Contrabande
DE JONGSTE OEFENINGEN VAN HET
NEDERLANDSCHE VELDLEGER.
FEUILLETON
Uit het Engelsche van
HEADON HILL.
(Nadruk verboden).
17)
Och kom, dat is onzin, zei Mapleton.
Die andere arbeiders in de groeven zijn
toch ook geen menschen hier uit de buurt?
O, dat is iets anders. Daar gaat het
om het werk, zei Jem bokkig.
Mapleton keek hem aan, maar zei niets.
Deze tegenzin om over zijn kameraden
te praten, wekte zijn achterdocht, maar
voor het oogenblik schoof hij die terzijde
omdat hij andere plannen had.
Wel, ik ben dezen steilen weg niet
opgeklommen om met je te kibelen over
de slechte manieren van die kerels, lachte
hij minzaam. Ik ben hier gekomen om
je een nieuwtje te vertellen, dat je plei-
zier zal doen.
Is die Londensche vent ook weer
achter Bessie aangeweest? gromde Jem
met een woesten blik.
Neen, Yeldham is een half uur ge
leden vertrokken op zijn motorfiets. Hij is
naar Londen. Ik hoorde het hem aan Bes
sie vertellen, daarom ben ik het je maar
even komen zeggen. Als je dus vanavond
iets beters te doen hebt, kun je het meisje
veilig alleen laten.
Ja, ik heb zeker wel iets beters te
doen dan te probeeren een meisje uit te
hooren, dat je beliegt en bedriegt. Ik dank
u voor de boodschap, meneer. Ik zal van
avond me maar niet druk maken om naar
Bessie te gaan.
Je hebt ht eweer bijgelegd met Bes
sie om te voorkomen, dat ze argwaan
krijgt? vroeg Mapleton voorzichtig.
O ja, het is dik aan tusschen Bessie
en mij op het oogenblik, zoo lijkt het
ten minste. Maar ik laat haar natuurlijk
niet merken, dat ik haar voor geen cent
vertrouw.
Mr. Mapleton liet zich van zijn steen
glijden en keek op zijn horloge.
Ik moet gaan eten, zei hij, en dan
vroeg naar bed, want ik heb een langen,
vermoeienden dag achter den rug en nog
bijna niets gevonden. Ik was blij je dezen
kleinen dienst te kunnen bewijzen, maar
als je dit spelletje nog een paar dagen kunt
volhouden en je doet het werkelijk
prachtig, dat moet ik toegeven dan zal
jy dien meneer Hector Yeldham leelijk een
beentje lichten. Ik zal je direct waarschu
wen, als hij terug komt. Wel te rusten,
Carter.
Goeden avond meneer, en nogmaals
bedankt. Die fijne meneer is nog niet met
me klaar; als hij dat maar begrijpt.
Zachtjes in zichzelf neuriënd, wandelde
Mapleton de vallei door naar het huisje.
Geluiden in de keuken kondigden aan, dat
men bezig was met de bereiding van zijn
avondmaal en verzekerden hem meteen,
dat in het voorste deel van bet huis de kust
vrij was. Hector's kamerdeur stond open en
Mapleton kon de verleiding niet weerstaan.
Hij ging binnen en liet zijn cynischen blik
dwalen langs de eenvoudige meubels, wel
ke bijna precies gelijk waren aan die in zijn
kamer.
Natuurlijk, mompelde hij, terwijl hij
de kamer inspecteerde, geen papiertje
heeft hij laten liggen. Die krantenmen-
schen zijn nog veel voorzichtiger dan de
echte detectives. Als ik den ouden Dewlap
hier had van Scotland Yard, dan zou ik
hem een dag op een valsch spoor hebben
gebracht! Het ergste is, dat ik er maar
niet achter kan komen, of die vent Yeld
ham op mij loert of op iemand anders.
Maar of ik het ben of niet, ik heb alles
netjes in orde om van dit lastige heer
schap verder geen last meer te hebben.
En oogenblik later, toen Bessie het een
voudig doch smakelijk maal binnenbracht,
zat hij alweer aan zijn eigen tafel. Na een
haastigen blik op het meisje en een op
merking over het weer, sloeg hij verder
geen acht op haar en liet ook niet mer
ken, dat hij wist, dat Hector naar Londen
v/as. Zoodra de tafel was afgenomen en
hy allen was, stak hij zijn lamp aan en
gooide een hoopje fossielen uit een leeren
tasch, die hij altijd bij zich had op zijn
tochten, op tafel uit
In werkelijkheid was deze natuurweten
schappelijke collectie met geen enkel exem
plaar vermeerderd gedurende de twee jaar,
dat hy als logé had gewoond in het kleine
huisje bij de „Duivels Kloof'.
Maar toen even voor tien Martha Cal
loway binnenkwam, om hem instructies
voor zijn ontbijt te vragen, zat hij over de
stukken steen gebogen met als de onge
veinsde belangstelling van een geleerden
onderzoeker voor een nieuwe aanwinst.
Ontbijt? zei hij verstrooid, zonder zijn
oogen van zijn werk op te heffen, o ja,
dat is waar ook, ontbijt! Geeft u maar wat
u wilt. Dit is werkelijk een pracht
vondst!
En hoe laat wil mijnheer ontbijten?
vroeg Martha. Is het morgen een van
uw late ochtenden?
Met moeite wendde Mr. Mapleton zijn
blik van zijn fossielen af en hij keek ver
wijtend naar Martha's breed, vriendelijk
gezicht.
Voor een geleerde zijn al die huishou
delijke dingen een ware bezoeking, zei hij
een beetje geirriteerd. Neen, morgen
zal het niet een van mijn late ochtenden
zijn. Ik heb vandaag zooveel geloopen, dat
ik vanavond niet meer uitga en dus zal ik
morgenochtend ook niet in de verleiding
komen om lang in bed te blijven, zooals ik
dikwijls doe na een nachtelijke tocht. Ik
kan wel ontbijten, zoo vroeg als het u
schikt. Als u dat beter uitkomt, kan ik wel
tegen half negen ontbijten, want om half
negen ontbijt uw andere huurder gewoon
lijk ook, is het niet?
U kunt natuurlijk uw ontbijt krijgen
wanneer u wilt, antwoordde Martha een
beetje verbaasd, want Mapleton was in
den regel niet zoo inschikkelijk. Maar
meneer Yeldham is naar Londen, voegde
ze er aan toe.
Naar Londen? herhaalde Mr. Maple
ton, terwijl zijn blik weer afdaalde naar
zijn schatten. Wat een geluksvogel! Mis
schien ga ik zelf ook wel gauw naar Lon
den, want ik heb iets gevonden, dat een
plaats in het Britsch museum waard is.
Wel te rusten, juffrouw Calloway. Ik zal
klaar zijn als het ontbijt klaar is.
Toen zijn hospita verdwenen war, streek
Mapleton de fossielen weer in de leeren
tasch, met een ruwe onverschilligheid, wel
ke allerminst in overeenstemming was, met
zijn bewondering van zooeven. Hij blies
de lamp uit, stak zijn kaars aan en ging
met veel lawaai de trap op, terwijl hij ge
woonlijk bijna geluidloos liep. Vijf minu
ten later blies hij zijn kaars uit, ofschoon
hij in 't geheel geen aanstalten had gemaakt
om zich uit te kleeden en naar bed te gaan.
Geheel gekleed zat hij op den rond van
zijn bed en wachtte in het donker, tot hij
juffrouw Calloway en haar dochter naar
boven hoorde komen en langs zijn kamer
naar hun eigen kamertjes aan den ach
terkant van het huis gaan. Er waren vier
slaapkamers boven, twee aan den voorkant
van het huis en twee aan de achterzijde,
boven de keuken en bijkeuken. Om in deze
beide laatste vertrekjes te komen, moest
men langs het kamertje van Mapleton, dan
een paar trapjes naar beneden en een kor
te gang door.
Maar zelfs het naar bed gaan van de
beide vrouwen was nog geen reden voor
Mapleton om dat voorbeeld te volgen. In
tegendeel, hij stond op en ging op zijn tee-
nen naar de deur. Na eenigen tijd inge
spannen geluisterd te hebben, deed hfc'
voorzichtig de deur open en luisterde nog
aandachtiger. Gerustgesteld door de af
wezigheid van alle geluid, ging hij terug
naar zijn bed en wachtte weer, steeds
maar in het donker.
Drie kwartier bleef hij zoo beweging
loos zitten; toen stond hij nogmaals op en
trad opnieuw naar de deur.
(Wordt vervolgd).
3)e Ceictoclte @ou/fca/nt
Tengevolge van den mist ging veel aantrekkelijkheid van
den .Molen- en Merentocht door Noord-Holland voor
de deelnemende schaatsenrijders verloren. De bekende
molen .De Schoolmeester" te Westzaan vervaagd in den
zwaren nevel
Bij de jongste oefeningen van het Nederlandsche veldleger b|eek wederom
de kracht van het inundatie-gebied, ook in bevroren toestand. - Het gelukt
den vechtwagens niet, het terrein te passeeren als gevolg van de in der
haast opgeworpen ijs-barrières
De hardrijwedstrijden op de baan der Amsterdamsche IJsclub. Jan Roos
(rechts), winnaar van de 500 M., tevens van den heelen wedstrijd en
Havekotte, die tweede werd, in actie
Ondanks de ingevallen dooi maakten vele Rotterdammers Zondag den
traditioneelen .Pijpentocht' naar Gouda. Dicht bij het einddoel moest worden
afgebonden en achter elkaar loopend wegens de gladheid, trokken heele
drommen het stadje b'nnen
De ijsbreker doet zijn werk in het
Noordzee-kanaal, om dezen belang
rijken waterweg voor de scheepvaart
open te houden
Ook voor de amphibie-terreinwagens
bleken de ijshindernissen in het inun
datie gebied te moeilijk. Nog vooruit,
nog achteruit gelukte het de gladde
kanten te beklimmen
^e kracht van het Neóeriandsch inundatie-gebied tijdens de oefeningen van het veldleger gedurende
de vorstperiode. Aan de vechtwagens gelukte het niet over het ijs te trekken. Hoewel dit sterk
genoeg was, geraakten de wagens in de lange sleuven, waaruit ze zelfs naar zeer veel moeite
niet meer konden geraken