v Het gebruik van
de vrijheid
DONDERDAG 21 DECEMBER 1939
31ste Jaargang No. 9522
Bureaus Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935.
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Adv. en Abonn.-tarieven zie pag 2.
Giro 103003. Postbus 11.
Dll nummer beslaat uil
vier bladen.
Van dwang moet een Nederlander niets
hebben! Tenzij het noodzakelijk is, wil hij
zijn vrijheid niet beperkt zien zijn vrij
heid niet en evenmin die zijner medebur
gers.
Zóó is de Nederlander zoolang hij is
van vreemde smetten vrij.
En een Nederlandsche regeering draagt
eenzelfde karakter. Ook de regeering ont
ziet zoo lang mogelijk de vrijheid van de
burgers. Soms, naar veler meening, ook
te lang.
Velen meenen, dat de regeering te lang
aan een zekere categorie burgers de vrij
heid laat, om den klaarblijkelijk hóógst
ernstigen wil der regeering, om onze neu
traliteit naar alle zijden te handhaven, in
verdenking te brengen een ellendig, on
nationaal bedrijf.
Hoelang nog laat de regeering haar ge
duld misbruiken, hoe lang nog laat ze de
vrijheid misbruiken? vragen velen.
't Is de Nederlandsche, 't is haar eigen
afkeer van dwang, die de regeering remt
in haar optreden.
Die afkeer van dwang tezamen met
andere motieven is 't ook geweest, die
de regeering heeft bewogen een staatslee-
ning uit te schrijven zonder eenigen di-
recten of indirecten, rechtstreekschen of
zijdelingschen dwang.
De geldbezitters, de beleggers heeft de
regeering volkomen vrij gelaten. En hoe is
die vrijheid gebruikt?
Zooals bekend: de leening is slechts ge
deeltelijk geslaagd.
Wij moeten afwachten, wat de regeering
nu zal doen. Maar, als nü de vrijheid, om
den Staat al dan niet het benoodigde ka
pitaal te geven, zal worden aangetast
zal dat ten slotte niemand verwonderen.
Wij zijn er echter van overtuigd, dat de re
geering dat alléén zal doen in uiterste
noodzaak. Hoe 't echter zij, den beleggers
een vrijwillige deelneming aantrekke
lijker maken, met name door een hooger
rente-percentage, kan de regeering onder
de gegeven omstandigheden o.i. zéker niet.
De regeering kan zich o.i. niet laten be-
invloeden door de suggestie van het „Am-
sterdamsche Effectenblad", dat de opmer
king maakte, dat deze 4 pct.'s leening van
thans niet zoo'n aantrekkelijke belegging
was. Als de wereld in brand staat, zoo
schrijft het blad, zou een extra risico-pre
mie stellig wel op haar plaats zijn.
Wij zijn het eens met de opmerking, die
„De Gelderlander" hierbij plaatst:
„Speculeeren op een hooger rente, zooals
blijkbaar het bovengenoemde financieele
orgaan deed, is onder omstandigheden als
thans een hoogst onsympathieke speculatie,
allesbehalve in overeenstemming met het
Koninklijke woord: „Draagt elkanders
lasten".
„Wie het onderste uit de kan wil heb
ben, krijgt het deksel op den neus", zegt
een bekend spreekwoord".
't Is moeielijk, de vrijheid zóó te gebrui
ken, dat we dwang niet noodzakelijk ma
ken. Dat geeft nu eenmaal, helaas, het da
gelij ksch leven aan alle kanten te zien!
ITALIAANSCH
KONINGSPAAR BIJ
DEN PAUS
EEN SCHITTERENDE STOET.
Hedenmorgen heeft het Italiaansche ko
ningspaar zich naar het Vaticaan begeven
voor een bezoek aan Z. H. Paus Pius XII.
De koning en koningin waren vergezeld
door den minister van buitenlandsche za
ken, graaf Ciano, door den Italiaansche
ambassadeur bij den H. Stoel en voorts
door een schitterenden en zeer talrijken
stoet hoogwaardigheidsbekleeders en hof
dames.
De koning was gekleed in het uniform
van eersten maarschalk van het Rijk en
droeg de orde van Christus. De koningin
was overeenkomstig een privilegie, aan het
Huis van Savoje verleend, in het wit ge
kleed.
Het protocol inzake het bezoek der sou-
vereinen werd gistermiddag gepubliceerd.
Het bevat dezelfde bepalingen, als getroffen
werden bij gelegenheid van het eerste be
zoek van het koningspaar aan het Vaticaan,
in December 1929, toen de koning en de
koningin ontvangen werden door Paus
Pius XI z.g. en vervolgens door den toen-
rnaligen staatssecretaris. Z. Emin. kardi
naal Pacelli, den thans regeerenden Paus.
Kardinaal Pacelli bracht bij die gele
genheid denzelfden dag nog een tegenbe
zoek aan het Quirinaal. Het protocol bevat
evenwel geen bepalingen aangaande een
tegenbezoek van staatssecretaris kardinaal
Maglione, daar de congregatie van het pro
tocol de bestudeering van de modaliteiten
van dat tegenbezoek nog in studie heeft.
De bladen maken met veel opmaak mel
ding van dit bezoek van Italië's vorsten
paar aan der. H. Vader en de „Osserva-
tore Romano" verleent aan de desbetref
fende berichten een buitengewoon relief
op zijn frontpagina.
In een artikel wijst hét Vaticaansche or
gaan erop, dat de omstandigheden, het feit
vooral, dat Italië zich verre hield van de
slagvelden en dat het een machtig ele
ment blijft van evenwicht en vrede, een
ander en breeder karakteristiek aspect ge
ven aan dit verheven bezoek, dat als een
vredessymbool is, niet slechts voor één
volk, doch voor de volken.
De souverein van de eenige groote Eu-
ropeesche mogendheid, die niet in den
oorlog werd meegesleurd, zal den Plaats
vervanger bezoeken van Christus, d.i. van
den Vredesvorst. De koning-overwinnaar
Victor Emanuel in bezoekt den Opperher
der der christenheid, beschermer en ver
dediger van die beschaving, die heden ge
wond is en bedreigd wordt met den dood.
De „Osservatore" wijst er nog op, dat
hetgeen Italië door bemiddeling van zijn
regeeringschef tot op den vooravond van
het uitbreken der vijandelijkheden en zelfs
nog toen reeds de oorlog een feit was, ge
daan heeft voor den vrede, overal ter we
reld erkenning en goedkeuring vond.
KERSTFEESTVIERING VAN DE
PRINSES EN DEN PRINS MET
HET PERSONEEL.
Wordt per radio uitgezonden.
Naar wij vernemen ligt het in het
voornemen van Prinses Juliana en van
Prins Bernhard, dat de Kerstfeestvie
ring met het personeel ten paleize
Noordeinde te 's-Gravenhage op den
Eersten Kerstdag om 4 uur n.m. door
de radio wordt uitgezonden, in het bij
zonder voor de gemobiliseerden te land
en ter zee, die de Kerstdagen niet in
huiselijken kring kunnen doorbrengen.
ZUIVEL- EN MELKPRODUCTIE.
Naar aanleiding van de door sommige le
den gestelde vraag, of de Minister van
Economische Zaken bereid is alsnog een
extra toeslag uit te keeren aan de produ
centen van zuivel- en melkproducten, in
verhouding tot ieders productie, onder af
trek van een factor voor direct of indirect
ontvangen uitvoerconsenten, deelt deze Mi
nister in een nota naar aanleiding van het
verslag over de wijziging en verhooging
van he tiende hoofdstuk der Rijksbegroo-
ting voor 1938 mede, dat hy deze vraag
ontkennend moet beantwoorden. Zooals hij
reeds meermalen te kennen heeft gegeven,
is hij bereid een wijziging van de thans
bestaande exportregelingen ten aanzien
van zuivelproducten onder oogen te zien,
indien daarmede een bevredigende oplos
sing voor de in het verslag bedoelde fabrie
ken zou kunnen worden verkregen.
Een uitkeering van een bepaald bedrag
in eens heeft naar zijn meening voor de
oplossing van de bestaande moeilijkheden
geen voldoende beteekenis, terwijl zij bo
vendien het gevaar in zich draagt, dat nieu
we onbillijkheden worden geschapen.
ZWEEDSCH SCHIP AAN DEN GROND.
De reddingboot vond de boot verlaten.
Vannacht is op de Westergronden bij
West-Terschelling het Zweedsche met
hout geladen stoomschip „Vega", groot
1073 ton, gestrand. Het schip is in 1912 ge
bouwd en behoort thuis te Stockholm.
Een motorreddingboot van de Noord- en
Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij is
vanochtend vroeg uitgevaren. Zij keerde
om half twaalf in de haven terug. Men had
niemand meer aan boord getroffen.
Het schip heeft vermoedelijk een aan
varing gehad. De bemanning zal waar
schijnlijk de boot in eigen sloepen hebben
verlaten en zijn opgenomen door een nog
onbekend schip.
Het zinken van de
„Columbus"
Aan boord van den kruiser „Tuscaloosa"
zijn gisteren de uit 579 leden bestaande be
manning van het door de equipage tot zin
ken gebrachte Lloyds-schip. „Columbus",
waarbij negen vrouwen, in de haven van
New York aangekomen.
De commandant van de „Columbus" had
Dinsdag draadloos laten weten, voorne
mens te zijn, zijn schip tot zinken te bren
gen. De bemanning van de „Columbus" had
reeds de kleppen geopend, vuur aangelegd
en de reddingbooten van het noodzakelijk
ste voorzien en bemand. De booten werden
in goede orde neergelaten, toen de vlam
men reeds door dikke rookwolken hoog uit
sloegen. Zonder incidenten heeft de „Tus-
Het Duitsche mailschip .Columbus", dat tot zinken is ge
bracht
caloosa" hierna de overlevenden aan boord
genomen, die ondanks alles vol goeden
moed waren. De reddingsbooten werden
op zee gelaten.
Bij het appel bleek, dat twee stokers ver
mist werden. De overlevenden hebben
warm eten, sigaretten en warme kwartie
ren gekregen. De commandant van de
„Tuscaloosa" zeide, dat de door de opne
ming van dit groot aantal personen op het
oorlogsschip veroorzaakte moeilijkheden
waren verminderd door een atmosfeer van
vriendschappelijke samenwerking.
De gezagvoerder van de „Colum
bus" heeft bij aankomst op Ellis-
eiland verklaard, dat zijn schip op be
vel van hooger hand was tot zinken
gebracht.
De Amerikaansche minister van arbeid
heeft aan de opvarenden van de „Colum
bus" een verblijf ver gunning voor den duur
van zestig dagen verleend.
MOEST DE „COLUMBUS"
VERTREKKEN?
Een vooraanstaand Europeesch diplo
maat heeft verklaard, dat de regeering van
Mexico de „Columbus" voor de keus heeft
gesteld de haven te verlaten of geïnter
neerd te worden. Dit besluit zou zijn geno
men, omdat de „Columbus" geheime radio
telegrammen zou hebben verzonden en
Duitsche duikbooten van levensmiddelen
zou hebben voorzien, hetgeen in strijd is
met de neutral'teit van Mexico.
Naar voorts wordt gemeld, vervoerde het
schip een lading schoeisel, bestemd voor
het Duitsche leger.
In tegenstelling met bovengenoemd be
richt heeft de reederij, welke in Mexico de
Duitsche maatschappij, welke eigenares
was van de „Columbus" vertegenwoordigt,
in de Mexicaanscheavondbladen een me-
dedeeling doen opnemen, waarin wordt ge
zegd, dat de regeering van Mexico het
schip niet heeft gedwongen Vera Cruz te
verlaten.
Onze voedsel
voorziening
DE KOSTEN VAN
LEVENSONDERHOUD
In een nota naar aanleiding van het ver
slag over de verhooging van het tiende
hoofdstuk der Ryksbegrooting voor het
dienstjaar 1939 (buitengewoon crediet),
zegt de minister van Economische Zaken
o.a., dat hij het uiterst bezwaarlijk en niet
vereenigbaar met het landsbelang acht,
het inzicht in den toestand van onze voed
selvoorziening, zooals deze zich op het
oogenblik voordoet en dat uit meer uitvoe
riger toelichtingen verkregen zou worden,
aan de openbaarheid prijs te geven.
De minister meent er zich van te kun
nen onthouden, te dezer plaatse uitvoerig
op het vraagstuk der prijspolitiek in te
gaan. In verband met enkele door de Ka
mer ter zake gemaake opmerkingen stelt
hij er echter prijs op, nog eens uitdruk
kelijk te verklaren, dat hij het groote be
lang eener juiste prijspolitiek geheel on
derschrijft en dat zijn geheele streven er
op is gericht, kostprijstechnisch niet ver
antwoorde prijsverhoogingen tegen te
gaan. Hij meent voorts te kunnen consta-
teeren, dat het optreden der regeering in
dit opzicht niet zonder succes is geweest,
gezien het feit, dat de kosten van levens
onderhoud, ondanks de wel zeer in ons na
deel gewijzigde economische omstandighe
den, op 12 December j.l. ten opzichte van
Augustus met niet meer dan 5.6 pet. wa
ren gestegen. Uiteraard was het, gezien de
sterk gestegen aanvoerkosten, onvermijde
lijk, dat bepaalde prijzen soms niet onaan
zienlijk stegen.
Bij suiker ligt de situatie eenigszins an
ders. De distributieregelingen brengen
uiteraard belangrijke kosten met zich
mede, welke voor een deel ook door de
suiker, die een der eerste distributie-arti
kelen is, moeten worden gedragen. Daar
komt bij, dat het om technische redenen
niet mogelijk is, dan suikerprijs met min
der dan een cent het pond te verhoogen.
Tegenover deze feiten staat echter, dat de
suiker overigens hier te lande tegen een
onveranderden prijs in het verkeer wordt
gebracht, terwijl de prijzen in het buiten
land belangrijk zijn gestegen.
De minister geeft de voorkeur aan het
systeem, dat de kosten, op het gebied der
distributie voor een artikel gemaakt, door
dit artikel zal moeten worden gedragen.
De verhooging van den prijs van gasko
len het gaat hier voornamelijk om En-
gelsche is te verklaren uit de hoogere
prijzen in Engeland. De prijzen van Ne
derlandsche huisbrandkolen zijn in het ge
heel niet verhoogd. De kwestie der loon-
toeslagen in de mijnindustrie is voorts een
aangelegenheid, die geen rechtstreeksch
verband met de oorlogsomstandigheden
houdt. Overigens is de minister het geheel
met de hier aan het woord zijnde leden
eens, dat naar beide kanten, dus zoowel ten
aanzien van de prijzen als ten aanzien van
de loonen, er naar moet worden gestreefd,
het ontstaan eener schroefbeweging te
voorkomen. Te vroegtijdige loonsverhoo-
gingen kunnen op dit gebied zeer zeker
een ongunstigen invloed op de prijzen uit
oefenen en een op zoo laag mogelijke kos
ten van levensonderhoud gerichte prijspo
litiek in haar uitvoering bemoeilijken.
VOORNAAMSTE NIEUWS
Buitenland
DE DUITSCHE VLIEGTUIGEN BLIJVEN
BRITSCIIE TREILEKS BOMBARDEEREN.
(2de blad).
DE KAPITEIN VAN DE „GRAF VON
SPEE" HEEFT ZELFMOORD GEPLEEGD.
(2de blad).
DE FINNEN MELDEN EEN NEDER
LAAG VAN DE RUSSEN IN DE „WES
PENTAILLE". (2de blad).
BEZOEK VAN HET ITALIAANSCHE
KONINGSPAAR BIJ DEN PAUS. (1ste
blad).
Binnenland
GISTERMIDDAG IS BIJ WEST TER
SCHELLING EEN ZWEEDSCH SCHIP OP
EEN MIJN GELOOPEN EN GEZONKEN.
VIER VAN DE OPVARENDEN KWAMEN
OM. (4de blad).
VANNACHT IS EEN ANDER ZWEEDSCH
SCHIP BIJ TERSCHELLING GESTRAND.
DE BEMANNING HAD DE BOOT VER
LATEN. (1ste blad).
BRAND IN CONCERTGEBOUW TE
ASSEN. (4de blad).
P. C. G. A. WIJKMANS.
De heer P. C. G. A. Wijkmans herdenkt
morgen zijn zilveren jubileum als ambte
raar voor de kinderwetten. (Voor bijzon
derheden zie men Stadsnieuws).
Het buitenlandsch
beleid
Blijkens het voorloopig verslag van de
Eerste Kamer over hoofdstuk III (Depar
tement van Buitenlandsche Zaken) der
Ryksbegrooting 1940, betuigden vele leden
hun instemming met het optreden van
dezen minister. Op grond van de rijke er
varing, in zyn vorige functie ten departe-
mente verworven, achtten deze leden hem
in het huidige, op internationaal politiek
gebied zoo uiterst moeilijke, tijdsgewricht
inzonderheid geschikt om leiding te geven
aan Nederlands beproeide politiek van
zelfstandigheid en neutraliteit.
Huns inziens heeft 's ministers beleid
gedurende zijn nog korte ambtsperiode
ten volle aan de daaromtrent gekoesterde
verwachtingen beantwoord en het ver
trouwen gewettigd, dat hij, bekwaam en
bezadigd bewindsman, zijn land nog vele
diensten zal kunnen bewijzen.
Ten slotte werd den minister hulde ge
bracht voor de voortreffelijke rede, op 9
November 1.1. door hem in de Tweede Ka
mer uitgesproken.
Verscheidene leden betuigden hun
warme instemming met het aanbod
van goede diensten, in Augustus van
dit jaar door II. M. de Koningin en
door den Koning der Belgen gedaan
en in November 1.1. herhaald. Uiter
aard betreurden zij, dat het eerste
noch het tweede positief resultaat
had opgeleverd.
Toezicht op vreemdelingen.
Ook in deze Kamer werd aangedrongen
op het uitoefenen van bijzonder toezicht
op hier te lande vertoevende vreemde
lingen, die in geregeld contact staan met
vreemde mogendheden en trachten, ten
onzent ontevredenheid te verwekken, zeer
ten detrimente van de geestesgesteldheid
der bevolking.
Het nemen van strenge maatregelen werd
bepleit tegen die Nederlanders, die met
zoodanige vreemdelingen en daarmede
indirectelijk met andere regeeringen
betrekkingen van anderen dan zuiver per
soonlijken aard onderhouden.
De spanning in November.
Eenige leden wenschten een opmerking
te maken in verband met het gebeurde in
de week van den 5den tot en met den
llden November 1.1., toen het land in zoo
groote spanning had verkeerd ten gevolge
van het nemen, ten onzent, van uitge
breide militaire maatregelen, naar aan
leiding van, naar verluidt, berichten om
trent het treffen van soortgelijke voor
zieningen buitenslands.
Deze leden verklaarden de critiek, op
het desbetreffend beleid van de regeering
geoefend, niet te deelen. De regeering kan,
zoo spraken zij, in menig geval het pu
bliek geen deelgenoot maken van inlich
tingen welke haar bereiken en nopen han
delend op te treden, ongeacht de vraag of
zulks bij een grooter of kleiner deel van
de bevolking onrust zou kunnen doen
ontstaan.
Verhelderend had, naar de meening van
deze leden, de toelichting der regeering in
de radiorede echter niet gewerkt. Zij spra
ken de hoop uit, dat voortaan bij soort
gelijke casuspositie de voorlichting van
ons volk op eenigszins andere wijze zou
geschieden.
Andere leden verklaarden die meening
niet te deelen.