STADS NIEUWS KERKNIEUWS LUCHTVAART SPORT Sociale Zondagmorgen AGENDA MAANDAG 8 JANUARI 1940 CE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 Gemeentel. Aankondigingen f AbonnenwntsprUs: voor L«td«n li cent per week; 2.50 per kw&rtaaL Bij onze tfenten /0 cen* Per woek; f ft.60 per kwartaal Franco per poet 2.95 per kwartaal Geïllustreerd Zondagsblad 0.50 per kwartaal Losse nummers 5 cent» met geïll Zondagsblad 9 cent Advertentiën: 30 cent per regel. Ingezonden mededeel in gen dubbel tarief. Telefoontjes hoogstens 30 woorden, 50 cent per plaatsing, al* léén Woensdag en Zaterdag. HOE WORDT HET WEER 7 DE VORST KEERT TERUG. De Bilt seint s Verwachting: In het Noorden en Oosten: Wellicht krachtige Zuid-Oostelijke tot Oostelijke vrind, betrokken tot zwaar bewolkt, later wellicht opklarend, wellicht een weinig sneeuw. Lichte tot matige, tijdelijk wel licht strenge vorst. In het Zuiden en Westen: Zwakke tot ma tige Zuid-Oostelijke tot Zuidelijke wind. Nevelig tot betrokken met kans op mist. Nu en dan lichten regen of sneeuw. Tem peratuur om het vriespunt, later lichte vorst. Kans op gladde wegen in het Mid den, Noorden en Oosten van het land. De weerstoestand van hedenmorgen 7.20 uur: Den Helder: zwaarbewolkt, matige O. Z. O. wind, 0 gr. C. Vlissingen: betrokken, matige O. Z. O. wind, 2 gr. C. De Bilt: mist, zwakke O. Z. O. wind, 1 gr. C. Groningen: betrokken, matige Oostelijke wind, 7 gr. C. Maastricht: mist, windstil, 3 gr. C. BUITENLANDSCH WEEKOVERZICHT Sinds Zaterdag is de luchtdruk in de Baltische Staten 20 mbar gestegen. Het continentale gebied van hoogen luchtdruk heeft zich in de laatste etmalen voortdu rend naar het Westen en Zuiden uitgebreid. Hedenmorgen bereikten de stijgingen IJs land. In het Noord-Oosten en Oosten van ons werelddeel heerscht overal zeer strenge koude. In Spanje en bet Middellandsche Zeegebied blijft de luchtdruk eveneens hoog. Hier echter zijn de temperaturen hoog en is geen sprake van winterkoude. De Oceaandepressie behoudt een groote uitgestrektheid. Bij de Zuidpunt van Groen land was de luchtdruk gisteravond nog omstreeks 980 mbar en dezelfde lage waar de kwam voor bij een randstoring ten Noord-Westen van de Azoren. De randsto- ringen doen in sterke mate hun invloed gelden op het weer op de Azoren, doch blij ven ver in het Westen. Een strooming van warme lucht beweegt zich langs den Z. en O. rand der depressie en dringt door tot diep in de Poolzee. Op IJsland brengt zij de temperatuur op 7 tot 9 graden boven nor maal. In de kustlanden van het vasteland houdt zy de van uit het Noord-Oosten op dringende vorst terug. De vorstlijn liep hedenmorgen dwars over ons land en volg de in Duitschland aanvankelijk den Rijn. LUCHTTEMPERATUUR 0.7 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS GJLi Van Maandagnamiddag 4.35 uur tot Dinsdagmorgen 7.37 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 9 Jan. voorm. 2.15 en nam. 2.40 uur. Maan op 7.29 uur Dinsdagmorgen. Maan onder 4.34 uur Dinsdagavond. (Dinsdag nieuwe maan.). DEKEN M. P. P. RATH, f Hedenmorgen omstreeks half acht Is te Helmond plotseling overleden de hoog eerwaarde heer M. P. P. Rath, pastoor van de St. Lambertus-parochie en deken van het dekenaat Helmond. Deken Rath werd 29 Juni 1869 te Veghel geboren. Op 27 Mei 1893 werd hij priester gewijd. Op 23 Fe bruari 1912 werd hij benoemd tot pastoor der St. Lambertus-parochie te Helmond. Twee jaar later volgde zijn benoeming tot deken. UITVAART RES.-EERSTE LUITENANT TO. H. J. COPPERS. Op de R.K. Begraafplaats naast de Sint Martinuskerk te Voorburg is vaiuniddag onder groote belangstelling teraardebesteld het stoffelijk overschot van den Donder dagmiddag j.l. bij Pernis verongelukten invlieger van de Koolhovenfabrieken, den reserve eerste luitenant-vlieger Th. H. J. Coppers. Vele, zeer vele belangstellenden waren op dezen triesten wintermorgen naar Voor burg gekomen om den Zoo bekenden en in breeden kring zoo populairen vlieger de laatste eer te bewijzen. Het kerkgebouw, waar de uitvaartdienst werd gehouden, was vrijwel geheel gevuld. De dienst werd gecelebreerd door pastoor J< B. W. Möl- ler met assistentie van de kapelaans C. Visser en Th. Dekker. Het zangkoor, onder leiding van den heer Haagen, gaf een uit voering van de Mis van Requiem van Pe- rosi. De kist was gedekt met de nationale driekleur; op de baar lag de sabel van den overledene. De dienst werd o.m. bijgewoond door de heeren F. Koolhoven en H. Walaardt Sa- cre, directeuren van de Koolhovenfabrie ken, de heeren J. Mees en C. van 't Groe nenwoud, commissarissen van deze ven nootschap, verder door ingenieurs en tal rijke employé's van de Koolhovenfabrie ken. Namens den commandant van het tweede luchtvaartregiment waren aanwe zig kapitein Lambert en de eerste luite nant Vermeulen, namens den inspecteur van de militaire luchtvaart de eerste lui tenant A. J. M. de Groot, terwijl het de pót luchtstrijdkrachten Rotterdam was vertegenwoordigd door kapitein Grandia en de eerste luitenants Martij nse en van Almelo. Voorts waren er verscheidene col lega's van den overleden vlieger, niet al leen van de landmacht, maar ook van de marine. Na afloop van den dienst werd de kist door 12 onderofficieren, behoorende tot de tweede verkenningsgroep van het twee de luchtvaartregiment naar buiten gedra gen. Vier officieren-vliegers fungeerden als slippendragers. Op de kleine begraafplaats naast het kerkgebouw was de belangstelling even eens bijzonder groot. Namens den minister van defensie was hier aanwezig de garnizoenscommandant van Den Haag, luitenant-kolonel J. Knel. Voorts zagen we nog den invlieger der Fokkerfabrieken, den reserve tweeden lui tenant G. Sonderm'an, en nog vele officie renvliegers. Het detachement militairen, dat de ge bruikelijke eerbewijzen bracht, stond on der commando van ritmeester J. B. A. F. van Eekelen, het vuurpeleton onder com mando van den eerste luitenant E. Out- mans. De beaarding en de absoute werden ver richt door pastoor Möller. Er was een schat van bloemstukken. O.m. waren er kransen van den comman dant en officieren van het tweede lucht vaartregiment, de directie en commissa rissen van de Koolhovenfabrieken, de Fokkerfabrieken, de Vereeniging van den K.L.M.-vliegers, den commandant en offi cieren van den marineluchtvaartdienst en den bij zonderen vrij willigen landstorm. LAWNTENNIS NEDERLANDSCH—BELGISCH TENNISCONTACT. Overleg tusschen de beide bondsvoorzitters. De plannen, welke eenigen tijd geleden bij het bestuur van den K. N. L. T. B. op gekomen zijn om meer contact met het Bel gische tennis te zoeken, beginnen vaster vorm aan te nemen. Dezer dagen heeft, naar het „Vad." ver neemt, de voorzitter van den K. N. L. T. B., de heer Crcll, te Brussel een onderhoud gehad met den voorzitter van den Belgi schen L. T. B., den heer De Borman. Het resultaat daarvan was, dat de voorzitters aan hun besturen de beslissing zullen laten tusschen enkele vormen van gemengde com petitie tusschen beide landen te houden. De eene betreft een competitie in twee afdee- lingen, nl. een Oostelijk-Zuidelijke, waar in ploegen uit Luik en omgeving spelen tegen ploegen uit Limburg en Brabant, de andere tusschen ploegen van Brussel, Ant werpen, Den Haag, Amsterdam, eventueel het Gooi en Rotterdam. Daarbij zou het de bedoeling zijn dat de ploegen niet ge bonden worden aan spelers van bepaalde clubs. Met toestemming van de bondsbestu- ren mogen er ook ploegen gevormd worden uit spelers van verschillende clubs, com binaties dus. Het aantal wedstrijden en net aantal partijen zal niet te groot geno men worden, een en ander in verband met het uitspelen van den wedstrijd op één dag. Een andere vorm is het samenstellen van één Belgisch—Nederlandsche hoofdklasse, waarin dus van elk land twee of drie ploe gen uitkomen. Het is immers niet noodza kelijk, dat deze competities, indien de in ternationale toestanden blijven, zooals nu, reeds in Juni afgeloopen zijn. Natuurlijk staat ook de interland-wed strijd Nederland-België op het programma. Het is dit jaar de beurt van een thuiswed strijd voor Nederland. Veel kans dat de wedstrijd midden in het seizoen te Noord- wijk of Scheveningen gespeeld zal worden, is er niet. Van de Belgische spelers zijn er velen gemobiliseerd: tien van de veertien, welke op de ranglijst voorkomen! Men hoopt in België dat zij voor competitie en inter landwedstrijd verlof kunnen krijgen. DR. OLIEROOK OVER BELLAMY- BEWEGING. Blijvende groote belangstelling. De Sociale Zondagochtenden, welke de vereeniging „Katholiek Leiden" organiseert, mogen zich verheugen in blijvende belang stelling. De deelname bedroeg gistermorgen circa 160 bestuursleden van de bij „Katho liek Leiden" aangesloten vereenigingen. In de intieme kapel van de R.K. H.B.S. aan de Mariënpoelstraat werd, zooals ge bruikelijk is, de morgen ingezet met een H. Mis, waaronder de meesten tot de H. Tafel naderden, waarna in de aula het ont bijt werd gebruikt. Toen na het ontbijt allen zich wederom in de aula hadden verzameld, sprak de voor zitter, de heer W. Kriek, een woord van welkom, o.a. tot den spreker, rector dr. A. A. Olierook, en tot rector Bernefeld, die onlangs is aangesteld tot geestelijk adviseur van „Katholiek Leiden", Onder applaus van de vergadering wenschte spr. rector Berne feld toe, dat hij nog vele jaren zou mogen werken voor Katholiek Leiden. Toen wij verleden jaar aldus vervolgde spr. de actie Naar de Nieuwe Gemeenschap be spraken, konden wij niet vermoeden, dat wfj dit jaar in oorlogstijd zouden vergade ren. Vele bestuursleden van aangesloten vereenigingen, die anders steeds op onze sociale Zondagen kwamen, zijn gemobili seerd. In dezen tijd is het onderwerp, dat dr. Olierook vanmorgen zal bespreken: „Wij Katholieken en de Bellamy-beweging" zeer zeker actueel, doch als spr. nog zou moeten kiezen, zou hij het onderwerp „De waarde van het groote gezin" aan de orde hebben gesteld, zulks naar aanleiding van het on langs tijdens de begrootings-debatten in den Leidschen Gemeenteraad gesprokene door het liberale raadslid. Z.i. moet er een groote propaganda-avond in de Stadsge hoorzaal georganiseerd worden om de waar de van het groote gezin voor het land en de wereld in het licht te stellen. Ten slotte kondigde spr. aan, dat tijdens de pauze exemplaren van de Jan.-Febr. af levering van „Katholiek Nederland" zouden worden rondgedeeld, waarin is opgenomen de volledige tekst van de Encycliek „Summi Pontificatus". Deze exemplaren waren door mr. Tepe, directeur van de K.S.A. gratis tér beschikking gesteld, waarvoor spr. mr. Tepe dank zegde. Ook werd tijdens deze pauze het bekende boekje van pater dr. C. Pauwels O.P., „Waarom kan ook een Ka tholiek geen Bellamyaan zijn?" rondge deeld, Vervolgens kreeg dr. Olierook gelegen heid om de verhouding uiteen te zetten, waarin wij als katholieken behooren te staan de Bellamy-beweging. Bellamy was een idealist met een hoog ontwikkeld sociaal gevoel en hij meende het ongetwijfeld eerlijk en oprecht, evenals het centrum van zijn navolgers, welk centrum in ons land is gevestigd. Spr. zette uiteen, hoe Bellamy er toe kwam, zijn idealen waardoor hij de menschheid, zooals hij het zag in het jaar 1868, uit den grooten nood en de ellende redden wilde, vast te leggen in een roman, welke hij noemde „Looking backward", hetgeen in het Nederlandsch vertaald werd met: „In het jaar 2000". Daar in bepleitte hij onder meer afschaffing van 't privaatbezit der productiemiddelen, einde van het winstsysteem, dus alles in eigen dom van de gemeenschap; iedere arbeider in deze Bellamy-gemeenschap, van hoog tot laag, zou evenveel loon, of liever gezegd evenveel crediet ontvangen. Alle mannen en vrouwen zouden nl. een credietbrief ontvangen, waarop hij of zij in de Staats- magazijnen datgene kon verkrijgen wat hij of zij dachten noodig te hebben. In zoo'n maatschappij zou sparen van geen nut zijn, want dat crediet zou in een bepaalden tijd moeten zijn verbruikt. Ook voor den ouden dag behoefde niet meer ge zorgd te worden, want na 45 jaar kreeg ieder staatspensioen. De reclame heeft geen zin meer, concur rentie is verdwenen, alles immers, wat de mensch begeert, is verkrijgbaar in de Staatsmagazijnen. Doordat de armoede uit de maatschappij verdwenen is, verdwijnt automatisch de misdaad, omdat, volgens Bellamy, de misdaad voortkomt uit de soci ale en economische mistoestanden. Na deze verschillende gedachten onder de loupe te hebben genomen en weerlegd te hebben, vervolgde de spreker, dat de grondfout van Bellamy is geweest, dat hij in zijn beide boeken „In het jaar 2000" en „Gelijkheid" geen plaats heeft kunnen inruimen voor het Christendom, voor den Godsdienst. De Godsdienst immers zegt, dat de zonde (mis daad) niet op de allereerste plaats voort komt uit de maatschappelijke wantoestan den, maar ligt in den mensch zelf, door de erfzonde. Maatschappelijke welvaart ver betert den mensch in zichzelve nog niet, maar de in zichzelf verbeterde mensch is in staat de verworden maatschappij te herstel len. Men heeft dat gezien in de eerste eeuwen hoe een handjevol Christenen, het heidensche Romeinsche Rijk voor Christus heeft gewonnen. Bellamy's lijfspreuk „Welvaart voor allen" is wat ook wij willen, maar dan vol gens de richtlijnen in onze schoone actie „Naar de nieuwe gemeenschap',' vastge legd in de pauselijke encyclieken „Rerum Novarum" en „Quadragesimo Anno". Geen afschaffing van het privaatbezit, maar een geordend bezit, wat meebrengt de behartiging van de gemeenschapsbelan gen zonder wegcijfering van onze eigen be langen. Wegcijfering van goede eigen belangen, zal het menschelijk initiatief noodwendig dooden. Slechts dan zal de maatschappij zich ver. beteren, indien Jezus' liefdeleer in 'smen- schen harten staat gegrift, slechts dan zal er rechtvaardigheid en naastenliefde leer- schen. Na een korte pauze werd gelegenheid ge geven tot het stellen van vragen. Een zestal aanwezigen maakte daarvan gebruik. O.a. werd gevraagd of het Ned. Episcopaat zich reeds had uitgesproken over de Bellamy- beweging, waarop rector Olierook opmerk te, dat, al heeft het Episcopaat zich nog niet over deze beweging uitgesproken, er toch een algemeene regel is, welke den katholiek verbiedt om lid te zijn van vereenigingen, wier doelstellingen niet vereenigbaar zijn met de Katholieke zedenleer. De voorzitter van Kath. Leiden, de heer Kriek, sprak tenslotte een woord van dank. DE AANSTAANDE BENOEMING VAN DEN HEER W. ASSELBERGS TOT BUITENGEWOON HOOGLEERAAR. Er wordt rondom de aanstaande benoe ming van dr. W. Asselbergs tot buitenge woon hoogleeraar aan de Leidsche Univer siteit in de pers gepolemiseerd. Het „Va derland" is begonnen met critiek op deze benoeming. Wij hebben, ook al omdat waarheid en phantasie daarin lichtelijk dooreen waren gemengd en moeielyk wa ren te ontwarren, van deze critiek geen melding gemaakt. Nu echter andere bla den daarop reageeren of eruit citeeren „Tijd" en „Maasbode" willen wy onze lezers, die zich voor de kwestie in teresseeren, even ervan op de hoogte stel len. Het „Vaderland" van Donderdagavond publiceerde het volgende bericht: „Naar De Maasbode verneemt, is zeer binnenkort de benoeming te verwachten van den heer W. Asselbergs (Anton van Duinkerken), doctor h.c. van de Leuven- sche universiteit, tot buitengewoon hoog leeraar in de Vondelwetenschap aan de Leidsche universiteit. Naar het blad meent te weten, is de stichting, welke aan deze benoeming ten grondslag ligt, ontsproten aan hoofdste delijke Katholieke kringen. De Tijd teekent hierbij aan het bericht te kunnen bevestigen, doch het om begrij pelijke redenen niet oirbaar geacht te heb ben, de a.s. benoeming van dr. Asselbergs, welke het blad reeds geruim en tijd be kend was, te publiceeren. Wij vernemen van andere zijde naar aanleiding van dit bericht, dat zoowel de vestiging van een Vondelleerstoel te Lei den als de a.s. benoeming van dr. Assel bergs in academische kringen aldaar groo te ontstemming heeft gewekt. Het is, naar men ons meedeelt, ook niet juist, dat dr. Asselbergs tot buitengewoon hoogleeraar zal worden benoemd, want deze benoeming is de aangelegenheid van een zuiver-par- ticuliere katholieke stichting. Zijn wij wel ingelicht, dan is de oppositie tegen deze hocgleeraarsbenoeming zoo sterk, dat Fa culteit en Senaat den toekomstigen docent in geenerlei vorm zullen erkennen, aan gezien zij door de ministerieele beslissing van prof. Slotemaker de Bruïne vrijwel voor een fait accompli zijn gesteld. Amsterdam en Utrecht hebben gewei gerd zich met dezen Vondel-leerstoel in te laten; daarop is, zelfs zonder voorkennis van de in de eerste plaats bij dezen tak van studie geïnteresseerden, de leerstoel aan Leiden opgedrongen. Aanvankelijk was de bekende Vondelkenner C. R. de Klerk aangewezen voor deze plaats, maar hij heeft bedankt, omdat hij zijn leeftijd een bezwaar achtte". De „Tyd" van Vrijdag schreef bij het bovenstaande: „Tot zoover het Haagsche blad, welks mededeelingen echter, naar ons bekend is, niet afkomstig zijn van de Faculteit der Leidsche Hoogeeschool. Indien de facul teit inderdaad verzet had willen aantee- kenen tegen de vestiging van een bijzon deren Vondel-leerstoel aan de Leidsche universiteit, zou zij dartoe een voor de hand liggende gelegenheid gevonden heb ben, toen het desbetreffende officieel be sluit in de Staatscourant van 7 Juni 1939 verscheen. Dit protest is echter uitgeble ven. Thans, nu de naam van den te benoe men docent bekend is gemaakt, wordt in de berichten van Het Vaderland èen aan val op hem ondernomen, zoodat men tot geen andere conclusie zal kunnen komen, dan dat deze aanval van zuiver persoon lijken aard moet geacht worden". Het „Vaderland" reageert hierop weer aldus: „Wij hebben ons bij het lezen van deze commentaar even de oogen uitgewreven. Onze informaties kwamen van zeer wel ingelichte en betrouwbare zijde; welke redenen het katholieke blad dus heeft om deze informaties als een „aanval van zui ver persoonlijken aard" te qualificeeren, terwijl het onie bron niet eens kent, is ons niet duidelijk! Is deze geprikkeldheid een bewijs van een minder gerust gewe ten? Wat de kwestie zelf betreft: het zou „De Tyd" toch bekend moeten zijn, dat een universiteit als zoodanig geen orgaan be zit om te nrotesteeren te?en de beslissing van den Minister. Wat zij doet is: vooraf advies verstrekken. Is het het blad onbe kend, dat dit advies, zoowel van de litte raire Faculteti als van den Senaat, afwij zend heeft geluid? „De Tijd" deed beter zich op de hoogte stellen in plaats van te trachten onze bron verdacht te maken. Waarom er verzet is gerezen tegen dr. Asselbergs persoonlijk, ligt trouwens voor de hand. Een leerstoel als deze Vondel leerstoel bestrijkt een zeer gespecialiseerd WAARSCHUWING. De Directeur van het Distributiekantoor, Oude Rijn 132, deelt mede: Leiders van Instellingen als Ziekenhui zen, Hotels, Café's, Cantines, Consumptie tenten enz. worden eraan herinnerd, dat zij hun MD 217-formulieren en eventueel hun opplakvellen met bonnen uiterlijk Woensdag, 10 Januari a.s. aan mijn kan toor ingeleverd moeten hebben. Teïhatkomers zullen niet meer gehol pen worden en dus geen toewijzingen ontvangen. De Directeur, P. ROOSENBURG. Leiden, 8 Januari 1940. LEIDEN. Maandag: Vereeniging „Katholiek Leiden", 2e avond R.-K. Winterprogram. N.V. Het Nederlandsch Tooneel in „Schijn en Werkelijkheid", Stads gehoorzaal, 8.15 uur. Maandag, R. K. Vereen, van Sigarenwin keliers „St. Blasius", Afdeeling Leiden, Biesiot's Lunchroom, 8.30 uur. Donderdag, Derde Aborinements-concert Residentie-orkest, soliste Lili Krauss, pianiste, Stadsgehoorzaal 8.15 uur. Vrijdag: Afd. Leiden R.-K. Staatspartij „Den Burcht" (foyer), 8.15 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken te Leiden wordt van Z a t e r- dag 6 tot en met Vrijdag 12 Jan a.s., waargenomen door de apotheken: E. B. de Metz, Lammenschansweg 4, tel. 23553 en Van Driessen, Mare 110, telè 20406. Te Oegstgeest: Ooegstgeestsche Apo theek, Wilhelminapark 8, tel. 26274. onderdeel der litteratuurwetenschap, en het is nergens uit gebleken, dat de heer Asselbergs een specialist zou zijn, die be voegd is om het algemeene litteratuuron derwijs aan de Leidsche Universiteit op dit gebied te completeeren of te verbete ren. De heer De Klerk, die zich terugge trokken heeft, is een bekend Vondel-spe cialist, hetgeen van dr. Asselbergs (wiens qualiteiten als litteratuurhistoricus wij hier overigens niet in het geding willen brengen) onmogelyk gezegd kan worden". HET IJSVERMAAK PLOTSELING TEN EINDE. Toch goedgeslaagde wedstrijden in het schoonrijden op de Leidsche IJsclub. De ijspret en het schaatsvermaak heeft wel een zeer onverwacht einde genomen. In de afgeloopen week had de vorst dag nacht aangehouden en het ijs was vrij wel overal dus danig geworden, dat alge meen gehoopt wérd op 'n prachtigen ijs- Zondag. Het is evenwel op een groote teleurstel ling uitgeloopen, want toen Zaterdagmor gen onder een bedekten, mistigen hemel de dooi intrad, kon men alle plannen reeds laten varen. Weliswaar hebben velen onge twijfeld nog gehoopt op een heroptreden van de vorst, maar ook deze hoop ging niet in vervulling. De Zaterdagavond bracht geen opklaring en de dooi zette ook des nachts danig door, zoodat het ijs overal vrij veel water begon te vertoonen. Er moge hier en daar nog wat gereden zijn, van een algemeene ijsvreugde kon ech ter geenszins meer gesproken worden. Gelukkig, dat de Leidsche IJsclub de wedstrijden in het schoonrijden voor paren tegen Zaterdagmiddag had uitgeschreven. Deze wedstrijden konden toen tenminste gelukkig nog doorgaan, als was het ijs niet overal even fraai. Zestien paren bonden den strijd tegen elkaar aan en zij hebben, de een meer de ander minder, van goede sport te genieten gegeven. De jury, bestaande uit mevrouw Lammens en de heeren J. G. A. Janssen en S. Koopmans, heeft het bij de beoordeelin gen ongetwijfeld niet gemakkelijk gehad. Het duurde eenige uren alvorens de beslis sing gevallen was, welke zes paren in de finale kwamen. Daarna begon de strijd opnieuw en eerst tegen het invallen van de duisternis was het eindresultaat bekend. In het clubhuis heeft de heer J. W. Henny den uitslag onder groote spanning van deel nemers en toeschouwers bekend gemaakt. Allereerst bracht hij echter namens het bestuur dank aan de leden der jury, waar bij hij mevr. Lammens een doos bonbons overhandigde. Vervolgens bracht spr. dank aan de deel nemers aan den wedstrijd, in het bijzonder aan degenen, die van buiten de stad kwamen. Het resultaat was ten slotte als volgt: le prijs: mevr. de Groot-Feltkrmp en de heer Planjer, Leiden; 2e prijs mevr. en de heer Key, Leiden; 3e prijs mej. R. Kranen burg, Oegstgeest en de heer Ph. Best, Sas- senheim. De drie overige paren uit de finale wer den als volgt geklasseerd: 4. mej. Lucas en de heer Th. v. Helvert, Leiden; 5. mej. Berk- houwer en de heer T. Stallinga, 6. mevr. Hennipman en de heer G. Verhoogt, Leider dorp. VAL OP HET IJS. Zaterdagmiddag te kwart voor vier is de 46-jarige mej. J. D. geb. K. op den Hee rensingel op het ijs gevallen, tengevolge waarvan zij den linkerpols brak. Dooi den E.H.D. werd zy naar het Acad. Zie kenhuis vervoerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1940 | | pagina 2