JAN LANGENDIJK SCHAATSKAMPIOEN Contrabande 3)e Êcicbclve (Sou/iamt De commissaris der Kojiingin in Groningen, mr J Linthorst Homan, was een der eersten, die den nieuwen schaatskampioen van Nederland, Jan Langendijk, qelukwenschte met het behalen van den titel t :laffri ièWifi«i iifoi'"! Op de Amsterdamsche Sintelbaan werden Zaterdag schaatswedstrijden gehouden voor militairen en matrozen. Aangemoedigd door hun kameraden probeeren eenige deelnemers elkander den loet at te steken Nida Sneff, de bekende zwemster, toont, dat zij ook de kegelsport een goed hart toedraagt tijdens het tournooi, dat in de hootdstad werd gehouden Mr Levenbach, voorzitter van den Nederlandschen Schaakbond, overhandigt Paul Keres, die Zondag -n 24sten verjaardag vierde, een geschenk bij den aanvang van de te Rotterdam gespeelde partij ■n den tweekamp. Dr. Max Euwe ziet lachend toe Een gelukkige kampioen Jan Langendijk, die bij de Nederlandsche schaats kampioenschappen te Groningen den hoogsten titel behaalde, is met dit resultaat zeer in zijn schik, evenals zijn vader, naast hem Als militairen verhuizen in wintertijd, wordt het potkacheltje niet vergeten Dat kan in koude dagen niet gemist worden Een wedstrijd in het ringsteken op de schaats werd onder groote belang stelling op de ijsbaan Amsterdam-Noord gehouden Een der paren in actie P liPijfeï FEUILLETON Uit het Engelsche van (Nadruk verboden). HEADON HILL. n, V Dat heeft u 'm goed geleverd, zei hij. -p Ik heb een gevoel alsof is aan den eenen kant in een dorschmachine ben ge stopt en aan den anderen kant er weer uit ben gehaald. Hector lachte: Nu u wat beleefder bent geworden, wensch ik u goeden avond en betere manieren in het vervolg! Hij keerde zich om en ging in de rich ting van de vallei. Hy had nog maar een paar stappen gedaan, of hij hoorde Budge verwonderd uitroepen: En nu gaat u niet eens lang de kust? Waarom zou ik? Nu ik niet meer te gengehouden wordt, is de aardigheid er af, riep hij over zijn schouder, zonder zijn stap te vertragen. Onderweg naar huis wenschte hij zich zelf geluk met zijn politiek. De grimmige opzichter moest nu wel overtuigd zijn, dat zijn eenige doel was geweest om een wan deling langs de kust te maken. Zooals de zaken nu stonden, zou Budge wellicht deze ontmoeting die voor hem zoo weinig eer vol was geweest, geheim houden, terwijl hij als Hector gebruik had gemaakt van zijn gemakkelijke overwinning om langs de kust te gaan, en te probeeren om iets te zien van het lossen van het schip, Budge niet anders had kunnen- doen dan Lord Purbeck het gebeurde mee te deelen! De toestand zou daardoor geforceerd zijn, het geen waarschijnlijk tengevolge zou heb ben, dat hij geen voldoende bewijzen zou krijgen in verband met den smokkelhan del en. den moord op Cassidy. Bovendien zouden de deuren van de Abbey dan voor goed- voor hem gesloten zijn! Hij troostte zich met de gedachte, dat hij, voorloopig ten minste, tot hij heel zeker was van zijn zaak, op het kasteel zou kunnen blijven komen, terwijl hij misschien evengoed langs anderen weg voldoende bewijzen zou. kunnen krijgen. Als zijn vermoedens juist waren, dan moest de smokkelwaar verder over het land worden vervoerd en op die wijze kas de oplossing misschien gemakkelijker te vinden dan door bij de baai te vechten met John Budge! Hij nam zich voor morgen langs dezen weg met zijn onderzoekingen te beginnen. Bij het huisje gekomen stond hij op het punt de klink van het hekje op te lich ten, toen een vaag geluid in de portiek hem deed besluiten zich achter een laurier- boschje te verschuilen. Hij zag een man uit het huis sluipen den moestuin door naar den kant van de duinen en herkende on middellijk den ronden rug en den slunge- ligen gang van mr. Mapleton. Wat kon deze middernachtelijke tocht te beteekenen hebben? Was hij betrokken in de onderneming, die John Budge wilde geheim houden? Alles wees op het tegen deel! Lady Madge zou stellig niet haar antipathie tegen Mapleton hebben laten blijken, als deze een handlanger van haar vader was. Was dan misschien het tegen overgestelde het geval? Was Mapleton een spion misschien in dienst van de Regeering met de opdracht om den waren aard van de geheimzinnige werkzaamheden in de marmergroeven uit te visschen? Het was eigenaardig, dat deze laatste veronderstel ling Hector met veel meer intensen tegen zin tegen den man vervulde, dan de ge dachte dat hij misschien een bondgenoot van Lord Purbeck was in hem zou hebben kunnen opwekken. Terwijl hij het tuinpad opliep, kwam zijn gevoel voor humor boven en hij had moeite om niet hardop te lachen. Welk recht had hij om antipathie tegen Maple ton te koesteren, als deze probeerde het mysterie van de steengroeve te ontsluie ren? Was hij daar zelf ook niet mee bezig? Vijf minuten later was hij in vasten slaap. Hij droomde, dat hij Madge St. Aldhelm redde van een gevaarlijke rots, terwijl Doggie en tante Drusilla boven op den top een soort krijgsgeschreeuw aan hieven. Waarheen het spoor leidde. Den volgenden morgen zat Hector in zijn zonnige zitkamer de post door te kij ken, toen Bessie met het ontbijt bin nen kwam. Hij zag dadelijk, dat ze ge schreid had. Is er iets waarmee ik je kan helpen? vroeg Hector vriendelijk. Je moeder kende me al, toen ik een kleine jongen was jaren voor jij geboren werd, Bessie. Je kunt me gerust vertrouwen. Dat weet ik wel, mijnheer, maar u kunt me hiermee niet helpen, dank u wel, antwoordde het meisje, mijn.... een vriend van me, is heel onaardig tegen me geweest, dat is alles. Hector drong niet verder aan. Hij ver moedde, dat ze ruzie had gehad met den een of anderen jongen over een onver schillig iets, dat hem njet aanging. Toen hij ontbeten had, stak hij een pijp aan en wandelde naar het kruispunt. Hier stond hij eenigen tijd in twijfel of hij den weg naar de marmergroeven zou inslaan of den hoofdweg zou volgen. Hij besloot dit laat ste te doen, vreezend zijn zaak te beder ven door te dicht bij de groeven te komen, waar hij kans liep gezien te worden door John Budge. Hij was nieuwsgierig of de nieuwe auto's al in gebruik waren genomen en of deze misschien de lading uit Bordeaux verder moesten vervoeren. Pas toen hij zes mijlen voorbij de Abbey was, bleek het, dat zijn vermoeden juist was geweest. Een blik ach ter zich en een dreunend gerammel over tuigden hem, dat een geweldige vracht auto hem achterop kwam. Toen het voer tuig passeerde, toonde hij niet de minste belangstelling, maar hij merkte op, dat er drie hem onbekende mannen op de auto zaten, waarvan een chauffeerde. Toen de logge wagen hem een vijftig meter voorbij was, speelde het lot hem een nieuw bewijs in handen. In zijn onze- keren gemoedstoestand wist hij niet of hij er dankbaar voor moest zijn of niet. Door verkeerd opladen raakte namelijk een van de blokken marmer los en viel met ge weldig lawaai op den weg. Het stond vast, dat de mannen hem niet hadden opgemerkt, anders zouden ze zeker niet regelrecht naar de plaats van bestemming zyn gereden, die ze na een tocht van vy'f uur bereikten. Het einddoel was een groote poort in een hoogen stee- nen muur op de grens van Salisbury. Ach ter den muur verhief zich en hooge loods met het opschrift: „Jenkins Co. Hande laren in marmer". Toen de vrachtauto binnen de poorden was, nam Hector zijn kans weer .Spoedig was het raadsel opgelost! Naast den han delaar in marmer zag hij een perceel, waar aan een groot koperen naambord prijkte: West Engelsche Wijn- en Likeur Compagnie. Opslag plaatsen en kelders. Alleen groothandel. Het lag voor de hand, dat de enkele blokken marmer die echt waren, bij de firma Jenkins werden achtergelaten, ter wijl de rest door den een of anderen ge heimen ingang hun weg vonden. Hector twijfelde er geen oogenblik aan, of de beide zaken, hoe verschillende blijkbaar, behoorden bij elkaar en waren beide opge- huwd met J. P. Harkes. richt met het doel, om het land te over- stroomen met belastbaren drank, waarvoor gen invoerrecht v/as betaald! Een beleefdheidsvLsite. Hector stond in een niet zeer gelukkige stemming voor den grooten ingang van Purbeck Abbey. Hij bracht het beleerd- heidsbezoek, dat de goede vormen hem voorschreven om enkele dagen na het diner te brengen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 5