DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN fZ)c maedige tegenótand det 5.itutm Wat zullen zij nog doen? Een nieuwjaarsbrief Kardinaal Innitzer £aat on* bidden am wtede DINSDAG 9 JANUARI I3W 31ste Jaargang No. 9531 S)e £cicbelie0oii^cmt Adv. en Abonn.-tarieven zie pag 2. Giro 103003. Postbus 11. KOLENDAMPVERGIFTIG NIEUWERSLUIS. In den afgeloopen nacht te Nieuwersluis bij een eet peval van kolendamnvercifti Bureaux Papengracbt 32. Telefoon: Redactie 20015. Administratie 20935. V Kerk en Slaat Een der ernstigste on-christelijke theo rieën en praktijken is, dat men den Staat toekent gezag over alles, wat geschiedt buiten de muren van een kerkgebouw. Binnen het kerkgebouw wil men de Kerk nog wel vrijheid toekennen, zij 't dan ook onder controle van den Staat.... Ten onzent noemt men van zekere zijde alle actie van de Katholieke Kerk in het openbare leven „politiek katholicisme"! Dat een dergelijke opvatting wordt ge huldigd door Godloochenaars en bestrij ders van Kerk en Godsdienst 't is ver klaarbaar. Maar 't is haast onverklaarbaar, 't is dwaas, dat men het wil doen voorkomen, alsof.... ook katholieken zélf zouden kun nen aanhangen een dergelijke opvatting over de taak van de Kerk, over „politiek katholicisme"! Dat is haast onverklaarbaar en dwaas, maar: 't geschiedt, helaas. De Kerk heeft het recht en de plicht Haar leer te propageeren op héél het terrein van het menschelijk leven; er naar te streven, de wetten Gods te doen er kennen en eerbiedigen door héél de sa menleving. Herhaaldelijk heeft daarom de Paus veroordeeld die strevingen, welke dit recht van de Kerk willen terugdringen. Morgen is het vijftig jaren geleden, dat Paus Leo XIII de encycliek „Sa- pientiae Christianae" uitvaardigde. Met de strekking van deze éncycliek stemt overeen de inhoud van meerdere later verschenen encyclieken, o.a. de eerste en cycliek van Paus Pius XII „Summi Pon- tificatus". Wij willen vandaag een paar passages uit eerstgenoemde encycliek citeeren: In „Sapientiae Christianae" schrijft de Paus ojn.: „Voor de Christenen is het schild der wereldlijke macht heilig; zij zien daarin de glans en de gelijkenis der goddelijke autoriteit, ook wanneer deze wereldlijke macht door een onwaardig persoon wordt uitgeoefend. Eerbied voor de wetten, niet uit dwang of uit angst voor straffen, is een gewetensplicht. Wanneer echter de wetten der wereldlijke overheden open lijk in strijd zijn met Gods rechten, wan neer zij de Kerk onrecht aandoen, wan neer zij lijnrecht staan tegenover de plichten van het geloofsleven of de auto riteit van Christus in den persoon van den H. Vader schenden, dan is verzet tegen zulke wetten een plicht, dan is gehoor zaamheid een zonde; de staat zelf zou slechts nadeel ondervinden van gehoor zaamheid aan deze wetten, want de zonden tegen het geloof zijn ook voor den staat een nadeel. Het is duidelijk, dat men dit geen opstandigheid kan noemen, want op geenerlei wijze wordt gehoorzaamheid ge weigerd aan het staatsopperhoofd en aan de wetgevers. Men gehoorzaamt alleen niet aan die voorschriften, die zij niet mochten uitvaardigen, omdat het uitvaar digen daarvan Gods rechten schendt. Der gelijke voorschriften zijn onjuist en daar om allesbehalve een wet". En verder: „Het is een misdaad, aan God onge hoorzaam te worden, om aan de men- schen genoegen te doen; het is een mis daad, de wet van Christus te breken, om de wereldlijke overheden te gehoorzamen; het is een misdaad, de rechten van de Kerk te vertrappen, om de burgerrechten te behouden. Niemand is een beter staats burger in rustige en onrustige tijden dan de christen, die zich bewust is van zijn plicht; hij moet bereid zijn liever alles te dulden, zelfs den dood te ondergaan, dan de Zaak Gods of van de Kerk prijs te ge ven. Zij die een dergelijke standvastig heid afkeuren en als opstandig kenmer ken begrijpen daarom weinig van de be- teekenis en van het wezen der wetten. Een wet is dan alleen een wet, wanneer het een verstandig bevel is, dat door de rechtmatige overheid met het oog op het algemeen welzijn wordt uitgevaardigd. Een gezag is alleen dan werkelijk recht matig, wanneer het uitgaat van God, den hoogsten Heerscher, den Heer over alles; Hij alleen is in staat om aan een mensch macht te geven, om over menschen te be velen". De Sovjets zelf hebben erop gewe zen, dat zij concessies van Finland vroegen, om in staat te zijn de stad Leningrad beter te verdedigen. Wat zou dan logischer zijn dan te zeggen: Leningrad zou dus ge makkelijk door de Finnen ver overd kunnen worden? In onderstaande bijdrage wordt dit probleem uitvoerig besproken. Het zijn Fransche bladen geweest, die in hun enthousiasme over de moedige te genstand van de Finnen aan de Finsche legerleiding den raad hebben gegeven, al le krachten te verzamelen voor een aanval op Leningrad. Hebben de Russen zelf niet beweerd, dat de positie van Leningrad uiterst hache lijk is? Dat ie stad binnen het bereik ligt der Finsche artillerie? Dat de stad van de zeezijde uit niet goed verdedigd kan wor den, zoolang Rusland niet over bepaalde eilanden in de Finsche golf beschikt? De zaak is helaas minder gemakkelijk, dan de.Franschen meenen, en in het Bel gische blad „La Cité Nouvelle" heeft de bekende kolonel Requette een uitvoerig antwoord gewijd aan deze voorstelling van zaken. Hij zegt, dat de Fransche bladen hier mede een slechten dienst zouden bewijzen aan Finland, als de legerleiders van dit land zich tenminste door deze persuitingen zouden laten overtuigen. Wanneer de Finsche legerleiders een of fensief zouden ontketenen in Karelië, dan zouden zij daardoor allerlei voordeelen aan de Russen geven. En dit is absoluut af keurenswaardig, gezien het feit, dat de Russische artillerie verder draagt dan de Finsche en dat Rusland over enorme ef fectieven beschikt. De Finnen moeten de terrein voordeelen enz. uitbuiten, en deze niet ter zijde stel len of geheel aan de zijde der Russen la ten. Finland moet spaarzaam zijn, niet alleen met munitie, maar vooral met manschap pen. Wat zou een offensief tegen Lenin grad te beteekenen hebben, wat zou de verovering van Leningrad voor sucessen brengen, als het Finsche leger daarmede totaal was uitgeput? Wat maakt het ver lies van enkele honderden vierkante kilo meters in een land, dat tienduizenden vierkante kilometers telt? Een en ander wil niet zeggen, dat de Finnen zich moeten beperken tot zuiver passieven tegenstand. Op verscheidene plaatsen zijn de Finnen ook tot een tegen aanval overgegaan. Maar zij zijn zoo ver standig geweest, om na het bereiken van het tactische doel weer^ zich tot het defen sief te bepalen. Het is een zeer verheu gend verschijnsel, dat de Finsche legerlei ding zich niet door successen heeft laten verblinden, maar een open oog heeft voor realiteit. Om zeker te zijn van het gewenschte succes van een aanval op Leningrad, zou den de Finnen op de allereerste plaats moeten beschikken over de noodige zwa re artillerie, waarover zij op dit oogenblik nog niet beschikt. Óok het technisch per soneel zou daarvoor uitgebreider moeten zijn, hoewel Finland over uitmuntend op geleide officieren beschikt. Finland zou gróote eenheden tanks moeten bezitten, die absoluut noodzakelijk zijn, om zon der al te groot verlies stellingen te nemen. Bovendien zou een groote luchtmacht noo- dig zijn, en dit is vooreerst nog niet te be reiken, gezien de wanverhouding tusschen het aantal Finsche vliegtuigen en de enorm groote Russische luchtmacht. Het win terprogram van het Finsche le ger zou in enkele woorden kunnen worden samengevat: weerstand te bieden en zich voor te bereiden op een zeer harde strijd in het voorjaar. In dez* omstandigheden zijn de ontploiingsmogelijkheden van het Finsche leger beperkt, maar men kan ook niet zeggen, dat zij geheel en al ontbreken. Al is er geen sprake van een snelle in name van Leningrad, niettemin zou men veel afbreuk kunnen doen aan deze stad, als knooppunt van spoorwegen. Een ver nieling der spoorwegen in dit gebied zou veel voordeel kunnen brengen. Tal van transporten moeten uit Lenin grad vertrekken, en een eventueele ver nietiging der spoorwegen zou de aanvoer van munitie en levensmiddelen voor de Russen nog moeilijker maken. In Leningrad kunnen tal van munitie fabrieken gebombardeerd worden, terwijl een bombardement van de vloothaven Kroonstad eveneens van strategisch voor deel kan zijn. Nogmaals dient er echter op gewezen te worden, dat de Finnen daarvoor moeten be schikken over een degelijke luchtmacht, hetgeen echter binnen afzienbaren tijd wel verwezenlijkt zou kunnen worden. Van zeer groot belang zou de vernieling zijn van de spoorweg Leningrad-Moer- mansk, de eenige ravitailleeringsbasis van het Noorderfront van het Ladoga-meer tot aan de IJszee. Deze spoorweg is 1300 Km. lang, en het is voor de Russen onmogelijk om deze spoorlijn op alle punten tegen aan vallen te beschermen. Een raid door de kleine snelle eenheden van de luchtmacht zou zeker resultaat heb ben. Het bombardeeren van depots en sta tions, alsmede van treinen, zou voor de Finnen een belangrijke factor kunnen zijn in hun pogingen, om het de Russen in het Noorden zoo moeilijk mogelijk te maken. Bijna alles hangt echter af van de steun, die aan Finland wordt verleend. Eerst moet het Finsche leger over vol doende effectieven en over voldoende zware artillerie, tanks en vliegtuigen beschikken, alvorens tot een eigenlijk offensief kan wor den overgegaan. Vooralsnog moet men zich tevreden stellen met afweermaatregelen, en hier en daar een poging om de Russen uit reeds veroverde stellingen te verdringen. En dan nog zou het groote Finsche offensief niet gaan in de richting van Leningrad. Maar een beslissend front van een hondertal kilo meters zou geschapen worden tusschen het Ladoga-meer en het One^a-meer. Nu is het Finsche front duizend kilometer lang, het geen veel te groot is voor de kleine Finsche weermacht. Maar dat front zou dan met negen tiende verminderd kunnen worden. Tegelijkertijd zou de verbinding van Le ningrad met Moermansk moeten worden afgesneden. Dit laatste gebied wordt dan van het overige gedeelte van Rusland ge- isoleerd, en het rijke industriebekken van het schiereiland Kolo zou dan geen al te moeilijke prooi worden voor de Finnen. Maar zoo ver is het nog niet. Meer nog dan aansporingen en goeden raad heeft Finland kanonnen noodig, vliegtuigen en munitie! van DE OPOFFERINGSGEZINDHEID VAN VAN KATHOLIEK WEENEN. Sinds begin Mei 1939 werden alle staats subsidies aan de Katholieke Kerk in Oosten rijk ingetrokken. Met groote zorgen zag men de toekomst tegemoet, daar het ge- heele onderhoud der Kerk ten laste zou komen van de vrijwillige bijdragen der Katholieken. In een Herderlijk Schrijven ter gelegen heid van de jaarwisseling haeft Kardinaal Innitzer de Katholieken van Weenen dank gebracht voor hun opofferingsgezindheid. Zelfs in de meest bescheiden omstandighe den zijn groote sommen gemoeid met het onderhoud van de meer dan 500 parochies en de meer dan 1000 zielzorgers, de ker ken, de pastorieën en de seminaria van het Aartsbisdom Weenen. De gcloovigen echter hebben deze zorgen op zich genomen. Het is voor den Kardinaal zeer verheu gend, dat de Katholieken door hun offers een treffend bewijs hebben gegeven van hun trouw aan de Katholieke Kerk. „Het verheugt mij aldus de Kardinaal als bisschop een diocees te bezitten, dat weet, dat de Kerk niet alleen een aangele genheid is van de priesters, maar dat met terdaad belijdt, dat wij allen, geestelijk heid en volk, de Kerk uitmaken. Niets groo- ters kon aan de Kerk van Weenen ge schonken worden dan de levende geloofszin der eerste christelijke tijden." De huidige kerkelijke bijdragen der Ka tholieken zijn inderdaad niets anders dan de offergaven, die de christenen destijds bijeenbrachten voor het vieren der Aga- pen. „Mijn bijzondere dank en zegen geldt voor al diegenen, die zich onbaatzuchtig en met ware offerliefde in dienst hebben ge steld van deze zaak Zooals in de eerste christentijden de gewijde diakens de ma teriele zorgen van bisschoppen en pries ters verlichten, zoo oefenen ook nu de Kerk-besturen en hun helpers, ofschoon niet gewijd, een dienst uit van het Diako- naat". Ten slotteverzekert de Kardinaal, dat de geheele geestelijkheid van het bisdom zich met de meest bescheiden middelen zal tevreden stellen, opdat er geen lasten zul len worden gelegd op die Katholieken, die in nog grooteren nood verkeeren. TE heeft zich itpaar een ging voor gedaan. Kunstmatige ademhaling heeft alleen bij den man succes gehad. Toen vanochtend omstreeks zeven uur de beide knechten van den smid H. M. de Rooy bij den winkel kwamen om hun dag taak aan te vangen, kwamen zij tot de ont dekking, dat hun patroon nog niet in den winkel aanwezig was. Zij vonden dit wel zeer vreemd, doch dachten, dat de Rooy zich had verslapen. De jongens klopten te gen het raam. Dit had evenwel niet het gewenschte resultaat. Een van her schoof hierop een raam open en klom naar bin nen. Via de huiskamer begaf hij zich naar de bovenverdieping, waar het echtpaar sliep. Het kloppen op de slaapkamerdeur bleef eveneens zondier succes. De jongen durfde niet naar binnen te gaan en stelde zich terstond in verbinding met de mili taire politie, die onmiddellijk naar de wo ning ging, waar kolendamp werd waarge nomen. De politie opende de slaapkamer deur en vond het echtpaar bewusteloos op bed. Inmiddels was ook geneeskundige hulp ingeroepen. Anderhall uur paste men kunstmatige ademhaling toe, hetgeen bij den man succes had. Zjjn echtgenoote heeft men niet meer kunnen redden. Het slacht offer was 39 jaar oud. Uit het onderzoek is gebleken, dat zich in de op de benedenverdieping staande kachel kolendamp had ontwikkeld. De toestand van de Rooy is redelijk. GRONINGSCH KUSTVAARTUIG „TRUIDA" OP EEN MIJN GELOOPEN EN GEZONKEN. De uit vier koppen bestaande bemanning gered. Vanochtend is op de Noordzee bij de Noord-Hinder het Nederlandsche motor schip „Truida", thuisbehoorende te Wilder- vank, op een mijn geloopen en gezonken. De geheele bemanning, welke uit vier personen bestond, is gered en aan boord genomen van het s.s. „Tiberius" van de K. N. S. M., dat zich toevallig in de buurt bevond. De „Truida", een kustvaartuig van 176 bruto ton, was met een lading stijfsel op weg van Koog aan de Zaan naar Londen. Het schip was Maandagochtend om acht uur van IJmuiden vertrokken. Kapitein was de heer H. Pinkster uit Groningen. Het schip behoort toe aan den heer E. Heidema uit Alkmaar. De „Truida" was in 1928 op de werf van Jan Smit te Ververlaten gebouwd. De „Tiberius" bevindt zich op weg naar Amsterdam en wordt vanmiddag of van avond te IJmuiden verwacht. DE K. L. M. ALS POSTBODE. Voor Schiermonnikoog en Ameland. Nu het ijs de Waddeneilanden Schier monnikoog en Ameland van het normale verkeer uitsluit, wordt de postverbinding, per vliegmachine onderhouden. Een K. L. M.-vliegtuig zou heden te 13 uur van het vliegveld Eelde vetrtrekken, Schiermonnik oog te 13 uur 20 bereiken, daar de aanwe zige post inladen, te 14 uur naar Ameland vertrekken, daar te 14 uur 15 aankomen, en na ook daar de aanwezige post te heb ben ingeladen, te 14 uur 45 terug naar Eel de vliegen, dat te 15 uur 15 bereikt kan zyn, vanwaar naar Schiphol wordt door gevlogen. Indien de toestand zoo blijft, dat de nor male verkeersmiddelen niet kunnen func- tionneeren, zal Donderdag en Zaterdag as. opnieuw een K.L.M.-vliegtuig de postver binding met deze eilanden onderhouden. LEGERBERICHTEN. PARIJS, 'J Januari (ANP). —Het Fran sche legerbericht van hedenochtend luidt: Gedurende den nacht werden vijande lijke patrouilles op verscheidene punten van het front door ons vuur teruggedre ven. BERLIJN, 9 Januari. (ANP). Het op perbevel van de Duitsche weermacht maakt bekend: Afgezien "an plaatselijke activiteit van patrouilles en verkenning vluchten van het luchtwapen in het Noordelijke deel van de Noordzee waren er geen gebeur tenissen van beteeken is. Dit nummer bestaat uit drie bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland NIEUWE OVERWINNING VAN DE FIN NEN IN HET NOORDEN. (2de blad). De ITALIAANSCIiHONGAARSCHE ONDERHANDELINGEN. (2de blad). Binnenland ECHTPAAR TE NIEUWERSLUIS DOOR KOLENDAMP BEDWELMD. DE VROUW IS OVERLEDEN. (1ste blad). GRONINGSCH KUSTVAARTUIG OP EEN MIJN GELOOPEN EN GEZONKEN. (lste blad). DE „TIMES" DRINGT AAN OP HULP AAN FINLAND. LONDEN, 9 Januari (ANP). De mili taire medewerker van de „Times" spoort geallieerden en neutralen aan, Finland de grootst mogelijke hulp te verleenen, zoo lang het nog tijd is. Hij wijst de argumen ten, dat de Russen geen groote poging zul len ondernemen vóór het voorjaar en dat Finland voordien voldoende hulp zal heb ben, van de hand. Op de eerste plaats is het niet zeker, dat de Russen een aanval zullen uitstellen, want hoewel het zeer goed mogelijk is, dat zij in eerste linie niet meer troepen kunnen hebben dan op het oogenblik, kunnen zij toch de uitge putte troepen in eerste linie steeds vervan gen door versehe troepen. Bovendien is het misschien in het voorjaar te laat om Finland hulp te verleenen. Zoodra de sneeuw verdwenen is, hebben de Finnen hun grootste hulpmiddel verloren. In het Zuiden des lands duurt de winter nog drie maanden en in het Noorden nog vier en iedere hulp, welke snel wordt gezonden is dubbel doeltreffend. Het is dwaasheid, zoo gaat de militaire medewerker voort, om zooals men in som mige kringen doet, te verklaren, dat de oorlog in Finland een geïsoleerde oorlog is en ons niet aangaat en dat het voorzien van Finland met wapenen en voorraden zeker een interventie van Duitschland in Scandinavië teweeg zou brengen. Wat ook de werkelijke houding van Duitschland ten aanzien van Finland is, het is onwaar schijnlijk, aldus de militaire medewerker van de „Times", dat een mislukken van de Russische actie in Finland het sein zou zijn voor een dergelijke interventie van Duitsche zijde. DE STRIJD IN NOORD-FINLAND. HELSINKI, 9 Januari (ANP). In het gebied van Petsamo zijn de Finsche pa trouilles zeer actief. Zij vallen de vooruit geschoven stellingen van de Russen aan en steken de schuilplaatsen en voorraden in brand. In dezen sector is het voor de Rus sen moeilijk zich voldoende tegen de kou de te beschermen en zoodanig dekking te zoeken, dat zij door de Finsche verkenners niet worden ontdekt. Knip dit uit en bid dit gebed met de leden van uiv gezin. Het Katholiek Comité van Actie „Voor God" schrijft ons O God, uit U is elk zuiver verlangen, elk juist oordeel en iedere goede daad. Geef aan Uw dienaren die vrede, welke de wereld niet geven kan, opdat wij, in gehoor* zaamheid aan Uw wetten, bevrijd mogen worden van oorlogsgevaar en onder Uwe bescherming rustige tijden mogen beleven. Door Christus onzen Heer. Oratio Misse pro pace.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 1