OMGEVING Met ge&emde met de „(MtmavJk Nog geen klaarheid over de juiste toedracht Gewapende koop vaarders ^uiSDAG 20 FEBRUARI 1940 OE LE1DSCWP COURANT rWEEDE BLAD - PAG. 7 DE GEVANGENEN VAN DE „ALTMARK" VERTELLEN. In een zaal van het Britsche ministerie voor de voorlichting hebben verscheidene gevangenen van de „Altmark" gisteravond tegenover vertegenwoordigers van de in ternationale pers verteld van hun gevan genschap en hun bevrijding. Wat de onder gane behandeling betreft, loopen de ver hagen uiteen al naar zij betrekking hebben op de „Graf Spee", dan wel op de „Alt mark". Aan boord van de „Graf Spee" was de voeding slecht maar dragelijk en de be handeling der gevangenen behoorlijk. Aan boord van de „Altmark" daarentegen ga ven voeding en sanitaire omstandigheden reden tot klagen. Allen leden voortdurend honger, uitgezonderd één, Aubrey Jenkins geheeten, die nooit veel at en een deel van zijn rantsoen aan zijn kameraden gaf, een man, die een half hoofd boven alle an deren uitstak en die vertelde, dat hij in vier weken van zijn gevangenschap vijftien kilo gram was afgevallen. Aan boord van de „Altmark" werden alleen conserven genut tigd. Het brood was slecht. De sanitaire omstandigheden waren bedroevend. Som migen konden een half uur per dag, ande ren om den anderen dag een half uur fris- sche lucht inademen, een derde verhaalde dat hij negen dagen in het ruim had geze ten zonder naar buiten te komen. Er werd op matten geslapen. Slechts twee of drie van de driehonderd hadden matrassen. Sommige Duitsche matrozen trachtten hun lot te verzachten. Ook een officier van de „Qraf Spee", luitenant Schmidt, zou klaar blijkelijk hun toestand hebben willen ver beteren. maar hij stond onder de bevelen van den gezagvoerder van de „Altmark", die onhandelbaar leek en vooral scheen te vreezen, dat hij verrast zou worden door Britsche of neutrale patrouilles, terwijl hij gevangenen aan boord had. Over het bezoek aan Bergen konden de mannen maar weinig mededeelen. Zij ver telden, hoe zij getracht hadden de aan dacht te trekken van de Noren, door een luik op te lichten en luid te schreeuwen. Ook hadden zij met een Engelsche vlag ge zwaaid. Zij twijfelden er niet aan, of men heeft hen moeten hooren. Over de bewa pening van de „Altmark" konden zij niet veel zeggen, wel waren de leden van de bemanning gewapend. Wat hun bevrijding betreft, zij konden evenmin veel vertellen over deze geschie denis; toen zij aan den dek kwamen was de vechtpartij al aan den gang. Moeten zij beschouwd worden als oorlogsschepen? DUITSCHE OPVATTING. De Berlijnsche correspondent van de N. Rott. Crt. telefoneerde gisteravond: Nu weldra alle Britsche koopvaardij schepen bewapend zullen zijn, moeten zij, volgens Berlijn, worden gelijkgesteld met hulpkruisers en ook als zoodanig worden behandeld. Te bevoegder plaatse te Ber lijn geeft men te kennen, dat dit niet al leen geldt voor de oorlogvoerenden, maar ook voor de neutralen. Een Britsch koop vaardijschip derhalve, dat een neutrale ha ven binnenloopt, moet aan dezelfde beper kende bepalingen worden onderworpen als een oorlogsschip, d.L in hoofdzaak: het moet binnen vier en twintig uur weer ver trekken. Deze uitlating beteekent voor zoover kan worden vastgesteld niet, dat Duitschland zich nu eerlang tot de neutralen zal rich ten om hun zulk een gedragslijn ten op zichte van de Engelsche koopvaardijsche pen aan te bevelen. Wij hebben naar al len schijn voorloopig nog slechts met een principieele opmerking over het Duitsche rechtsstandpunt ten deze te doen. De redactie van het blad teekent hierby aan: Deze Duitsche zienswijze inzake bewa pende koopvaardijschepen wijkt geheel af van de gebruikelijke opvattingen, welke ook in de Nederlandsche neutraliteitspro- clamatie tot uiting komen. Deze bevat een regeling, volgens welke zulke koopvaar ders, voorzien van bewapening, voor defen sieve doeleinden in de havens en reeden worden toegelaten voorzoover zij voldoen aan de voorwaarden bij de proclamatie ge steld. Voor de toelating van oorlogssche pen, waaronder hulpkruisers zijn begrepen, bevat onze proclamatie zeer stringente re gelen (bijv. averij onder bepaalde omstan digheden). Onze proclamatie kent derhal ve een zeer beslist onderscheid tusschen ge wapende koopvaarders en oorlogsschepen, een onderscheid, dat de Duitschers ten onrechte wilden uitwisschen. Er is slechts dan van een oorlogsschip (of hulpkruiser) sprake, indien het vaartuig behoort tot de staatsmarine, de oorlogsvlag mag voeren, een behoorlijk aangesteld commandant heeft, die tot het korps marine-officieren behoort en een onder de militaire tucht staande bemanning heeft. Het is duidelijk, dat de normaal bewapende koopvaarder in het algemeen r.iet aan deze voorwaar den voldoet. De Noorsche regeering zeide te vertrou wen, dat, indien het zinken inderdaad een gevolg was van handelingen van Duitsche oorlogsschepen, de Duitsche regeering de noodige verzekeringen zou geven, dat zul ke incidenten zich in de toekomst niet meer zouden voordoen. Op 16 Februari heeft de Noorsche regee ring het Duitsche antwoord ontvangen, waarin gezegd wordt, dat geen der bedoel de gevallen het gevolg is van handelingen der Duitsche vlootstrijdkrachten en dat deze strijdkrachten instructie hebben ont vangen, zich te weerhouden van alle ge vechtshandelingen in neutrale wateren en de Noorsche territoriale wateren te eerbie digen. DUITSCHE BESCHULDIGINGEN JEGENS ENGELSCHE VLOOT. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: Na het onmenschelijke optreden tegen de weerlooze bemanningen van de Duitsche schepen „Altmark" en „Wakama" wordt nog een derde geval bekend, waarin Duit sche zeelieden in reddingbooten door de En- gelschen zijn beschoten. Er zijn thans ver klaringen van oogetuigen binnegekomen, dat de reddingbooten van het Duitsche s.s. „Watussi", dat op 2 December 1939 ter hoogte van Kaap de Goede Hoop door En gelsche bommenwerpers aangevallen werd en door de bemanning tot zinken werd ge bracht, door Engelsche bom'bardements- en jachtvliegtuigen rnet machinegeweren wer- KATWIJK DE GROENTEN-PRIJZEN. Overzicht van de voornaamste der ge veilde producten aan de groentenveiling alhier met de gemiddelde opbrengst per 100 stuks of kilo. Bloemkool, aanvoer 1.412.000 st., op brengst 113.535, middenprijs 1939 8.04, 1938 5.66; waspeen resp. 2.721.000 kg., 112.785, 4.14, 4.67; vroege aardappelen 1.611.000 kg., 67.380, 4.18, 6.17; bos- peen 562.000 bos, 20.680, 3.67, 6.68; late aardappelen 613.000 kg., 17.168, 2.79, 2.59; uien 441000 kg., 15.406, 3.49, 3.96; kroten 442.000 kg., 10.572, 2.38, 2.85; natuursla 805.000 st., 6254, 0.77, 1.16; savoyekool 194.000 kg., 6780, 2.96, 2.53; stamboonen 21.600 kg., 2895, 13.47, 13.98; andijvie 51.000 kg. 2864, 5.77, 6.05; roode kool 79.000 kg. 2539, 3.20, 1.88; roode bewaarkool 49.000 kg., 1979, 4.02 3.96; gele bewaarkool 45.000 kg., 1827, 3.99, 1.78; spinazie 55.000 kg., 1786, 3.23, 3.07; radijs 175.000 bos, 1751, 0.99, 123; boeren kool 28.300 kg., 1489, 5.25, 2.96; witlof 6200 kg., 1280, 20.54, 7.77; breekpeen 65.400 kg., 1026, 1.57, 1.60. Luchtbescherming. De afd. Katwijk der Ned. Ver. v. Luchtbescherming gaf gisteravond in het voormalig gemeentehuis de eerste cursusavond voor leden en be langstellenden. De opkomst had grooter kunnen en moeten zijn. Tot eere der dames zij het gezegd, dat hun getal grooter was dan dat der mannelijke belangstellenden. De heer Roosdorp sprak een inleidend woord als bestuurslid der afdeeling en gaf daarna het woord aan den heer J. de Kreek, die in een duidelijke, leerzame lezing sprak over het gevaar bij luchtbe scherming. KATWIJK AAN DEN RIJN Ondersteuningsfonds „St. Joan de Doo- per". Gisteravond hield de R.-K. Ver- eeniging „Ondersteuningsfonds St. Joannes de Dooper" haar jaarvergadering in het Parochiehuis. De voorzitter, de heer C. v. d. Marei, opende met gebed en een wel komstwoord en sprak voor 1940 de beste wenschen uit voor de leden en de vereeni- ging. Na lezing der notulen volgt het jaar verslag, uitgebracht door den secretaris, den heer H. A. Bellekom. Het verslag ge tuigde van een bloeiend en opgewekt ver- eenigingsleven. Het financieel verslag van den penningmeester, den heer Th. M. v. Schie, vermeldde aan inkomsten een be drag van ƒ266.08 uitgaven ƒ253.65, ba tig saldo 13.03. De controlecommissie bracht een alleszins gunstig verslag uit. De penningmeester werd gedéchargeerd. Tot leden der controle-commissie voor 1940 werden benoemd de heeren C. v. d. Kamp en W. v. d. Boog.De bestuursverkiezing had tot uitslag, dat de periodiek aftredende heeren H. A. Bellekom en Joh. Seijsener werden herkozen, terwijl in de plaats van den heer Joh. v. Schie Sr., die wegens ver gevorderden leeftijd bedankt had, werd gekozen de heer P. v. d. Laken. Na de rondvraag sprak pater Livarius O.F.M., die wegens ingesteldheid van den zeereerw. heer pastoor aanwezig was, een hartelijk woord van afscheid tot het scheidende be stuurslid, den heer Joh. v. Schie Sr., die zoovele jaren de belangen der vereeniging diende. Dan sprak zijneerw. een woord van opwekking en spootr de leden aan om ieder in eigen kring door aanwerving van nieuwe leden de vereeniging te verster ken. Na een dankwoord door den voorzit- teh, den heer v. d. Marei, sluiting met ge bed. Zijn er fouten gemaakt? VERSCHILLENDE LEZING OVER HET GEBEURDE De commissie van Buitenlandsche Zaken van het Storting heeft vergaderd met leden der regeering en deskundigen op het ge bied van het internationale recht Hierbij werd de kwestie van de „Altmark" be sproken. „Arbeiderbladet", hst voornaamste or gaan van de Noorsche Arbeiderspartij, schrijft over de zaak met de „Altmark", dat Duitschland zich niet correct heeft ge dragen, doch dat dit geen verontschuldi ging is voor de flagrante schending der Noorsche neutraliteit door Groot-Brit- tannië De Noorsche autoriteiten hebben zich volgens het blad correct en onpartijdig ge dragen. Naar ons van Noorsche zijde te Amster dam werd gemeld is het niet juist, dat de „Altmark" een Noorsche haven heeft aan gedaan. Het Duitsche schip is alleen maar door de Noorsche wateren heen geyaren, en daar dit volgens het internationale recht geoorloofd is aan handelsschepen, oorlogsschepen, hulp vaartuigen en prijzen (had de Noorsche regeering zelfs niet het recht, handelend op te treden ingeval zy anededeeling had ontvangen, dat er aan (boord - gevangenen waren en dat deze slecht behandeld werden. De Noorsche re geering, zoo wordt verder opgemerkt, kan niet de rol van een rechter op zich nemen in een geschil tusschen oorlogvoerenden, en zich nog minder belasten met het ten uitvoer leggen van een oordeelvelling. De „Altmark" was een regeeringsschip en voerde de Duitsche „Reichsdienst- flagge". In strijd met de Engelsche bewering," diat de „Altmark", toen zij evenwijdig met de Noorsche kust voer, draadloos Duit sche oorlogsschepen wilde ontbieden, wordt naar het Duitsche Nieuwsbureau meldt van Duitsche zijde met nadruk vastgesteld, dat de „Altmark" geen onge oorloofde radioseinen heeft uitgezonden. Voor de loyauteit van den commandant der „Altmark" spreekt het volgende voor val: In het gebied der vesting Bergen seinde de „Altmark" aan een Noorsch (kuststation een telegram voor het Duit sche gezantschap in Oslo. Toen de kapi tein vernam, dat deze weg niet geoor loofd was, maakte hij terstond excuses bij de bevoegde instanties. Met Duitsche zeestrijdkrachten heeft de „Altmark" niet in verbinding gestaan. DE KAPITEIN VAN DE „ALTMARK" VERHAALT De kapitein van de „Altmark" heeft een vertegenwoordiger van het Duitsche Nieuwsbureau aan boord van de „Alt mark" in de Jössingfjord een onderhoud verleend, waarin hij betoogde, dat zijn schip zich tijdens den geheelen tocht langs de Noorsche kust binnen de Noorsche ter ritoriale wateren heeft bewogen. De af stand van het schip tot de kust heeft niet meer bedragen dan V/2 zeemijl. Toen de Britsche oorlogsbodems het signaal „stuur West" gaven, heeft het Duitsche schip daarom dezen eisch niet opgevolgd. Toen een torpedojager het eerste schot loste, (bevonden de Britsche marineschepen zich onmiskenbaar in 'het Noorsche territoriale gebied. De Noorsche torpedoboot „Skaro" voer daarop naar den Britschen torpedo jager toe, die ten slotte zeewaarts weg draaide. De „Altmark" bleef intusschen in de kustwateren. Een poging van den tor pedojager „Intrepid" om het Duitsche schip te enteren, werd door een manoeu vre tijdig verhinderd. Het Duitsche schip voer toen de Jössingfjord binnen, gevolgd door de beide Noorsche torpedobooten, diie midden in den fjord bleven liggen. Door de duisternis beschermd voer des avonds de „Cossack" de fjord binnen. Op de „Altmark" zag men dezen torpedojager aan voor een Noorsch schip. Men vroeg aan het verschenen schip, of het een Noor was, waarop geen antwoord kwam. Later seinde het onbekende schip: „Draai bij of ik open het vuur". De „Altmark" ging toen nog verder de fjord binnen. De „Cossack" ging toen langs de „Alt mark" liggen en een enter-commando (kwam aan boord. De overval geschiedde op een zeemijl buiten de kust. Het enter commando begon in het wilde weg te schieten op elkeen, die zich op dek be vond. Ook de torpedojager deed aan de schietpartij mee. Onze eerste officier werd gewond en zes Duitsche zeelieden werden neergeschoten. De „Altmark" had geen wapens aan dek. De kapitein zeide be wust van tegenweer te hebben afgezien. Daarentegen hebben het entercommando en de kruiser geschoten op alle Duitschers die zich over het ijs of zwemmend'* wil den redden Ook de zeelieden, iie reeds op het land in veiligheid waren, verd- beschoten. Een lid van het enter-commar- do viel in het water. Volgens een Engelsche lezing over het gebeurde daarentegen is tijdens het bevrijden van de gevangenen een aantal manschappen van de gewapen de macht, die door de „Graf von Spee" aan boord was gezet, via den voor- HET GEVAL V. D. ALTMARK Het geval van de „Altmark" houdt nog altijd de gemoederen bezig; voor onze lezers geven wij hierbij met een kaartje aan, waar het geval zich heeft afgespeeld. Het bovenste gedeelte geeft de situatie by het Jösing-fjord weer. In beeld is gebracht de route van de „Altmark" (die van Bergen kwam, waar het schip door de Noren onderzocht was) in de territoriale wateren van Noorwegen; buiten deze wateren voer de Britsche tor pedoboot „Cossack", totdat deze de neu trale zone overschreed en de „Altmark" aanviel, die nu een toevlucht zocht in. het Jösing-fjord. Het onderste gedeelte van de kaart geeft de terugtocht van de „Cossack" weer, op weg naar de Schotsche haven Leith. De „Altmark" was, toen het voorval zich afspeelde niet ver meer verwijderd van de Duitsche havens Kiel en Hamburg. steven van het schip ontsnapt en be gaven dezen zich over het ijs naar de kust, vanwaar met geweren het vuur op de Britten werd geopend. De Engelschen beantwoordden het vuur en twee Duitschers, die over het ijs liepen om zich bij hun kameraden te voegen, werden getroffen. Te zelf der tijd viel een Duitscher over boord tusschen de schotsen. Twee officieren van de „Cossack" sprongen in het water en redden hem. AANTAL DOODEN GESTEGEN TOT ACHT. Een Duitsch radiobericht meldt, dat het aantal dooden bij het gevecht met de ftAlt- mark" is gestegen tot acht. Gevreesd wordt, dat nog eenige der vijf zwaargewonden, het leven zullen verliezen. De begrafenis van de om het leven ge komen opvarenden van de „Altmark" te Sogndal is onder groote belangstelling geschied. Terwijl de zes kisten aan land gebracht werden, bracht een detachement van het Noorsche oorlogsschip Olav Tryg- gvason de eerbewijzen. Ongeveer 75 auto's volgden de lijkauto's op weg naar het klei ne kerkhof van Sogndal, waar zich een groote menschenmenigte had Verzameld. Een plaatselijke koor zong liederen, ter wijl de Duitsche predikant van Oslo den dienst leidde. Er werden korte redevoerin gen gehouden door den Duitschen gezant te Oslo, den kapitein van de „Altmark" en een kapitein van de Noorsche marine, die namens zijn land een laatsten groet bracht en een krans legde met de Noorsche kleu ren legde. Voorts zag men o.a. kransen van Hitler en van de Duitsche marine. DE POSITIE VAN DE „ALTMARK". In een bericht van een specialen corres pondent uit de Joessingfjord meldt ,,Dag- bladet": het Duitsche schip ligt op het oogenblik nog steeds aan den grond. Aan den ingang van de Joessingfjord wordt de „Altmark" door drie Noorsche oorlogsschepen bewaakt. Het ijs in de fjord is ongeveer drie duim dik de laatste veertien dagen hadden geen verschepin gen meer plaats De „Altmark" had ech ter geen moeite om door dezen ijslaag heen breken. Het schip draaide bij de kade in den bocht van de fjord bij. De breede vaar geul, die de „Altmark" door het ijs gebro ken had, toonde den Engelschen kruiser den weg, zoodat hij zonder hulp van lood sen kon sturen naar de „Altmark" in de fjord. De bewoners van Joessinghavn kon den in het heldere licht der schijnwerpers den aanval der Engelschen op de „Alt mark", het enteren en het verdere drama tot in alle bijzonderheden volgen. De on gewapende Duitschers konden den Engel schen geen tegenstand bieden en sprongen over boord. Een reddingboot, die men van de „Altmark" had neergelaten, sloeg om. De Duitsche zeelieden moesten zwemmend en deels loopend over het ijs naar land ko men, terwijl hun de kogels der Engel schen om de ooren floten. Op den korten afstand van den oever tot den landweg kan men overal duidelyk bloedsporen zien BERLIJN: „WIE ONTZIEN DE NOORSCHE WATEREN". Het Noorsche ministerie van Buiten landsche Zaken deelt mede, dat het Noor sche gezantschap te Berlyn midden Januari aan de Duitsche regeering heeft verzocht een onderzoek in te stellen, inzake het zin ken voor de Noorsche kust van het Brit sche s.s. „Thomas Walton", het Grieksche s.s. „Garoufalia" en het Britsche s.s. „Dept- ford" teneinde vast te stellen of het zin ken te wijten is aan optreden van Duit sche vlootstrijdkrachten. WASSENAAR KORTE PAASCH- EN LANGE PINKSTERVACANT1E Liever vacantie later in het voorjaar Evenals aan het Kennemer Lyceum zal aan het Rijnlands Lyceum te Wassenaar dit jaar in verband met de vroege datum van het Paaschfeest een. korte Paasch- en een lange Pinkstervacantie worden ge geven. De eerste duurt van 20 t/m 26 Maart, de tweede van 1 t/m 14 Mei. Deze den beschoten. Ofschoon de Engelsche vlie gers duidelijk zagerij dat de passagiers en de geheele bemanning van het schip In de booten gingen, openden zij een levendig machinegeweervuur op de booten en zet ten dit ook nog voort, nadat deze reeds een flink stuk van het zinkende schip verwij derd waren. In de reddingbooten bevonden zich zelfs vrouwen en kinderen. SCHEPEN, DIE ZONKEN. Het van Engeland naar Griekenland on derweg zijnde Grieksche s.s. „Elli" (1.114 ton) is op 60 mijl van Kaap Finisterre ge torpedeerd. De uit 26 koppen bestaande be manning werd gered. Het Spaansche persbureau heeft medege deeld, dat het Spaansche stoomschip „Ban deras" (2140 ton) na een ontploffing bijna oogenblikely'k is gezonken. Dit gebeurde gisterochtend bij het aanbi'eken van den dag, toen het schip zich op 10 K.M. van Kaap Villano bevond. 22 van de 29 opva renden zijn om het leven gekomen. VAN HET WESTFRONT. Het Fransche legerbericht van gister avond luidt: I „Ten Westen van de Saar heeft een vijan delijke afdeeling getracht zich van een on zer posten meester te maken. Zij werd met verliezen teruggedreven. Opnieuw schie ten der kazematten op de Rijnoevers." regeling heeft, naar uit 'n enquête Is ge bleken, de instemming van byna alle ouders. De mogelijkheid bestaat, dat b(J de lagere scholen te Wassenaar een soort gelijke verschuiving der vacantie-data zal plaatsvinden. De Pastoor van Wiborg spreekt over Finland In de oude hulpkerk aan de Stoeplaan. hield de zeereerw. heer P. Th. Schwering. pastoor van Wiborg (Viipuri) een zeer interessante lezing met lichtbeelden over Finland. Pastoor Meijsing heette allen welkom, en leidde den spreker in, uit wiens lezing men zal leeren waardeeren de vrede en de rustige uitoefening van onzen gods dienst die wij bezitten, als een groote gave van O.L. Heer. Deze avond is belegd om het werk van Pater Schiw°ring te steunen, in verband waarmede spr. de in dje pauze te houden collecte aanbeveelt Finland trekt alle aandacht en het is voor de missie daar thans een groote beproe ving. Spr. (hoopt, dat O.L. Heer het zoo zal leiden, dat alle werk niet verloren Is en dat hetgeen voor Finland gedaan wordt, overvloedige vruchten zal geven. Pastoor Schwering gaf eerst een histo risch overzicht. In 18081809 werd Finland een vazal staat van Rusland met in het begin een, bepaalde vrijheid, o.a. een eigen landdag en eigen wetten. In de laatste 20 k 30 jaren voor de wereldoorlog begon de russificeering, die gepaard ging met groote onrechtvaardigheden. Er werd geknoeid, ook in de ambtenarij. Spr. gaf eerst een historisch overzicht. Bij de Russische onrechtvaardigheden! weken talrijke Finnen uit naar Canada en vandaar het groote contingent Finnen, dat nu vandaar naar Finland te hulp snelt Tegen de Russen kwam er ook Duitsche hulp, dit tegen de zin van Mannerheim. Toen ook het Duitsche front instortte, heeft men de Duitschers uitgeheveld en is de vrije republiek Finland begonnen. Vanaf 1920 konden we er weer vry de godsdienst uitoefenen en kwam Mgr Buckx de leiding van de katholieke Kerk aan vaarden. In 1923 is hij in Helsinki Bis schop gewijd door den Nederlandschen kardinaal van Rossum. Er zijn mu 10 priesters werkzaam en er zijn 4 parochies De Zusters van het Allerh. Hart van Jezus van Moerdijk, hebben de zorg voor 16 katholieke scholen en kinderhuizen. Sinds een paar jaar zijn er ook 4 Amerikaansche zusters. Dat er nu een paar duizend ka tholieken zijn, is een mooi resultaat, want de Finnen zijn en dat blijkt ook erg vasthoudend. Zijn ze overgegaan, dan zijm ze ook trouw. Zoo groeide langzaam ons werk en was er een toekomst. In Finland! waren geen wantoestanden zooals in Rus- land. De sociale toestand was zeer goed. Men zocht zijn ontplooiing geheel bij het Westen. Het aldus verhaalde vond hierna toe lichting door middel van een praoht serla lichtbeelden, waarbij we o.a. tal van kerk gebouwen kregen te zien, eenige steden, enz. enz. We vernamen daarbij o.a. dat do parochie van pastoor Schwering 3 a 4 maal zoo groot is als Nederland, waaruit vol doende blijkt welk een omvangrijk en moeilijk werk die zielzorg geeft. Eenige lichtbeelden gaven ook hierop een dui delijke kijk. In de hierna volgende pauze werd een collecte gehouden, die ruim 46.op bracht, terwijl een in het Pension „St. Willifbrordus" gehouden collecte lie mooie som van f 28.had opgebracht Pastoor Schwering uitte zijn verheugenis over dit mooie resultaat. Na de pauze kregen we een aantal lichtbeelden te zien, die een kijkje gaven in het Finsche leven, de huisindustrie, de gesteldheid van het land, enz. Zeer in drukwekkend waren de beelden die wer den gegeven van bombardementen en van de ontbering der vluchtelingen. Na gewezen te hebben op den roep van Fin land om hulp uit 't Westen tegen het ge vaar uit het Oosten betuigde spr. nog maals zijn dank voor de geboden hulp en steun, waarna hij ook de hulp van -het gebed verzocht voor het dappere Finscha volk Pastoor Meysing sprak een dankwoord*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 7