DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN &ondó, aam ecanamiócde aevdecUtyuig, Handhaving van onze neutraliteit BINNENLAND VRIJDAG 12 JANUARI 1940 31ste Jaargang No. 9538 e £cki6eh^6oii^cmt Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Adv. en Abonn.-tarleven zie pag 2. Giro 103003. Postbus 11. X V Rond de leerlingenscbaal Iedereen weet nu wel, wat bedoeld wordt gaet de actie tot verbetering van de leer- lingenschaal. Het aantal leerlingen, waarvoor het Rijk een onderwijskracht betaalt, moet kleiner worden, of, met andere woorden, het aan tal onderwijzers, dat voor een bepaald aan tal leerlingen in een school door het Rijk gesalarieerd wordt, moet grooter worden. Als de leerlingenschaal wordt verbe terd, zal waarschijnlijk het aantal onder- wijs-kxachten niet verhoogd worden, maar wel, natuurlijk, het aantal door het Rijk gesalarieerde onderwijskrachten. Vele der z.g. „kweekelingen met acte" zullen dan worden gewone (wat ze eigenlijk al zijn) en behoorlijk betaalde (wat ze nu niet zijn) onderwijzers. Dat alle „kweekelingen met acte" zul len verdwijnen, is niet noodzakelijk, o.i. ook niet gewenscht. Verdwijnen móeten, om te worden „omge zet" in normaal betaalde onderwijskrach ten, de „kweekelingen met acte", die het zelfde werk doen als hun collega's, de ge wone onderwijzers! Wij hebben dit herhaaldelijk betoogd en onze medewerker AJO heeft onlangs nog de onredelijkheid, de dwaasheid van den huidigen toestand op geestige wijze geschetst. Wij willen vandaag citeeren uit een ar tikel in de ,,Trjd" van gisteravond: Het gaat hierom, dat de Staat 'ten volle opkomt voor zóóveel volwaardi ge en vól-betaalde onderwijzers, als strikt noodig zijn, om het onderwijzers- peil aan redelijke eischen te doen be antwoorden. Het gaat er niet om alle kweekelingen-met-acte een vaste aanstelling te bezorgen. Het gaat er k n i e t om den kweekeling-met-ac- te geheel uit de school te verbannen. Misbruik van den kweekeling-met- acte door hem met een zéér geringe of met heelemaal géén vergoeding te zetten op een post, die in het belang van behoorlijk onderwijs noodzakelijk vervuld moet worden, valt niet anders dan te laken. Daartoe mag de Staat zich niet leenen. Doch gebruik van den kweekeling-met-acte door die schoolbesturen, die uit eigen midde len een jongeman, die bij een nor male bezetting van de voor goed onder wijs noodzakelijke posten nog geen emplooi kan vinden, die nog even toe moet zien tot er een plaats open komt, in de gelegenheid willen stellen zijn bedrevenheid te behouden en althans iets te verdienen, zulk een gebruik mag niet worden afgekeurd. Met deze beschouwing zijn wij het vol komen eens. Wij hebben er één zin in vet gedrukt. Op voordracht van de ministers van Econo mische Zaken en Financiën zijn drie wetsontwerpen ingediend, waarvan de strekking is, de financiering der econo mische verdediging van Nederland te vereenvoudigen en op een betere leest te schoeien. Voorgesteld wordt, een fonds voor de eco nomische verdediging te vormen, waar uit alle uitgaven, welke voor dit doel dienen, zullen worden bestreden. Dit fonds zal het Landbouwcrisisfonds ver vangen en worden ingesteld met te rugwerkende kracht op 1 Sept. 1939. Het nieuwe fonds zal zooveel doenlijk self supporting moeten zijn; voor dit doel zal weder een systeem van heffingen worden toegepast De bedoeling van de voorgestelde maatre gelen is tevens, de eerste levensbehoef ten, welke een belangrijk deel van het budget voor de lagere inkomers uitma ken, als brood, aardappelen, vetten, schoeisel, kleeding, zooveel mogelijk aan een prijsverhooging te onttrekken. (Zie verder pag. 7). De moeilijkheden voor onze scheepvaart. De buitenlandsche politiek welke de regeering te midden van den om ons heen woedende oorlog volgt, al dus lezen wij in de memorie van ant woord aan de Eerst Kamer over de begrooting van buitenlandsche zaken, blijft wat zij van den aanvang af was: eerlijk, zelfstandig, waakzaam, de Ne- derlandsche onzijdigheid grondend op de objectieve, voor allen gelijkelijk geldende normen van het volkenrecht. De besprekingen omtrent regelingen met Groot-Britannië en Frankrijk, waardoor een eind zou worden gemaakt aan het lang durig oponthoud van onze schepen en het willtekeruig lossen van zoogenaamde ver dachte lading in havens van die landen, vergen inderdaad geruimen tijd. Men ver- lieze echter niet uit het oog, dat het hier zeer ingewikkelde vraagstukken geldt, en dat het een slechte politiek zou zijn, zich te laten leiden door de gedachte, dat in de ze materie een snel bereikt resultaat ook een gunstig resultaat zou kunnen zijn. Het is den minister nog niet bekend, dat voor andere landen, ook al mogen door hen partieele overeenkomsten zijn gesloten, de moeilijkheden reeds uit den weg zijn geruimd, waarmede ook Nederland te kampen heeft. Elk neutraal land heeft trouwens zijn eigen bijzondere problemen. De minister acht het intusschen niet uitgesloten, dat ook voor wat Neder land betreft binnenkort zoodanige voozieningen kunnen worden getrof fen, dat bedoelde moeilijkheden zooal niet uit den weg geruimd dan toch althans aanzienlijk zullen worden ver minderd. Daarbij spreekt het vanzelf, dat de regeering zich er niet bij zou neerleggen, indien Groot-Britannië in verband met den „Order in council" van 27 November 1939 inzake den uit voer met neutrale schepen van goe deren van Duitsche herkomst, aan an dere neutrale mogendheden zekere voordeelen mocht toestaan, die niet voor Nederland zouden gelden. SAMENWERKING MET ANDERE MOGENDHEDEN. Het is geenszins uitgesloten dat de Nederlandsche regeering in een be paald geval, waarin haar dit nuttig zou voorkomen, deel zou nemen aan eenige gemeenschappelijke actie van een kring van neutrale staten, die zich niet zou beperken tot Nederland en België of de Oslo-staten. Veel, zoo niet alles, zal afhangen van de vraag, waarop die actie zou zijn gericht; deelneming aan politieke groepvor ming tegen een bepaalde staat of groep van staten, acht de minister op het voetspoor zijner voorgangers met onze zelfsstandigheidspolitiek niet te -rijmen. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN NATIONALE HOUDING? De Volkskrant schrijft: „Het woord der Nederlandsche regeering in het jongste communiqué over Neder lands onaantastbaarheid is sober en klaar. Het is tegen „elke buitenlandsche aanval" gericht. Het Nationale Dagblad noemt enkele fei ten van de laatste dagen o.m. het ont slag van den Engelschen minister van oor log Hore Belisha en de in verband daar mee aangebrachte fundamenteele wijziging in de Engelsche oorlogvoering en acht het onderling verband daarvan onmisken baar. Het ziet een strategisch belang der geallieerden bij de suggestie, dat een Duit sche aanval op Nederland te wachten zou zijn en veronderstelt, dat bij een „geslaag de" suggestie omtrent een op handen zijn de Duitsche inval in ons land de Britsch- Fransche hulp wel eens zou kunnen komen „bij wijze van zuivere voorzorgsmaatregel, terwijl er niets te helpen valt". Staat het dan voor het Nationale Dag blad niet als voor iederen Nederlander vast, dat zulk een „Britsch-Fransche hulp' beleefd maar beslist zou worden geweigerd, dat geen Britsch-Fransch legerkorps grens zou overschrijden zonder de „meest hardnekkige weerstand onzer wapenen" te ontmoeten? Het Nationale Dagblad acht waakzaam heid geboden „ten aanzien van de demo cratische fluistercampagnes, die onrust on der ons volk wekken en buitenlandsche campagnes ondersteunen". „De democratische-fluistercampagnes". welke zijn dat, waarin bestaan ze, hoe wekken ze onrust onder „ons volk"? Een andere vraag: Wat zal de Duitsche pers nu weer uit deze vooral vage beschul digingen distilleeren ten nadeele van ons land?" „HET WELKOME SPROOKJE." Ondier diezen titiel schrijft A. B. K. iin de socialistische pens: „In het avondblad wederom een bericht, dat de Finnen een Russische divisie, d.i. een sterkte van om en de bij twintigdui zend man hebben overmeesterd. „In HeLsiniki heerscht groote vreugde." Tegelijk komt door de luidspreker de muziek van den Finschen toondichter Si belius, die zoo vloeiend van klank en zoo vast van vorm is. Het een met het ander levert wél de sfeer om het menschelijk gemoed in be weging te zetten. Wij vreezen namelijk, dat het gezwets over „witgardisten" weinig afdoet tot het geen de normale, niet'verwrongen mensch beleeft, als het gerucht der Finsche hel dendaden tot hem doordringt. Dat witte past immers maar al te wel bij de sneeuw, die daar zulk een groote rol speelt. Ook helpt het weinig, ons te verzekeren, dat het gerucht van al die fantastische overwinnigen slechts op sprookjes berust. Zijn we niet allemaal dol op sprookjes? En hebben wij er ooit méér honger naar gehad dan in deze tijd? Want is niet het kemmerkend-ploertige van deze tijd, dat het groote uittrekt om het kleine te vertreden, en dat de sterkste bewapening, na alle welvaart van eigen volk te hebben verslonden, er op los gaat om den weerlooze te mishandelen en te be- rooven? Nooit beleefde men een tijd, waarin dik ker gebral over eigen heldhaftigheid dienst moet doen om grooter lafheid op te smuk ken. Het heeft de harten van de menschen over de geheele wereld wee en moe ge maakt Het heeft het geloof in recht en ge rechtigheid ondermijnd. Het fnuikte hun vertrouwen op de belooning, die de ware heldendeugd nog vinden kon. Rood, wit, blauw, of welke kleur dan ook, de Finnen hebben deze ban eindelijk gebroken. Zestig togen uit om één te ver slaan, maar één weerstond de zestig, deed ze vallen, dat zij niet meer vermochten op te staan. Dat is de politiek, die de wereld verstaat, die de moed en de hoop herrijzen doet; dat er nog een andere beslissende kracht bestaat dan die in een getal, een zweep, een spreekverbod ei^ een gevangenis is uitgedrukt. De Finnen doen groote dingen. Sibelius maakt er de muziek bij. En wij, diep ge- zonkenen, leven er van op." BEGROOTING VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN. Aan de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer nopens de begrooting van Buitenlandsche Zaken voor 1940, wordt het volgende ontleend: HET AANBOD VAN GOEDE DIENSTEN Met voldoening heeft de minister kennis genomen van de warme instemming, wel ke versheidene leden hebben betuigd met het aanbod van goede diensten, in Augustus j.l. door de Koningin en den Koning van België gedaan en in Novem ber herhaald. Alhoewel hij betreurt, dat geen van beide stappen tot het gewensch- te resultaat mocht leiden, meent de minis ter erop te mogen wijzen dat de bedoelde pogingen tot herstel van den vrede daar om nog niet noodzakelijk ook voor de toe komst geheel steriel zullen blijken. Im mers, door het aanbod van goede diensten hebben de beide souvereinen de ongetwij feld bij millioenen in de wereld levende hoop op herstel van den vrede levendig gehouden, en daarnaast de oorlogvoerende landen eraan h rinnerd, dat onder de neutrale landen verscheidene bereid zijn alles te doen wat binnen hun bereik ligt om dat herstel te bevorderen. HET GEBEURDE BIJ VENLO. Zooals ook in de memorie van ant woord aan de Tweede Kamer is medege- deel blijft de regeering met betrekking tot het toezicht op hier te lande vertoe vende vreemdelingen (een aangelegenheid die overigens meer bepaaldelijk tot de be voegdheid van den minister van justitie behoort) diligent. Met betrekking tot het incident nabij Venlo kan de minister voorshands slechcts verwijzen zoowel naar h t an ..woord op vragen van het lid der Tweede Kamer, graaf de Marchant et d'Ausembourg, als naar het door den minister van justitie ge geven antwoord op vragen van het lid der Tweede Kamer, den heer Wijnkoop. DE VRIJHEID VAN MEENINGSUITING. Ten aanzien van de vrijheid van mee- ningsuiting verwijst de minister naar de memorie van rntwoord aai de Tweede Kamer, waarin in herinnering werd ge^ bracht de opvatting der regeering, dat de positie van onzijdige, welke ons land in de huidige oorlogsomstandigheden in neemt, de noodzakelijkheid medebrengt van een zekere beperking van meenings- uiting in de pers, vooral wat den vorm aangaat, waarin deze gegeven wordt. De regeering overweegt de beste middelen om excessen te kunnen tegengaan. DE AANSTAANDE DISTRIBUTIE VAN MOTORBRAND-STOFFEN EN SMEEROLIE. In het algemeen politieblad is opgeno men een circulaire over de aanstaande distributie van motorbrandstoffen en smeerolie, welke circulaire gericht is tot de fungeerende directeuren van politie. Wij ontleenen aan die circulaire het vol gende: Met ingang van een nader te bepalen da tum zullen de distributie-kringbureaux aan houders van motorrijtuigen indenti- teitsbewijzen verstrekken. Een dergelijk bewijs zal slechts worden verstrekt op vertoon van de motorrijtuigenbelastirig- kaart, welke geldigheid heeft op het oogen- blik van de uitreiking van het indentiteits- bewijs. Ten gevolge hiervan zou het kunnen voorkomen, dat houders van motorrijtui gen, die over een groot wagenpark in het geheele land beschikken en aangifte doen voor de motorrijtuigenbelasting ter plaatse, waar het hoofdverblijf is gevestigd, gedu rende enkele dagen met hun motorrijtui gen niet zouden kunnen rijden, aangezien die motorrijtuigenbelastinigkaarten naar het hoofdkantoor zouden moeten worden opgezonden voor het in ontvangst nemen van de indentiteitsbewijzen. Ten einde aan dit bezwaar tegemoet te komen, bepail ik mijn ambtgenoot financiën doet zulks eveneens voor de ambtenaren van den belastingdienst dat hij, die bij het in werkingtreden van de distributie van motorbrandstoffen en smeerolie op nader te 'bepalen dagen zon der motorrijtuigenbelastinigkaart rijdt en aannemelijk kan maken, dat die motorrij tuigemlbelastimgkaart in verband met het afhalen van het identiteitsbewijs naar het hoofdkantoor is gezonden, niet bekeurd zal dienen te worden. Er is vanzelfsprekend geen bezwaar te gen, dat de opsporingsambtenaren zoo noo dig eerst nog een nader onderzoek instel len alvorens zij van bekeuren afzien. Na de uitreiking van de identiteitsbewij zen zullen aan houders van motorrijtuigen zegels worden verstrekt aan de kantoren der posterijen, waar die houders zullen worden ingeschreven; met behulp van de zen zegels kunnen de houders gedurende een zekere distributieperiode brandstoffen en smeerolie betrekken, aangezien deze ze gels slechts zullen worden verstrekt op vertoon van geldige motorrij tuigerabelas- tingkaart en de houders van wagenparken de ziegels slechts kunnen verkrijgen op het postkantoor, waaronder hun hoofdbedrijf ressorteert, zouden deze houders bij het be gin van elk distributietijdvak de motorrij- tuigenbelastingkaarten moeten opvragen ter verkrijging van de zegels. Om zulks te voorkomen is bepaald, dat de ontvangers aanhouders van motorrijtui gen, die aangifte voor de motorrijtuigen belasting doen ter plaatse, waar het hoofd bedrijf is gevestigd, op verzoek een verza- melbewijs van alle aan hen afgegeven mo torrij tuigenbelastingkaarten zullen ver strekken, hetwelk bij de uitreiking van de distributiezegels in de plaats treedt van de motorrij tuigenbelastingkaarten. DE PRINSES TE DEN HAAG OP DE SCHAATS. Kleine Beatrix in een slede. Het Prinselijk Gezin is dezer dagen in Den Haag teruggekeerd en heeft zijn in trek weer genomen in het Koninklijk Pa leis aan het Noordeinde. Donderdag heeft H. K. H. zich met de kleine, Prinses Bea trix naar huize Ten Bosch begeven, om daar van de ijspret te genieten. Op een van de vele slooten en grachten in den omtrek verscheen de Prinses op de schaats en de kleine Beatrix zat in een sleetje. Zij was gekleed in haar blauwe pakje en het mutsje met bontrand en was warm toege dekt met een plaid. In den stralenden zon neschijn heeft de kleine Prinses zich bij zonder goed vermaakt. PRINSES JULIANA BIJ HET ROODE KRUIS. Prinses Juliana woonde heden de gewone wekelijksche vergadering van het. dage- lijksch bestuur van het Nederlandsche Roode Kruis bij. NIEUWE BURGEMEESTERS VAN HILVERSUM EN TILBURG. Bij kon. besluit van 11 Januari 1940, is met ingang van 15 Januari 1940, benoemd tot burgemeester der gemeente Tilburg: mr. J. C. A. M. van de Mortel. De heer van de Mortel is geboren 19 Juli 1880, is wethouder van Tilburg en lid der Eerste Kamer. Bij K. B. van 11 Januari 1940, is, met ingang van 1 Februari 1940, benoemd tot Dit nummer bestaat uit vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland ACTIVITEIT DER DUITSCnE LUCHT MACHT BIJ DE ENGELSCHE KUST. (2« blad). VERSCHEIDEN SCHEPEN GEZONKEN (2e blad). DE STRIJD DER FINNEN. (2e blad). Binnenland EEN WETSONTWERP TOT INSTEL LING VAN EEN FONDS VOOR DE OECONOMISCHE VERDEDIGING. (2e blad). HET NEUTRALITEITS-STANDPUNT ONZER REGEERING .(1ste blad). BURGEMEESTERS VAN TILBURG EN VAN HILVERSUM. (1ste blad). YOEGOSLAVIë EN HET COMMUNISME. In een verklaring aan de pers ter gele genheid van het Nieuwe jaar heeft Mgr. Korochetz, de voorzitter van de Senaat van Yoegosl-avië, heftig geprotesteerd te gen de oomim'undstisohe propaganda in Yoegoslavië. Hij zeide onder meer: „In plaats van te werken voor den vre de, veroorzaakt het communisme den oor log; in plaats van democratie brengt het de verschrikkelijkste tyrannic; In plaats van de scholen te vulLen, vult het de ge vangen i®sen; de arbeiders worden uitge buit ten bate van het Staatskapitalisme. De Russische communistische propaganda is een groote leugen." burgemeester der gemeente Hilversum: mr. dr. K. L. Y. C. M. I. baron de Wijker- slooth de Weerdesteijn. De nieuwe burgemeester van Hilversum is geboren te Utrecht 25 Juli 1901. Hij oefent de functie uit van advocaat en pro cureur en is plaatsvervangend kanton rechter te Utrech t,lid van de Provinciale Staten van Utrecht en hoogheemraad van het hoogheemraadschap Lekdijk Boven- dams. VOORLOOPIG GEEN SALARIS-ACTIE. Besluit Landelijke Groep Gem.- Ambtenaren A.R.K.A In de huishoudelijke vergadering van de Landelijke Groep Gemente-ambtenaren van de A.R.K.A., die Donderdagmorgen als onderdeel van de jaarvergadering te Utrecht is gehouden, werd het standpunt van het bestuur besproken, voorloopig geen actie te voeren tot herziening der sa larissen in de diverse gemeenten, in af wachting van de resultaten in de Centrale Commissie voor overleg voor de Rijksamb tenaren. Met één stem tegen werd dit stand punt goedgekeurd. TIEN MILLIOEN BLOEMKOLEN DOOR VORST VERNIETIGD. In een vergadering van de Westfriesche Tuindersorganisatie werd vastgesteld, dat bijna 10 millioen te velde staande bloemko len door de vorst zijn vernietigd. In verband met den noodtoestand ln de Streek werd besloten een request aan de regeering te zenden. UITVOER VAN EIEREN. De twee groote klanten. Ons land heeft in de week van 1 tot en met 8 Januari nagenoeg 28 millioen eieren (waaronder ruim twee millioen eenden eieren) uitgevoerd. Van de 28 millioen gingen er een kleine 19 millioen naar Engeland en millioen naar Duitschland. BOTERHEFFING. Het bedrag van de heffing en steunuit- keering op boter is, behoudends tusschen- tijdsche wijziging, voor de wek van 11 tot 18 Januari vastgesteld op 80 cent per K.G. (onveranderd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1