STADS
NIEUWS
Het jubileerende St. Salvator-hofje
Tijden van op- en tijden van neergang
BALANS
OPRUIMING
WOENSDAG 3 JANUARI 1940
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE IILAD - PAG. 2
Abonnenvmtsprijs: voor Lelden II
cent per week; 1 2.5ü per kwartaal.
Bij onze agenten ^0 cent per wook;
f A.60 per kwartaal. Franco per pont
2.95 per kwartaal. Geïllustreerd
Zondagsblad 0.50 per kwartaal.
Lou* nummers S cent, met geïlL
Zondagsblad 9 cent
Advertentiën: 80 cent per regel.
Ingezonden mededeelingen dubbel
tarief. Telefoontjes hoogstens 80
woorden, 60 cent per plaatsing, al
léén Woensdag en Zaterdag.
BOE WORDT BET WEER 7
AFNEMENDE VORST.
De BUI seint i
Verwachting:
In het Zuidoosten aanvankelijk nog ma
tige vorst, overigens lichte vorst tot om
het vriespunt. Betrokken tot zwaarbe
wolkt. Plaatselijk eenige neerslag doch
niet van beteekenis. Zwakke tot matige
veranderlijke wind.
De weerstoestand van hedenmorgen
7.20 uur:
Den Helder; betrokken zwakke Zuide
lijke wind, 2 gr. C.
Vlissingen; lichtibewolkt, zwakke O.Z.O.
wind, 7 gr. C.
De Bilt: helder, zwakke Z.-O. wind,
—12 gr. C.
Groningen: betrokken matige Z.-W. wind
-—4 gr. C.
Maastricht: lichtbewolkt, windstil, 10
gr. C.
WAARSCHUWING VOOR HET
VERKEER.
Ten gevolge van de lichte regen of mot
regen, die plaatselijk wordt verwacht, zal
het wegdek hier en daar opnieuw zeer glad
worden, vooral in het Noorden.
BU1TENLANDSCH WEEROVERZICHT
De kern van het gebied van hoogen
luchtdruk heeft zich verder in Zuidooste
lijke richting verplaatst, en is thans over
den Balkan gelegen, waar enkele stations
temperaturen van meer dan 25 graden on
der het vriespunt melden. Dit hoogedruk-
gebied is verbonden met het maximum van
1016 robar, dat van Groenland naar de
Faroer is getrokken. Deze verbinding
wordt gevormd door een smalle rug van
hoogen luchtdruk, die midden over ons
land loopt. Dientengevolge draaide in het
Noorden van ons land de wind naar Zuid
tot Zuidwest, en nam de vorst aanzienlijk
in beteekenis af, hetgeen mede veroor
zaakt werd door de sterk toegenomen be
wolking, die uitstraling verhinderde. In
het Midden en Zuiden zijn daarentegen de
temperaturen nog lager geworden, op het
vliegveld Twente vroor het 15, te De Bilt
12 graden, waardoor de temperatuur hier
13 graden onder normaal is.
De depressie, die gisteren over Noord-
Scandinavië lag, is naar Finland getrok
ken. Zij vult langzaam op. In de Randsta
ten is de vorst sterk afgenomen en vriest
het nergens meer dan matig; aan de West
kust is dooi ingevallen. Uit deze omgeving
werden gisteren sneeuwstormen gemeld,
terwijl ook vanmorgen enkele stations nog
lichte sneeuwval hebben waargenomen.
Ook in Denemarken was dit het geval. Op
de Noordoostkunst van Groenland is de
luchtdruk tot 1010 mbar gedaald.
Het minimum bij 't Iberisch Schiereiland
dringt langzaam verder naar het Oosten
door. In Spanje en Portugal zijn onder in
vloed hiervan zeer zware regens gevallen.
In Italië komt matige vorst voor in de
Povlakte, overigens vriest het hier en daar
nog licht. In Hongarije blijft de tempera
tuur onder 10 graden.
LUCHTTEMPERATUUR
2,2 gr. C. onder nul.
LICHT OP VOOR FIETSERS eJLJ
Van Woensdagnamiddag 4.28 uur tot
Donderdagmorgen 7.39 uur.
HOOG WATER.
Hoogwater te Katwyk aan Zee op Don
derdag 4 Jan v.m. 9.50 uur n.m. 10.15 uur.
Maan op 2.38 Donderdagnacht.
Maan onder 12.31 Dondermiddag.
DE REGELING
VAN
HET BESTUUR
door
Mr. A. J. Sormani
Het hofje was gereed en werd be
woond ongeveer in Dcc. 1639. Volgens de
rekening kregen de bewoonsters toen per
jaar in het voorjaar ieder 10 ton turf. In
Oct. nog 15 ton. Bovendien kregen zij
brood en een kaas en 3 1/2 el linnen voor
het maken van een hemd en een el zwart
carsaey voor kousen. Bovendien kregen zij
ieder op 1 Jan 1 en 10 stuivers en op 3
Jan. de sterfdag van da stichter 2 en 10
stuivers, terwijl de portierster 2.50 kreeg
voor het sluiten er. openen der poort ge
durende een jaar. Op Petrus en Paulus
kreeg iedere bewoonsters nog een witte
broodje, terwijl op Allerheiligen ieder uit
een gift door Machteld Willemsdochter
jaarlijks 7 stuivers en 4 penningen kreeg
en uit een andere gift nog 8 stuivers.
Hiermede was na de reformatie de eer
ste kath. s'ichting in het leven geroepen.
Vanzelfsprekend was het niet geoorloofd
dit uitdrukkelijk te vermelden en moesten
alle giften gedaan worden aan de armen
maar het staat ontwijfelbaar vast, dat het
Salvatorhofje de oudste kath. stichting op
charitatief gebied alhier is.
De regenten van deze stichting waren al
len familieleden van den stichter. We tel
len tusschen 1640 en 1762 7 leden van de
familie v. Velden, een van Grieken, een
uit de familie Gael en een Maarten Ele-
man. De v. Veldens hadden na de reforma
tie niet meer zitting in de stedelijke regee
ring. 3 van de regenten waren medici, 2
advocaat en dit katholieke geslacht stierf
uit met Gerard v. Velden, di~ 14 Juni 1762
overleed. Deze liet zijn geheele nalaten
schap, ten bedrage van ƒ6000, na aan het
Salvatorhofje. Hiertoe behoorde ook een
aantal familieportretten. Ook daarna vin
den wij als regenten vermeld personen uit
de meest bekende kath. familiën zooals Ja
cob en Johan Adriaan Verzijden v. Varik,
Nicolaas en Pieter Tjark en Alexander le
Breton van Doeswerf, de man in Leiden be
kend om zjjn groote milddadigheid.
In 1792 stelden regenten Josué 1' Ange,
notaris te Leiden, aan tot rentmeester. De
ze had reeds sedert 1745 het beheer ge
voerd over het H. Geesthofje en was reeds
een heel oude man. Regenten moesten her
haaldelijk aandringen op het inleveren van
de rekening. Toen deze, in 1805 bij het af
treden van den rentmeester, in het bezit
van de regenten kwamen, bleek er een te
kort in de exploitatie te zijn van pl.m.
1300, welk bedrag Josué 1' Ange had voor
geschoten.
Eerst in den loop der jaren gelukte het
dit bedrag terug te betalen. Zijn opvolger
was P. v. Hemeren, notaris te Leiden tot
1819.
Het gebouw, in de eerste helft van de
17e eeuw gebouwd, begon ernstige teeke
nen van verval te vertoonen. Geld voor
herstel was er niet, zoodat in 1809 men be
sloot 4 huisjes af te breken en niet weder
op te bouwen. Een groot verlies voor het
Hofje was de tiërceering in 1810 daar het
geheele kapitaal uit staatsfondsen bestond.
Zelfs kon dit jaar geen preuve worden be
taald. 2/3 van het vermogen ging verlo
ren.
In 1818 nam P. v. H. zijn ontslag als
rentmeester en besloten regenten zelf het
beheer te g"-an voeren. Dr. Willem van der
Monde zou deze functie vervullen. Na den
dood van dezen regent heeft de overblij
vende regent mr. G. A. M. v. Bommel in
October 1824 aan de regenten van de R.-K.
armen en weezen verzocht de administra
tie te voeren. Beiden waren ook regenten
van het W. en O. L. huis. Deze verklaar
den zich bereid om deze taak te aanvaar
den. Zij wezen de 2 oudsten uit hun midden
aan om het beheer te voeren. Deze zouden
jaarlijks de rekening en verantwoording
aan het volledige college doen.
Van de bij de tiërceering uitgegeven
kansbilletten was er af en toe een met
1000.uitgeloot. Dit was telkens een
waardevolle aanvulling van het kapitaal
geweest. In 1841 werden de billetten inge
trokken tegen een betaling van ƒ50.— per
1000.De kans op vergrooting van het
kapitaal was hiermede verloren gegaan.
Bij de minste fmancieele tegenslag was er
een tekort, zoodat regenten besloten de
uitkeering aan de conventualen te vermin
deren van 10.tot 6.Ook werd de
regentenkamer, die practisch niet gebruikt
werd, afgestaan voor een bedrag van ƒ300
levenslang zonder dat de bewoners preuve
zcuden ontvangen.
Zelfs werden een paar oude schilderyen
van het hofje verkocht (1847).
In 1878 werden de overige schilderijen,
10 stuks, in bruikleen gegeven aan de La
kenhal, waar zij momenteel nog hangen.
In 1884 bestond bij de Regenten verschil
van gevoelen over de vraag of men een
opengekomen plaats moest geven aan de
sollicitant die het langst op de lijst stond,
dan wel dat men een keuze moest doen
uit alle sollicitanten. Hierover werd door
de Regenten Hessels en v. Wensen een rap
port uitgebracht. Dit rapport was aanlei
ding om ook de vraag onder het oog te
zien of de opdracht van het Regentschap
van mr. van Bommel in 1824 wal juist was
geweest. Regenten besloten om het regent
schap weer op te dragen aan personen bui
ten het college van regenten van de wee
zen en armen, waarvoor werden aange
wezen J. I. van Wensen en W. C. de Sain,
die de heeren M. G. Hessels en mr. C. H. P.
Klaverwijden assumeerden.
Vele jaren heeft men dit besluit betreurd
en pogingen in het werk gesteld om we
der opnieuw belast te worden met het re
gentschap, welke pogingen echter geen're
sultaat hebben gehad.
Het eerste besluit van de nieuwe regen
ten was, in verband met de verbeterde fi
nanciën, dank zij den heer v. Wensen, en
de vele aanvragen, om de in 1809 afgebro
ken huisjes te herbouwen. Dit vorderde
een uitgave van pl.m. 3800 (1884).
Eenige jaren later werd besloten de re
gentenkamer niet weder te verhuren doch
als huisje ter bewoning te geven en tevens
de preuve die 18.— per jaar bedroeg -f
een verstrekking van 4 H.L. kolen te bren
gen op 24.per jaar 8 H.L. steen
kolen.
In 1888 werd door B. en W. van Leiden
medegedeeld, dat het Hofje niet geplaatst
was op de lijst van de instellingen van
Weldadigheid. B. en W. oordeelden dat
Hofjes geen instellingen waren voor on
dersteuning bij armoede maar ter voorko
ming van armoede. De regenten besluiten,
zich by deze uitspraak neer te leggen,
daar de rechten van het Hofje hierdoor niet
verkort werden.
In 1891 werd het Hofje aangesloten aan
de gasleiding en in 1895 aan de Leidsche
Duinwaterleiding, toen gebleken was, dat
het putwater van zeer slechte kwaliteit
v/as.
Dan is er gedurende vele jaren niets te
vermelden en vermelden de notulen niets
dan een oproer in het Hofje, omdat een der
conventualen een poes had die was gaan
slapen, op het bed van een ander en een
oorlog tusschen de bewoners van het St.
Jecobshofje en die van het Salvatorhofje,
omdat in het St. Jacobshofje ieder huis een
aansluiting had aan de waterleiding en in
het Salvatorhofje een kraan was voor al
len. Door tusschenkomst van Regenten
werd de vrede hersteld. In 1903 bedankte
de heer Hessels als regent van het Hofje
die ruim 20 jaar het beheer gevoerd had.
Hij overleed het volgend jaar.
Dan volgen er weer jaren, dat er niets
te vermelden valt. In de notulen van 1914
wordt vermeld, dat de oorlog eenige on
rust onder de bewoonsters gewekt had. In
alle jaren waarin notulen bijgehouden zijn
worden slechts zelden maatregelen tegen
de bewoonsters vermeld.
3 bewoonsters werden wegens zwakzin
nigheid in een gesticht ter verpleging op
genomen, terwijl er een, wegens drank
zucht, uit het Hofje werd verwijderd.
In 1919 overleed mr. C. H. P. Klaverwij
den, die sedert 1884 Regent van het hofje
geweest is.
Door het oploopen van de prijzen was
het evenwicht tusschen inkomsten en uit
gaven verstoord, zoodat de uitkeering van
24.per persoon teruggebracht moest
worden tot f 20.per jaar, terwijl de uit
keering van brandstoffen geheel moest ver
vallen.
De intreesom werd gebracht op ƒ200.
In het jaar 1926 is een oude kwestie tot
een oplossing gebracht. De Kerkelijke
Overheid wenschte reeds lang, dat alle
R.-K. liefdadigheid-instellingen zich onder
toezicht plaatsten van de kerkautoriteiten.
Vroeger bestond hiertegen bij tal van be
sturen ernstige bezwaren, ook bij de re
genten van het Hofje. Geleidelijk ging
men elders inzien, dat de bezwaren te
zwaar geteld werden en dat er ook voor-
deelen tegenover stonden. Ontactisch op
treden tegen de regenten vaak door der
den buitenstaanders en persoonlijk rivali
teit was hier echter een factor, die ver
hinderde, dat het belang van de voor
schriften van kerkautoriteiten objectief be
oordeeld kon worden.
Persoonlijk heb ik buiten deze moeilijk
heden gestaan en, toen ik in 1919 regent
werd, behoorden deze kwesties reeds tot
de geschiedenis.
In 1926 kwam een regeling tot stand en
sedert dien wordt de jaarlijksche rekening
aan den Bisschop overgelegd. Pastoor Beu
kers werd aangesteld tot Bisschoppelijk
Commissaris en de Deken van Leiden tot
kerkelijk visitator.
In 1931'32 bleek het noodig, dat het
hofje zoowel inwendig als uitwendig gron
dig zou worden gerestaureerd. Dit werk
kestte pl.m. 5000, dat van het kapitaal
werd afgenomen. Met het oog op de bepa
lingen van de Wet op de Doodehandbelas-
ting hebben de regenten pogingen in het
werk gesteld om weder geplaatst te wor
den op de lijst der instellingen van Wel
dadigheid. Het gemeentebestuur van Lei
den was van oordeel, dat Hofjes hierop
niet thuis hoorden. Gedeputeerde Staten
hebben echter beslist, dat Hofjes wel in
stellingen van Weldadigheid zijn, zoodat
maar
Haarl.sfraat 137 hoek Donkerstee; 2-4-G
is toch NOG GOED.
KOOPER
en de kwaliteiten
maar dat weet iedereen
wel en U ontvangt boven
dien bij AL Uwe aan
koop en ook NU
Midzabons.
LET OP UW
VOORDEEL
zij op de lijsten geplaatst moeten worden.
Dit heeft bovendien nog het voordeel, dat
deze instellingen vrij zijn van grondbelas
ting.
Hiermede ben ik aan het einde geko
men van het wedervaren van het Hofje.
Het is thans ruim 300 jaar geleden, dat de
Stichting bestaat en in deze dagen is het
juist 300 jaar geleden, dat de verzorging
van de ouden van dagen in het Hofje een
aanvang heeft genomen; hetgeen de aan
leiding geweest is voor een herdenkings
bijeenkomst. (Waarvan hier onder en ver
slag volgt Red. „L. Crt.").
De Herdenkings
plechtigheid
Belangstelling van
geestelijkheid en
gemeentebestuur
Natuurlijk mocht de dag van dit derde
eeuwfeest van het Salvatorhofje niet onop
gemerkt voorbijgaan.
Regenten zelf wilden zulks niet ten op
zichte van de bewoonsters en evenmin ten
opzichte van de nagedachtenis van den een-
voudigen priester die de stichter van het
hofje genoemd mag'worden.
De regenten wilden daarom tegenover
kerkelijke zoowel als gemeentelijke autori
teiten uiting geven aan hun dankbaarheid
voor de weldaad, drie eeuwen geleden door
Pauwels Claesz. de Goede verricht.
De bewoonsters van het hofje wilden op
dezen dag eveneens gaarne uiting geven
aan de dankbaarheid, die allen vervulde en
ten slotte wilden zoowel de kerkelijke als
gemeentelijke auoriteiten gaarne de gele
genheid aangrijpen om de verdiensten van
de regenten in den loop der jaren dank
baar te herdenken.
De herdenkingsplechtigheid van heden
droeg geheel overeenkomstig het ka
rakter der jubileerende instelling een
eenvoudig karakter.
Vanmorgen te hali tien werd in de Har-
tebrugskerk, onder welker parochie het
hofje aan de Steenstraat behoort, een H.
Mis opgedragen door den pastoor der pa
rochie, den zeereerw. heer R. Smitz O.F.M.
De H. Mis werd o.m. bijgewoond door
den hoogeerw. heer deken A. H. J. M.
Homulle, bisschoppelijk visitator en den
zeereerw. heer pastoor Th. M. Beukers,
bisschoppefljk commissaris van het hofje,
die beiden in het priesterkoor hadden
plaats genomen.
Verder waren o.ni. aanwezig de burge
meester der gemeente, mr. A. van de
Sande Bakhuyzen en de gemeente-secre
taris, mr. dr. C. E. van Strijen, enkele
katholieke Raadsleden, leden van de kerk
besturen der verschillende parochies en
afgevaardigden jran enkele andere hofjes
in de stad en van katholieke charitatieve
organisaties.
Tijdens de H. Mis bespeelde de organist,
de heer Theelen, het orgel en zong de
heer Abr. Castelein eenige gezangen op
zeer verdienstelijke wijze.
Te half elf vond in de bovenzalën van
café-rest. „In den Vergulden Turk" een
herdenkingsbijeenkomst plaats.
Daar waren behalve de pastoors en ver
schillende kapelaans der stad o.m. de reeds
genoemde personen, meerdere leden van
den Bijzonderen Raad der St. Vincentius-
vereenigirtp. bestuurders van de Leidsche
Mij. van Weldadigheid, van de St. Elisa-
beth-vereeniging, dr. Horst, directeur van
den Gem. Geneeskundigen Dienst, regen
ten van het R.K. Wees. en Oudeliedenhuis,
regenten van het Oudeliedenhuis aan de
Heerengracht, prof. H. Idema, als voor
zitter van „Oud-Leiden" en voorts tal van
regenten van verschillende hofjes hier ter
stede.
Mr. Sormani en mr. Donders, regenten
van het hofje, hadden met deken Homulle
en pastoor Beukers aan de groene tafel
plaats genomen, terwijl de bewoonsters
van het hofje aan een lange rij vóór de
genoodigden gezeten waren.
Mr. A. J. Sormani, de oudste der regen
ten, hield een herdenkingsrede, waarin hij
allereerst de talrijke aahwezigen hartelijk
DU trammer bestaat alt
drie bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Bollenland
GROOTE SLAG BIJ SALLA IN FIN-
LAND OP KOMST? (1ste blad).
OPNIEUW EEN LUCHTGEVECHT BO-
VEN DE NOORDZEE. (2de blad).
GETEISTERD TURKIJE. (2de blad).
Binnenland
NIEUWJAARSREDE VAN DEN MINIS
TER-PRESIDENT. (Ie blad).
WIJZIGING IN DE VESTIGINGSWET.
(2de blad).
DRIE HONDERDJARIG BESTAAN VAN
HET SALVATORHOFJE TE LEIDEN (le
blad).
welkom heette en hun dank zegde voor
de belangstelling, welke zij bij dit jubi
leum aan den dag legden.
Spr. deed hierna mededeeling van en
kele ingekomen gelukwenschen van bestu
ren, die verhinderd waren aanwezig te zijn
en dankte regenten van het Jan Pesijns-
hofje voor de gezonden bloemenhulde,
welke eveneens, vergezeld van een wensch
in dichtvorm, was ontvangen van de be
woonsters van het hofje.
Hierna gaf .nr. Sormani in een rede de
geschiedenis weer van het ontstaan van
het hofje, zooals zulks gisteren en heden
doorr hem uitvoerig in onze courant is
weergegeven.
Na vervolgens de voornaamste gebeur
tenissen uit het driehonderdjarig bestaan
te hebben gememoreerd, deelde mr. Sor
mani mede, dat deze feestdag voor de be
woonsters van het hofje niet alleen zou be
staan in deze herdenking met een kopje
koffie, doch dat regenten gemeend had
den een kleine feestgave te moeten ver
strekken in den vorm van een enveloppe
met inhoud.
Spr. wees de bewoonsters vervolgens op
de geschiedenis van den stichter van het
hofje en stelde hem allen ten voorbeeld,
opdat zij hem mogen navolgen, terwijl hij
hen ten slotte aanspoorde elkander te hel
pen, in verdraagzaamheid en vrede met el
kaar te leven en de vredige rust van het
hofje ten allen tijde te bewaren.
De hoogeerw. heer deken Homulle wees
op de bijzondere beteekenis van dit ju
bileum, speciaal daarom wijl het Savator-
hofje werd gesticht nog vóór de tachtig
jarige oorlog ten einde was.
In de eerste plaats past hier een woord
van dank aan God voor alle zegeningen in
deze drie eeuwen aan bewoonsters en re
genten van het hofje en aan geheel Leiden
verleend.
Dank en groote erkentelijkheid gaan
voorts uit naar den stichter, die zeer goed
begreep, dat hij als priester zijn Hooge-
piiester had na te volgen in zyn liefde voor
de armen en kleinen dezer wereld.
De woorden: „degene, diëlGod vreest, zal
het goede doen", heeft van Velde ook op
zichzelf toegepast.
Welk geluk hij daarmee aan ontelbaar
velen heeft verschaft heeft hij onmogelijk
zelf kunnen beseffen.
Het „saevis transquillus in undis" kan
ook op de bewoonsters van het hofje vol
ledig van toepassing worden geacht, want
rustig temidden van de woèlingen der we
reld, wachtend tot de stem van God hen
zal oproepen naar een beter leven, brengen
zij hun laatste levensjaren door, verblijd
door de rirft van het hofje.
Dank past ook aan de regenten, die in
den loop der eeuwen zich voor de belangen
van het hofje hebben gegeven en vanzelf
sprekend ook tot de huidige rgenten.
Spr. hoopt, dat de Salvator Mundi hen
daarvoor zal beloonen, zooals hij ook -hun
voorgangers gezegend heeft.
De burgemeester, mr. A. van de Sande
Bakhuyzen, richtte tot regenten en be
woonsters een hartelijken gelukwensch op
dezen feestdag.
De hofjes in Leiden vervullen een zeer
belangrijke rol en het gemeentebestuur
kan niet heelemaal blind zijn voor dezen
vorm van weldadigheid. Regenten vervul
len hier hun taak beter dan een gemeente
bestuur zulks zou kunnen doen.
Wij zouden in Leiden de hofjes niet
gaarne missen, zeide spr. Zij zijn een at
tractie voor de vreemdelingen, maar vooral
een uitkomst voor hen, die er woongele
genheid vinden.
Spr. hoopt, dat de zorgen van regenten
in deze tijden niet te zwaar worden en
dat mede door hun toewijding deze instel
ling met de andere behouden zal kunnen
blyven.
Met den wensch, dat het Salvator-hofje
een nieuwe periode van bloei tegemoet zal
zyn toespraak.
mogen gaan, eindigde de burgemeester
zijn toespraak.
Hierna werd door een der dames-in wo
nenden van het hofje voorlezing gedaan
van den wensch, die zij in dichtvorm re
genten hadden doen toekomen, vergezeld
van bloemen, namens alle bewoonsters.
De officieele herdenking was hiermede
ten einde. Er werden eenige ververschin-
gen rondgedeeld.