OMGEVING
Met ge&emde met de „(MtmavJk
Nog geen klaarheid over de
juiste toedracht
Gewapende koop
vaarders
^uiSDAG 20 FEBRUARI 1940
OE LE1DSCWP COURANT
rWEEDE BLAD - PAG. 7
DE GEVANGENEN VAN DE „ALTMARK"
VERTELLEN.
In een zaal van het Britsche ministerie
voor de voorlichting hebben verscheidene
gevangenen van de „Altmark" gisteravond
tegenover vertegenwoordigers van de in
ternationale pers verteld van hun gevan
genschap en hun bevrijding. Wat de onder
gane behandeling betreft, loopen de ver
hagen uiteen al naar zij betrekking hebben
op de „Graf Spee", dan wel op de „Alt
mark". Aan boord van de „Graf Spee" was
de voeding slecht maar dragelijk en de be
handeling der gevangenen behoorlijk. Aan
boord van de „Altmark" daarentegen ga
ven voeding en sanitaire omstandigheden
reden tot klagen. Allen leden voortdurend
honger, uitgezonderd één, Aubrey Jenkins
geheeten, die nooit veel at en een deel
van zijn rantsoen aan zijn kameraden gaf,
een man, die een half hoofd boven alle an
deren uitstak en die vertelde, dat hij in vier
weken van zijn gevangenschap vijftien kilo
gram was afgevallen. Aan boord van de
„Altmark" werden alleen conserven genut
tigd. Het brood was slecht. De sanitaire
omstandigheden waren bedroevend. Som
migen konden een half uur per dag, ande
ren om den anderen dag een half uur fris-
sche lucht inademen, een derde verhaalde
dat hij negen dagen in het ruim had geze
ten zonder naar buiten te komen. Er werd
op matten geslapen. Slechts twee of drie
van de driehonderd hadden matrassen.
Sommige Duitsche matrozen trachtten hun
lot te verzachten. Ook een officier van de
„Qraf Spee", luitenant Schmidt, zou klaar
blijkelijk hun toestand hebben willen ver
beteren. maar hij stond onder de bevelen
van den gezagvoerder van de „Altmark",
die onhandelbaar leek en vooral scheen te
vreezen, dat hij verrast zou worden door
Britsche of neutrale patrouilles, terwijl hij
gevangenen aan boord had.
Over het bezoek aan Bergen konden de
mannen maar weinig mededeelen. Zij ver
telden, hoe zij getracht hadden de aan
dacht te trekken van de Noren, door een
luik op te lichten en luid te schreeuwen.
Ook hadden zij met een Engelsche vlag ge
zwaaid. Zij twijfelden er niet aan, of men
heeft hen moeten hooren. Over de bewa
pening van de „Altmark" konden zij niet
veel zeggen, wel waren de leden van de
bemanning gewapend.
Wat hun bevrijding betreft, zij konden
evenmin veel vertellen over deze geschie
denis; toen zij aan den dek kwamen was
de vechtpartij al aan den gang.
Moeten zij beschouwd
worden als oorlogsschepen?
DUITSCHE OPVATTING.
De Berlijnsche correspondent van de N.
Rott. Crt. telefoneerde gisteravond:
Nu weldra alle Britsche koopvaardij
schepen bewapend zullen zijn, moeten zij,
volgens Berlijn, worden gelijkgesteld met
hulpkruisers en ook als zoodanig worden
behandeld. Te bevoegder plaatse te Ber
lijn geeft men te kennen, dat dit niet al
leen geldt voor de oorlogvoerenden, maar
ook voor de neutralen. Een Britsch koop
vaardijschip derhalve, dat een neutrale ha
ven binnenloopt, moet aan dezelfde beper
kende bepalingen worden onderworpen als
een oorlogsschip, d.L in hoofdzaak: het
moet binnen vier en twintig uur weer ver
trekken.
Deze uitlating beteekent voor zoover kan
worden vastgesteld niet, dat Duitschland
zich nu eerlang tot de neutralen zal rich
ten om hun zulk een gedragslijn ten op
zichte van de Engelsche koopvaardijsche
pen aan te bevelen. Wij hebben naar al
len schijn voorloopig nog slechts met een
principieele opmerking over het Duitsche
rechtsstandpunt ten deze te doen.
De redactie van het blad teekent hierby
aan:
Deze Duitsche zienswijze inzake bewa
pende koopvaardijschepen wijkt geheel af
van de gebruikelijke opvattingen, welke
ook in de Nederlandsche neutraliteitspro-
clamatie tot uiting komen. Deze bevat een
regeling, volgens welke zulke koopvaar
ders, voorzien van bewapening, voor defen
sieve doeleinden in de havens en reeden
worden toegelaten voorzoover zij voldoen
aan de voorwaarden bij de proclamatie ge
steld. Voor de toelating van oorlogssche
pen, waaronder hulpkruisers zijn begrepen,
bevat onze proclamatie zeer stringente re
gelen (bijv. averij onder bepaalde omstan
digheden). Onze proclamatie kent derhal
ve een zeer beslist onderscheid tusschen ge
wapende koopvaarders en oorlogsschepen,
een onderscheid, dat de Duitschers ten
onrechte wilden uitwisschen. Er is slechts
dan van een oorlogsschip (of hulpkruiser)
sprake, indien het vaartuig behoort tot de
staatsmarine, de oorlogsvlag mag voeren,
een behoorlijk aangesteld commandant
heeft, die tot het korps marine-officieren
behoort en een onder de militaire tucht
staande bemanning heeft. Het is duidelijk,
dat de normaal bewapende koopvaarder
in het algemeen r.iet aan deze voorwaar
den voldoet.
De Noorsche regeering zeide te vertrou
wen, dat, indien het zinken inderdaad een
gevolg was van handelingen van Duitsche
oorlogsschepen, de Duitsche regeering de
noodige verzekeringen zou geven, dat zul
ke incidenten zich in de toekomst niet meer
zouden voordoen.
Op 16 Februari heeft de Noorsche regee
ring het Duitsche antwoord ontvangen,
waarin gezegd wordt, dat geen der bedoel
de gevallen het gevolg is van handelingen
der Duitsche vlootstrijdkrachten en dat
deze strijdkrachten instructie hebben ont
vangen, zich te weerhouden van alle ge
vechtshandelingen in neutrale wateren en
de Noorsche territoriale wateren te eerbie
digen.
DUITSCHE BESCHULDIGINGEN JEGENS
ENGELSCHE VLOOT.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: Na
het onmenschelijke optreden tegen de
weerlooze bemanningen van de Duitsche
schepen „Altmark" en „Wakama" wordt
nog een derde geval bekend, waarin Duit
sche zeelieden in reddingbooten door de En-
gelschen zijn beschoten. Er zijn thans ver
klaringen van oogetuigen binnegekomen,
dat de reddingbooten van het Duitsche s.s.
„Watussi", dat op 2 December 1939 ter
hoogte van Kaap de Goede Hoop door En
gelsche bommenwerpers aangevallen werd
en door de bemanning tot zinken werd ge
bracht, door Engelsche bom'bardements- en
jachtvliegtuigen rnet machinegeweren wer-
KATWIJK
DE GROENTEN-PRIJZEN.
Overzicht van de voornaamste der ge
veilde producten aan de groentenveiling
alhier met de gemiddelde opbrengst per
100 stuks of kilo.
Bloemkool, aanvoer 1.412.000 st., op
brengst 113.535, middenprijs 1939 8.04,
1938 5.66; waspeen resp. 2.721.000 kg.,
112.785, 4.14, 4.67; vroege aardappelen
1.611.000 kg., 67.380, 4.18, 6.17; bos-
peen 562.000 bos, 20.680, 3.67, 6.68;
late aardappelen 613.000 kg., 17.168, 2.79,
2.59; uien 441000 kg., 15.406, 3.49,
3.96; kroten 442.000 kg., 10.572, 2.38,
2.85; natuursla 805.000 st., 6254, 0.77,
1.16; savoyekool 194.000 kg., 6780, 2.96,
2.53; stamboonen 21.600 kg., 2895,
13.47, 13.98; andijvie 51.000 kg. 2864,
5.77, 6.05; roode kool 79.000 kg. 2539,
3.20, 1.88; roode bewaarkool 49.000 kg.,
1979, 4.02 3.96; gele bewaarkool
45.000 kg., 1827, 3.99, 1.78; spinazie
55.000 kg., 1786, 3.23, 3.07; radijs
175.000 bos, 1751, 0.99, 123; boeren
kool 28.300 kg., 1489, 5.25, 2.96; witlof
6200 kg., 1280, 20.54, 7.77; breekpeen
65.400 kg., 1026, 1.57, 1.60.
Luchtbescherming. De afd. Katwijk
der Ned. Ver. v. Luchtbescherming gaf
gisteravond in het voormalig gemeentehuis
de eerste cursusavond voor leden en be
langstellenden. De opkomst had grooter
kunnen en moeten zijn. Tot eere der dames
zij het gezegd, dat hun getal grooter was
dan dat der mannelijke belangstellenden.
De heer Roosdorp sprak een inleidend
woord als bestuurslid der afdeeling en gaf
daarna het woord aan den heer J. de
Kreek, die in een duidelijke, leerzame
lezing sprak over het gevaar bij luchtbe
scherming.
KATWIJK AAN DEN RIJN
Ondersteuningsfonds „St. Joan de Doo-
per". Gisteravond hield de R.-K. Ver-
eeniging „Ondersteuningsfonds St. Joannes
de Dooper" haar jaarvergadering in het
Parochiehuis. De voorzitter, de heer C. v.
d. Marei, opende met gebed en een wel
komstwoord en sprak voor 1940 de beste
wenschen uit voor de leden en de vereeni-
ging. Na lezing der notulen volgt het jaar
verslag, uitgebracht door den secretaris,
den heer H. A. Bellekom. Het verslag ge
tuigde van een bloeiend en opgewekt ver-
eenigingsleven. Het financieel verslag van
den penningmeester, den heer Th. M. v.
Schie, vermeldde aan inkomsten een be
drag van ƒ266.08 uitgaven ƒ253.65, ba
tig saldo 13.03. De controlecommissie
bracht een alleszins gunstig verslag uit. De
penningmeester werd gedéchargeerd. Tot
leden der controle-commissie voor 1940
werden benoemd de heeren C. v. d. Kamp
en W. v. d. Boog.De bestuursverkiezing had
tot uitslag, dat de periodiek aftredende
heeren H. A. Bellekom en Joh. Seijsener
werden herkozen, terwijl in de plaats van
den heer Joh. v. Schie Sr., die wegens ver
gevorderden leeftijd bedankt had, werd
gekozen de heer P. v. d. Laken. Na de
rondvraag sprak pater Livarius O.F.M., die
wegens ingesteldheid van den zeereerw.
heer pastoor aanwezig was, een hartelijk
woord van afscheid tot het scheidende be
stuurslid, den heer Joh. v. Schie Sr., die
zoovele jaren de belangen der vereeniging
diende. Dan sprak zijneerw. een woord
van opwekking en spootr de leden aan om
ieder in eigen kring door aanwerving van
nieuwe leden de vereeniging te verster
ken. Na een dankwoord door den voorzit-
teh, den heer v. d. Marei, sluiting met ge
bed.
Zijn er fouten gemaakt?
VERSCHILLENDE LEZING OVER HET
GEBEURDE
De commissie van Buitenlandsche Zaken
van het Storting heeft vergaderd met leden
der regeering en deskundigen op het ge
bied van het internationale recht Hierbij
werd de kwestie van de „Altmark" be
sproken.
„Arbeiderbladet", hst voornaamste or
gaan van de Noorsche Arbeiderspartij,
schrijft over de zaak met de „Altmark",
dat Duitschland zich niet correct heeft ge
dragen, doch dat dit geen verontschuldi
ging is voor de flagrante schending der
Noorsche neutraliteit door Groot-Brit-
tannië
De Noorsche autoriteiten hebben zich
volgens het blad correct en onpartijdig ge
dragen.
Naar ons van Noorsche zijde te Amster
dam werd gemeld is het niet juist, dat de
„Altmark" een Noorsche haven heeft aan
gedaan. Het Duitsche schip is alleen maar
door de Noorsche wateren heen geyaren,
en daar dit volgens het internationale
recht geoorloofd is aan handelsschepen,
oorlogsschepen, hulp vaartuigen en prijzen
(had de Noorsche regeering zelfs niet het
recht, handelend op te treden ingeval zy
anededeeling had ontvangen, dat er aan
(boord - gevangenen waren en dat deze
slecht behandeld werden. De Noorsche re
geering, zoo wordt verder opgemerkt, kan
niet de rol van een rechter op zich nemen
in een geschil tusschen oorlogvoerenden,
en zich nog minder belasten met het ten
uitvoer leggen van een oordeelvelling.
De „Altmark" was een regeeringsschip
en voerde de Duitsche „Reichsdienst-
flagge".
In strijd met de Engelsche bewering,"
diat de „Altmark", toen zij evenwijdig met
de Noorsche kust voer, draadloos Duit
sche oorlogsschepen wilde ontbieden,
wordt naar het Duitsche Nieuwsbureau
meldt van Duitsche zijde met nadruk
vastgesteld, dat de „Altmark" geen onge
oorloofde radioseinen heeft uitgezonden.
Voor de loyauteit van den commandant
der „Altmark" spreekt het volgende voor
val: In het gebied der vesting Bergen
seinde de „Altmark" aan een Noorsch
(kuststation een telegram voor het Duit
sche gezantschap in Oslo. Toen de kapi
tein vernam, dat deze weg niet geoor
loofd was, maakte hij terstond excuses
bij de bevoegde instanties. Met Duitsche
zeestrijdkrachten heeft de „Altmark" niet
in verbinding gestaan.
DE KAPITEIN VAN DE „ALTMARK"
VERHAALT
De kapitein van de „Altmark" heeft een
vertegenwoordiger van het Duitsche
Nieuwsbureau aan boord van de „Alt
mark" in de Jössingfjord een onderhoud
verleend, waarin hij betoogde, dat zijn
schip zich tijdens den geheelen tocht langs
de Noorsche kust binnen de Noorsche ter
ritoriale wateren heeft bewogen. De af
stand van het schip tot de kust heeft niet
meer bedragen dan V/2 zeemijl. Toen de
Britsche oorlogsbodems het signaal „stuur
West" gaven, heeft het Duitsche schip
daarom dezen eisch niet opgevolgd. Toen
een torpedojager het eerste schot loste,
(bevonden de Britsche marineschepen zich
onmiskenbaar in 'het Noorsche territoriale
gebied. De Noorsche torpedoboot „Skaro"
voer daarop naar den Britschen torpedo
jager toe, die ten slotte zeewaarts weg
draaide. De „Altmark" bleef intusschen in
de kustwateren. Een poging van den tor
pedojager „Intrepid" om het Duitsche
schip te enteren, werd door een manoeu
vre tijdig verhinderd. Het Duitsche schip
voer toen de Jössingfjord binnen, gevolgd
door de beide Noorsche torpedobooten,
diie midden in den fjord bleven liggen.
Door de duisternis beschermd voer des
avonds de „Cossack" de fjord binnen. Op
de „Altmark" zag men dezen torpedojager
aan voor een Noorsch schip. Men vroeg
aan het verschenen schip, of het een Noor
was, waarop geen antwoord kwam. Later
seinde het onbekende schip: „Draai bij of
ik open het vuur". De „Altmark" ging toen
nog verder de fjord binnen.
De „Cossack" ging toen langs de „Alt
mark" liggen en een enter-commando
(kwam aan boord. De overval geschiedde
op een zeemijl buiten de kust. Het enter
commando begon in het wilde weg te
schieten op elkeen, die zich op dek be
vond. Ook de torpedojager deed aan de
schietpartij mee. Onze eerste officier werd
gewond en zes Duitsche zeelieden werden
neergeschoten. De „Altmark" had geen
wapens aan dek. De kapitein zeide be
wust van tegenweer te hebben afgezien.
Daarentegen hebben het entercommando
en de kruiser geschoten op alle Duitschers
die zich over het ijs of zwemmend'* wil
den redden Ook de zeelieden, iie reeds
op het land in veiligheid waren, verd-
beschoten. Een lid van het enter-commar-
do viel in het water.
Volgens een Engelsche lezing over
het gebeurde daarentegen is tijdens
het bevrijden van de gevangenen een
aantal manschappen van de gewapen
de macht, die door de „Graf von Spee"
aan boord was gezet, via den voor-
HET GEVAL V. D. ALTMARK
Het geval van de „Altmark" houdt nog
altijd de gemoederen bezig; voor onze
lezers geven wij hierbij met een kaartje
aan, waar het geval zich heeft afgespeeld.
Het bovenste gedeelte geeft de situatie
by het Jösing-fjord weer.
In beeld is gebracht de route van de
„Altmark" (die van Bergen kwam, waar
het schip door de Noren onderzocht was)
in de territoriale wateren van Noorwegen;
buiten deze wateren voer de Britsche tor
pedoboot „Cossack", totdat deze de neu
trale zone overschreed en de „Altmark"
aanviel, die nu een toevlucht zocht in. het
Jösing-fjord.
Het onderste gedeelte van de kaart geeft
de terugtocht van de „Cossack" weer, op
weg naar de Schotsche haven Leith.
De „Altmark" was, toen het voorval zich
afspeelde niet ver meer verwijderd van
de Duitsche havens Kiel en Hamburg.
steven van het schip ontsnapt en be
gaven dezen zich over het ijs naar
de kust, vanwaar met geweren het
vuur op de Britten werd geopend. De
Engelschen beantwoordden het vuur
en twee Duitschers, die over het ijs
liepen om zich bij hun kameraden te
voegen, werden getroffen. Te zelf der
tijd viel een Duitscher over boord
tusschen de schotsen. Twee officieren
van de „Cossack" sprongen in het
water en redden hem.
AANTAL DOODEN GESTEGEN TOT
ACHT.
Een Duitsch radiobericht meldt, dat het
aantal dooden bij het gevecht met de ftAlt-
mark" is gestegen tot acht. Gevreesd wordt,
dat nog eenige der vijf zwaargewonden,
het leven zullen verliezen.
De begrafenis van de om het leven ge
komen opvarenden van de „Altmark" te
Sogndal is onder groote belangstelling
geschied. Terwijl de zes kisten aan land
gebracht werden, bracht een detachement
van het Noorsche oorlogsschip Olav Tryg-
gvason de eerbewijzen. Ongeveer 75 auto's
volgden de lijkauto's op weg naar het klei
ne kerkhof van Sogndal, waar zich een
groote menschenmenigte had Verzameld.
Een plaatselijke koor zong liederen, ter
wijl de Duitsche predikant van Oslo den
dienst leidde. Er werden korte redevoerin
gen gehouden door den Duitschen gezant
te Oslo, den kapitein van de „Altmark" en
een kapitein van de Noorsche marine, die
namens zijn land een laatsten groet bracht
en een krans legde met de Noorsche kleu
ren legde. Voorts zag men o.a. kransen van
Hitler en van de Duitsche marine.
DE POSITIE VAN DE „ALTMARK".
In een bericht van een specialen corres
pondent uit de Joessingfjord meldt ,,Dag-
bladet": het Duitsche schip ligt op het
oogenblik nog steeds aan den grond.
Aan den ingang van de Joessingfjord
wordt de „Altmark" door drie Noorsche
oorlogsschepen bewaakt. Het ijs in de fjord
is ongeveer drie duim dik de laatste
veertien dagen hadden geen verschepin
gen meer plaats De „Altmark" had ech
ter geen moeite om door dezen ijslaag heen
breken. Het schip draaide bij de kade in
den bocht van de fjord bij. De breede vaar
geul, die de „Altmark" door het ijs gebro
ken had, toonde den Engelschen kruiser
den weg, zoodat hij zonder hulp van lood
sen kon sturen naar de „Altmark" in de
fjord. De bewoners van Joessinghavn kon
den in het heldere licht der schijnwerpers
den aanval der Engelschen op de „Alt
mark", het enteren en het verdere drama
tot in alle bijzonderheden volgen. De on
gewapende Duitschers konden den Engel
schen geen tegenstand bieden en sprongen
over boord. Een reddingboot, die men van
de „Altmark" had neergelaten, sloeg om.
De Duitsche zeelieden moesten zwemmend
en deels loopend over het ijs naar land ko
men, terwijl hun de kogels der Engel
schen om de ooren floten. Op den korten
afstand van den oever tot den landweg kan
men overal duidelyk bloedsporen zien
BERLIJN: „WIE ONTZIEN DE
NOORSCHE WATEREN".
Het Noorsche ministerie van Buiten
landsche Zaken deelt mede, dat het Noor
sche gezantschap te Berlyn midden Januari
aan de Duitsche regeering heeft verzocht
een onderzoek in te stellen, inzake het zin
ken voor de Noorsche kust van het Brit
sche s.s. „Thomas Walton", het Grieksche
s.s. „Garoufalia" en het Britsche s.s. „Dept-
ford" teneinde vast te stellen of het zin
ken te wijten is aan optreden van Duit
sche vlootstrijdkrachten.
WASSENAAR
KORTE PAASCH- EN LANGE
PINKSTERVACANT1E
Liever vacantie later in het voorjaar
Evenals aan het Kennemer Lyceum zal
aan het Rijnlands Lyceum te Wassenaar
dit jaar in verband met de vroege datum
van het Paaschfeest een. korte Paasch- en
een lange Pinkstervacantie worden ge
geven. De eerste duurt van 20 t/m 26
Maart, de tweede van 1 t/m 14 Mei. Deze
den beschoten. Ofschoon de Engelsche vlie
gers duidelijk zagerij dat de passagiers en
de geheele bemanning van het schip In de
booten gingen, openden zij een levendig
machinegeweervuur op de booten en zet
ten dit ook nog voort, nadat deze reeds een
flink stuk van het zinkende schip verwij
derd waren.
In de reddingbooten bevonden zich zelfs
vrouwen en kinderen.
SCHEPEN, DIE ZONKEN.
Het van Engeland naar Griekenland on
derweg zijnde Grieksche s.s. „Elli" (1.114
ton) is op 60 mijl van Kaap Finisterre ge
torpedeerd. De uit 26 koppen bestaande be
manning werd gered.
Het Spaansche persbureau heeft medege
deeld, dat het Spaansche stoomschip „Ban
deras" (2140 ton) na een ontploffing bijna
oogenblikely'k is gezonken. Dit gebeurde
gisterochtend bij het aanbi'eken van den
dag, toen het schip zich op 10 K.M. van
Kaap Villano bevond. 22 van de 29 opva
renden zijn om het leven gekomen.
VAN HET WESTFRONT.
Het Fransche legerbericht van gister
avond luidt:
I „Ten Westen van de Saar heeft een vijan
delijke afdeeling getracht zich van een on
zer posten meester te maken. Zij werd met
verliezen teruggedreven. Opnieuw schie
ten der kazematten op de Rijnoevers."
regeling heeft, naar uit 'n enquête Is ge
bleken, de instemming van byna alle
ouders. De mogelijkheid bestaat, dat b(J
de lagere scholen te Wassenaar een soort
gelijke verschuiving der vacantie-data
zal plaatsvinden.
De Pastoor van Wiborg spreekt over
Finland
In de oude hulpkerk aan de Stoeplaan.
hield de zeereerw. heer P. Th. Schwering.
pastoor van Wiborg (Viipuri) een zeer
interessante lezing met lichtbeelden over
Finland.
Pastoor Meijsing heette allen welkom,
en leidde den spreker in, uit wiens lezing
men zal leeren waardeeren de vrede en
de rustige uitoefening van onzen gods
dienst die wij bezitten, als een groote
gave van O.L. Heer. Deze avond is belegd
om het werk van Pater Schiw°ring te
steunen, in verband waarmede spr. de in
dje pauze te houden collecte aanbeveelt
Finland trekt alle aandacht en het is voor
de missie daar thans een groote beproe
ving. Spr. (hoopt, dat O.L. Heer het zoo
zal leiden, dat alle werk niet verloren Is
en dat hetgeen voor Finland gedaan wordt,
overvloedige vruchten zal geven.
Pastoor Schwering gaf eerst een histo
risch overzicht.
In 18081809 werd Finland een vazal
staat van Rusland met in het begin een,
bepaalde vrijheid, o.a. een eigen landdag
en eigen wetten. In de laatste 20 k 30
jaren voor de wereldoorlog begon de
russificeering, die gepaard ging met groote
onrechtvaardigheden. Er werd geknoeid,
ook in de ambtenarij.
Spr. gaf eerst een historisch overzicht.
Bij de Russische onrechtvaardigheden!
weken talrijke Finnen uit naar Canada en
vandaar het groote contingent Finnen, dat
nu vandaar naar Finland te hulp snelt
Tegen de Russen kwam er ook Duitsche
hulp, dit tegen de zin van Mannerheim.
Toen ook het Duitsche front instortte,
heeft men de Duitschers uitgeheveld en
is de vrije republiek Finland begonnen.
Vanaf 1920 konden we er weer vry de
godsdienst uitoefenen en kwam Mgr Buckx
de leiding van de katholieke Kerk aan
vaarden. In 1923 is hij in Helsinki Bis
schop gewijd door den Nederlandschen
kardinaal van Rossum. Er zijn mu 10
priesters werkzaam en er zijn 4 parochies
De Zusters van het Allerh. Hart van Jezus
van Moerdijk, hebben de zorg voor 16
katholieke scholen en kinderhuizen. Sinds
een paar jaar zijn er ook 4 Amerikaansche
zusters. Dat er nu een paar duizend ka
tholieken zijn, is een mooi resultaat, want
de Finnen zijn en dat blijkt ook erg
vasthoudend. Zijn ze overgegaan, dan zijm
ze ook trouw. Zoo groeide langzaam ons
werk en was er een toekomst. In Finland!
waren geen wantoestanden zooals in Rus-
land. De sociale toestand was zeer goed.
Men zocht zijn ontplooiing geheel bij het
Westen.
Het aldus verhaalde vond hierna toe
lichting door middel van een praoht serla
lichtbeelden, waarbij we o.a. tal van kerk
gebouwen kregen te zien, eenige steden,
enz. enz. We vernamen daarbij o.a. dat do
parochie van pastoor Schwering 3 a 4 maal
zoo groot is als Nederland, waaruit vol
doende blijkt welk een omvangrijk en
moeilijk werk die zielzorg geeft. Eenige
lichtbeelden gaven ook hierop een dui
delijke kijk.
In de hierna volgende pauze werd een
collecte gehouden, die ruim 46.op
bracht, terwijl een in het Pension „St.
Willifbrordus" gehouden collecte lie
mooie som van f 28.had opgebracht
Pastoor Schwering uitte zijn verheugenis
over dit mooie resultaat.
Na de pauze kregen we een aantal
lichtbeelden te zien, die een kijkje gaven
in het Finsche leven, de huisindustrie, de
gesteldheid van het land, enz. Zeer in
drukwekkend waren de beelden die wer
den gegeven van bombardementen en
van de ontbering der vluchtelingen. Na
gewezen te hebben op den roep van Fin
land om hulp uit 't Westen tegen het ge
vaar uit het Oosten betuigde spr. nog
maals zijn dank voor de geboden hulp en
steun, waarna hij ook de hulp van -het
gebed verzocht voor het dappere Finscha
volk
Pastoor Meysing sprak een dankwoord*