „te veel" deugt niet,
Leeren wij aan klein én groot.
Oh, vreeslijk woord voor echte
schaatsliefhebbers,
Wat brengt ge toch een naarheid en
verdriet.
De mooie droom van schaatsen weer
vervlogen.
't Zinkt alles in 't zwart en donker niet.
't Us verandert dra in nat,
doorschijnend water,
Waarin nu weer de vischjes zwemmen
gaan.
De straten zyn nu ware modderpoelen
Ooh, kijk me die ellende toch eens aan!
Maar kom, sla toch niet aan 't turen,
Gauw komt de zomer en d£u heb je
ook wel jool,
Want is 't zomer, dan komt er ook
vacantie,
En hoef je wekenlang weer niet naar
school.
door Greet Krol.
De winter is weer heengegaan;
De lente is weer daar,
Die met haar zon de sneeuw verdrijft,
Tot in 't volgend jaar.
Nu weg de schaatsen en de slee
Dat is nu van de baan.
De jas en das gaan in de kast,
Die doen we nu niet aan.
De bloemen komen uit de gron
De boomen worden groen;
De vogels zingen luid en blij
En wat de menschen doen?
Die gaan nu weer naar buiten toe,
Waar vreugd' en blijdschap wacht.
En denken dan met dankbaar hart,
Wat zijn we goed bedacht.
De Watermolen
door Bep v. d. Geest.
In ons lage Nederland,
Met sloten en met meren,
Waar duinen aan de zeekust
Het woelig water keeren,
Daar rijst als een majesteit
Geheimzinnig, statig, groot,
De watermolen als 'n "eus
Aan het meer en langs de sloot.
De molen met haar wieken,
Statig draaien al maar voort,
Zij maalt het vele water
Van de plaats, waar 't niet hoort.
Daarom blijft ons polderland
Steeds nog boven water staan
En kunnen koeien grazen
En kan het koren staan.
Maal dan molen, maal dan door,
Houd het polderland toch droog,
Maal het vele, water weg
Laat het water niet te hoog!
Zoo zijt gij een zegen steeds
Voor den boer en voor zijn land.
Ah, blyf malen, altijd door,
!?n aan den waterkant!
De kat, die een verkeerden
naam had
door Gonnie.
(Een verhaal op rijm.)
in.
Ik ben voorzitter van drie vereenigingen
Kan goed klimmen, en verbazennd
ver springen
Ik zit om zoo te zeggen, nooit lang stil.
Zeg Minet; niet dat ik opscheppen wil,
Daarom moet je met me trouwen,
Minetjelief,
Wil je dat wel, toe, antwoord asjeblieft!
Je weet, lieve Minet, ik ben niot slecht
Maar voordat Minetje nog iets had gezegd
Ja zelf 'n knipoogje gegeven had,
Schrok plotseling c.e arme kat.
Want opeens klonk er een sten:
„lekkertje" kom!
En toen viel die kat van schrik bijna om
Dat was voor „lekkertje" een reuze strop,
In ieder geval stond Minetje op
Rekte zich eens uit, en miauwde van
plezier,
En wandelde naar Jantje, de kat van de
kruidenier,
Jantje was tenminste lief, en had verstand.
Maar hij werd spinnijdig van woede zeg
Want Minetje lachte en liep zoo hard ze
kon weg.
Ja, er moest ten eind aan komen, maar
hoe?
Hij werd van al dat denken vervelend
en moe!
Hij kon het die menschen, niet op een
gewone manier
Aan 't verstand brengen, dat
ongelukkige dier!
Als hy een hooge rug opzette en riep
miauw
Dan knorde ze: Lekkertje wat ben je
stout en ontrouw
Of als hij ze eens krabde in de handen
En liet zien zijn s<..erpe tanden.
Of een spurt tegen hun beenen opnam
Foei wat is dat beest zenuwachtig, roep
zijn baasje Bram.
Een kat die zenuwachtig is, stel je voor!
Dan ging hy als de wind zoo snel er
vandoor!
Wordt vervolgd.
Piet te-laat
door Tante Marie.
Ons Pietje komt altijd te laat,
Daar staat ie voor bekend.
Geen wonder, dat hem ieder noemt:
„Oh, Piet te-laat, die vent!"
Des morgens vroeg begint het al,
Als 't klokje zeven slaat
En moeder roept en zegt: „sta op!",
Of jij komt weer te laat.
Dan draait ie zich nog lekker om,
Zoo'n luie vent, niet waar?
Totdat zyn moeder nogmaals roept:
„Is Piet te-laat haast klaar?
Dan springt ie fluks zijn bedje uit
En kleedt zich, één, twee drie;
Vergeet in l aast zijn huiswerk nog,
En ook zyn brood, naar 'k zie.
Dan gaat ie op een draf naar school,
Met rood en zuur gezicht,
Maar aLs hij eindelijk er is.
Vindt hij de schooldeur dicht.
Hij belt en weet, wat er nu volgt
't Is niet d'eersten keer
Zijn vriendjes lachen, roepen uit:
„Daar is ons Pietje weer!"
En meester zegt: „hij is er weer:
Ons Pietje-laat bleef weg,
En daarom schrijft hij straks na school
Eens hondesr regels, zeg!"
„Ik waarschuw hem nog éénen keer
Komt hij te laat voortaan,
Dan vindt hij hier de deur op slot.
En kan hy huiswaarts gaan."
Maar Pietje was voortaan op tijd,
Op tijd in school; uit bed;
En in de kerk, was hij present,
En was op tijd, naar 'k wed.
Een flinke vent is nooit te laat,
1 En dit dient nog gezeid,
Als d'arbeid roept en plicht u wacht,
Wees dan ook steeds op tyd.
£o-Cdaten. qinyen wofiAij,
door Anny van Diest.
Wegens in beslag nemen van de school
wordt de vacantie met veertien dagen ver
lengd.
Deze boodschap hadden de ouders der
leerlingen ontvangen; na deze periode gin
gen de lessen weer gewoon door in een,
intusschen geschikt gemaakt gebouw. Even
wel stond dat gebouw aan een drukke
verkeersweg.
Ook de vader van de kleine Mia Ver
hagen had een oproeping gekregen en was
naar zyn post vertrokken, 't Had de kleine
wel menig traantje gekost; als eenig kind
je was ze nog al danig verwend; en ze
Pon het maar niet begrijpen, dat Pappie
nu weg ging. Al werd haar verdriet dan
ook wel getemperd door het mooie uniform,
dat Pappie aan had, toen hij zyn kleine
meid nog eens omhoog tilde en haar innig
Kuste. Als het kind in de dagen daarna
de colonnes zag gaan, keek ze in spanning
pf Papa daar bij was, maar steeds werd ze
teleurgesteld; Paps was daar niet by!
Mama had wel gezegd, dat haar pa ver
der weg was en Mia hem niet bij deze sol
daten zou zien; maar dat begreep ze nog
t.iet goed. Ze was toch pas 7 jaar en in de
iweede klas van de school, die nu ver
plaatst was naar dien drukken weg.
Toen nu, een paai dagen na de opening
van de school, het klasje rustig aan de
les bezig was, klonk plotseling tromgerof
fel dat meldde, daf een regiment soldaten
naderde. Rom-bom-rom-bom klonk het al
duidelijker. De ijver der kinderen had met
een plaats gemaakt voor kinderlijk ver
langen om de soldaten te zien. En vooral
Mia kon niet weerstaan aan dit verlangen;
meteen stond ze boven de bank. Eerst wa
ren de kinderen verbaasd dat Mia dat
durfde!
Echter niet lang; het voorbeeld werd
'Odra gevolgd door verschillende anderen,
die durfden; en van zelf kwamen ook de
genen. die het meest verlegen waren. Voor
de onderwijzeres begreep wat er gebeurde,
stond het heele klasje op de banken naar
buiten te staren!
„Kom, kom, wat gebeurt hier nu? Gaan
jullie nu eens gauw netjes zitten! Wie niet
(.ogenblikkelijk gaat zitten, krijgt straf!
Meteen hadden a'len gevolg gegeven aan
dit bevel en keerde de rust terug!
Alleen Mia scheen niets te hooren of
te zien; al haar aandacht was geconcen
treerd op de voorbijgaande soldaten.
Mia, hoor je me niet?" vroeg de juf
frouw streng.
't Kind roerde zich niet, onbeweeglijk
staarde ze naar den weg.
„Wacht maar", dacht de juffrouw, en
stapte verontwaardigd op de kleine schul
dige af. Maar voor de plaats van Mia be
reikt was, stapte het kind van haar hooge
standplaats af; en teleurgesteld klonk het
ilit 't kindremnndje: „woer niet er bij!"
Juffrouw begreep; en kon het kind niet
meer straffen, ondanks de verstoorde rust.
Mia verlangde ook zoo erg om haar va
der weer te zien!
U vraagt?
1. Hoe zou een bewoner van Pommeren
heeten?
2. Wat verstaat men onder „meekrap?"
3. Vader vraagt, hoe men aan het woord
„borderel" komt?
4. De soldaat wou me een opdril geven.
Wat is dat?
5. Wat beteekent vroed?
6. Ik lees in de Radiobode het woord
Phohi? Wat is dat eigenlyk?
Wij antwoorden
1. Pommerans. Men spreekt ook van
Pommer en Pommeraan. En weet jij me
tf zeggen, hoe de bewoners van „Zwaag",
d. i. een klein dorp in Noord-Holland
heeten? Als die bewoners „Zwagers" hee
ten, zijn alle bewoners familie van elkaar.
Onthoud dat! Een mooi raadsel. Pommerans
is ook Italiaansch; beteekent dan goudap"-
pel, oranjevrucht. Ook kan dit beteekenen
het stooteinde aan den biljartstok. (Vader
kent deze bet. wel!).
2. Meekrap is 'n veldgewas. Uit den wor
tel van deze plant wordt een roode verfstof
bereid. Werd reeds In de Middeleeuwen
gebruikt en werd veel in- Zeeland ver
bouwd. Nu is de meekrap sedert pl.m. 1860
door de aniline verdrongen.
3. Borderel Is een briefje, een lijstje, een
uittreksel uit een rekeningboek. Vader be
doelt de lijst, waarop de door de post te
innen kwitanties ingeschreven worden.
4. Hij zei zeker: maak dat je wegkomt
c' ik geef je een opdril, d. w. z. een oor
veeg: een opstopper Het is zaak, dat je uit
zijn buurt blijft. Maar, wat had jij uitge
spookt. dat hij dat moest zeggen?
5. Dit :s: wijs, voorzichtig. Het eig. woord
is vroede.
6 Wil zeggen: PHilips' Omroep Holland
Indië. Voeg de beginletters aan elkaar en
j« krijgt het vreemde woord PH-O-H-I Is
Phohl.