Contrabande Een huis aan den Waaldijk te Dreumel is slechts via het dak te betreden. De ingang beneden is door water en ijs versperd Herinneringen aan bange uren Wat er langs de oevers van den Rijn bij Arnhem nog overgebleven is van de ijsmassa's welke vele dagen de omwonenden in spanning hielden Een aantal arbeiders van een steenfabriek te Druten beleefde angstige uren, daar de fabriek gevaar liep. door het kruiend ijs verwoest te worden. Na een langdurige onvrijwillige gevangenschap werd den werklieden door militairen hulp en uitkomst gebracht Aan de Rijnkade te Arnhem, nadat het Ijs is afgedreven en de onmiddellijke bedreiging daar ter plaats» is weggenomen. Het grootste gedeelte van de rivier is weer open Het in Congohout gesneden Madonnabeeld van Philo van Riel uit Antwerpen, op de tentoonstelling .Minla- turen en Plastieken" te den Bosch Engelsche assistentie op waschdag achter het Westelijk front in Frankrijk. Leden der Britsche luchtmacht boden gaarne de behulpzame hand bij dit huishoudelijk werk In tegenwoordigheid van Z. K. H. Prins Bernhard, generaal H. G. Winkelman, den opper bevelhebber van Land en Zeemacht en andere autoriteiten heeft de Vrijwillige Landstorm Maandagavond in den Haag een instructiefilm over de luchtwacht en den verdedigingsdienst vertoond FEUILLETON Uit het Engelsche van HEADON HILL. 42) U was van plan nu naar beneden te gaan? vroeg Lord Purbeck botweg. Als u het me toestaat, ja. Ik ga met u mee. Toen veranderde Mapletons houding. Een gejaagde blik kwam in zijn sluwe oogen en zijn stem beefde een beetje toen hij zei: Ik zou u niet aanraden naar beneden te gaan. Het loopt er moeilijk en er zijn kuilen en gaten. Madge, die oogenschijnlijk onverschillig had geluisterd en zich, om zich een hou ding te geven, met Doggie had bezig ge houden, mengde zich opeens in het gesprek. Wat zou u daar beneden moeten doen vader. Tante Drusila zal al wel thuis zijn uit de kerk en niet begrijpen waar we blij ven. Kom, laten we naar huis gaan, an ders zullen we te laat zijn voor de lunch. Lord Purbeck had den ernstigen blik in de oogen van zijn dochter gezien en stem de toe. Dan eens een anderen keer, als ik al leen ben, knikte hij tot Mapleton en volg de Madge, die al op het rotspad stond. Ze spraken geen woord, tot ze buiten l*et ge hoor van Mapleton waren. Toen barstte Madge uit: Hoe kon u, vader! Die man is wanhopig en gevaarlijk. Iedere zenuw aan hem trilde van woede. U zoudt nooit levend boven zijn gekomen! Zag u het pak, dat hij in zijn handen had, toen wij binnenkwamen? ging ze voort. Ik heb niets anders gezien dan het duivelachtige gezicht van dien kereld, ant woordde de graaf. Nu, ik heb het wel gezien en door een scheur in het papier zag ik een glimp van Bessie's Zondagsche jurk. Dat is bewijs ge noeg, dat Bessie er niet in op reis is ge gaan! Ik ben er zeker van, dat hij haar daar beneden gevangen houdt en waar schijnlijk mijnheer Yeldham ook. Lieve deugd! riep Lord Purbeck, ter wijl hij zijn bezweete voorhoofd afwischte, we kunnen ze daar toch niet laten en zelf rustig naar huis gaan om te lunchen! Natuurlijk niet, ik ga naar de groeven om Budge te halen met een ploeg mannen. Dan kunnen we Mapleton veilig volgen. Ik kom direct met hem terug en ondertus- schen blijft u hier en houdt de hut in het oog. Maar als Mapleton weggaat, voor we er zijn, blijf hem dan uit den weg. Ik Den overtuigd, dat hij gevaarlijk is! De graaf zette zich gewillig op een laag muurtje, terwijl hij een sigaret aanstak en Madge ging verder. Ze voelde hoe critiek de toestand was en ze beefde zoo, dat ze voor het eerst in haar leven het gevoel had, alsof haar krachten haar begaven. Maar het besef, dat iedeer minuut waar de had, vuurde haar aan en in weerwil van haar bijna verlammenden angst door stroomde haar de wondere, ontroerende zekerheid, dat zij den man liefhad, die haar vader zoo trouw had bijgestaan in zijn excentriek avontuur. Ze vroeg zich schuw af, of ze zelf de oorzaak van zijn toewijding kon zijn; het eene oogenblik voelde ze een koude twijfel maar het volgende doortintelde haar een 1"otsche zekerheid. Toen ze den top van -e rcts bereikt had, moest ze even blijven stilstaan om adem scheppen. Doggie, de tong uit den bek, ging naast haar op het gras liggen. Voor haar lag de glinsteren de blauwe zee en de oneffen kust en ze zag, dat de boot nu geen halve mijl meer van die pier verwijderd was, die van het punt, waar ze stond, juist zichtbaar was onder den geweldigen rotswand. Hun laatste la ding was aangekomen! Opeens werden haar gedachten onderbroken door een on heilspellende geluid, dat haar in de ooren klonk als de stem van dood en verderf! Ergens, diep in het ingewand der rotsen, klonk een doffen gedempte donder, ge volgd door een scherp gekraak. Toen was alles stil. Met een kreet van wanhoop rende Madge naar de keeten in een vaart, alsof haar eigen leven in gevaar was. De ontknooping. Nog voor ze de keeten bereikt had, zag Madge een man naar de poort rennen. Wat is er gebeurd, Cooper? hijgde ze. Ik weet het niet precies, antwoordde de man met een bleek en verschrikt ge zicht. Mijnheer Budge heeft me uitge stuurd om zijn Lordschap op te zoeken. We hebben de Abbey opgebeld, maar hy was er niet. Er is iets gebeurd in schacht no. 4, maar wat, weten we hier boven nog niet precies. Alles schudde als bij een aardbe ving. Madge deelde den delver mede, waar hij haar vader kon vinden en ging zelf haastig Budge zoeken. Maar hij was niet op het kantoor en ze daalde in de groeven af, waar zy den weg op haar duimpje kende. Ze wist, dat de 6chacht, die de werkman genoemd had, niet behoorde tot die, waar in gegraven werd en dat die ook niet ge bruikt werd voor het verbergen van smok kelwaar. Het gedeelte van de groeve, dat in gebruik was, was dag en nacht electrisch verlicht, maar toen Madge by schacht no. 4 kwam, zag ze dat deze geheel in het duis ter lag, uitgezonderd de weerkaatsing van den flauwen schijn van de lantaarns van een aantal mannen, die aan het eind van de lange gang bezig waren. Eenx eigenaar- dig-scherpe geur vervulde de lucht; er klonk een verward gegons van heesche stemmen en het rammelen van ijzer op steen. Toen ze naderbij kwam, zag ze een groep delvers in koortsachtigen haast bezig met huweelen en spaden. Toen ze binnen den lichtkring van de lampen verscheen, kwam John Budge op haar toe. Er is niets ernstig gebeurd, maakt u zich maar niet ongerust; stelde hy haar onmiddellijk gerust. Alleen Mapleton zal zich wel in stukken en brokken hebben laten springen; maar kijk, daar hebt u Bes sie, die alweer bijkomt en mijnheer Yeld ham hebben we er ook meteen uit! We hebben al met hem kunnen spreken en we zijn bezig een gat te graven om hem naar boven te krijgen. Hij heeft gezegd, dat hij niet gewond is en dat hij alleen maar wat rust noodig heeft om zyn Japanschè kunsten weer op mij te probeer en! Madge keek rond en zag Bessie liggen op een hoop jassen, die de mannen zorg vuldig voor haar op den grond hadden uit gespreid, terwijl een paar oudere man nen zich met haar bezighielden. Haar ocgen waren open en er kwam juist weer een sprankje kleur op haar bleeke wangen. Madge haastte zich naar haar toe, toen 'n luid hoera van de mannen haar opeens weed deed stilstaan. Ijverige handen trok ken een vuile gedaante, met gescheurde kleeren, 2onder hoed of jas, door de ope ning die zy gemaakt hadden. Het is.... Hector!, riep Madgeê en haar oogen glansden hem tegen in het on zekere licht van de lantaarns. Ja, Lady Madge, hij is 't, klonk zijn antwoord. Ofschoon niemand het u kwa lijk had kunnen nemen, als u dezen vogel verschrikker niet zou hebben herkend. Ik zou u onder alle omstandigheden enu overal rekennen, zei ze zacht. En in 't vervolg ben ik niet meer Lady Madge voor u.Maar is dit het werk van dien duivelvan Mapleton? Ja. Hy is nog niet beneden.... dood, geloof ik. Maar Mapleton was nog niet dood, of schoon er niet véél leven meer was in de brokstukken van zyn lichaam, toen hij werd uitgegraven uit de verwoesting, die hi1 zelf had aangericht. Hector's veChaal van wat er gebeurd was nadat hy en Bessie waren opgesloten, was eenvoudig genoeg. Hij had Mapleton's ulti matum aangenomen, omdat hem dit de eenige mogelijkheid had geschenen op dat oogenblik, maar hij had het niet gedaan zonder hoop. Tijdens zijn gesprek met den effectenvervalscher had hij opgemerkt, dat in den muur van hun gevangenis heel wat losse steenen zaten en dat de grond er voor met puin bedekt was. Met zyn geoefend opmerkingsvermogen had hy zich de vermoedelijke beteekenis daarvan snel gerealiseerd. Er moest daar oorspronkelijk een ingang zyn geweest, die naar een ander deel van de groeve leidde. Waarschijnlijk had Mapleton, die hier zyn „bedrijf reeds uitoefende, voor Lord Pur beck met het zijne begonnen was, dezen to>gang door een ontploffing versperd, toen de marmergroeven "'eer in gebruik waren genomen. (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5