Russische divisie door Finnen vernietigd Had Noorwegen geweld moeten gebruiken? Sett ACaaulaaóten mm £adaga-tne&c Sxgen de AchendUtg mm zijn tevdtaüaie wateren Uil het Verre Oosten [/tin io^cUnot lfO*\ ïl tc DINSDAG 20 FEBRUARI 1940 CE l.nnsCHF COURANT TWFFnE m.»n - pao. a Honing Gustaaf verdedigt Zwedens houding ACHTTIENDE RUSSISCHE DIVISIE IN DE PAN GEHAKT. Het Flnsche legerbericht van gisteren naakt melding van een groote Finsche overwinning ten Noordoosten van het La- doga-meer, waar de achttiende Russische divisie bij Syskyjaervi in de pan werd ge hakt. 18.090 Russen werden gedood of gevan gen genomen. Al het oorlogsmateriaal is den Finnen in handen gevallen. WAT HET FINSCHE LEGERBERICHT MELDT. In het Finsche legerbericht van gisteren wordt medegedeeld: Te land: op de landengte van Karelië heeft de vijand gisteren plaatselijke aan vallen gedaan op onze nieuwe stellingen tusschen de Finsche Golf en de Vuoksi. De aanvallen werden afgeslagen met verliezen voor den vijand, welke op een bataljon worden geraamd. Bovendien werden zes tanks buitgemaakt. Ten zuidoosten van Salemkaita hebben Finsche troepen een vijandelijke colonne verstrooid en drie kanonnen buitgemaakt, alsmede een hoeveelheid mitrailleurs en munitie Bij Taipale werd een aanval van den vijand, welke tegen den middag begon, voortgezet Ten noordoosten van het Ladogameer hebben onze troepen een groote over winning behaald. Zij maakten zich meester van een belangrijk punt, dat door een sterke vijandelijke macht was bezet. Twintig tanks, 36 stukken geschut van verschillend kaliber, zeventien trac toren, 32 veldkeukens, 25 automobielen, 260 wagens en nog meer materieel vie len in handen van de Finnen. Na dit hardnekkig gevecht hebben de Finsche troepen de achttiende divisie van den vijand geheel vernietigd. Deze divisie was omsingeld, nadat zij via Coma tot Syskyjaervi was doorgedron gen. Voor de omsingeling had de divisie aanzienlijke versterking ontvangen. On geveer 18.000 man zijn gesneuveld of ge vangen genomen en al het materieel ls buitgemaakt. In de lucht: De Finsche luchtmacht heeft gisteren met succes verscheidene ver kenningsvluchten uitgevoerd en bommen geworpen op en achter de linies van den vijand. In verscheidene luchtgevechten boekten wij successen. Boven de gevechts zone was de activiteit van de vijandelijke luchtmacht zeer groot, zoowel overdag als gedurende den nacht. De steden Kexholm, Wilmanstrand en Viborg werden gebom bardeerd, de laatstgenoemde stad door verscheidene, elkaar opvolgende, vijande lijke formaties. In hel binnenland heeft de vijandelijke luchtmacht Kotka, Kouvolza en de distric ten Iisalmi en Pori gebombardeerd. Vol gens tot nu toe ontvangen berichten zijn enkele burgers gewond en verscheidene huizen vernield. Het aantal vliegtuigen, dat boven Finland heeft gevlogen, wordt geschat het grootste te zijn, dat tot nu toe is geteld. Volgens bevestigde mededeelingen zijn twintig Russische vliegtuigen omlaag ge schoten, terwijl vermoedelijk nog vier toe stellen werden vernield. Bevestigd werd, dat gisteren nog een toestel werd neerge haald. Sovjet-vliegers hebben met mitrail leurs op burgers geschoten. Gistermiddag werd te Helsinki luchtalarm gemaakt, maar er werd geen vliegtuig gezien. Vojgens verslagen van den Finschen staf hebben de Finnen sinds 1 Februari min stens 160 Russische vliegtuigen omlaagge- schoten. Sedert den aanvang der vijandelijkhe den hebben de Finnen in het geheel 412 Russische vliegtuigen neergehaald. DE JONGSTE OVERWINNING DER FINNEN. De Finsche overwinning ten Noorden van het Ladogameer is, volgens Havas, het re sultaat van geduld en volharding. Gedu rende een week hebben de Finsche troe pen, die niet sterk genoeg waren om de Russen rechtstreeks aan te vallen, met skipatrouilles rond den vijand gecirkeld en de ravitailleering onderschept. Convooien van vijftig tot honderd wagens werden vernietigd. De overwinning is behaald zon der grooten slag en vcoral door het goed gebruik maken van het terrein en het ge duld en de volharding der Finnen. Deze hebben geen groote verliezen aan man schappen geleden, hetgeen voor het Fin sche leger van groot belang is. Men moet evenwex niet gelooven, dat thans alle Sovjet-troepen ten noorden van het Ladogameer zijn verdwenen. Nog steeds bevinden zich hier ongeveer twee Russische divisies. De Russen hebben na verwoeden strijd Summa veroverd en zijn nu op weg naar de tweede Finsche linie. Na een geslaagden aanval hebben de Sov jet-troepen de plaatsen Laipasuo, Kama ra en Saimo ingenomen en liggen thans op ongeveer 10 K.M. vóór de zesde groote Fin sche stad Viipuri. Ten Zuiden van Koivisto is de plaats Muurila in handen der Russen gevallen. De Finnen handhaven hun posities nog steeds bij Koivisto (Bjorko) en bestoken met hun batterijen de Russen in den rug en bestrijken eveneens de kuststrook. NOG MEER DIVISIES IN MOELIJKREDEN. Naar Havas uit Helsinki meldt, verkee- ren nog eenige der Russische divisies, die zich nog ten Noordoosten van het Ladcga- meer bevinden, in uiterst neteligen toe stand en lijden aanzienlijke verliezen. Een dezer divisies verkeert in een toestand, die in zekere mate herinnert aan dien van de achttiende, welke geheel vernietigd is; de verbindingen met de bases zijn afgesneden en de bevoorrading geschiedt door de lucht. De moeilijkheden dezer eenheid kan men zich voorstellen wanneer men be denkt, dat de temperatuur in dit verlaten gebied nog steeds dertig graden onder nul bedraagt. Bij de vernietiging van de achttiende di visie hebben de Finnen een zeer hooge Russische militaire persoonlijkheid, die een bekenden naam heeft, gevangen geno men, tezamen met een deel van zijn ge- neralen staf. De vernietiging van de acht tiende divisie is te opmerkelijker, daar numeriek de Finsche troepen zeer beschei den waren en tegenover iederen Fin min stens zeventig Russen stonden. De Finnen hebben overwonnen, dank zij hun terrein kennis, hun moed en het optreden van hun ski-eenheden. In den sector van Taipale hebben de Russen hun hevige aanvallen weer inge zet, waarschijnlijk om het front van het Ladogameer te ontlasten. De Russische tanks in den sector van Taipale operee- ren zonder gevolgd te worden door infan terie. Onder de buit, veroverd op de achttien de Russische divisie, bevindt zich een vlag der divisie, welke afkomstig is uit de stad Jaroslav. Deze vlag stelt de helft der we reld voor, waarop de stad Jaroslav zelf wordt voorgesteld door een sikkel en ha mer, een Russische bajonet steekt door de stad, gaat door de Baltische landen heen over Scandinavië en raakt met haar punt Noorwegen. HET RUSSISCHE LEGERBERICHT. Het Russische legerbericht deelt mede: „Op 19 Februari heeft zich het offensief der Sovjet-Russische troepen op de Kare- lische landengte gunstig ontwikkeld. De Russen hebben de zuivering van het ver sterkte vijandelijke gebied van Bjcrke voortgezet en het eiland Rion, drie kilo meter ten Westen van de stad Juhannes, het eiland Revon, vijf kilometer ten Zuid westen van Juhannes, en de stations Lah- teenmaki en Humoljoki bezet. In andere sectoren geen belangrijke wij zigingen. De Russische luchtmacht heeft aanvallen op vijandelijke troepen gedaan en militaire objecten gebombardeerd. Bij luchtgevechten zijn 14 vijandelijke toe stellen neergeschoten". VERKLARING DOOR KONING GUSTAAF. Over afwijzen van militairen bijstand aan Finland. Koning Gustaaf van Zweden heeft gis- ieren een verklaring uitgegeven, waarin hij het optreden der Zweedsche regeering door het afwijzen van het Finsche beroep op mi litairen byVand onderschrijft. „Ik beschouw het al" mijn absoluten p:icht zooveel mogelijk te trachten mijn volk buiten het fatale conflict te houden, dat thans in de wereld woedt." Na zijn „grootste bewondering" te heb ben uitgesproken voor .den strijd, welke d »(-r onze breeders in Finland wordt ge streden tegen een overweldigende macht", erklaart de Koning, dat /weden probeer de op vele manieren hulp te bieden, doch van het begin af aan duidelijk heeft ge maakt, dat Finland geen directen militai ren bijstand kon verwachten. ..Met zorg in het hart heb ik, na het probleem te hebben bestudeerd, beslist, dat wy deze houding moeten aannemen. An- Minister Koth over Noorsch standpunt NOORSCHE OORLOGSSCHEPEN TEGENOVER EEN OVERWELDIGENDE MEERDERHEID. De Noorsche minister van buitenland- sche zaken, Koht, heeft in het Storting een verklaring afgelegd, waarin hij zeide dat Britsche oorlogsschepen in het geval van de „Altmark" de Noorsche neutraliteit op grove wijze hebben geschonden. De „Altmark" was een „Reiehsdienstschiff" en had voor de Duitsche marine gevaren. Bijgevolg diende zij overeenkomstig het internationale recht als een oorlogsschip te worden beschouwd. Het schip kwam op 14 Februari ter hoogte van de Trondheimsfjord in de Noor sche territoriale wateren en werd denzelf den dag aangehouden door de Noorsche torpedoboot, welker commandant verzocht het schip te onderzoeken, hetgeen de kapi tein van de „Altmark" toestond. Oorlogs schepen zijn niet verplicht, zich aan een inspectie te onderwerpen en de vertegen woordiger van de Noorsche marine had al leen het recht vast te stellen, of het schip inderdaad was, wat de kapitein beweerde, dat het was. De Noorsche officier verge wiste zich zelf hiervan door de scheepspa pieren in te zien. Hem werd medegedeeld, dat de „Altmark" met luchtafweerkanon- nen was uitgerust. De commandant van het marinestation Bergen geloofde evenwel niet, dat hij volledig was ingelicht en daarom werd de „Altmark" op ongeveer 100 mijl ten Noor den van Bergen den 15den Februari tege moet gevaren door een ander Noorsch oorlogsschip, dat het recht eischte, haar te doorzoeken, doch de kapitein weigerde en, zooals ik reeds zeide, was hij daartoe wet telijk volkomen gerechtigd, zoodat de eisch werd ingetrokken. Toen bleek, dat de „Altmark" gebruik maakte van haar radio, werd haar mede gedeeld, dat zij daartoe niet gerechtigd was, waarop de kapitein zijn verontschul digingen aanbood. Op 16 Februari bevond de „Altmark" zich ter hoogte van Jaeren, toen vernomen werd, dat zich Britsche vliegtuigen in de buurt bevonden. Wij wisten niet precies, of zij zich binnen de territoriale wateren bevonden of niet. Zonder twijfel kenden de Engelschen de voorafgaande geschiedenis van de „Alt mark" terwijl wij niet wisten, dat zich Britsche gevangenen aan boord bevonden. Koht deed vervolgens het relaas van het gevecht in de Joessingfjord, waarbij hij zeide, dat de Engelsche oorlogsschepen zich na het Noorsche protest eerst terugge trokken hebben, dcóh, nadat zij van de Britsche regeering instructies hadden ont vangen, terug kwamen, waarna een Brit sche bemanning zich aan boord van de „Altmark" begaf en het gevecht begon. Den volgenden morgen bereidde de Noorsche regeering een protest te Londen voor en ontving het een Duitsch protest. In het laatste werd niet alleen geklaagd over de Britsche rechtsschending, doch te vens verklaard, dat de Noorsche regeering het Duitsche schip niet zoo doeltreffend had bijgestaan als mogelijk was geweest. Hierop kan ik slechts zeggen, dat de Noorsche oorlogsschepen zich voor een overweldigende meerderheid in kracht geplaatst zagen en dat tegenstand nut teloos en onzinnig geweest zou zijn. Ik bevond mij te Trondheim, en" de mi nister-president, die als minister van bui- tenlandsche zaken optrad, ontving den Britschen gezant. De Britsche gezant trachtte het voorge vallene eenigszins te verdedigen of te ver ontschuldigen door te zeggen, dat de „Alt mark" in de'Noorsche wateren haar radio gebruikte en bijgevolg aangehouden had ders zou Zweden het grootste gevaar loo- pen niet alleen in een oorlog met Rusland, doch ook met de grootste mogendheden te worden betrokken. Een dergelijke ver antwoordelijkheid kan i1- niet op mij ne men. Indien dat zou gebeuren, zou het voor Zweden onmogelijk kunnen worden Fin- tand zelfs de hulp te verschaffen, welke dit land thans ontvangt." De Koning besluit met de oprechte hoop, uit te spreken, dat zijn volk zijn houding zal begrijpen en goedkeuren. De Koning nam de leiding. De verklaring van Koning Gustaaf heeft tt Stockholm nog al sensatie verwekt. De wc-rklaring is een graadmeter voor de con troverse. die tie kwestie-Finlsnd onder het Zweedsche volk heeft teweeggebracht. De koning heeft thans op opvallende wijze de leiding genomen van hen, die den premier steunen. Het standpunt der regeering ontving ook krachtigen steun van de sociaal democrati sche partij. Tot deze partij behoort bijna de helft der leden van den Rijksdag. moeten worden. Doch het ls onmogelijk, tegen een dergelijke overtreding zulke krachtige maatregelen te nemen, vooral daar de kapitein terstond de Noorsche in structies opvolgde. De Britsche gezant wees er ook op, dat de „Altmark" gevangenen aan boord had en dat wij het schip op dezen grond had den kunnen aanhouden. Hierop moesten wij antwoorden, dat het schip in elk geval het recht zou hebben door de Noorsche ter ritoriale wateren te varen. De commandant van de Noorsche torpedobooten in de Joes singfjord had eveneens den Britschen com mandant medegedeeld, dat, zelfs al zou de „Altmark" Britsche gevangenen aan boord hebben, dit den Britschen oorlogsschepen geenszins het recht gaf, hun wil door te zetten in de Noorsche wateren. Er bestaat in het internationale recht geen bepaling, die een oorlogvoerend land verbiedt, gevangenen te vervoeren over neutraal grondgebied, als de door tocht zelf maar wettig is. Het laatste argument van den Britschen gezant was de bewering, dat Noorwegen had toegelaten, dat Duitsche duikbooten in de Noorsche wateren opereerden en zelfs Britsche schepen tot zinken brachten. Ik heb reeds eerder in het Storting een ver klaring hieromtrent afgelegd. Wij hebben geen enkel bewijs kunnen vinden, waaruit blijkt, dat deze schepen in de Noorsche ter ritoriale wateren zijn getorpedeerd. De premier verklaarde ten slotte aan den Britschen gezant: „Ik verzoek u, aan uw regeering mede te deelen, dat hetgeen zich gisteravond heeft voorgedaan, ons en mij persoonlijk uiterst pijnlijk getroffen heeft. Bijzonder pijnlijk is, dat een land als Engeland, waarmede wij altijd vriendschappelijke be trekkingen willen handhaven, een klein en neutraal land op zulk een manier behan delt. Noorwegen is een klein land en wij kun nen aan onze eischen niet met militaire machtmiddelen kracht bijzetten, doch wij kunnen protesteeren tegen ongerechtvaar digd gebruik van geweld en dat hebben wij gedaan. Wij kunnen zulk een zaak ook voor den Volkenbond brengen, ten einde aan de geheele wereld duidelijk te maken, wat werkelijk geschied is en wij kunnen een beroep op de wereldmeening doen. Wij hebben geprotesteerd tegen alle schendin gen van onze neutraliteit, die te onzer ken nis zijn gebracht". Koht, noemde vervolgens de instructies, die aan den gezant te Londen gegeven zijn voor het indienen van een protest. De ge zant werd 17 Februari door lord Halifax ontvangen. Deze klaagde er over, dat de Noorsche autoriteiten de „Altmark" niet nauwkeurig doorzocht en de Britsche gevangenen niet gevonden hadden. Hij meende ten onrech te, dat de „Altmark" Bergen had aange daan, doch in werkelijkheid had het schip geen enkele Noorsche haven aangeloopen. Hij voerde aan, dat Noorwegen zijn plicht als neutrale staat niet had vervuld, omdat het de „Altmark" niet nauwkeurig had doorzocht. Ik heb reeds eerder aange haald, wat het internationale recht hier omtrent zegt en ieder kan begrijpen,, dat deze klacht ongegrond is. Halifax gaf toe, dat technisch de neutraliteit was geschonden, doch hij redeneerde, dat dit weinig of niets be- teekende .vergeleken met het feit, dat de Duitschers 300 of 400 Britsche ge vangenen vasthielden onder meer dan hondsche omstandigheden. Het schijnt, dat de Britsche regeering van oordeel was, dat zij in dit geval ge rechtigd was, het internationale recht ter zijde te stellen en zich niets aan te trekken van een klein land, dat in dezen oorlog geen ander doel had, dan zijn neutraliteit te handhaven. Na de rede van Koht verklaarde Ham- bro, de leider der conservatieven, dat de geheele Noorsche natie in de zaak van de „Altmark" achter de regeering staat en het protest steunt. Het Storting heeft hierna de verklarin gen van Koht en Hambro met algemeene stemmen goedgekeurd. PASSIEVE NEUTRALITEIT ONAANVAARDBAAR. Officieuze verklaring uit Parijs. In een officieuse verklaring wordt ge zegd, aldus United Press, dat Noorwe gens „passieve neutraliteit" in het „Alt- mark"-incident voor de geallieerden volko men onaanvaardbaar is. De opvatting van Frankrijk en Enge land is - zoo zegt men dat neutraliteit, wil zij effectief zijn, een militant, waak zaam en actief karakter moet dragen. Uit deze verklaring concludeert United Press, dat de geallieerden voortaan zullen weigeren de onschendbaarheid van de territoriale wateren der niet-oorlogvoeren- den te erkennen, tenzij de neutralen hun bereidheid aan den dag leggen hun souve- reiniteit met de wapenen tegen schending door den vijand te verdedigen. De hierboven genoemde officieuze ver klaring luidt ten deele als volgt: „Bij herlezing van de verklaring van den Noorschen minister Koht, vinden we de volgende zinsnede: We hebben energiek geprotesteerd tegen deze brutale neutrali- teitsschending. Maar het is duidelijk, dat we niet in staat waren onze neutraliteit in dit geval te verdedigen, enz." Dit is een definitie van de passieve neu traliteit, welke in feite niet langer neutra liteit is. Neutraliteit, die niet verdedigd wordt, is ipso facto verbroken. De „Alt- mark"-affaire is hiervan een doorslaand bewijs. CHINEEZEN TREKKEN OP NAAR NANNING. Japanners bombardeerden opnieuw den Joennan-spoorw eg. Berichten van het front zoo meldt het Chineesche persbureau uit Pinjang wij zen er op, dat de Japansche tegenstand in het gebied van Nar.ning teekenen toont van algeheele ineenstorting. In de stad zelf zou sedert Donderdag groote verwar ring heerschen en de Japansche legerlei ders zouden reeds naar Jamtsjau vertrok ken zijn. De Chineesche troepen zijn de stad thans tot op schootsafstand genaderd. Uit Lioetsjau wordt gemeld, dat Nanning •■hans reeds vrijwel geheel door de Chinee sche troepen omsingeld is. De Japanners trekken zich in wanorde in de richting der stad terug. Zij zouden de omringende dor pen in brand gestoken hebben en men vreest, dat talrijke burgers om het leven z\jn gekomen. Langs twee wegen rukken de Chineesche troepen thans naar Nan- ring op. De Japansche militaire autoriteiten te Tokio ontkennen, volgens Domei, dat de Chineesche troepen Nanning heb ben heroverd. Zij verklaren, dat de Chineezen dit reeds vijf. of zes maal hebben beweerd, doch sedert de stad door de Japanners is bezet op 24 No vember van het vorig jaar, zijn geen geregelde Chineesche troepen bij de stad gezien. Wel hebben Chineesche guerillabenden de Japansche verbin dingslijn lastig gevallen, waardoor aan Japansche zijde verliezen zijn gele den. Domei meldt uit Tokio, dat Japansche /liegtuigen Zaterdag opnieuw een hevi- gen aanval hebben ondernomen op den Juennan-spoorweg. Gezegd wordt, dat op verscheidene plaatsen spoorbruggen en rails zijn opgeblazen. De vliegtuigen keer den behouden naar hun bases terug. Zondag hebben Japansche vliegtuigen den spoorweg van Joennan opnieuw ge bombardeerd, waarbij de spoorbrug over de Mengtse werd getroffen. Bultenlandsctie berichten HOOG WATER IN SPANJE. Tengevolge van het slechte weer zijn de rivieren in Spanje buiten de oevers ge treden. Men vreest voor nog sterker was, EEN LAWINE VERNIELT EEN HOTEL IN FRANKRIJK. Uit Grenoble wordt gemeld. Gister ochtend te 10 uur is een lawine neerge stort van Pointe des Signal en heeft de vleugel van een hotel, waar zich talrijke gasten ophielden, vernield. Uit de puinen is het stoffelijk overschot van een jong meisje, dat nog niet is herkend, geborgen. Verder zijn verscheidene lichtgewonden geborgen. De prefect van het departement van de Isore heeft zich naar de plaats des onheils begeven. BOM NAAR PROCESSIE GEWORPEN. Te Soekkoersind in Britsch-Indië is gis teren een bom geworpen naar een ter ge legenheid van het Mohammedaansche feest van Mahorroem gehouden processie. Een persoon werd gedood en 17gewond. Veertig personen zijn gearresteerd en in het geheele district is de curfew afgekon digd. Hel Nedeilcmdrche r.ssde iSiuis E!ssdlraps!u3:e:':cnct. Meldt U aar. als bloedgever bij ae Plaatseii'Ke -Werlcommijsie ot bij het Secretariaat van de Centrale Commissie, Prinsessegracbt 27 te 's-Gravenhage. i Steunt met een bijdrzge op Giroj 291564 van den Penningmeester te üverschie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 6