Pluimpje Correspondentie Voor ik eenige brieven begin te beant woorden. wil ik eerst de vele neefjes en nichtjes die me bij de nieuwsjaarswissellng hun wenschen deden toekomen in den vorm van kaart, brief of vers, hartelijk dank seggen. Uit alles blijkt, hoe u allen met mij mee leeft en meewerkt, om ons Hoekje te ma ken tot wat het is: „een mooi stuk van onze mooie Leidsche Courant", zooals een mij ner trouwe lezeresjes schreef. Oom WIM. Gerard Keizer, Zutfen. Neen, neen, ik heb alles ontvangen. Ook van Antje en ook van de kleine Japie, maar we moeten nog even geduld hebben. Alles wordt geplaatst Ik ben nog niet aan de bij dragen geweest De vorige week kwamen vast een paar versjes. We moeten woeke ren met de ons toebedeelde plaats. Af en toe, zooals je ziet, komt er- alleen de ver- jaringslijst. Niets aan te doen. Carnaval van Gerard is bijzonder mooi maar voor ons Hoekje niet geschikt. Dag Gerard! Dag Antje! Dag Japie! Dank voor de bijdragen. Greet Krol, Leiden. Ja het versje Van Sint Nicolaas, alsmede van Kerstmis heb ik ontvangen en beide netjes opgebor gen voor 't volgend jaar. De stapel bijdra gen was te groot: ik heb er een keur uit moeten doen en die nakwamen direct opzij gelegd tot later. Nu zijn de feestdagen weer achter den rug en is hetleeren, leeren, leeren. Het boek was mooi hoor ik! Dat wist ik wel. Dag Greet. De hand voor jou en veel groeten aan de heele familie. Rietje de Groot, Sassenheim. Het doet me plezier Annie te kennen. Je weet: les amies de mes amies spnt mes amies! Ik vind het leuk, dat je ons Hoekje zoo mooi vindt en nu zelf ook gaat probeeren iets te maken. Doe dat! EnDe rest weet je weL Dag Rietje. Ik wacht dat lange ver haal af. Het sprookje van de „Distels" wordt geplaatst. Agie Overdevest, Z'woude. Het opstelletje was voor jou doen Agie heel goed, maar er is zoo'n stapel voor, dat ik jouw bijdrage nog moet laten liggen, tot we eens wat door de vroeger ingezonden copy heen zijn. Ook schaatsen gereden en veel plezier gehad in de vacantie? Groet alle huisgenooten van me en ook Zuster Dionysia. Rie van Veen, Leidschendam. Dank voor dit briefje. Ik heb alles verbe terd. Ik hoop, dat het nu in orde is. De verjaardagen zijn ook ingeboekt. Dag Rie! Groet vader en moeder van me en Bas en Miep niet vergeten. Willy v. d. Ploeg, Noordwijker- hout. Ben je weer heelemaal hersteld? Al is zoo'n keelontsteking niet gevaarlijk, toch moet je voorzichtig zijn en de mond dicht houden als je buiten loopt. Ja, het boek is ook mooi. Trouwens alle prijzen waren schitterend. De verjaardagen zijn ingeboekt. Dag Willy! Groet alle huisge nooten van mei Thea Wagenaar, Wassenaar. Ja, dat is nu eens een echt boek om samen door te bladeren. Je kunt er zoo echt een uurtje zoet mee zijn. Neen. ik heb geen roe gehad en ben ook best bedacht. Bevallen je de rolschaatsen goed? En heb je ook schaatsen gereden? Dag Thea. De hand voor jou. De beste wenschen voor u allen. J a c o b v. d. Ven, H'w oude. In orde Jacob! Jou en Mientje zal ik in de lijst op nemen. Maar wanneer is Mina jarig? Sjaak en Leo zijn te jong. De lijst is voor de schoolgaande kinderen. Ook veel plezier gehad in de vacantie? Jammer, dat die tijd zoo gauw om is. Dag jongen! Groet je broertjes en zusje van me en je ouders niet vergeten. Kinderen Mentink, Leiden. Dat was 'n verbazend aardig kaartje van jullie! Ontvangt daarvoor mijn dank. En hebben jullie veel plezier gehad in de vacantie? Als 't ijs is zooals nu, moest de vacantie twee keer zoo lang zijn, hè vriendjes. Dag jongens. Veel groeten aan vader en moe der en u allen wensch ik niets dan goeds. A g n e s v. d. Horst, Leiden. Als je me dat dadelijk geschreven had, had ik ge zorgd, dat jü een ander boek kreeg, maar nu zullen we dit nog eens „te goed" hou den. Het vriendinnetje zal blij zijn, vooral als ze zoo „vaderlandslievend" is, zooals jij zegt Dag Agnes! Veel groeten aan pa, ma en de twee broers. Voor jou de hand! Mien Otgaar, Leiden. Ik heb jouw leuke briefje, dat je uit naam der overi gen, ook schreef, ontvangen. Dank daar voor. Ik was blij te hooren. dat alle prijzen zoo goed bevallen zijn. Maak wederkeerig veel groeten aan juffrouw Beenakker en ik geef u allen de hand. Tot.... den vol genden wedstrijd! Dag Mien! Nelly v. d. Meer, Noordwijk (B.). Ja Nelly, ik wist wel, dat dit een geknipt boekje voor jou was. Ik hoorde wel van vader, dat jij zooveel van lezen hield. En toen wou ik jou eens een plezier doen en zal dat mooie briefje gaarne tegemoet zien. Beschrijf daarin eens: de vacantie met Sin terklaas en Kerstmis; en de ijsvermaken; Wie zijn Jarig? Van 18 tot en met 24 Januari. Op 18 Januari: Theo Waayer, Dr. v. Noortstraat 95, S'wijk. Frans Hop, Hugo de Vriesstraat. Alex Steenoergen, Mauritsslraat 71. Ju Meijer, Haarlemmermeer Alm. weg 94. Srcca Homan, Bijdorpstr. 15, Sassenheim. .loop Annard, Haverzakl. 1. Marun Bonnei, Jan v. Houtkade 7. Jans v. d. Star, Hoogmade. Op 19 Januari: Corrie Wesselman, Koningstr. 21, L'dorp. Johan de Jeu, Steenschuur 17/ Agatha v. d. Burg, Veurseweg 159, Voor schoten. Wim Bergers, P. de la Courtstraat 24 Nico Schijf, H. Rijndijk F 94, Z'woude. Joop v. Schagen, B 30, Hoogmade. Agnes v. d. Loo, Haarl.vveg 32. Alie Lagerberg, Sophiastraat 43. Truus Straathof, Weip. Z'woude B 72. Bert van Schie, Kraaierstr. 34a. Op 20 Januari: Hannie Meiman, Wasstraat 3. Janneman Steenbergen, Mauristsraat 71. Nico v. d. Krogt, Verl. Dorpestraat no. 195a Warmond. Jeanne v. Schaik, Staalw^tr. 7. Theo Reekers, Breestraat 87. Rietje v. d. Bosch, Meerl. 1, Stompwijk. Marietje v. d. Lubbe, Weip. B 109. P.et Westhof, Dorpsstr. D 92, Z'woude. Annie v. Weil, Leeuwerikstr. 35. Antoon Borst, Dorpsstr. Hoogmade. Rachel Hartevtld, Caeciliastraat 69. Jan Goddyn, Haarl^tr. 105a. Frans ds Boer, Heerengracht 86. Cc Wesselman, B 207, R'veen. Op 21 Januari: Gretha Kuyf, B 108, Noorden. Bertus Otto, D 178, R'wetering. Johan v. d. Meer B 130 R'veen. Piet Schrama, Rijnd. 60 Voorschoten. Truus Uljee, v. Hoogcndorpstr. A3. Chris van Schie, Warmond a. d. Zijl 20. Anny Goddijn, Gasstraat 21. Ria Kaptein, Julianaw. 51, Noordwijk a.Z. Op 22 Januari: Jacques van Pley, v. d. Waalstraat 17. Annie de Gunst, Galgewater 11a. Catrientje van Kempen, Garenmarkt 30. Cornelia v. Warmerdam, de Zilk 78 E. Llda van Leeuwen, 3 Oct.str. 35a. Kees Verhagen, Stompw.weg 72, L'dam. Marinus Alkemade, Pickéstr. 46, Noorw. B. Wim v. Winsen, Dorpsstr. 143 B, W'mond. Wim Wensveen, Stompw. weg 59, S'v/ijk. Op 23 Januari: Gretha v. d. Poel, Weip. B 59, Z'woude. Mien Elsgeest, Dorpsstr. B 330, Hoogmade. Verni v. Elzen, Kniplaan Voorschoten. Hubert Derltsen, Plantsoen 51. Nico v. d. Meer, E 163 Z'v/oude. Jan Kelder, Noordeinde 2, Zevenhoven. Cathrina v. Steijn, Dorpsstr. 90, O'geest. Adrie Bentvelzen, Garenmarkt 35. Op 24 Januari: Corrie Verschoor, Alexanderstraat 35. Corry van Dam, Zijldijk 23, Leiderdorp. Ada v. d. Berg, Kemperstraat 5. Tony Koks, Dorpsstr. 314 B, Warmond. Jootje Hoogervorst, Jaagp. G 55, N'veen. Rietje Otto, Rijpwetering D 178. Corrie Bakker, Groenend. 55, H'woude. Ik feliciteer de jarigen. Wie zijn of haar naam in deze lijst wil opgenomen zien, of bij het verlaten der school van de lijrt wil afgevoerd worden, schrijve me minstens 14 dagen vóór den verjaardag. Zoo ook wie verandert van woonp'aats, straat of huisnummer, of wie in de lijst een fout ontdekt. Tevens moet ik nog even zeggen, dat in de lijst alleen kinderen worden opgeno men, die schoolgaan. Let hier op; bij het opgeven der namen. Oom Wim. EEN DROOM door Jo van Eljk. Twee gingen varen in een schip, Dat schip was maar een houten krib, De kamerveger was de mast, Een jurk was 't zeil en dat zat vast „Geloof maar niet dat ik het jok, 't Zat vast aan vaders wandelstok, 't Ging hobbeldebobbel al over de zee, Maar bang toch waren ze geen van twee. Maar o, daar kwam een windvlaag aan, En toen was al de pret gedaan: Het schip sloeg om en alle twee, Gingen kopje onder in de zee. 't heusch gebeurd, maar 'k weet niet waar 't Gebeurde 's nacht en'k droomde 't maar! oud- en nieuwjaar Driekoningen enz Pro beer eens! Dag Nelly. Veel groeten ook aan vader en moeder. Hierbij zullen we het laten. De volgende week gaan we door. Oom WIM. door Cisca Homan. Druk en vroolijk babbelend wandelen Mia en haar vriendinnetje Vera uit school naar huis. 't Is heerlijk zomerweer en langzaam locpen ze verder, genietend van die heerlijke buitenlucht na dien langen schooldag. Gelukkig nog maar een paar weken en dan.... heerlijk vrij. Vrij. Weg de boeken, zingt Vera. Ja, ja, grapt Mia, 't weer is eigenlijk veel te mooi voor zoo'n zware boeketas. Dan bespreken ze weer de verschillende ge beurtenissen van die dag op school; de lessen die ze moeten leeren en zoo meer. Ondertusschen zijn ze op de hoek van de laan gekomen, waar de groote villa staat van Tante Marianne, een tante van Mia. Tante Marianne is de jongste zuster van Mia's moeder; ze heeft zelf geen kinderen. Iedere dag na schooltijd wandelt Mia met haar vriendinnetje voorbij de villa, waar tante aan van achter 't raam de meisjes vriendelijk en vroolijk toewuift, wat door de kinderen uitbundig beantwoord wordt. „Hé", zegt Mia verwonderd, „wat staat daar nu voor groote kooi in den tuin. Die stond daar gisteren nog niet. Nee zegt Vera, die heb ik nog niet eerder gezien. Wat zou daar in zijn? Tante Marianne heeft de meisjes reeds opgemerkt en wenkt haar binnen te ko men. Vlug doet Mia het groote hek oven en beide meisjes gaan den tuin in. Tante komt de feisjes al te gemoet. Ze begroet de kinderen maar zegt verder niets en neemt ze mee naar de groote kooi. De spanning van Mia en Vera is groot. Wat zouden ze te zien krijgen? Verbaasd en verrukt blijven ze dan bij de kooi staan. Oh, Tan.e wat schattig, wat eenig, juicht Mia opgewonden. Ach mevrouw, wat lief, zegt op haar beurt ook Vera. Nu maar wat een prachtige staart! be wonderd Mia weder. Heeft ze al een naam, Tante? Mogen we hem Pluimpje noemen. Tut, tut, kalmeert Tante haar juichend nichtje. Nu een naam heeft ons beestje nog niet, ik wist trouwens niet dat hij een naam noodig heeft. Maar Pluimpje, ja, dat lijkt me dok wel een leuke naam, vind je niet. 't Is ook een leuke eekhoorn, die Tante daar in de groote kooi heeft staan. Zijn staart is zoo dik en mooi roodbruin, net als een groote pluim, 't Diertje zit op zfjn achterpootjes en houdt in de voorpooten een groote noot. Met zijn scherpe boven tanden schaaft hij aldoor langs de bast van de noot, zoo lang tot er een gat in is. Dan peutert hij den inhoud uit de noot en peuselt dat lekker op. Met volle aan dacht hebben Mia en Vera dat af staan kyken; 't is ook zoo'n grappig gezicht. Dan vertelt Tante dat Oom 't dier heeft mee gebracht van zijn reis. Tante heeft 't ge heim gehouden voor de meisjes tot de timmerman de kooi klaar had, ze vond 't leuker als de meisjes de eekhoorn in zyn woning zouden zien. En mogen we nu ieJeren dag even komen kijken? vroeg Mia. Gerust hoor, zegt tante, kom maar zoo dikwijls als je wilt. En mogen we ook wat lekkers meebrengen, tantetje doet Mia poeslief. Ja, hoor, vrouwtje, nootjes of makke kastanjers lust mijn beestje graag, geeft tante toe. En nu fluks naar huis anders wordt Moeder ongerust. Ja, ja, roepen de meisjes tegelijk, harte lijk nemen ze afscheid, van Tante kijken LI vraagi? 1. De gezant begaf zich naar de Downing Street? Zoo las ik. Wat is dat? 2. Vader vraagt, hoe men aan 't woord gilette-mesje komt? 3. Ik las op een doosje: made in Germa ny Wat beteekent dit? 4. Wat is Bengaalsch vuur? 5. Wat is een Quarantaine-plaats? 6. Is een puma een leeuw? Wij an.woorden 1. Als de gezant z'.ch naar die straat be- gteft, dan gaat hij naar het Ministerie van Buitenlandschc Zaken inLonden. 2. Dit is een veiligheidsscheermes vol gens het systeem van den Amerikaan Gi- lette. Vader gebruikt deze mesjes zeker. 3. Dit is Engelsch en bet. in Engeland gemaakt. 4. Dit is kunstlicht, dat men in open pot ten brandt bij feestelijke gelegenheden. Het wordt vervaardigd van salpeter, zwa vel; zwavel-caómium en koolstof. Al naar gelang de stoffen, die men er bij voegt, krijgt men verschillend gekleurd licht. 5. Dit is een plaats, waar schepelingen, die een besmettelijke ziekte hebben, onder gc-neeskundig toezicht garantie of 40 da gen moeten blijven, vóór ze naar hun be stemming mogen vertrekken. 6 Ja, een Amerikaansche leeuw. Het is een echt roofdier, uit de familie der katten, in Amerika thuis hoorend. Oom W i m. nog even naar 't lieve diertje en spoed den zich dan naar huis. Opgewonden ver telt Mia haar moeder van die mooie eek hoorn bij tante en dat ze voortaan iedere dag er even naar toe mag. O, het is een prachtig dier, mams, en wat een mooie staart heeft ie! Daarom wilde ik hem Pluimpje noemen en dat mag van Tante! Gaat Moeder ook eens kijken. Lachend kalmeert mevrouw haar meis- ke. Ja, hoor, we gaan beslist samen nog eens naar tante en dan ga ik ook kennis maken met mijnheer Pluimpje. lederen dag brengen Mia en Vera wat mee voor Pluimpje. Nu eens pindas dan eens een koekje of noten. Ze kijken dan 't tooneel- tje af tot alles op is. Als Pluimpje genoeg heeft, legt hij de rest in een hoekje. Tante verteit aat ue eekhoorn voor wintervoor raad zorgt Dat hoeft hier eigelijk niet we zullen heusch wel maken dat 't diertje iedere dag volop eten genoeg krijgt. Maar dat is nu eenmaal de aard van 't diertje. Op zekeren dag echter, als de meisjes weer met haar lekkernijen komen is de kooi leeg, 't deurtje staat open. Wat nu? Pluimpje zou toch niet....? Nee, dat kan niet waar zijn! Hij zat gisteren nog zoo lustig met zijn nootjes te spelen. Daar Tante al aan. Tante, Mevrouw, roepen de beide meis jes te gelijk, waar is Pluimpje? Ontsnapt, zegt Tante verdrietig. Zeker is 't deurtje niqj goed gesloten geweest. Maar ik laat het nu met opzet open, mis schien komt ons diertje nog wel. Wat vonden de meisjes het jammer dat haar kameraadje verdwenen was. En wat hoopten ze graag dat 't diertje weer terug zou komen. lederen dag gingen zij bij Tante kijken of de vluchteling al terug ge komen was. Telkens tevergeefs! Toen gebeurde 't, dat na eenige weken de meisjes haar vriendje weer terug zagen in de mooie laan waar de villa stond. Vlug liepen ze naar 't diertje om 't op te pak ken, maarjawel! Met een bewonde renswaardige sprong vloog Pluimpje hoog in de boom en bleef daar even op een tak naar beneden kijken alsof 't zich vermaak te om de teleurstelling der kinderen. Dan sprong 't verder van den eenen boom naar den ander, steeds verder, steeds vlugger. Wat juichten de meisjes om de behendig heid van het leuke dier. Dan gingen ze naar Tante Marianne om haar wederwaar digheden opgewonden te vertellen. Heus, Tante, 't diertje had zooveel schik en klauterde zoo vroolijk; 't is beslist veel liever in de boomen dan hier in den tuin! Toch ook wel jammer, dat 't zich niet liet vangen, ik had hem toch zoo graag in mijn armen genomen. Nog dikwijls daarna zagen Tante en de kinderen de eekhoorn in den tuin, 't kwam graag de pinda's en de nooten weghalen, die voor hem in de tuin werden rondge strooid. Zelfs het voer dat voor hem in de vensterbank wordt gelegd, komt h(j daar weghalen en 't is dan juist of hij dank baar naar binnen gluurt. Maar dan is hij met een vlugge sprong weer verdwenen en klautert behendig in de boomen, dan is er van 't dier niet veel meer te zien, 't lijkt dan meer staart dan I dier. Als Mia bij Tante is en den eekhoorn in den tuin ziet om zijn voer of lekkernijen te halen, dan zegt ze: Pluimpje is nu heusch nog veel aardiger dan wanneer hij in zijn kooi zit, vindt U niet, Tante. En tante Marianne antwoordt dan steeds, dat Mia daar gelijk in heeft; een eekhoorn behoort de volle vrijheid te genieten. Zwieren leeren ,door Johanna Hoogervorst. Ik zwaai en zwaai Ik zwier en draai Al op het gladde ijs. 'k Moet zwieren leeren weet je? En dat is geen beetje, V/ant zie ik al dat zwieren aan En moet 'k alleen maar blijven staan, Dat wordt toch al te grijs. Daarom zwaai en zwaai ik En zwier en draai ik, Het gaat ai lekker hoorl 'k Begin 't al te leeren Ja, tien, nee twintig keeren Ben ik bijna al gevallen Maar dat gebeurt wel eens bij allen Ik sta weer op, en ga weer door. Mijn vriendinnetje Jet Giert van de pret, Al om haar broertje Gijs. Die kwam al op zijn schaatsen aan, En kon er niet op blijven staan, En toen viel hij pardoes in 't nat, O wat een lekker bad was dat. Wat fijn is toch dat ijs! De klok slaat net, 't Is uit met de pret, Moet zei „om vijf uur thuis", Daar wacht ons nog elk Een glas warme melk. Dan roepen we tot elkaar nog een keer, Adieu, morgen gaan we weer"l En loopen vlug naar huis. 5)e SuieeCittgm door Anny v. Diest. m. ,,'n Reuzestrop voor 't joggie!" „Zeg Wieske, zul je niet eens beginnen aan je werk?" „Eerst een ernstig gezicht zetten, zuske; dan een bril op 't puntje van je neus en dan zedepreekies houden; dan heb je meer effect!" „1602 slag bij Nieuwpoort", repeteert Mies. „Zeg Wies kun jij je nu eigenlijk een voorstelling maken van zoo'n veldslag?" „Nou, als 't je eender is maak ik me lie ver een voorstelling van een tennismatch. Vind ik altijd wat gezelliger, Miepie". „Zeg Mies, ik wou dat er nog kabouter tjes waren om mijn Fransche opstel te maken!" „Dat zouden dan zeker Fransche kabou tertjes moeten zijn?" Dan weer verder: ,.1609...." „Ben je", vraagt Wies quasi verwonderd wat moeten hier 1609 kabouters doen? Die kunnen hier toch niet in dit kamertje!" Toen het werk klaar was besloten ze nog wat te gaan fietsen; maar een lawaai dat van 't zolderkamertje kwam bracht haar tot andere gedachten. „Laten we eens gaan kijken wat de jon gens daar uitvoeren", stelde Mies voor. „Oke, zeg, maar zachtjes dat ze ons niet hooren komen". Behoedzaam slopen de meisjes naar bo ven en wilden 't kamertje openen; wat echter niet lukte. De deur bleek gesloten te zijn. „Doen jullie open?" riep Wies. Geen antwoord. „Doen jullie oogenblikkelijk open", poogde Mies vaders stem na te bootsen. „Denk er niet aan" riep Ivo terug „geen meisjes hier, die hooren in de kinderka mer thuis. „Staan ze er nog" hoorden ze Ivo fluis teren; waarop Frits terug fluisterde: „ja, ik zie door de kier onder de deur haar schoenen nog!" Dat bracht de meisjes op een idee. Vlug deden ze de schoenen uit, zetten die vlak voor de deur en slopen naar be neden, waar ze andere schoenen aandeden. „Ziezoo", lachte Wies, „laten ze nu maar pret hebben". Nadat de jongens een half uurtje op den uitkijk gelegen hadden en steeds de schoe nen onbeweeglijk zagen staan, oesloten ze de deur te openen. Er werd een plannetje gemaakt om de meisjes dwars te zitten, waarop Ivo den sleutel omdraaide en Frita haar genade zou laten vragen. „Ge...." maar verder kwam hij niet, want.... daar stonden wel de schoentjes, maar de meisjes stonden er niet in! „Die vlegels" barstte Ivo uit, „kom mee naar haar kamertje, ze zullen er van lus ten" In het meisjeskamertje waren de twee lingen niet te vinden. „Dan naar den tuin", en hals over kop renden de jongens de trap af, de keuken in. „Gossiemijne, as je me nou", schrok 't dienstmeisje en liet bijna de pan uit naar handen vallen, die ze juist uit de kast haalde om haar eten te gaan koken „Gré, waar zijn die vlegels" hijgde Ivo; maar hij gunde zich geen tijd om 't ant woord af te wach ,en. „Wacht maar, naarlingen, we zullen 1e wel eens onder handen nemen", riep Ivo driftig. Juist wilde hij Wies te pakken ne men, toen moeder tusschenbeide kwam. Onder een geweldige proestbui vertelde Wies hoe ze beiden de jongens beetgeno men hadden. Toen gingen allen de huiskamer in en onder een gezellig gebabbel, waar dc pla gerijen weer niet van de lucht waren, werd thee gedronken. Even later ging Frits naar huis en Ivo beloofde z(jn zusjes dat ze nog wat te goed hadden. VERDWAALD. Kort daarna moest Ivo zyn Mulo-exa men doen en ofschoon hij meende een ho peloos figuur gemaakt te hebben en met glans en glorie gedropen te zijn was hij juist schitterend geslaagd. ,,'t Was natuurlijk maar aanstellerij van ons joggie!" meende Wies sarcastisch. „Welnee" zei Mies; „ons joggie wou na tuurlijk eens interessant zijn en net doen of hij bij die hooge oomes in een kwaad blaadje stond". „Zoo'n joggie toch!", en meewarig keek Wies haar broer aan, op 't eerste teeken klaar om de aanvallen van haar broer af te weren. „Wat joggie!", en voor Wies er erg in had, had Ivo haar opgenomen en zwaaide het meisje hoog de lucht in. Daar was 79 niet op bedacht geweest; maar Ivo was voor zijn jaren flink en sterk, terwijl W.ei in postuur nu juist niet bij de uitblinken hoorde. (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 15