Auto slipte op onbe- waakten overweg NEDERLAND IN DEN GREEP VAN KONING WINTER Goederentrein nabij Utrecht ontspoord V VRIJDAG 2 FEBRUARI 1940 DE LE'DSCHE COURANT DERDE BIAD - PAO. 9 GEMENGDE BERICHTEN -Auto's tijdens ijs- regens Eenlge wenken van de K N.A.C. Electrische trein reed er op en ontspoorde Storing tussctien's Hertogen bosch en Boxtel Eenige minuten voor zes passeerde gis teravond dr. van Spaendonck uit Vught friet zijn auto den onbewaakten overweg in de spoorlijn Boxtel's-Hertogenbosch ter hoogte van het gehucht Baarsen. Midden op den overweg slipte de auto, waardoor zy tusschen de rails terecht kwam. Dr. van Spaendonck verliet den wa gen en zag in de verte de lichte van den uit Eindhoven naderenden voortrein van trein 658. Hij liep den trein nog tegemoet ten einde de aandacht van den wagenbe stuurder te trekken, doch te vergeefs. Met volle vaart ramde de trein de auto, sleur de haar mee en wierp haar ten slotte, ge heel vernield, op het andere spoor. Door den schok geraakte het eerste rijtuig met de wielen van de voorste as buiten de rails. Eenige honderden meters verder kwam de trein tot stilstand. De uit 's Hertogenbosch komende electri sche trein zag zijn weg versperd door het v/rak van de auto. De reizigers van den ont spoorden trein stapten in deze trein over en deze reeds daarop naar de Brabantsche hoofdstad terug, waar zij om kwart voor zeven aankwam. Met Boxtel werd het ver keer daarna via Tilburg met extra-mate riaal onderhouden, totdat omstreeks kwart voor acht het spoor, waarop de auto lag, vrij was gemaakt en tusschen Boxtel en 's-Hertogenbosch de electrische treinen over enkele spoor den dienst konden on derhouden. Trein 658 van Eindhoven naar Amster dam viel uit. Uit 's-Hertogenbosch is een locomotief met kraan wagen naar den ontspoorden trein vertrokken om deze in het spoor te brengen. Het hulpwerk slaagde zoo voorspoedig, dat om 21.45 het verkeer over beide spo ren kon wo'rdien hervat! Treinverkeer in de richting Amersioort en Hilversum ondervindt belang rijke stagnatie Omstreeks kwart voor drie in den afge- loopen nacht is een gedeelte van een goe derentrein, welke op weg was van Amers foort naar Utrecht, ter hoogte van de vroe gere halteplaats Blauwkapel bij den over weg aan den Hilversumschen straatweg ontspoord. De trein passeerde met een snelheid van ongeveer vijftig K.M, per uur genoemden overweg, toen de tiende wagen van den uit ongeveer 40 wagons bestaanden goede rentrein ontspoorde, waardoor deze geheel buiten het treinverba'nd kwam te staan en over een grooten afstand werd meege sleurd, daarbij als het ware zwevende bo ven de aan de linkerijde van dezen trein liggende spoorrails. Over een grooten afstand werden de be dieningsdraden vernield van de wissels en seinen, welke van de wachtpost Blauwka pel-West uit worden bediend. Van den ontspoorden wagon werd het onderstel ge heel afgerukt, hetgeen op enkele meters af stand van het wachtershuisje, gelegen aan den Hilversumschen straatweg, werd te ruggevonden. Behalve deze wagon, waar van natuurlijk niet veel meer gaaf is ge bleven, ontspoorden nog enkele wagons. Deze bleven evenwel in het treinverband, zoodat geen noemenswaardige grootere schade werd aangericht. Beide spoorbanen versperd. Deze ontsporing heeft gelukkig geen per soonlijke ongelukken ten gevolge gehad. De treingeleider, die zich in den achterstel, wagen bevond, voelde een hevigen schok als gevolg van het in werking treden van het automatische remsysteem. Voorzoover wij in de duisternis van de zen kouden nacht hebben kunnen zien, zijn beide sporen dusdanig versperd, dat het treinverkeer ter plaatse voor een groot gedeelte van dezen dag volkomen gestag neerd zal zijn, hetgeen zeggen wil, dat de treinen in het op- en afgaande treinver keer in de richting Amersfoort en Hilver sum niet langs de plaats van het déraille ment konden passeeren. Een geweldige slag. De ontsporing is gepaard gegaan met een geweldige slag. „Het was", zoo deelde de in de nabijheid wonende aanslyitingswacb- ter J. Vermeulen ons mede, „alsof een bom inslag p'aats vond. Ik had geen dienst en lag te bed, toen ik den geweldigen slag Met het oog op den abnormalen weerstoestand, welke de even zeld zame als verraderlijke combinatie van regen en vorst vertoont, heeft de K. N. A. C. de volgende nuttige wenken voor den automobilist sa mengesteld: 1. Een bevoren ruit maakt men schoon met een mengsel van gly cerine en zout. daarna late men een laagje van dit mengsel achter, waardoor bevriezen wordt tegenge gaan. 2. Zoolang de wagen stilstaat, beschermt men de voorruit door kranten, welke onder de ruitenwis- schers kunnen worden vastgezet, het is ook mogelijk een plaid over de ruit te hangen. 3. In noodgevallen d.w.z. als men niet over een voorruitwarmer beschikt kan men gebruik ma ken van eenige brandende kaarsen, welke op de bovenlijst van het in strumentenbord worden geplaatst. Dit hulpmiddel is uiteraard des avonds uitgesloten. 4. Bij het keeren of op andere wijze manoeuvreeren op besneeuw de wegen zorge men er voor de drijf wielen steeds op het midden te houden, en uitsluitend de andere wielen in de besneeuwde bermen te steken. 5. Wanneer de drijfwielen be ginnen te slippen is het zaak niet veel gas te geven, waardoor de wielen gaan doorrazen, doch voor zichtig te probeeren den wagen te laten wegtrekken met matig motor toerental en zoo noodig afwisselend de eerste versnelling en de achter uit te gebruiken. Eventueel kan een plaid, vloer mat of iets dergelijks voor de wie len goede diensten bewijzen. 6. Houdt rekening met de moei lijkheden, waarmede ook andere weggebruikers te kampen hebben. hoorde. Terstond ben ik opgestaan, heb vlug wat kleeren aangeschoten en ben gaan kijken wat er gaande was. Mijn collega, die nachtdienst had, den aansluitingswachter A. Helsdinger, trof ik gelukkig in blaken- den welstand, doch eveneens hevig ge schrokken in de wachtpost aan. Hij is in derdaad door het oog van een naald ge kropen. De ontsporing moet immers op en kele -meters afstand van het wachtershuis je zijn geschied, want de assen en wielen van den totaal vernielden wagon liggen op nauwelijks vier meter afstand van het huis je, waarin Helsdinger zich bevond. De wa gen is toen rakelings langs het huisje ge sleurd, zonder hier evenwel schade aan te richten. Ook de spoorboomen bij den over- w.-g aan den Hilversumschenstraatweg zijn er goed afgekomen, doch een tiental meters verder zijn de bedieningsdraden van de sei nen en wissels, welke toch verder van de spoorrails afliggen, volkomen vernield". Helsdinger zelf verklaarde, dat hij plot seling een donderend geraas hoorde en een sneeuwhoos voorbij de glazen ruiten van het wachtershuisje zag komen. Nog nooit had hij in de dertien jaren, welke hij op dezen post dienst doet, zoo iets meege maakt. Daar het ongeluk zich in de nabij heid van het dicht bewoonde tuindorp (Maartensdijk), grenzend aan Utrecht, af speelde, zullen ongetwijfeld vele bewoners den zwaren slag hebben gehoord. De be langstelling was evenwel in den nacht niet groot, vooral daar de duisternis het zicht op de spoorbaan belemmerde en de koude een lang verblijf in de buitenlucht vrijwel onmogelijk maakte. De oorzaak. Omtrent de oorzaak van deze ontsporing kan neg niets worden medegedeeld. Ir. Goedhart zeide ons in den afgeloopen nacht, dat hij na het voorloopige onderzoek nog geen enkele conclusie had kunnen trekken. Aanvankelijk reeds het vermoe den, dat het wisselcomplex, dat nabij het wachtershuisje Blauwkapel-West ligt, waar de lijn naar Hilversum uitkomt op de lijn naar Amersfoort, de ontsporing had ver oorzaakt, doch aan de rails ter plaatse was daarvan geen enkele spoor te vinden. Mo gelijk zal het onderzoek bij daglicht op heldering omtrent de oorzaak van deze ontsporing kunnen geven. In ieder geval zal deze ontsporing tot gevolg hebben, dat het treinverkeer, reeds zoo zwaar gehandicapt door de huidige slechte weersomstandigheden, met nog grootere moeilijkheden te kampen zal heb ben, zoolang de beide spoorbanen niet ge heel vrij zijn. Van het stationspersoneel, onder leiding van den heer Admiraal, zal vandaag wederom een bijzondere prestatie worden gevergd om de onvermijdelijke be langrijke vertragingen zoo klein mogelijk te doen zijn. Nader wordt gemeld, dat de opruimings werkzaamheden vlugger verloopen dan men oorspronkelijk had verwacht. Reeds om kwart voor negen gelukte het, het opgaande spoor naar Amersfoort vrij te maken. Leest met aandacht de advertenties 'u Uw Dagblad! NIEUWE SNEEUWVAL BRENGT NIEUWE STAGNATIE. Nadat het tot middernacht zeer koud was geweest i§ er in den nanacht een nieuw flink pak sneeuw gevallen. De toch reeds groote stagnatie in het verkeer is daar toe weer opnieuw vergroot. Waar de sneeuw in de laatste dagen zooveel moge lijk was weggeruimd, staat men thans voor de vraag, of men maar weer opnieuw zal gaan ruimen of dat men thans maar rustig het einde van winter 1940 zal afwachten. Intusschen komen uit het geheele land nog tal van berichten over de groote moeilijkheden, welke deze barre winter medebrengt Wij laten de voornaamste berichten hier vr.lgen OUDE VROUW GING HULP HALEN VOOR HAAR MAN. IN DEN WINTERNACHT VERDWAALD. Man inmiddels gestorven. Een melkrijder trof gistermorgen in de buurtschap Del denerbroek (gem. Delden) ergens op een binnenweg een oude vrouw in totaal verkleumden en vrijwel bewus- teloo2en toestand aan. Hij nam haar mee naar zijn woning en, toen zij eenigiszins in staat wes te spreken, bleek, dat de vrouw, die zeer sLecht van gezicht is, den gehee- len nacht in de bittere koude had rond gedoold om hulp voor haar man te zoeken. Deze, de landbouwer Vorgers, was Woens dagavond laat door een gat in den zolder vloer gevallen. Beide ruim zeventigjarige oudjes wonen alleen in een „loshoes" in een eenzame omgeving. Toen haar man ge vallen was en bewusteloos op een deel was blijven liggen, had zij hem toegedekt en was vervolgens naar buiten gegaan om de hulp van de vrij ver af wonende buren in te roepen. Zij is aan het dolen geraakt en heeft den geheelcn nacht rondgedwaald, schreiend en om hulp roepend* wat echter door niemand werd gehoord. Zoodra de melkrijder wist wat er aan de hand was, werd doktenahulp ingeroepen en de pastoor van Bornerbroek werd even eens gewaarschuwd. Toen dezeen aan de woning van Vorgers kwamen, vond men den ouden boer, die bij zijn val zwaar ge wond was, reeds gestorven. Zijn vrouw be vindt zich ten gevolge van de doorgestane ellende in een deernis wek kenden toestand. DE EERSTE TREIN UIT HOORN NAAR AMSTERDAM INGESNEEUWD. Verkeer op de lijn HoornPurmerend gestremd. lederen dag opnieuw plaatst het winter weer ons voor onaangename verrassingen. Nu eens maakt de gladheid van de wegen :eder verkeer vrijwel onmogelijk, dan weer sneeuwt het zoo hard, dat voertuigen in de opgewaaide sneeuwhoopen blijven steken. De spoorwegen moeten uiteraard alle krachten in het geweer roepen om de on vermijdelijke vertragingen zoo klein mo gelijk te maken. Tot nu toe was men daar in zoo goed mogelijk geslaagd: de treinen kwamen altijd, zij het soms met wat ver traging, op de stations van bestemming aan. De sneeuwval van den afgeloopen nacht en vroegen morgen heeft nieuwe moeilijk heden veroorzaakt. Op sommige plaatsen in het Noorden van ons land is zooveel sneeuw gevallen, dat de eerste treinen de grootste moeite hadden zich een weg door de witte massa te banen. De eerste trein uit Hoorn, die om 6.26 uur via Purmerend en Zaandam naar Amsterdam vertrek, heeft den strijd te gen de sneeuw tusschen Oosthuizen en Middelie moeten staken. De locomotief trok de wagens moeizaam tot vlak voor het station Oosthuizen, doch daar werd de druk van de sneeuw zoo sterk, dat de trein onmogelijk verder kon. De chef van het station Hoorn liet on middellijk een loses locomotief uit Hoorn komen, teneinde den tiein op te duwen. In derdaad slaagde deze manoeuvre aanvan kelijk, doch ongeveer een kilometer ver der kwam de trein tusschen de stations Oost huizen en Middelie opnieuw tot stil stand. De locomotief kon noch voor, noch achteruit en gaf de pogingen om Purme rend te bereiken voorloopig op. Om 6.46 moest deze trein volgens de dienstregeling in Purmerend zijn, doch om 9 uur stonden de wagens nog ergens op de baan, welke geheel voor het verkeer ge stremd is. De stationschef in Zaandam nam dade lijk de noodige maatregelen. Reizigers voor Purmerend werden op de normale wijze vervoerd, doch reizigers voor Hoorn wer den over Alkmaar naar de plaats van be stemming gebracht. Ook het treinverkeer van Hoorn naar de hoofdstad werd over Alkmaar geleid. Uit Hoorn en uit Zaandam vertrokken losse locomotieven en werkploegen tenein de te trachten den trein uit de sneeuw te bevrijden. Ook de reizigers moeten in vei ligheid worden gebracht na hun gevan genschap van enkele uren in het Noord- Hollandsche landschap. Het blokkeeren van de lijn Zaandam Hoorn veroorzaakte groote drzkte op het station Zaandam. CHAUFFEUR IN AUTOBUS OVERNACHT. De correspondent van „Vooruit" meldt uit Oss: Door de gladheid en de opgewaaide sneeuw zijn in oostelijk Noord-Brabant verschillende wegen onbegaanbaar gewor den, waardoor het goederen en personen vervoer op sommige plaatsen volkomen is gestagneerd. Op den wog van Herpen naar Overlangel strandde een autobus-chauffeur van den Maasbuurtspoorweg, die in zijn groote bus een Iroep militairen, die van hun verlof terugkeerden, naar hun standplaats wilde brengen. Nadat de bus met horten en stoo- ten op genoemden provincialen weg was aangeland, geraakte het vehikel in de sneeuwmassa vast. Gezamenlijk trachtte men de bus weer op gang te krijgen, doch alle pogingen leden schipbreuk en de bus bleef zoo vast als een muur in de sneeuw staan. Toen besloten de militairen in ar ren moede de bus te verlaten en hun weg te voet te vervolgen. De chauffeur van de autobus bleef op zijn post. Het gelukte hem niet meer hulp te krij gen, zoodat de man den nacht in de ijs koude autobus moest doorbrengen. Er bleef hem niets anders over dan tot het aanbreken van den dag te wachten en toen gelukte het hem hulp te verkrijgen. Het uitgraven van de bus bleek evenwel een alles behalve gemakkelijk werkje te zijn en het cuurde tot gistermiddag twaalf uur voordat dit euvel verholpen was. AUTO INGESNEEUWD OP HET ÏJSELMEER. De verbinding met Urk kan slechts met moeite in stand gehouden worden. De weg over het ijs naar Kampen ls onbegaanbaar. Reeds Woensdag zijn alle op Urk vertoe vende Kaïnper handelsreizigers en zakeniui via de Lemmer vertrokken. De vrachtrijder, die den dienst Kampen- Urk met paard en slede onderhoudt, is Woensdagavond blijven steken en gister morgen pas vertrokken om te trachten Kampen te bereiken. Onderweg passeerde hij een ingesneeuwde personenauto. De in zittenden waren verkleumd van de koude en zagen geen kans om weg te komen, aan gezien de motor weigerde. Met hulp van het paard is de auto naar huis gebracht. NOODTOESTANDEN IN ZUID-OOST DRENTHE. Men meldt uit Emmen aan de „N. R. Crt.": De strenge winter heeft in deze omge ving ernstige gevolgen. Was in het begin van de koude periode vooral wegens ge brek aan voldoende warme kleeding het schoolverzuim reeds groot, nu er de onbe gaanbaarheid van de wegen als gevolg van de sneeuwjacht is bijgekomen, zijn ver scheidene scholen gesloten. Zoo meldden zich gisterochtend op de openbare school 2 te Lmmen zco weinig leerlingen, dat men hen naar huis zond. Op de openbare lagere school te Borger kwamen van de 120 slechts drie leerlingen ter school, zoodat ook deze school werd gesloten. Te Erica moest men het onderwijs op een van de lagere schelen stopzetten, omdat de brand- stoffenvoorraad was uitgeput en nieuwe aanvoer niet mogelijk bleek. De inspecteur van het l.o. in de inspec tie Emmen schatte gisteren het totale per centage, dat nog de scholen gezoekt op om streeks 30. Var. de landbouwhuishoudschool en de ambachtsschool te Emmen, die hun leerlin gen voor het grootste deel uit de omliggen de plaatsen betrekken, komt ook niet meer dan ten hoogste een derde ter school. Een ander gevolg van de koude is het nijpende gebrek aan drinkwater, vcoral m de veenkoloniën, als gevolg van het ont breken van waterleiding en onvoldoende diepte van de welputten, die, nu het zoo lang niet geregend heeft, voor het grootste deel leeg of bevroren zijn. Aanvoer van water van elders is als gevolg van de stren ge vorst bijna onmogelijk geworden. Toch zijn er plaatsen als Klazinaveea enz. za kenmensehen, die greote hoeveelheden wa ter noodig hebben, die dit van Emmen over afstanden van 10 tot 15 K.M. moeten laten aanvoeren. Voor de arbeidersbevolking is het ver der een ernstige tegenslag, dat de aard- oppelvoorraden in de lichtst gebouwde wo ningen bevroren zijn. De nood in deze ge meente met ongeveer 4000 werklooze ge zinshoofden neemt dan ook door de aan houdende koude van dag tot dag toe. FRIESLAND LIJKT OP EEN POOL LANDSCHAP. Uit Friesland wordt aan de „N. R. Crt" gemeld: Met eenige overdrijving zou men het platteland in het Noorden een Poolland schap kunnen noemen. Iedereen klaagt, want de wegen zijn on begaanbaar geworden. De dorpen liggen in gesneeuwd en op veel plaatsen beleeft men het sedert menschenheugenis niet voorge komen feit, dat de communicatie met na burige dorpen slechts per telefoon moge lijk is. Dorpen in het Frlesche als Eerne- woude, Makkum en Langweer enz. liggen volkomen geïsoleerd. Het laat zich denken, welk grcot ongerief het gevolg van zoo een toestand is. Voor goneesheeren, die verscheidene dorpen bedienen, zijn de moeilijkheden vele. Het tram- en busverkeer in het Noorden des lands is cfoor ernstige stagnatie getrof fen, ja zelfs gedeeltelijk stilgelegd, tenge volge waarvan talloozer. worden gedu peerd. Het vereenigingsleven krimpt meer en meer in. Vergaderingen kunnen moeilijk meer gehouden wordèn. D«»ch het is nog alles niets vergeleken bij eilanden als Ameland en Schiermonnikoog. Vooral op Ameland ontwikkelen de dingen zich voort tot op een plan, waarop ernstige bezorgdheid thuishoort. Te Hollum is de voorraaad van de kolenhandelaren uitge put. Te Nes is de toestand al niet beter. Blijft de communicatie met den wal nog enkele dagen verbroken en wordt op an dere wijze evenmin in de behoeften voor zien, dan zal er op Ameland spoedig ge brek zijn aan kolen en aan een artikel als kippevoer, om van groenten maar niet te spreken. Het hoenderpark Hofker, dat 50U kippen te verzorgen heeft, ziet met vreeze den dag aankomen, dat de laatste voor raad voer is uitgeput. Hoewel de wegen tusschen de dorpen met sneeuwploegen berijdbaar worden ge houden, blijft het verkeer toch nog zeer mceilijk De dokter van Nes bezoekt per arreslee de zieken, doch ook dit is hem haast niet meer doenlijk. Het is bitter koud op Ameland; het vroor den geheelen dag 12 gr. C. en gisteravond zonk het kwik tot 14 gr., terwijl er een stormachtige wind uit het Zuid-Oosten woei. Van Terschelling vernamen wij gister avond, dat zich ook daar telkens sneeuw- duinen op de wegen vormen, doch dat het busverkeer nog mogelijk is. Ock de postboot op Harlingen volbracht gisteren' nog de reis, hoe moeilijk en lang durig zij ook was. Het zijn barre tijden voor het mensch- dom. En de dieren? Gisteren zagen we hier en daar een kudde schapen naar de schuur drijven. Maar de vogels laten zich niet drij ven. Hun staat is eenvoudig droevig om aan te zien. DE ZWARE SNEEUW MAAKT DE WEGEN IN BRABANT BETER BERIJDBAAR. Uit Breda wordt ons gemeld: Naar wy hedianmorgen vernamen, zijn de wegen- door den dichten sneeuwval, welke ze min der glad heeft gemaakt, beter tc 'berijden dan gisteren. De A.T.O.-bussen zijn van-morgen weer normaal vertrokken en de chauffeurs heb ben hun wagens vrij goed op tijd binnen gebracht. Gisteravond lieert de A.T.O. het -gewone vervoer van van verlof lerugkeerende mi litairen niet kunnen verwerken. Dezen he-bben dan ook den nacht in. Breda moe ter doorbrengen en zijn vanmorgen naai' h/un kantonnementen vertrokken. Ook de berichten, welke in den vroe gen ochtend bij de B.B.A. binnenkwamen, zijm, zijn van gelijken aard-. Er is beter te rijden dan gisteren. Alleen de wegen in de buiurt van Steenbergen en d-e lijn- Til- burg-Dongen zijn nog niet vrij. Daarente gen is de verbindin-g Oosterhout-Made, die verbrokein moest w-orden, door sneeuw ruim ing weer mogelijk. Wanneer het verkeer de sneeuwlaag heeft vastgereden, vreest men echter, dal nog grootere moeilijkheden te verwachten zijn. Het particuliere autoverkeer zal ook vandaag op tal van wegen in West-Bra bant onmogelijk zijn. KOUDE TEISTERT DEN WILDSTAND. Vossen tot in de buitenwijken van Arnhem. De koude van de laatste weken jaagt de schuwe vossen uit de Geldersche bosschen naar de bewoonde wereld, waar zij trach ten nog iets eetbaars te vinden. De kippen hokken der boerenhofsteden Loopen thans meer gevaar dan in het warme jaargetij de. Zelfs in de buitenwijken van Arnhem hieeft men eenige malen een vos over den weg zien loopen. De roofdieren hebben het slecht in de zen strengen winter, maar dit komt al leen omdat ook de andere dieren, die ihet roofdier tot voedsel moeten strekken, van de koude te lüden hebben en zich niet la ten zien. De muizen blijven in hun holen, bij hun wintervoorraad. Het eekhoorntje blijft in zijn nest botfen in den boom. waar hij ook wat voorraad heeft opgeslagen. Ook de meeste andere dieren laten zich slechts zelden zien. De hazen en konijnen hebben het in de zen tijd wel bijzonder zwaar te verduren. Er is in dezen tyd van het jaar toch al min dier voedsel voor deze dieren dan in de zo mer, maar bovendien ligt zoo goed als al- Les onder de vaak bevroren sneeuw bedol ven. Honderden, misschien wel duizenden konijnen zy-n in ons land de laatste weken omgekomen van honger en kou. Op de Ve- luw-e zijn ze bij vele tienntallen dood in het bosch gevonden, maar ook elders heeft m-en vele doodc dieren opgeraapt. En dan moet men bedenken', dat verreweg de moeste wel in hun holen gestorven zullen zijn. Vreemde roofvogels. De koude heeft tal van roofvogels, dóe zich anders in noordelijker streken ophou den, naar ons land gedreven. Op de Velu- we worden dit jaar bijzonder veel ruig- pootibuizerden waargenomen, vogels, dik ten vlucht van meer dan een meter héb ben. Op het landgoed „De Hooge Veluwe" werd de laatste jaren iedere winter een zeearend gezien. Thans vertoeven echter drie zeearenden in en boven de bosschen van het landgoed. Zeearenden, die tot die- grootste roofvogels der wereld behooren. hebben een vlucht van ongeveer tv en een halve meter.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 9