Auto slipte op onbe-
waakten overweg
NEDERLAND IN DEN GREEP VAN
KONING WINTER
Goederentrein nabij
Utrecht ontspoord
V
VRIJDAG 2 FEBRUARI 1940
DE LE'DSCHE COURANT
DERDE BIAD - PAO. 9
GEMENGDE BERICHTEN
-Auto's tijdens ijs-
regens
Eenlge wenken van de
K N.A.C.
Electrische trein reed er op
en ontspoorde
Storing tussctien's Hertogen
bosch en Boxtel
Eenige minuten voor zes passeerde gis
teravond dr. van Spaendonck uit Vught
friet zijn auto den onbewaakten overweg
in de spoorlijn Boxtel's-Hertogenbosch
ter hoogte van het gehucht Baarsen.
Midden op den overweg slipte de auto,
waardoor zy tusschen de rails terecht
kwam. Dr. van Spaendonck verliet den wa
gen en zag in de verte de lichte van den
uit Eindhoven naderenden voortrein van
trein 658. Hij liep den trein nog tegemoet
ten einde de aandacht van den wagenbe
stuurder te trekken, doch te vergeefs. Met
volle vaart ramde de trein de auto, sleur
de haar mee en wierp haar ten slotte, ge
heel vernield, op het andere spoor. Door
den schok geraakte het eerste rijtuig met
de wielen van de voorste as buiten de rails.
Eenige honderden meters verder kwam
de trein tot stilstand.
De uit 's Hertogenbosch komende electri
sche trein zag zijn weg versperd door het
v/rak van de auto. De reizigers van den ont
spoorden trein stapten in deze trein over en
deze reeds daarop naar de Brabantsche
hoofdstad terug, waar zij om kwart voor
zeven aankwam. Met Boxtel werd het ver
keer daarna via Tilburg met extra-mate
riaal onderhouden, totdat omstreeks kwart
voor acht het spoor, waarop de auto lag,
vrij was gemaakt en tusschen Boxtel en
's-Hertogenbosch de electrische treinen
over enkele spoor den dienst konden on
derhouden.
Trein 658 van Eindhoven naar Amster
dam viel uit.
Uit 's-Hertogenbosch is een locomotief
met kraan wagen naar den ontspoorden
trein vertrokken om deze in het spoor te
brengen.
Het hulpwerk slaagde zoo voorspoedig,
dat om 21.45 het verkeer over beide spo
ren kon wo'rdien hervat!
Treinverkeer in de richting
Amersioort en Hilversum
ondervindt belang
rijke stagnatie
Omstreeks kwart voor drie in den afge-
loopen nacht is een gedeelte van een goe
derentrein, welke op weg was van Amers
foort naar Utrecht, ter hoogte van de vroe
gere halteplaats Blauwkapel bij den over
weg aan den Hilversumschen straatweg
ontspoord.
De trein passeerde met een snelheid van
ongeveer vijftig K.M, per uur genoemden
overweg, toen de tiende wagen van den
uit ongeveer 40 wagons bestaanden goede
rentrein ontspoorde, waardoor deze geheel
buiten het treinverba'nd kwam te staan en
over een grooten afstand werd meege
sleurd, daarbij als het ware zwevende bo
ven de aan de linkerijde van dezen trein
liggende spoorrails.
Over een grooten afstand werden de be
dieningsdraden vernield van de wissels en
seinen, welke van de wachtpost Blauwka
pel-West uit worden bediend. Van den
ontspoorden wagon werd het onderstel ge
heel afgerukt, hetgeen op enkele meters af
stand van het wachtershuisje, gelegen aan
den Hilversumschen straatweg, werd te
ruggevonden. Behalve deze wagon, waar
van natuurlijk niet veel meer gaaf is ge
bleven, ontspoorden nog enkele wagons.
Deze bleven evenwel in het treinverband,
zoodat geen noemenswaardige grootere
schade werd aangericht.
Beide spoorbanen versperd.
Deze ontsporing heeft gelukkig geen per
soonlijke ongelukken ten gevolge gehad.
De treingeleider, die zich in den achterstel,
wagen bevond, voelde een hevigen schok
als gevolg van het in werking treden van
het automatische remsysteem.
Voorzoover wij in de duisternis van de
zen kouden nacht hebben kunnen zien,
zijn beide sporen dusdanig versperd, dat
het treinverkeer ter plaatse voor een groot
gedeelte van dezen dag volkomen gestag
neerd zal zijn, hetgeen zeggen wil, dat de
treinen in het op- en afgaande treinver
keer in de richting Amersfoort en Hilver
sum niet langs de plaats van het déraille
ment konden passeeren.
Een geweldige slag.
De ontsporing is gepaard gegaan met een
geweldige slag. „Het was", zoo deelde de
in de nabijheid wonende aanslyitingswacb-
ter J. Vermeulen ons mede, „alsof een bom
inslag p'aats vond. Ik had geen dienst en
lag te bed, toen ik den geweldigen slag
Met het oog op den abnormalen
weerstoestand, welke de even zeld
zame als verraderlijke combinatie
van regen en vorst vertoont, heeft
de K. N. A. C. de volgende nuttige
wenken voor den automobilist sa
mengesteld:
1. Een bevoren ruit maakt men
schoon met een mengsel van gly
cerine en zout. daarna late men een
laagje van dit mengsel achter,
waardoor bevriezen wordt tegenge
gaan.
2. Zoolang de wagen stilstaat,
beschermt men de voorruit door
kranten, welke onder de ruitenwis-
schers kunnen worden vastgezet,
het is ook mogelijk een plaid over
de ruit te hangen.
3. In noodgevallen d.w.z. als
men niet over een voorruitwarmer
beschikt kan men gebruik ma
ken van eenige brandende kaarsen,
welke op de bovenlijst van het in
strumentenbord worden geplaatst.
Dit hulpmiddel is uiteraard des
avonds uitgesloten.
4. Bij het keeren of op andere
wijze manoeuvreeren op besneeuw
de wegen zorge men er voor de
drijf wielen steeds op het midden te
houden, en uitsluitend de andere
wielen in de besneeuwde bermen te
steken.
5. Wanneer de drijfwielen be
ginnen te slippen is het zaak niet
veel gas te geven, waardoor de
wielen gaan doorrazen, doch voor
zichtig te probeeren den wagen te
laten wegtrekken met matig motor
toerental en zoo noodig afwisselend
de eerste versnelling en de achter
uit te gebruiken.
Eventueel kan een plaid, vloer
mat of iets dergelijks voor de wie
len goede diensten bewijzen.
6. Houdt rekening met de moei
lijkheden, waarmede ook andere
weggebruikers te kampen hebben.
hoorde. Terstond ben ik opgestaan, heb
vlug wat kleeren aangeschoten en ben gaan
kijken wat er gaande was. Mijn collega, die
nachtdienst had, den aansluitingswachter
A. Helsdinger, trof ik gelukkig in blaken-
den welstand, doch eveneens hevig ge
schrokken in de wachtpost aan. Hij is in
derdaad door het oog van een naald ge
kropen. De ontsporing moet immers op en
kele -meters afstand van het wachtershuis
je zijn geschied, want de assen en wielen
van den totaal vernielden wagon liggen op
nauwelijks vier meter afstand van het huis
je, waarin Helsdinger zich bevond. De wa
gen is toen rakelings langs het huisje ge
sleurd, zonder hier evenwel schade aan te
richten. Ook de spoorboomen bij den over-
w.-g aan den Hilversumschenstraatweg zijn
er goed afgekomen, doch een tiental meters
verder zijn de bedieningsdraden van de sei
nen en wissels, welke toch verder van de
spoorrails afliggen, volkomen vernield".
Helsdinger zelf verklaarde, dat hij plot
seling een donderend geraas hoorde en een
sneeuwhoos voorbij de glazen ruiten van
het wachtershuisje zag komen. Nog nooit
had hij in de dertien jaren, welke hij op
dezen post dienst doet, zoo iets meege
maakt. Daar het ongeluk zich in de nabij
heid van het dicht bewoonde tuindorp
(Maartensdijk), grenzend aan Utrecht, af
speelde, zullen ongetwijfeld vele bewoners
den zwaren slag hebben gehoord. De be
langstelling was evenwel in den nacht niet
groot, vooral daar de duisternis het zicht
op de spoorbaan belemmerde en de koude
een lang verblijf in de buitenlucht vrijwel
onmogelijk maakte.
De oorzaak.
Omtrent de oorzaak van deze ontsporing
kan neg niets worden medegedeeld. Ir.
Goedhart zeide ons in den afgeloopen
nacht, dat hij na het voorloopige onderzoek
nog geen enkele conclusie had kunnen
trekken. Aanvankelijk reeds het vermoe
den, dat het wisselcomplex, dat nabij het
wachtershuisje Blauwkapel-West ligt, waar
de lijn naar Hilversum uitkomt op de lijn
naar Amersfoort, de ontsporing had ver
oorzaakt, doch aan de rails ter plaatse was
daarvan geen enkele spoor te vinden. Mo
gelijk zal het onderzoek bij daglicht op
heldering omtrent de oorzaak van deze
ontsporing kunnen geven.
In ieder geval zal deze ontsporing tot
gevolg hebben, dat het treinverkeer, reeds
zoo zwaar gehandicapt door de huidige
slechte weersomstandigheden, met nog
grootere moeilijkheden te kampen zal heb
ben, zoolang de beide spoorbanen niet ge
heel vrij zijn. Van het stationspersoneel,
onder leiding van den heer Admiraal, zal
vandaag wederom een bijzondere prestatie
worden gevergd om de onvermijdelijke be
langrijke vertragingen zoo klein mogelijk
te doen zijn.
Nader wordt gemeld, dat de opruimings
werkzaamheden vlugger verloopen dan
men oorspronkelijk had verwacht.
Reeds om kwart voor negen gelukte het,
het opgaande spoor naar Amersfoort vrij
te maken.
Leest met aandacht
de advertenties
'u Uw Dagblad!
NIEUWE SNEEUWVAL BRENGT
NIEUWE STAGNATIE.
Nadat het tot middernacht zeer koud was
geweest i§ er in den nanacht een nieuw
flink pak sneeuw gevallen. De toch reeds
groote stagnatie in het verkeer is daar
toe weer opnieuw vergroot. Waar de
sneeuw in de laatste dagen zooveel moge
lijk was weggeruimd, staat men thans voor
de vraag, of men maar weer opnieuw zal
gaan ruimen of dat men thans maar rustig
het einde van winter 1940 zal afwachten.
Intusschen komen uit het geheele land
nog tal van berichten over de groote
moeilijkheden, welke deze barre winter
medebrengt
Wij laten de voornaamste berichten hier
vr.lgen
OUDE VROUW GING HULP HALEN
VOOR HAAR MAN.
IN DEN WINTERNACHT VERDWAALD.
Man inmiddels gestorven.
Een melkrijder trof gistermorgen in de
buurtschap Del denerbroek (gem. Delden)
ergens op een binnenweg een oude vrouw
in totaal verkleumden en vrijwel bewus-
teloo2en toestand aan. Hij nam haar mee
naar zijn woning en, toen zij eenigiszins in
staat wes te spreken, bleek, dat de vrouw,
die zeer sLecht van gezicht is, den gehee-
len nacht in de bittere koude had rond
gedoold om hulp voor haar man te zoeken.
Deze, de landbouwer Vorgers, was Woens
dagavond laat door een gat in den zolder
vloer gevallen. Beide ruim zeventigjarige
oudjes wonen alleen in een „loshoes" in
een eenzame omgeving. Toen haar man ge
vallen was en bewusteloos op een deel
was blijven liggen, had zij hem toegedekt
en was vervolgens naar buiten gegaan om
de hulp van de vrij ver af wonende buren
in te roepen. Zij is aan het dolen geraakt
en heeft den geheelcn nacht rondgedwaald,
schreiend en om hulp roepend* wat echter
door niemand werd gehoord.
Zoodra de melkrijder wist wat er aan de
hand was, werd doktenahulp ingeroepen
en de pastoor van Bornerbroek werd even
eens gewaarschuwd. Toen dezeen aan de
woning van Vorgers kwamen, vond men
den ouden boer, die bij zijn val zwaar ge
wond was, reeds gestorven. Zijn vrouw be
vindt zich ten gevolge van de doorgestane
ellende in een deernis wek kenden toestand.
DE EERSTE TREIN UIT HOORN NAAR
AMSTERDAM INGESNEEUWD.
Verkeer op de lijn HoornPurmerend
gestremd.
lederen dag opnieuw plaatst het winter
weer ons voor onaangename verrassingen.
Nu eens maakt de gladheid van de wegen
:eder verkeer vrijwel onmogelijk, dan weer
sneeuwt het zoo hard, dat voertuigen in de
opgewaaide sneeuwhoopen blijven steken.
De spoorwegen moeten uiteraard alle
krachten in het geweer roepen om de on
vermijdelijke vertragingen zoo klein mo
gelijk te maken. Tot nu toe was men daar
in zoo goed mogelijk geslaagd: de treinen
kwamen altijd, zij het soms met wat ver
traging, op de stations van bestemming
aan.
De sneeuwval van den afgeloopen nacht
en vroegen morgen heeft nieuwe moeilijk
heden veroorzaakt. Op sommige plaatsen
in het Noorden van ons land is zooveel
sneeuw gevallen, dat de eerste treinen de
grootste moeite hadden zich een weg door
de witte massa te banen.
De eerste trein uit Hoorn, die om 6.26
uur via Purmerend en Zaandam naar
Amsterdam vertrek, heeft den strijd te
gen de sneeuw tusschen Oosthuizen en
Middelie moeten staken. De locomotief
trok de wagens moeizaam tot vlak voor
het station Oosthuizen, doch daar werd
de druk van de sneeuw zoo sterk, dat de
trein onmogelijk verder kon.
De chef van het station Hoorn liet on
middellijk een loses locomotief uit Hoorn
komen, teneinde den tiein op te duwen. In
derdaad slaagde deze manoeuvre aanvan
kelijk, doch ongeveer een kilometer ver
der kwam de trein tusschen de stations
Oost huizen en Middelie opnieuw tot stil
stand. De locomotief kon noch voor, noch
achteruit en gaf de pogingen om Purme
rend te bereiken voorloopig op.
Om 6.46 moest deze trein volgens de
dienstregeling in Purmerend zijn, doch om
9 uur stonden de wagens nog ergens op de
baan, welke geheel voor het verkeer ge
stremd is.
De stationschef in Zaandam nam dade
lijk de noodige maatregelen. Reizigers voor
Purmerend werden op de normale wijze
vervoerd, doch reizigers voor Hoorn wer
den over Alkmaar naar de plaats van be
stemming gebracht. Ook het treinverkeer
van Hoorn naar de hoofdstad werd over
Alkmaar geleid.
Uit Hoorn en uit Zaandam vertrokken
losse locomotieven en werkploegen tenein
de te trachten den trein uit de sneeuw te
bevrijden. Ook de reizigers moeten in vei
ligheid worden gebracht na hun gevan
genschap van enkele uren in het Noord-
Hollandsche landschap.
Het blokkeeren van de lijn Zaandam
Hoorn veroorzaakte groote drzkte op het
station Zaandam.
CHAUFFEUR IN AUTOBUS
OVERNACHT.
De correspondent van „Vooruit" meldt
uit Oss:
Door de gladheid en de opgewaaide
sneeuw zijn in oostelijk Noord-Brabant
verschillende wegen onbegaanbaar gewor
den, waardoor het goederen en personen
vervoer op sommige plaatsen volkomen is
gestagneerd.
Op den wog van Herpen naar Overlangel
strandde een autobus-chauffeur van den
Maasbuurtspoorweg, die in zijn groote bus
een Iroep militairen, die van hun verlof
terugkeerden, naar hun standplaats wilde
brengen. Nadat de bus met horten en stoo-
ten op genoemden provincialen weg was
aangeland, geraakte het vehikel in de
sneeuwmassa vast. Gezamenlijk trachtte
men de bus weer op gang te krijgen, doch
alle pogingen leden schipbreuk en de bus
bleef zoo vast als een muur in de sneeuw
staan. Toen besloten de militairen in ar
ren moede de bus te verlaten en hun weg
te voet te vervolgen.
De chauffeur van de autobus bleef op
zijn post.
Het gelukte hem niet meer hulp te krij
gen, zoodat de man den nacht in de ijs
koude autobus moest doorbrengen. Er
bleef hem niets anders over dan tot het
aanbreken van den dag te wachten en toen
gelukte het hem hulp te verkrijgen. Het
uitgraven van de bus bleek evenwel een
alles behalve gemakkelijk werkje te zijn
en het cuurde tot gistermiddag twaalf uur
voordat dit euvel verholpen was.
AUTO INGESNEEUWD OP HET
ÏJSELMEER.
De verbinding met Urk kan slechts met
moeite in stand gehouden worden. De weg
over het ijs naar Kampen ls onbegaanbaar.
Reeds Woensdag zijn alle op Urk vertoe
vende Kaïnper handelsreizigers en zakeniui
via de Lemmer vertrokken.
De vrachtrijder, die den dienst Kampen-
Urk met paard en slede onderhoudt, is
Woensdagavond blijven steken en gister
morgen pas vertrokken om te trachten
Kampen te bereiken. Onderweg passeerde
hij een ingesneeuwde personenauto. De in
zittenden waren verkleumd van de koude
en zagen geen kans om weg te komen, aan
gezien de motor weigerde. Met hulp van
het paard is de auto naar huis gebracht.
NOODTOESTANDEN IN ZUID-OOST
DRENTHE.
Men meldt uit Emmen aan de „N. R.
Crt.":
De strenge winter heeft in deze omge
ving ernstige gevolgen. Was in het begin
van de koude periode vooral wegens ge
brek aan voldoende warme kleeding het
schoolverzuim reeds groot, nu er de onbe
gaanbaarheid van de wegen als gevolg van
de sneeuwjacht is bijgekomen, zijn ver
scheidene scholen gesloten. Zoo meldden
zich gisterochtend op de openbare school
2 te Lmmen zco weinig leerlingen, dat men
hen naar huis zond. Op de openbare lagere
school te Borger kwamen van de 120
slechts drie leerlingen ter school, zoodat
ook deze school werd gesloten. Te Erica
moest men het onderwijs op een van de
lagere schelen stopzetten, omdat de brand-
stoffenvoorraad was uitgeput en nieuwe
aanvoer niet mogelijk bleek.
De inspecteur van het l.o. in de inspec
tie Emmen schatte gisteren het totale per
centage, dat nog de scholen gezoekt op om
streeks 30.
Var. de landbouwhuishoudschool en de
ambachtsschool te Emmen, die hun leerlin
gen voor het grootste deel uit de omliggen
de plaatsen betrekken, komt ook niet meer
dan ten hoogste een derde ter school.
Een ander gevolg van de koude is het
nijpende gebrek aan drinkwater, vcoral m
de veenkoloniën, als gevolg van het ont
breken van waterleiding en onvoldoende
diepte van de welputten, die, nu het zoo
lang niet geregend heeft, voor het grootste
deel leeg of bevroren zijn. Aanvoer van
water van elders is als gevolg van de stren
ge vorst bijna onmogelijk geworden. Toch
zijn er plaatsen als Klazinaveea enz. za
kenmensehen, die greote hoeveelheden wa
ter noodig hebben, die dit van Emmen over
afstanden van 10 tot 15 K.M. moeten laten
aanvoeren.
Voor de arbeidersbevolking is het ver
der een ernstige tegenslag, dat de aard-
oppelvoorraden in de lichtst gebouwde wo
ningen bevroren zijn. De nood in deze ge
meente met ongeveer 4000 werklooze ge
zinshoofden neemt dan ook door de aan
houdende koude van dag tot dag toe.
FRIESLAND LIJKT OP EEN POOL
LANDSCHAP.
Uit Friesland wordt aan de „N. R. Crt"
gemeld:
Met eenige overdrijving zou men het
platteland in het Noorden een Poolland
schap kunnen noemen.
Iedereen klaagt, want de wegen zijn on
begaanbaar geworden. De dorpen liggen in
gesneeuwd en op veel plaatsen beleeft men
het sedert menschenheugenis niet voorge
komen feit, dat de communicatie met na
burige dorpen slechts per telefoon moge
lijk is. Dorpen in het Frlesche als Eerne-
woude, Makkum en Langweer enz. liggen
volkomen geïsoleerd. Het laat zich denken,
welk grcot ongerief het gevolg van zoo
een toestand is. Voor goneesheeren, die
verscheidene dorpen bedienen, zijn de
moeilijkheden vele.
Het tram- en busverkeer in het Noorden
des lands is cfoor ernstige stagnatie getrof
fen, ja zelfs gedeeltelijk stilgelegd, tenge
volge waarvan talloozer. worden gedu
peerd. Het vereenigingsleven krimpt meer
en meer in. Vergaderingen kunnen moeilijk
meer gehouden wordèn.
D«»ch het is nog alles niets vergeleken bij
eilanden als Ameland en Schiermonnikoog.
Vooral op Ameland ontwikkelen de dingen
zich voort tot op een plan, waarop ernstige
bezorgdheid thuishoort. Te Hollum is de
voorraaad van de kolenhandelaren uitge
put. Te Nes is de toestand al niet beter.
Blijft de communicatie met den wal nog
enkele dagen verbroken en wordt op an
dere wijze evenmin in de behoeften voor
zien, dan zal er op Ameland spoedig ge
brek zijn aan kolen en aan een artikel als
kippevoer, om van groenten maar niet te
spreken. Het hoenderpark Hofker, dat 50U
kippen te verzorgen heeft, ziet met vreeze
den dag aankomen, dat de laatste voor
raad voer is uitgeput.
Hoewel de wegen tusschen de dorpen
met sneeuwploegen berijdbaar worden ge
houden, blijft het verkeer toch nog zeer
mceilijk De dokter van Nes bezoekt per
arreslee de zieken, doch ook dit is hem
haast niet meer doenlijk.
Het is bitter koud op Ameland; het vroor
den geheelen dag 12 gr. C. en gisteravond
zonk het kwik tot 14 gr., terwijl er een
stormachtige wind uit het Zuid-Oosten
woei.
Van Terschelling vernamen wij gister
avond, dat zich ook daar telkens sneeuw-
duinen op de wegen vormen, doch dat het
busverkeer nog mogelijk is.
Ock de postboot op Harlingen volbracht
gisteren' nog de reis, hoe moeilijk en lang
durig zij ook was.
Het zijn barre tijden voor het mensch-
dom. En de dieren? Gisteren zagen we hier
en daar een kudde schapen naar de schuur
drijven. Maar de vogels laten zich niet drij
ven. Hun staat is eenvoudig droevig om
aan te zien.
DE ZWARE SNEEUW MAAKT DE
WEGEN IN BRABANT BETER
BERIJDBAAR.
Uit Breda wordt ons gemeld: Naar wy
hedianmorgen vernamen, zijn de wegen-
door den dichten sneeuwval, welke ze min
der glad heeft gemaakt, beter tc 'berijden
dan gisteren.
De A.T.O.-bussen zijn van-morgen weer
normaal vertrokken en de chauffeurs heb
ben hun wagens vrij goed op tijd binnen
gebracht.
Gisteravond lieert de A.T.O. het -gewone
vervoer van van verlof lerugkeerende mi
litairen niet kunnen verwerken. Dezen
he-bben dan ook den nacht in. Breda moe
ter doorbrengen en zijn vanmorgen naai'
h/un kantonnementen vertrokken.
Ook de berichten, welke in den vroe
gen ochtend bij de B.B.A. binnenkwamen,
zijm, zijn van gelijken aard-. Er is beter te
rijden dan gisteren. Alleen de wegen in
de buiurt van Steenbergen en d-e lijn- Til-
burg-Dongen zijn nog niet vrij. Daarente
gen is de verbindin-g Oosterhout-Made, die
verbrokein moest w-orden, door sneeuw
ruim ing weer mogelijk.
Wanneer het verkeer de sneeuwlaag
heeft vastgereden, vreest men echter, dal
nog grootere moeilijkheden te verwachten
zijn. Het particuliere autoverkeer zal ook
vandaag op tal van wegen in West-Bra
bant onmogelijk zijn.
KOUDE TEISTERT DEN WILDSTAND.
Vossen tot in de buitenwijken van Arnhem.
De koude van de laatste weken jaagt de
schuwe vossen uit de Geldersche bosschen
naar de bewoonde wereld, waar zij trach
ten nog iets eetbaars te vinden. De kippen
hokken der boerenhofsteden Loopen thans
meer gevaar dan in het warme jaargetij
de. Zelfs in de buitenwijken van Arnhem
hieeft men eenige malen een vos over den
weg zien loopen.
De roofdieren hebben het slecht in de
zen strengen winter, maar dit komt al
leen omdat ook de andere dieren, die ihet
roofdier tot voedsel moeten strekken, van
de koude te lüden hebben en zich niet la
ten zien. De muizen blijven in hun holen,
bij hun wintervoorraad. Het eekhoorntje
blijft in zijn nest botfen in den boom. waar
hij ook wat voorraad heeft opgeslagen.
Ook de meeste andere dieren laten zich
slechts zelden zien.
De hazen en konijnen hebben het in de
zen tijd wel bijzonder zwaar te verduren.
Er is in dezen tyd van het jaar toch al min
dier voedsel voor deze dieren dan in de zo
mer, maar bovendien ligt zoo goed als al-
Les onder de vaak bevroren sneeuw bedol
ven. Honderden, misschien wel duizenden
konijnen zy-n in ons land de laatste weken
omgekomen van honger en kou. Op de Ve-
luw-e zijn ze bij vele tienntallen dood in het
bosch gevonden, maar ook elders heeft
m-en vele doodc dieren opgeraapt. En dan
moet men bedenken', dat verreweg de
moeste wel in hun holen gestorven zullen
zijn.
Vreemde roofvogels.
De koude heeft tal van roofvogels, dóe
zich anders in noordelijker streken ophou
den, naar ons land gedreven. Op de Velu-
we worden dit jaar bijzonder veel ruig-
pootibuizerden waargenomen, vogels, dik
ten vlucht van meer dan een meter héb
ben. Op het landgoed „De Hooge Veluwe"
werd de laatste jaren iedere winter een
zeearend gezien. Thans vertoeven echter
drie zeearenden in en boven de bosschen
van het landgoed. Zeearenden, die tot die-
grootste roofvogels der wereld behooren.
hebben een vlucht van ongeveer tv en
een halve meter.