Nieuwe overwinning der
Finnen
Bij Raate een Russische divisie
vernietigd
Oorlogsnieuws
De Hongaarsch-
ltaliaansche
besprekingen
BINNENLAND
DINSDAG 9 JANUARI 1940
DE LEIDSCHE COURANT
■nynmr m n - r R
DE DERDE GROOTE SLAG
EEN RIJKE BUIT.
Naar Reuter uit Helsinki meldt, deelt
het gisteren uitgegeven Finsche legerbe-
richt het volgende mede:
In de afgeloopen dagen Is het voornaam
ste doel van den strijd geweest de 44ste
Russische divisie terug te slaan die op
rukte uit de richting Raate naar Suomus-
salmi. Dat is thans bereikt. De vijandelij
ke strijdmacht is vernietigd. Ruim duizend
krijgsgevangenen werden gemaakt en
veel buit viel ons tot dusverre in handen,
o.m. 102 stukken geschut, 43 tanks, 10
pantserwagens, 1 vliegtuig, 20 tractors, 278
motorrijtuigen van verschillende soorten,
waarbij zich tien anti-tankwagens bevon
den, gewapend met vierloopsluchtafweer-
geschut, 1170 paarden, ontelbare andere
wapens en 47 veldkeukens.
De zuivering van het terrein en de ver
zameling van den buit gaan nog voort.
Aan de andere fronten was het betrek
kelijk rustig, behalve de gebruikelijke
activiteit van patrouilles en artillerie.
Finsche patrouilles hebben verscheidene
Russische patrouilles vernietigd, evenals
verbindingsmiddelen.
Ter zee: niets van belang.
In de lucht: zeer rustig; er waren nau
welijks vijandelijke vliegtuigen te zien.
Sedert de overwinning van Suomussal-
mi, aldus vult Havas het bovenstaande
aan, waren de gevechten voortgezet langs
den nauwen weg, die over Raate naar de
grens leidt. Deze weg loopt door een woes
te streek, die met bijna ondoordringbare
wouden bedekt is.
Na den nederlaag van de 44e Russische
divisie beschouwt men de voornaamste
vijandelijke strijdkrachten in dezen sector
als vernietigd. Naarmate de Finnen het
veroverde terrein zuiveren, stijgen de cij
fers van den buit.
De 44ste Russische divisie is, aldus nog
Reuter, voor een groot deel verslagen met
behulp van oorlogsmateriaal, dat buit ge
maakt was op de 163e divisie, die een
week geleden aan hetzelfde front werd
vernietigd.
De Russen rukten op van Raate, in een
nieuwe poging om in Westelijke richting
vorderingen te maken naar de Bothnische
golf. Na een korte campagne zagen de
Russen zich afgesneden van hun voedsel
voorraden en verbindingsmiddelen. Hun
zware materiaal bleef in de moerassen
steken.
NOG GROOTER SUCCES DAN BIJ
SUOMOSALMI.
De Finsche overwinning, waarvan in
het legerbericht melding gemaakt wordt,
is ongetwijfeld de grootste, tot dusverre
door de Finnen behaald. In drie weken
tijds hebben zij drie Russische divisies
vernietigd, één by Tolvajaervi, één bij
Suomosalmi en de derde tusschen Suomo-
salmi en Raate. Een Russische divisie is
15000 tot 18000 man sterk. De Finsche
oorlogsbuit is zeer aanzienlijk. Ook dit
maal hebben de Finnen de tactiek van
patrouilles gevolgd. Deze patrouilles sne
den de ravitailleeringsafdeelingen van
den vijand af en verrastten de opmarchee-
rende troepen of de verkenningsafdeelin
gen. De Finsche luchtmacht heeft een vrij
belangrijke rol gespeeld door de Russische
kampementen en convooien tot vrij ver
op Russisch gebied aan te vallen. In een
strijd van één tegen tien hebben de Fin
nen ten volle gebruik gemaakt van hun
patrouilletechniek en hun bewegingssnel
heid.
NIETS GEBEURD. ZEGT MOSKOU.
Het Russische hoofdkwartier deelt me
de: Op 8 Januari heeft zich aan het front
niets van belang voorgedaan. In de distric
ten Ukhta, Repola en Petrozavodsk acti
viteit van patrouilles verkenners. Op de
landengte van Karelië activiteit van ver
kenners. geweer- en machinegeweervuur
en optreden der artillerie van beide zij
den.
Wegens het ongunstige weer heeft de
Russische luchtmacht alleen verkennings
vluchten gemaakt.
HULP VOOR DE FINNEN.
Oorlogsmateriaal voor Finland in
Duitschland opgehouden.
Havas meldt, via Brussel, uit Berlijn:
Een groote hoeveelheid voor Finland
bestemd oorlogsmateriaal, welke over
Duitschland werd verzonden, is door dit
land opgehouden. Het zou in de eerste
plaats oorlogsmateriaal, afkomstig uit Ita
lië. betreffen.
Duitsche kringen geven daarvan voor
alsnog geen enkele rechtvaardiging van
jurdischen of politieken aard.
De hulp der Vereenigde Staten.
De Amerikaansche gezant te Bern heeft
den secretaris-generaal van den Volken
bond een nota overhandigd met het ant
woord der Amerikaansche regeering ten
aanzien van de hulpverleening aan Fin
land. De nota is gedateerd op 5 dezer en
heeft den volgenden inhoud:
„Ik heb de eer u mede te deelen, dat
ik instructies heb gekregen van mijn re
geering om u de ontvangst te bevestigen
van uw mededeeling van 28 December
1939 betreffende de resolutie, die is aan
genomen door de Volkenbondsvergadering
van 14 December 1939 ingevolge het be
roep van de regeering van Finland op ma-
terieelen en humanitairen steun, en waar
in gevraagd werd of mijn regeering u in
staat zou kunnen stellen de Finsche re
geering mede te deelen, dat zij bereid is
haar te helpenen in welke mate.
Ten antwoord heb ik instructies gekre
gen te verklaren, dat de regeering der
Vereenigde Staten sedert den aanvang der
vijandelijkheden tastbare bewijzen heeft
gegeven van haar sympathie voor volk en
regeering van Finland in den huidigen
toestand. Bovendien hebben het Ameri
kaansche Roode Kruis en particuliere or
ganisaties steun verleend aan het Finsche
volk en raadplegen zij de Finsche regee
ring over de meest doeltrefefnde wijze van
voortzetting dier hulp en' vergrooting
daarvan.
Deze bijstand zal ongetwijfeld bezield
worden door de rapporten over de be
hoeften die de Finsche regeering bij het
Volkenbondssecretariaat indient en mijn
regeering is van meening, dat hel recht-
streeksch overleg, dat door haar is inge
steld, tezamen met het Amerikaansche
Roode Kruis en de particuliere organisa
ties, met de Finsche regeering in staat zal
zijn om verwarring in het streven naar
hulp te vermijden".
Senator Glass, die een sterk voorstan
der van bezuiniging is, heeft verklaard,
dat een regeeringsleening aan Finland ge
rechtvaardigd zou zijn Hij zeide: „Ik zou
willen, dat wij al het mogelijke voor Fin
land zouden doen, behalve er een leger
heenzenden. Met andere woorden: ik ben
niet neutraal in woord en gedachte".
Senator Brown, van Michigan, heeft een
ontwerp ingediend, dat de Reconstruction
Finance Corporation zou machtigen tot het
verstrekken van een leening van 60 mil-
lioen dollar aan Finland. Volgens zijn
ontwerp zou Finland dit geld voor alle
doeleinden mogen gebruiken, ook voor het
koopen van oorlogsmateriaal, waar dan
ook.
HET FRANSCHE LEGERBERICHT.
Het Maandagavond uitgegeven Fransche
legerbericht luidt als volgt:
Niets belangrijks te melden.
BRITSCH STOOMSCIP DOOR DUITSCHE
DUIKBOOT AANGEVALLEN.
Gemeld wordt dat het Britsch schip
„Highland Patriot" (14.172 ton) door een
Duitsche duikboot op de reis uit Europa
naar Zuid-Amerika, is aangevallen.
Er werden torpedos afgevuurd, die allen
misten. De duikboot kwam later boven en
heeft herhaaldelijk doch zonder resultaat
gevuurd. De „Highland Patriot" beant
woordde het vuur en het gevecht heeft twee
uur geduurd. Tenslotte verdween de duik
boot en kon het schip de reis in Zuidelijke
richting voortzetten.
Gemeld wordt, dat 'aan boord van de
„Highland Patriot" één persoon is gedood,
nl. een Portugeesch passagier.
BELGISCHE TRAWLER VERMIST.
Sedert twaalf dagen heeft men niets meer
vernomen van den te Oostende thuis be-
hoorende trawler „B 24 Adeline", welke
was uitgevaren voor vischvangst op de
Noordzee. Men vreest dat het schip op een
mijn is geloopen.
DE DUITSCHE PERSAANVALLEN OP DE
NEUTRALEN.
Belgische politieke kringen nemen met de
grootste kalmte kennis van de aanvallen,
die de Duitsche pers de laatste dagen ge
daan heeft op de neutralen, die den Volken
bond trouw zijn gebleven.
Zij zien hierin een nieuwe episode van
den zenuwenoorlog en zien zelfs niet de
hypothese onder de oogen, dat deze aan
vallen op eenigerlei wijze verandering zou
den kunnen brengen in de houding van
België ten opzichte van het Geneefsche in
stituut. Het is gemakkelijk te constateeren,
dat de openbare meening, evenals de lei
dende kringen, zich minder gevoelig toont
voor den druk, die men door middel van de
pers of op andere wijze op haar racht uit
te oefenen.
DALADIER HEEFT EEN ONGELUK
GEHAD.
Het bureau van den Franschen minister
president deelt mede:
Minister-presider.t Daladier heeft Zondag
middag een ongeluk van niet ernstigen
aard gehad. De dokters hebben vastgesteld,
dat de middelvoetbeentjes van een der voe
ten gebroken zijn. Zij zijn gezet en de toe
stand van den premier is bevredigend.
Na door de doktoren behandeld te zijn,
heeft Daladier zich naar het departement
van oorlog begeven, waar hij zijn werk
zaamheden onverwijld heeft hervat
Een vrouwenhand,
die 's avonds even niet Purol wordt inge
wreven, is, hoe ruw en rood zij ook van het
huishoudelijk werk moge zijn, weer spoedig
wit als sneeuw en zacht als «ij. Doos 30-60 ct.
931
COMMENTAREN.
Londen ziet goedkeurend toe.
Graaf Csaky, de Hongaarsche minister
van buitenlandsche zaken is gistermiddag
om 18 uur 5 uit Venetië naar Boedapest
vertrokken.
Ofschoon het officieele Engelsche stand
punt naar aanleiding van de besprekingen
tusschen Ciano en Csaky nog niet bekend
is, heeft men, naar de diplomatieke cor
respondent van Reuter verneemt, in welin
gelichte kringen de overtuiging, dat alles
wat den vrede op den Balkar beoogt de
goedkeuring van de Britsche regeering
wegdraagt.
ITALIAANSCHE PERSSTEMMEN.
Over de besprekingen tusschen Ciano en
Csaki schrijft de „Tribuna" o.m.:
De opheldering in de betrekkingen tus
schen Hongarije en de aangrenzende lan
den, welke bij de besprekingen behandeld
is, is niet gemakkelijk te verwezenlijken.
Het gaat er om oude kwesties te regelen,
welke direct uit Versailles voortvloeien.
De reeds afgelegde weg geeft echter het
recht te hopen op de nieuwe ontwikkeling
van dit plan van evenwicht en rechtvaar
digheid. dat de wezenlijke belangen van
niemand raakt.
Ten opzichte van de positie van de
Italiaansch-Hongaarsche overeenstemming
tegenover Rusland, wijst het blad er op,
dat Hongarije in staat zou zijn zonder
hulp een eventueel Sovjet-Russisch ideolo
gisch offensief te keeren. Ten aanzien van
de mogelijkheid van een agressie van het
Russische leger tegen Hongarije, vloeit het
standpunt van Italië voort uit zijn steeds
tegenover Moskou in acht genomen anti
communistische houding. Voor Italië vormt
het bolsjewisme gen motief tot een inter
nationaal geschil, zoolang het een ver
schijnsel blijft in het Russische binnenland;
het zou echter anders zijn, wanneer het
roode régime zou trachten absurde plan
nen van gewapende expansie ten uitvoer
te leggen. Een ontspanning echter tusschen
de landen van het Donau-bekken en den
Balkan en vreedzame samenwerking dier
landen zouden wijzen op een kracht, wel
ke op korten of langen termijn het hoofd
zou kunnen bieden aan ieder bedreiging.
De „Lavoro Fascista" schrijft, dat Italië
hoopt op de afsluiting van een realistisch
accoord tusschen Hongarije en Roemenië,
te meer, daar deze twee landen geroepen
zy'n een gemeenschappelijke levens- en be
schavingsopvatting te verdedigen tegen het
gevaar van een bolsjewistischen opmarsch
in het Noorden en centrum van Europa.
Gayda wijdt in de „Giornale d'Italia" een
beschouwing aan het resultaat van de ge-
dachtenwisseling. Hij schrijft daarin o.m.:
Ieder wordt er van op de hoogte gebncht,
dat Hongarije aan den kant van de Ita-
liaansche politiek staat in zijn oriënteering
en methode, evenals Italië aan Hongaar-
schen kant staat in de speciale problemen,
welke Hongarije heeft gesteld. Italië en
Hongarije zijn er tegen gekant, dat de oor
log zich uitbreidt naar Zuid-Oost-Europa
en de Middellandsche Zee. Maar, het ligt
voor de hand, dat het voornemen van Hon
garije om zijn problemen langs vreedza-
men weg tot oplossing te brengen, geen
voorwendsel kan worden voor andere be
trokken mogendheden om zich te onttrek
ken aan een oprechte bestudeering en een
redelijke oplossing van de nog hangende
problemen. Het is goed er aan te herinne
ren, dat Europa een zeer verwarden tijd
beleeft en dat men een noodlottige dwaling
zou begaan door te trachten gevallen, die
nog vreedzaam geregeld kunnen worden,
door maatregelen van rechtvaardigheid,
te onttrekken aan dit beginsel.
HONGAARSCHE COMMENTAAR.
Stefani meldt uit Boedapest:
De commentaren van de Hongaarsche
dagbladen over de besprekingen te Vene
tië kunnen als volgt worden samengevat:
1. De gedachtenwisselingen zijn gevoerd
in een sfeer van groote hartelijkheid.
2. De Italiaansch-Hongaarsche vriend
schap wordt steeds nauwer en hechter.
3. De belangen van beide landen in het
Zuid-Oosten zijn volkomen identiek.
4. De richtlijnen der buitenlandsche po
litiek van beide landen loopen evenwijdig.
5. De beide landen willen vrede en recht
vaardigheid.
6. De beide landen nemen een gelijke
houding aan ten aanzien van den huidigen
Europeeschen oorlog.
7. Italië en Hongarije wenschen een
sterk Zuid-Slavië.
8. Noch Italië, noch Hongarije zullen
eenigerlei militaire actie beginnen in het
Donaubekken en op den Balkan, zoolang
hun vitale belangen niet worden geschon
den.
9. Geen der beide landen staat gunstig
tegenover de vorming van een Zuid-Oos
telijk blok.
10. De Italiaansch-Hongaarsche eensge
zindheid vormt het hechtste bolwerk voor
den Europeeschen vrede en is tegen nie
mand gericht.
Volgens de „Pester Lloyd" zou Ciano in
het a.s. voorjaar naar Hongarije gaan om
met Csaky de gedachtenwisseling voort te
zetten.
GROENE ERWTEN ZONDER BON.
Tegelijk met de distributie van brui
ne boonen op 19 Januari, zal de distri
butie van groene en spliterwten beëin
digd worden, waardoor voor dit artikel
de vrijheid voor de consumenten weer
hersteld wordt
EEN DAG EXTRA-LOON VOOR HET
STEUNCOMITé.
Het dagelijksch bestuur van het Algemeen
Steuncomité 1939 deelt mede, dat van een
conducteur der Nederlandsche Spoorwegen
een schenking is ontvangen van een bedrag
van een dag extra-loon. Moge dit voorbeeld
zoo voegt het er aan toe tot navolging
strekken.
VERGOEDINGSREGELING VOOR
ZELFSTANDIGE VRIJGEZELLEN.
Menagegel d-regeling staat op het punt te
verschijnen.
Voor de ongehuwde militairen, de z.g.
zelfstandige vrijgezellen, bestaat nog geen
enkele vergoedingsregeling, zooals voor de
kostwinners.
Wij meldden onlangs, dat bij het depar
tement van Defensie het besef echter leven
dig is, dat ook zij door hun opkomst in
werkelijken dienst nadeelen ondervinden,
die niet zonder meer mogen worden voor
bijgegaan. Gebleken is, dat deze menschen
o.m. moeilijkheden hebben, doordat zij hun
meubelen moeten opbergen, tijdens de ver
lofdagen gelegenheid ontberen in eigen om
geving te vertoeven, enz.
Sinds geruimen-tijd is men ten departe-
mente thans ook doende een regeling te
ontwerpen, die deze en dergelijke moeilijk
heden zou kunnen ondervangen. De rege
ling moet er, zoo zeide men ons bij na
vraag, komen. Het werk is echter niet zoo
heel eenvoudig, omdat die regeling prac-
tisch uit het niets moet worden opgebouwd.
Intusschen is een ontwerp gereed gekomen,
dat nog verschillende stadia moet door-
loopen en aan diverse instanties is toege
zonden om advies. Er is gedacht aan een
vergoeding voor kamerhuur, voor het bp-
bergen van meubelen, uitgaven voor vak
bondscontributies, enz.
Van talmen is bij de regeeringsinstanties
geen sprake. Er wordt integendeel hard aan
de regeling gewerkt en met medewerking
van alle instanties, die aan de voorbereiding
ervan deel hebben, laat het zich aanzien,
dat de definitieve vergoedingsregeling niet
lang meer op zich behoeft te laten wachten.
Ook is een regeling in voorbereiding voor
de vergoeding van menagegeld. Hiervoor is
een wijziging noodig van het reglement van
administratie, dat een Koninklijk Besluit is
en dus ook by Koninklyk Besluit moet wor
den geregeld.
Naar wij vernemen, kan dit Koninklyk
Besluit elk oogenblik afkomen. De minister
van Defensie heeft er reeds zijn bekrachti
ging aan gegeven.
Deze regeling zal voor iederen dienst
plichtige gelden, die met periodiek verlof
gaat. Aanvankelijk lag het in de bedoeling
haar in de gewijzigde kostwinnersvergoe
dingsregeling op te nemen, doch de minis
ter heeft daarvan afgezien om te vermyden,
dat in dat geval de niet-kostwinners er
buiten zouden vallen. „Vooruit".
DE EXTRA-TOESLAG VOOR DEN
BOTER-EXPORT NAAR ENGELAND.
Op de vragen van den heer Algera be
treffende de extra-toeslagregeling voor den
boterexport naar Engeland gedurende het
tydvak van 812 September 1939, met na
me of het waar is, dat de Nederlandsche
zuivelcentrale slechts mededeeling heeft
gedaan aan een beperkt aantal exporteurs
en niet aan alle, en dat de regeling slechts
voor eerstgenoemde exporteurs heeft ge
golden, heeft de minister van economische
zaken voor wat het laatste betreft, beves
tigend geantwoord.
Het betrof hier een uitzonderlijken maat
regel, welke op korten termijn diende te
worden getroffen, ten einde een anders te
verwachten belangrijke daling van de
commissie-noteering voor Nederlandsche
boter tegen te gaan. Uit practische over
wegingen is derhalve aan een beperkt aan
tal exporteurs, nJ. de dertien grootste, ge
legenheid gegeven in het tydvak van 8
t.m. 11 September 1939 boter met een ex
tra-toeslag naar Engeland uit te voeren.
In de periode, waarvoor de onderhavige
toeslagregeling gold, hebben van de niet
ingeschakelde exporteurs drie exporteurs
eveneens een beperkt quantum boter naar
Engeland uitgevoerd.
De minister heeft besloten, ook aan deze
exporteurs alsnog den extra-toeslag te
doen toekennen.
NOODTOESTAND IN DEN
VISCHHANDEL.
Telegrammen aan de ministers.
De Nederlandsche bond van kleinhande
laren in het visch. en haringbedryf, heeft
den minister-president en de ministers van
Economische en Sociale Zaken telegrafisch
ervan in kennis gesteld, dat de noodtoe
stand in den vischhandel, inzonderheid voor
de visch winkeliers en standplaatshouders,
catastrophale vormen aanneemt. De organi
satie verzocht den ministers dringend hulp
te willen verleenen. Het hoofdbestuur VToeg
hierover tevens een onderhoud met de
ministers aan.
HET MILTVUUR.
Krachtige maatregelen tegen
„De Adelaar".
Zooals gemeld Is men bij het onderzoek
naar de oorzaak van de sterke verbreiding
van het miltvuur onder het vee, tot de con
clusie gekomen, dat de verwerking van
niet-ontlymd beendermeel in mengvoeders
gevaar kan opleveren voor miltvuur.
Gebleken is, dat in de mineralenmeng-
sels, bereid door de Utrechtsche krachtvoe-
derfabriek „De Adelaar" te De Bilt, been
dermeel inplaats van ontlymd beender
meel voorkomt.
De regeeringcommissaris voor den akker
bouw en de veehouderij by besluit van 5
Januari j.l. heeft bepaald, dat aan erkende
distribuanten van mineralenmengsels en
mengvoeder tot nader order niet wordt toe
gestaan van genoemde krachtvoederfabriek
mineralenmengsels te betrekken.
In de fabriek „De Adelaar" is in afwij
king van de door de overheid vastgestelde
mengvoorschriften beendermeel gebruikt
in plaats van ontlymd beendermeel. Mi
neralen op zichzelf kunnen nooit gevaar
voor miltvuur opleveren. Dit geldt ook
voor ontlijmd meendermeel, dat zoo hoog
verhit wordt, dat alle sporen gedood zyn.
Ook andere mineralen kunnen geen spo
ren bevatten.
Anders staat het evenwel met beender
meel, dus niet-ontlijmd bendermeel.
De door de overheid tegen „De Ade
laar" genomen maatregelen, het intrekken
van de vergunning tot het afleveren van
mineralenmengsels en mengvoeders, is ge
schied, omdat de fabrikant in strijd met de
voorschriften heeft gehandeld.
In de circulaire, welke de regeerings-
commissaris voor den akerbouw en de vee
houderij aan de distribuanten heeft gezon
den, wijst de regeeringscommissaris nog
op het volgende:
Daar slechts mineralenmengsels, samen
gesteld overeenkomstig de voorschriften
van het rijksbureau mogen worden ver
werkt, dient u de sinds 27 November 1939
van genoemde fabriek betrokken minera
lenmengsels alsmede het mengvoeder,
waarin die mineralenmengsels zijn ver
werkt, af te zonderen en ter beschikking
van de regeering te houden. Voorts dient
u, in geval u mineralenmengsels, afkom
stig van „De Adelaar" na 27 November
1939 hebt doorverkocht, de koopers daar
van met het bovenstaande in kennis te stel
len, onder de mededeeling, dat de daarin
u opgelegde verplichtingen ook voor hen
gelden.
Den distribuanten wordt in deze circu
laire tevens verzocht een schriftelijke op
gave van bovenbedoelde koopers benevens
de verkochte hoeveelheid ten spoedigste
te verstrekken aan het Rijksbureau voor
de Voedselvoorziening in Oorlogstijd, af-
deeling veevoederdistributie, Lange Voor
hout 10, 's-Gravenhage.
De plaatselijke politie te De Bilt heeft
opdracht gekregen controle uit te oefenen
op de fabriek, opdat geen mineralenmeng
sels deze fabriek meer verlaten.
TUINBOUW EN BOLLENTEELT.
Op de vraag door den heer Wijnkoop aan
den minister van economische zaken op 7
December j.l. gesteld of de minister het
daarheen wil leiden, dat aan telers van
bloembollen, die ingevolge de door den
minister bevolen maatiegelen 50 pet. op
hun bloembollenver gunning moeten be
krimpen, en zoodoende dus gronden vrij
krijgen, op deze vry gekomen gronden
tuinbouwteeltvergunning en vergunning
tot het telen van zaaizaad worde verleend,
heeft de minister thans bericht, dat het
niet mogelijk is, binnen den gestelden ter
mijn te antwoorden. Het antwoord van
den minister ondergaat derhalve eenig uit
stel.
R.K. MIDDENSTANDSBOND IN HET
BISDOM HAARLEM.
Dezer dagen kwam het hoofdbestuur van
den R.K. Middenstandsbond in het bisdom
Haarlem in vergadering bijeen.
Na de opening door den bondsvoorzitter
en behandeling van diverse mededeelingen,
werden de notulen, het maandverslag van
het centraal bureau en het financieel ver
slag over November 1939 goedgekeurd.
De geestelijk adviseur hield ees geeste
lijke overweging over „Het nieuwe jaar en
den nieuwen mensch".
Achtereenvolgens werden besproken
financieele steun aan het actie-comité Vo
le: dam, uitgave gedenkboek: „meer dan 30
jaar getuigen", cultureeele Hanze dagen in
1940; verslag over de gevoerde besprekin-
ge n inzake evacuatie en middenstand,
zakenverlof en adviescommissies, Midza-
actie, propaganda-actie voor de midden
standsretraite Zuid-Holland en Zeeland in
Mr art a.s. te Noord wykerhout, verslag van
de N.R.K.M. vergadering op 18 December
1939, stichting het Nederlandsch midden
stands voorzianingsfonds, kortingstelsel en
ambtenaren in overheidsdienst.
Als datum voor den voorjaars centralen
raad werd vastgesteld Woensdag 29 Mei a.s.
Na de behandeling van de vele inge
komen stukken, sloot de voorzitter na de
rondvraag dez? eerste hoofdbestuursverga
dering in het nieuwe jaar.
F. K. J. HERINGA, t
In 67-jarigen ouderdom is te 's Graven-
hage overleden den heer F. K. J. Heringa,
oud-raad-adviseur van het departement
van Economische Zaken.