STADS NIEUWS DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN v De liefde dringt 's Pausen vredesactie ZATERDAG 13 JANUARI 1940 31ste Jaargang No. 9559 Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Adv. en Abonn.-tarieven zie pag 2. Giro 103003. Postbus 11. Dit nummer bestaal uit vijl bladen, tv.o. gelUustreerd Zondagsblad. Wij hebben gisteren mededeeling gedaan van de voorgenomen Missie-reis van vier zusters Dominicanessen van Voorschoten. 't Zijns de Zusters, die bij een vorige tocht de scheepsramp van de „Simon Bolivar" hebben be-leefd en hebben mo rn en over-leven. Nu gaan zij weer de reis aanvaarden. 't Bericht is zoo sober: Op Zondag a.s. vertrekken naar het Apostolisch Vicariaat van Curasao, met bestemming voor het eiland Aru ba, de vier Zusters-Missionaressen van de Congregatie der Zusters Dominica nessen van Voorschoten: Zr. Emilia Willemse, Zr. Viventia Geerts, Zr. Wal- truda Jeurissen en Zr. Aletta Lissone. De reis gaat ditmaal per spoor via Frankrijk en Spanje naar Lissabon, waar de Zusters zullen scheep gaan op de „Costa Rica" van de Koninklijke Nederlandsche Stoombootmaatschappij te Amsterdam. Maar in deze sobere mededeeling wordt gedemonstreerd een bewonderenswaardige moed. De moed van heldinnen. In allen eenvoud gaan zij wéér een zee reis ondernemen, alsof het de" meest-ge- wone zaak ter wereld is. Zij ondernemen deze reis na al het ban ge leed, dat zij hebben ondervonden niet om ook maar eenig stoffelijk voor deel of aardsch genoegen. Charitas Christi urget nos, de liefde voor Christus dringt ons dat getuigen deze Zusters-Missionaressen door hun ge drag. Haar voorbeeld moge ons aangrijpen, en in het licht van dat voorbeeld mcgen wij zién, helder en klaar, onze tekortkoming in den plicht, dien ook wij hebben te ver vullen zij 't dan ook op een andere èn gemakkelijker wijze voor de bekeering der menschheid, voor de missioneering rondom ons en onder alle volkeren der wereld. EEN MEMORANDUM VAN FRANCO. United Press verneemt van bevoegde zij de, dat de Pauselijke nuntius te Madrid een „memorandum van de Spaansche re geering aan den Heiligen Stoel" naar Ro me verzonden heeft. Daarin biedt Franco zijn medewerking aan voor elke actie, die den vrede kan herstellen en een eind zou kunnen maken aan het gevaar van ex pansie van het communisme in Europa. Volgens bevoegde zegslieden spreekt uit dit memorandum Franco's meening om trent de situatie in Europa. Met klem wijst de generalissimus op de dringende noodzakelijkheid van het beëindigen van den Europeeschen oorlog, daar hij, in ge val dit niet gebeurt, een zoodanige scherping vreest van het communistisch gevaar, dat het een noodlottige bedreiging zou kunnen worden voor de Westersche beschaving. De Spaansche regeering is dan ook be reid om met al haar krachten niet slechts den kruistocht tegen het communisme te steunen, zij wil ook volledigen steun ver- leenen aan de vredesactie van het Vati- caan, met medewerking van de Vereenig- de Staten en Italië te ondernemen, met het doel de oorlogvoerende landen te interes seeren voor het denkbeeld van een groote wereldconferantie, die de verschillende be langen van alle volkeren zal hebben te re gelen. Men neemt aan, dat Spanje even zeer als de Heilige Stoel overtuigd is, dat het communisme de voornaamste vijand is, waartegen alle beschaafde volkeren zich moeten verzetten. De Spaansche regeering meent, dat de individueele belangen der belligerente naties ondergeschikt gemaakt moeten worden aan het gemeenschappe lijk belang van allen: het herstel van den vrede tusschen alle mogendheden. DE VRIJHEID VAN DEN MENSCH tof. Dr. FRIEDRICH MUCKERMANN S.J. Het is een onloochenbaar feit, dat zij die de persoonlijkheid onder drukken toch aan de eigenlijke kern nooit raken kunnen. De men- schelijke ziel bezit in zich zelf de kracht harer vrijheid. Het zelfbe schikkingsrecht, dat haar van na ture gegeven werd, is onvervreemd baar. Er kan wel geen beter oogenblik gevon den worden om aan het woord te herinne- dat Sören Kiergaard op zijn grafzerk liet schrijven, namelijk: „De Enkeling". De beteekenis van dit woord is duidelijk ge noeg, als men weet, dat het juist het tegen overgestelde is van dien totalitairen staatsvorm, die door de laatste Encyclieken met zooveel scherpte werd veroordeeld. Als wij aan dit woord herinneren, gaat het niet in de eerste plaats om loutei theoretische beschouwingen. Wij schrijven hier eenige woorden van opbeuring, met het oog op de vele „enkelingen", die tegenwoordig schier de wanhoop nabij zijn. Daardoor bedoelen wij niet zoozeer die wanhoop, die soms in niemandsland heerscht, maar de zoo alge- meene stemming van den enkeling zonder echten levensinhoud. Het schijnt werkelijk zóó, alsof de gebeurtenissen den enkeling geweld aandoen, alsof zij hem, of hij wil of niet, meesleuren in den wervelstroom der geschiedenis. Het is goed hier enkele waarheden in het licht te stellen die troost kunnen brengen. Het christendom immers vertoont zich bo venal in zijn ware grootheid, wanneer het tegenover levenszaken komt te staan, waar de zoo moderne levensbeschouwingen in werkelijkheid geen ernstig woord meer te zeggen hebben. Daarin juist ligt het troos- telooze voor zooveel millioenen, dat in een tijd van welvaart hun gedachten wereld hun voldoende was. Thans ligt hét alles daar gelijk verdord onkruid, zonder sappen, zon der bronnen voor moed en vreugde. Het is een onloochenbaar feit, dat zij, die de persoonlijkheid onderdrukken, toch aan de eigenlijke kern nooit raken kunnen. De menschelijke ziel bezit in zich zelf de kracht harer vrijheid. Het zelfbeschikkingsrecht dat haar van nature gegeven werd, is on vervreemdbaar. Het omvat juist de hoog ste goederen des menschen, het heilige en het goddelijke in hem. Dit innerlijk leven wordt niet onmiddellijk door den vloed der gebeurtenissen beroerd. Het is daarmede juist gesteld, gelijk met den groei in de na tuur. De jaargetijden volgen elkander op, stormen komen en gaan, orkanen razen voorbij, maar het leven van bloem en boom gaat rustig volgens zijn eigen wetten voort. De machtigste dictators zijn niet bij machte den geringsten grashalm van de hem eigen levenswetten af te brengen. En dat kleine grashalmpje fluistert u toe: Blijf meester over uzelf. Langs hoeveel wegen gij ook gaan moogt, blijft steeds op den weg van uw ideaal. Wat ook voor stemmen buiten aan uw oor klin ken, luister immer naar de stem van uw geweten, die steeds duidelijker spreekt. Zie, het is voor u, dat-alles geschapen werd, voor u is de Verlosser gekomen, en het ligt aan u, het eeuwig leven te verwerven, want dit kan men zoo goed in tijd van log als in tijd van vrede.... Van het aan tal en den inzet der oerkrachtige persoon lijkheden zal het afhangen of er nog vrij heid op aarde zal bestaan. Dat, wat wij menschheid noemen, bestaat in werkelijk heid maar in den enkeling, en naar het uit zicht der enkelingen zal het aanschijn der menschheid zijn. Waarom het zoo ver gaan zoeken als het goede zoo nabij ligt? Men vraagt, hoe het met den oorlog zal vergaan, wat deze of gene grootmacht vandaag of morgen zal ondernemen, hoe de neutralen het er af zullen brengen, voor alles echter, wat er na den oorlog komen zal. Hierover juist wordt door diegenen het meest getobd gesproken, die op al deze dingen het minst invloed uit kunnen oefenen. En zoo gaan de dagen en de weken voorbij, en men voelt zijn eigen wezen arm en ledig als er buiten niets gebeurt. Al haat men ook ze kere stemmen, die van tijd door den aether brullen, toch wacht men in het geheim op hen en men laat toe, dat deze nog zoo ge hate stemmen de ruimte der eigen ziel vul len. Er zou nochtans heel wat beters te doen zijn! Men kan de groote gebeurtenissen vol gen, zij moeten natuurlijk ook van geeste lijk standpunt beschouwd worden, maar dat kunnen slechts menschen, die een eigen leven bezitten, die voor zichzelf hebben uitgemaakt, wat ze willen, die hun bestaan op die idealen hebben afgestemd, welke de (jultuur der heele menschheid duur en waarde verleenden. Er bestaat ook een goed, ja zelfs christelijk egoïsme, want het is niet mogelijk, dat men zijn naaste meer zou beminnen dan zichzelven. Het betere, het heilige zelfs, verliest in die mate aan innerlijke mogelijkheid en kracht om an deren te helpen naar gelang het onbe kwaam is zich zelf aan de orde te onder werpen. Men verhaalt van de oude Vikin- gers dat zij plunderend landen binnenvie len, om tenslotte met den geroofden buit bij hen kerken te bouwen. Hoe dit zij, deze oude Vikingers zijn niets vergeleken bij de hedendaagsche, die het Evangelie op de lippen en Voltaire in hun binnenzak heb ben. Het is natuurlijk lofwaardig, dat men voor de leniging van het huidige kwaad meer van het Woord Gods verwacht, dan van den geest van menig zijner lievelings schrijvers. Indien men hetgeen op het tooneel ge beurt en dit geldt ook voor het schouw- tocneel der wereldhistorie voor ernstig opneemt, zoo begrijpt men toch dat de werkelijke gang der dingen en de klinken de frasen die ze begeleiden twee zaken zijn van verschillend peil. Wij zeggen frasen, want ieder die aan de menschen een lots verbetering van vandaag op morgen be looft, maakt zich schuldig aan holle frasen. Wij leggen den nadruk op schuldig, want een bedrieger is hij, die meer belooft, dan hij geven kan. Deze dynamische processen, die in korten tijd het aanschijn der wereld veranderen willen, zijn niets anders dan een dynamische vlucht voor de realiteiten. Vooral voor de realiteit die het openbaar leven afhankelijk maakt van de vernieu wing der eigen persoonlijke houding. Goethe was een van die verlichte gees ten, die het holle dezer „dazende" profeten doorschouwde, en zoo kwam het, dat hij in historisch bewogen tijden rustig voortging aan zijn eigen persoonlijkheid verder te arbeiden. En het is inderdaad een groote sociale wijsheid, welke diezelfde Goethe zei, dat men moet trachten een goed exem plaar van zichzelf aan de gemeenschap voor te leggen. Zulk een inzicht is niet ver verwijderd van de levenswijsheid der Evan geliën, vooral niet in die heerlijke passage: „Wie Mijn leerling zijn wil, hij neme zijn kruis op en volge Mij dag aan dag Sedert tientallen jaren, en in sommig op zicht sedert honderden jaren, heeft men leerstellingen verkondigd waarvan de uit werking met logische noodzakelijkheid tot deze toestanden voeren moest, die wij he den beleven. Men moet wel krankzinnig zijn om heil en redding op korten termijn te verwachten. Het is geen geringe troost als men zeggen kan: wat zonder den wer kelijk veroverden enkeling op deze wereld gewonnen werd, dat verdwijnt ook weer snel, gelijk het water dat bij een spring vloed zonder bedding heenstroomt. Reeds daarom is de enkeling zeker van de over winning. Zoo zeker als achter de volksbe driegerij de duivel zit, zoo zeker woont in de ziel van den waarachtigen enkeling God, zijn groote bondgenoot. Naar de oplossing van het overwegvraagstuk aan den Rijnsburgerweg Hoe oud het overwegvraagstuk van Rijns- burgewegStationsweg thans reeds is valt moeilijk te zeggen^ Vast staat evenwel, dat sinds de ver breeding van den Rijnsburgerweg, thans rond vijf en twintig jaar geleden, en mede door den bouw van het nieuw Academisch Ziekenhuis, die overwegvraagstuk van jaar tot jaar nijpender werd. Thans schijnt het einde van deze over weg-misère in 't zicht te zijn. Reeds in de aan het eind des jaars uit gekomen Memorie van Antwoord op de ge- meentebegrooting, deelden B. en W. te Lei den eenige hoopvolle bijzonderheden me de over de plannen, welke sinds eenige ja ren hangende waren. B. en W. zeiden daarin o.m.: „In de Memorie van Antwoord betref fende de begrooting voor 1939 deelden wij mede, dat door de Nederlandsche Spoor wegen op ons verzoek ongeveer 2 jaar ge leden, een plan is ingediend betreffende het omhoogbrengen van de spoorbaan tus schen de Vink en den Haarlemmerweg o.i. de eenige juiste oplossing van het over wegvraagstuk en dat omtrent dit plan uitvoerig overleg werd gepleegd met het Werkfonds. Wij spraken daarbij het ver moeden uit, dat de groote kosten van dit plan en de kwestie van de kostenverdee- ling een struikelblok vormden voor de verwezenlijking. Het is ons nader geble ken, dat dit vermoeden inderdaad juist v/as, en in verband daarmede wordt thans in overleg met den Rijksdienst voor de Werkverruiming en in samenwerking met de directie der Nederlandsche Spoorwe gen nagegaan, of op de kosten van het plan in eenigszins belangrijke mate is te bezui nigen, zonder aan de doelmatigheid prin cipieel te kort te doen. Zulks wordt thans onderzocht door eene zeer onlangs door den president-directeur der Nederlandsche Spoorwegen en den burgemeester ingestel de technische commissie, waarin zitting hebben de directeur van Rijksdienst voor de Werkverruiming en de betrokken In specteur van dien dienst, de chef van den dienst van Weg en Werken en eenige andere hoofdambtenaren van den Neder landsche Spoorwegen, alsmede de direc teur en de adj.-directeur van Gemeente werken. Deeze comm. zal op korten termijn haar rapport uitbrengen en naar wij on dershands reeds hebben vernomen, bestaat er inderdaad uitzicht, dat door een wijzi ging van het plan een niet onbelangrijke kostenverlaging zal kunnen worden be reikt." B. en W. waren voornemens om, zoo deelden zij verder mede, nadat bedoelde commissie rapport zou hebben uitge bracht, zoo spoedig mogelijk wederom met den Rijksdienst voor de Werkverruiming terzake in overleg te treden. Dit rapport is inmiddels dezer dagen ver schenen en er schijnt algeheele overeen stemming te zijn bereikt tot verhooging van de spoorbaan. Er was oorspronkelijk een plan om de spoorbaan op te hoogen ongeveer vanaf Warmond, doch dit vele millioenen-plan werd later vervangen door een ophooging van de spoorbaan vanaf den Haa.rlemmer- weg tot voorbij de Vink, dat 4 k 5 millioen gulden zou kosten. Over dit laatste plan schijnt overeen stemming bereikt te zijn in de bovenbe doelde commissie. Als nu de autoriteiten, hierbij betrok ken, zich ook met dit plan kunnen vereeni gen, en alshet Rijk bereid zal zijn, de noodige gelden te verstrekken, dan is er een oplossing van het overweg-vraagstuk in 't zichtl UITSLAANDE BRAND NAAST DEN SCHOUWBURG. Tooneelvoorstelling werd afgebroken en de zaal ontruimd. Gisteravond heeft in het perceel Oude Vest 47, bewoond door den behanger en stof feerder C. R. Lau, en gelegen naast den Schouwburg, een felle brand gewoed, welke oorzaak werd, dat veiligheidshalve de voor stelling werd afgebroken omdat de zaal ont ruimd moest worden. Omstreeks 9 uur werd de brand ontdekt door een voorbijgangster, die constateerde, dat de bovenverdieping in brand stond. De voorkamer der eerste verdieping werd bewoond door den student in de medicijnen A. T., die om half acht zijn kamer verlaten had. De voorbijgangster belde onmiddellijk bij de bewoners aan, maar er verscheen nie mand. Zij belde nogmaals en toen ook dit geen resultaat had, begon zij te „luien". En dit had tenslotte het gewenschte gevolg. Op de eerste twee alarmsignalen waren de bewo ners niet ingegaan, omdat zij dachten, dat het een „belletje" was van de Leidsche jeugd, een euvel, dat zich nog steeds hand haaft. Toen de bewoners bemerkten in welke gevaar zij verkeerden haastten zij zich eeni ge inboedel in veiligheid te brengen en zelf een goed heenkomen te zoeken. Inmiddels was de politie-brandweer ge alarmeerd en deze verscheen na enkele mi nuten op de plaats des onheils. Inspecteur Couzy bevond zich met den burgemeester in den Schouwburg en beiden waren spoe dig bij het brandende perceel, dat slechts eenige meters van den Schouwburg gele gen is. In den Schouwburg werd de abonnements voorstelling van „Gaslicht" onder leiding van Ko Arnoldi gegeven. Het eerste bedrijf was nog niet ten einde toen het onrustig werd in de gangen. De deuren gingen open en met de koudeT lucht drong een brandlucht naar binnen, want de wind joeg de rook juist in de richting van den Schouwburg. Spoedig verscheen mr. H. R. Goudsmit, lid van het Schouwburgbestuur, ten too- neele, om het publiek gerust te stellen, doch tevens om mede te deelen, dat het raadzaam geoordeeld werd de voorstelling te onder breken. Toen de bezoekers daarop in allerijl naar buiten gingen en eenmaal op straat waren, zochten zij spoedig hun huizen op, zoodat een hervatting der voorstelling niet meer to denken viel. De brand zelf was onmiddellijk door de brandweer energiek aangetast en binnen 'n half uur had men het vuur onder de knie. Twee kamers op de eerste etage en het trapportaal zijn uitgebrand. Twee slaapka mers, aan de achterzijde gelegen, zijn ge deeltelijk door het vuur vernield, op de tweede etage is een slaapkamer en het por taal en de vliering drarboven gedeeltelijk VOORNAAMSTE NIEUWS Bollenland een memorandum van franco aan den paus (le blad). herleefde activiteit aan het finsche front. (2e blad). berichten van felle kou in zuid-europa. (2eblad). dieseltreinen naar woerden. De Nederlandsche Spoorwegen gaan voort met het moderniseeren van het bedrijf. Thans wordt, naar wij vernemen, de stoomtractie op het traject Leiden Woerden door dieseltractie vervangen. Met ingang van Maandag 15 dezer zal deze verbeterde reisgelegenheid ten dienste van het reizende publiek door het vuur beschadingd. De benedenver trekken liepen waterschade op. De aangerichte schade wordt door verze kering gedekt. De felle koude op dezen winterschen avond riep de herinnering wakker aan vroe gere branden in de kou en evenals toen was het voor den brandweer ook nu geen pretje. Het ijswatcr op de stratenwas spoedig tot een ijslaag geworden en de gladde stra ten veroorzaakten veel ongemak, zoodat zand moest worden gestrooid om het blus- schingswerk te vergemakkelijken. Toen het ergste gevaar geweken was ver liep de nablussching zondr verdere moei lijkheden. De oorzaak van den brand is vermoede lijk gelegen in het te fel stoken van een kachel. gestoorde schouwburg- voorstElling. Volgende week Zaterdag herhaling. De vierde abonnementsvoorstelling in den Leidschen Schouwburg, waar do „thriller" van Hamilton „Gaslicht" zou worden opgevo:erd, is gisteravond een sen- sationeele uitvoering geworden. De bezoe kers, die zooals bij abonruementsvoorstel- limgen het geval pleegt te zijn, de zaal na genoeg geheel vulden, hebben een sensatie beleefd, welke zij allerminst verwacht hadden. Dat is over 't algemeen een goede eigenschap van „thrillers", maar dezen keer was dit effect niet te danken aan den auteur van het stuk noch zelfs aan het spel van Ko Arnoldi met zijn gezelschap. Het was te danken aan den brand, d'ie gis teravond op de Oude Vest uitbrak in een gevaarlijke nabijheid van 't volle Schouw- burggebouw. De wind was naar den Schouwburg gekeerd en een vonkenregen vloog over de daken. Het zou onverantwoordelijk geweest zijn het spel doorgang te laten vinden. In over leg met inspecteur Couzy, die in die zaal de voorstelling bijwoonde, werd besloten tot ontruiming. En zoo moest Ko Arnoldi zijn spannend verhaal over de vermoorde „engel'bewaanster van die huurkoetsier" af breken en verlieten de bezoekers rustig het gebouw. Volgende week Zaterdag (20 Januari) zal het spel worden herhaald. Tot zoolang zullen wij onze nieuwsgierigheid naar de verdwenen juweelen en de rol van het gaslicht moeten bedwingen. warm-voedsel verstrekking. Gistermiddag van 56 uur stond voor het eerst de gelegenheid open om deel te nemen aan de van gemeentewege begon nen warm-voedsel verstrekking. De ge meente organiseerde deze voedsel verstrek king met Maatschappelijk Hulpbetoon, ter wijl de leden der V.V.H. bij de verstrekking hulp verleenen. Doordat de publicatie over deze warm- voedsel verstrekking, waaraan door ieder, die daarin zin heeft kan worden deelgenomen, mits men zich een bon van 5 oent aanschaft eerst Donderdagavond verscheen, was de deelname hieraan giste ren nog niet groot Slechts ongeveer veer tig personen meldden zich aan en deze werden verdeeld over twee lokalen. Nu er meer bekendheid aan deze ver strekking van warm voedsel zal gegeven zijn, worden heel wat meer „eters" ver wacht. Vandaag rekent men op een dub bel aantal deelnemers. Het eten wordt betrokken van de firma Wouterlood.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1