A. S.C.I- ALPHEN I
ZATERDAG 16 DECEMBER 1939
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 10
Zondag a t. 2 uur Competitiewedstrijd
op het terrein aan de de Kempenaerstraat
te Oegstgeest- Prijzen der plaatsen
Overdekte tribune f 0.50, Overige rangen 25 ct
Werkloozen en jongens f 0.15; militairen
beneden den rang van onderofficier f 0.10
Gratis rijwielstalling op het terrein 363
Kon. Nederlandsche
Voetbalbond
ZAL U. V. S. HAAR ONGESLAGEN
RECORD HANDHAVEN?
A. S. C.ALHPEN IN OEGSTGEEST.
Lugdonum ontvangt ONA, terwijl L. F. C.
bezoek krijgt van Woerden.
Na het intermezzo van den jubileum
kamp tegen België vraagt de competitie
thans weer de aandacht.
In Afd. I is de spanning om de eerste
plaats voorloopig wel geweken, nu Blauw
Wit zulk een ongelooflijken voorsprong op
haar conceurrenten heeft behaald. De Am
sterdammers zullen morgen wel op den in
geslagen weg vortgaan en van 't Gooi win
nen. De vraag is dan alleen maar wie van
de vier „concurrenten" Feyenoord het
meest zal blijven volgen: VSV, ADO, DWS
of Ajax. In dit verband is vooral de wed
strijd VSVADO van het belang. Verlie
zen de Hagenaars, wat ons wel het meest
aannemelijk lijkt, dan hebben ze negen pun
ten achterstand op Blauw Wit en zal VSV
nog een kansje behouden.
DWS kan winnen van KEC en Ajax ver
moedelijk wel van DOS, al zal het een har
de strijti in Utrecht worden.
In Afd. II kan Feyenoord haar positie
aan den kop verbeteren door een zege op
VUC, terwijl we voorts dienen af te wach
ten wat RFC tegen haar stadgenoote Spar
ta zal presteeren, waarnaast ook de uitslag
van de ontmoeting HBSDHC niet van
belang ontbloot is.
In de tweede klasse van Afd. II gaat de
grootste spanning uit naar U. V. S. Uit den
wedstrijd tegen VIOS hebben de Leide-
naars kunnen leeren, dat zij een overwin
ning niet zonder strijd kunnen behalen en
dat het oppassen blijft tegen elke tegen
stander. Dat geldt ook voor morgen in de
ontmoeting tegen BMT in Den Haag. De
UVS'ers zijn in deze competitie nog steeds
ongeslagen, 't Zou een heele prestatie zijn,
wanneer dit record tot het einde toe zou
worden volgehouden.
De Leidsche derde klassers spelen weer
broederlijk alle thuis. En voor geen enkele
zal de overwining gemakkelijk te behalen
zijn.
ASC ontvangt n.l. Alphen, dat welis
waar ook tegen LFC struikelde, maar daar
om ongetwijfeld op haar qui vive zal zijn.
En waar de rood-zwarten er dit seizoen
maar niet goed in kunnen komen zullen
zü 'n harden dobber tegen de Alphenaren
hebben.
Lugidunum krijgt bezoek van ONA. De
Leidsche groenwitten staan nog steeds op
de laatste plaats, terwijl de Gouwenaars
de tweede plaats bezetten, 'n Moeilijke op
gave dus voor Lugdunum
En LFC krijgt bezoek van Woerden, een
lastige tegenstander weliswaar, doch nu
LFC het pad naar de overwinning einde
lijk heeft gevonden, nu verwachten we 'n
twee volledig succes dezer Leidenaars.
A. S. C.—ALPHEN.
Voor den belangrijken wedstrijd tegen
Alphen is het A. S. C.-elftal samengesteld
asl volgt: Doel: Jaquet; achter: Kok en P.
van Nierop; midden: Rietbergen," Prevo
en Abrahams; vóór: J. de la Bije, Moo-
ten, J. van Nierop, van der Luyt en Krij
ger.
DAMMEN
R.K. Damvereenlging „Beatrix".
De uitslag van den bordenwedstrijd
luidt:
A. WittemanL. de Hollander 02
H. Kooymanv. Duivenvoorde 02
Th. KooymanO. Rijsdijk 02
POSTDUIVEN
TENTOONSTELLING
„DE VRIENDENCLUB".
Door de Leidsche postduivenvereeniging
„De Vriendenclub" zal een tentoonstelling
gehouden worden in haar clublokaal Ha
verzaklaan 1 nabij den Stationsweg op 23
en 24 December voor haar leden en dona
teurs.
Er zijn 180 duiven ingeschreven, inge
deeld in 16 klassen, waarvan er 2 de Eere
klas vormen van die duiven, welke in 1939
minstens 3 maal prij hebben gevlogen op
de gehouden wedvluchten, boven de 200
Kilometer.
Al deze duiven zullen op kwaliteit ge
keurd worden door den heer André Saers
uit Rotterdam.
Tentoonstelling in „de Groote Vink".
De Afd. C. Zuid-Holland rayoyn VI N.
A. B. v. P. zal een tentoonstelling houden
op 6, 6 en 7 Januari a.s. in de prachtige
zaai van den heer Bailey, café-restaurant
„de Groote Vink" te Voorschoten bij Lei
den.
In dit rayon komen uit de verschil
lende vereenigingen uit Alphen a. d. Rijn,
Noordwijk, Katwijk, Voorschoten, Wasse
naar en alle uit Leiden.
Volgens de laatst gehouden rayonverga-
derirg bestaat er veel animo voor deze
RECHTZAKEN
HAAGSCH GERECHTSHOF
Mishandeling.
S. v. d. K. uit R ij n s b u r g had zijn
paard mishandeld volgens een advocaat uit
Utrecht, die niet als verdediger optrad
maar juist een bezwarende getuigenis af
legde voor v. d K.
De advocaat had zulks met eigen oogen
aanschouwd en er iets tegenover ver
dachte over gezegd. Verdachte had daar
weer iets tegenover gesteld, want de op
merkingen van den advocaat vielen niet in
goede aarde. En toen wanbofte v. d. K.,
want de advocaat ontpopte zich tevens als
een actief „iemand" van de dierenbescher
ming.
Later had men het zoo mishandelde
paard eens aanschouwd, hetwelk ernstig
zweetend in een stal stond.
De advocaat betoogde, dat het paard ab
soluut op een erge manier onnoodig gesla
gen was en voegde er aan toe, dat ver
dachte ook hoogst onbehoorlijk tegen hem
was opgetreden door naar hem te gaan
trappen
De politierechter had het verdachte
hoogst kwalijk genomen en hem veroor
deeld tot een geldboete van 50 subs. 50
dagen, van welk vonnis verdachte het hoo-
ger op had gezocht bij het Haagsche Hof.
Het hielp hem voorloopig nog niet veel,
want de Procureur achtte het vonnis van
den Politierechter keurig in orde en juist
gewezen en vroeg dan ook bevestiging
daarvan
Het Hof zal op 20 December uitspraak
doen.
Na de aanrijding.
Een inwoner van Noordwijk was met
zijn auto in botsing gekomen met een
soortgelijk vehikel, hetgeen geschiedde in
de Quarles van Uffordstraat daar ter
plaatse. Er waren over en weer eenige
„vriendelijkheden" gewisseld, waarbij de
aangeredene zich beleedigd achtte en
prompt een klacht had ingediend. Er
schuilde nog een addertje onder het gras
ook, want deze onvriendelijke toespelingen
dienden slechts als uitlaat voor reeds vroe
ger vermeende onaangenaamheden, waar
bij de diverse vrouwen betrokken zouden
zijn. Aangezien dit echter een reeds oude
zaak is, werd alleen de beleediging berecht
en, evenals de Polierechter, achtte de P.
G. deze dubbel en dwars bewezen, zoodat
van het vonnis, zijnde een geldboete van
25 subs. 25 dagen, bevestiging werd ge
vraagd.
Vonnis 20 December.
Haagsche Politierechter
Hij was flink aan de maat.
Meneer K. uit Leiden was in Septem
ber met zijn vrouw naar Scheveningen ge
togen om ten eerste te genieten van het
Hollandsche strand en tevens om eenige
kennissen te gaan bezoeken. Na aldus de
zilte zeelucht ingeademd en de kennissen
bezocht te hebben, was hy met deze ken
nissen een potje bier gaan drinken. Deze
kennissen ontmoetten in het café op hun
beurt kennissen. Deze nieuwe kennissen
werden aan de oude kennissen voorgesteld
en deze kennismaking werd bezegeld met
de noodige biertjes.
Onder de nieuwe kennissen was blijkbaar
ook een vervelende in de oogen der andere
kennissen, maar een grappige in zijn eigen
kijkers. Hij bracht deze „grappigheid" in
praktijk door, toen zijn nieuwe Leidsche
kennis zich even van zijn stoel verhief om
de zooveelste heildronk op deze onver
wachte kennismaking uit te spreken, diens
stoel weg te trekken, zoodat, toen de spre
ker wilde gaan zitten, hij in het luchtledi
ge terecht kwam en met zijn zitvlak de
vloer beroerde, om daarna nog zijn hoofd
te probeeren tegen een hoek van het bil
jart. Het biljart bleek van steviger con
structie dan het hoofd met alle gevolgen
van dien.
Nu zal men denken: meneer K. stoof da
delijk op om genoegdoening te eischen. Mis
geraden, want meneer K. zei: „d'r zijne
dames bij, dus krijg ik je later wel".
Inmiddels werden nog meerdere biertjes
naar binnen geschoven, zoodat K. zoo om
en nabij het sluitingsuur zegge en schrijve
twaalf oftewel een dozijn „groote glazen
gerstebier" had genoten en toen achtte hy
het tijd om de dubbele rekening te gaan
vereffenen.
De grapjas had inmiddels eveneens de
noodige snaps ingenomen en wist van toe
ten nog blazen meer af. Alleen bemerkte
hij den anderen ochtend, dat hij twee blau
we oogen had en een kniegewricht dat va
rieerde tusschen paars en groen.
Voor den Politierechter werd uitgezocht
expositie. De volgende keurmeesters wer
den op voordracht geplaatst, die de benoe
ming hebben aangenomen: de heeren A.
Bequin, Gorinchem en H. Slagboom, Roo
sendaal, terwijl voor derde indien noodig
waarschijnlijk de heer P. de Weerd Azn.
uit Halsteren zal komen, die zullen moeten
treuren op gemengde keuring, dit is kwa
'itei*.
Bij een voorlccpige opgaf werden er al
350 vogels opgegeven, welke zullen wor
den verdeeld in 30 klassen. De inschrijving
zal gesloten worden op 27 December. Men
wachte niet tot den laatsten dag met het
inzenden der inschrijfbiljetten.
Aan deze tentoonstelling is een Eere-
khs verbonden van die duiven, welke in
1939 ten minste 3 maal pry's hebben ge
wonnen op een wedvlucht boven de 200
Kiiometer.
Verschillende eereprijzen kwamen reeds
binnen.
hoe de oogen en de knie deze verandering
hadden ondergaan.
De „stoelwegtrekker" wist zich niet meer
te herinneren wie hem deze aanbieding had
geserveerd, want hij was toen de kluts
kwijt. Alleen kon hij zich vaag herinneren,
dat hem in het begin van den avond offerte
gedaan was om zijn hersenen iets te ver
leggen en aan dt buitenlucht bloot te stel
len. K. op zijn beurt zeide ook al van niets
te weten, want hij was „flink aan de maat",
zooals hij verkondigde en „had zyn slin
ger".
Maar er waren anderen, die gezien had
den, dat K aan den nieuwen grappigen
kennis deze mooie blauwe oogen bezorgd
had. door er zijn tot vuist gebalde hand op
te laten nedeidalen om vervolgens zijn ge
schoeide voet tegen het kniegewricht te
plaatsen.
De Officier vond, dat deze kennismaking
in dubbele beteekenis beter niet had kun
nen plaats vinden, want daardoor is K.
thans in de verdachtenbank terecht geko
men. Zijn optreden is hoogst onbehoorlijk
geweest, vooral voor iemand die over zulk
een grcote kracht beschikt als verdachte.
Hij had zijn tegenpartij best dood kunnen
slaan in zijn dronkenschap. Omdat ver
dachte nog nooit iets met de politie uit
staande heeft gehad, wilde hy volstaan
met een geldboete te eischen van f 20 subs.
20 dagen.
Erg veel spijt had K. blijkbaar niet, want
hij vond dat zijn grappige nieuwe kennis
niets beters veidiend had.
Op de geldboete had hij niets aan te mer
ken. zoodat de Politierechter hem de twin
tig gulden boete oplegde.
De indirecte oorzaak was toch
maar het hondje.
Menschen. die het niet met hun buren
kunnen vinden zijn te beklagen en doen
het beste maar om te gaan verhuizen, want
eiken dag opnieuw vloeien daar onaange
naamheden uit voort
Gelukkig overigens maar, dat deze theo
rie niet in praktijk wordt omgezet, want
anders bleven sommige menschen aan het
verhuizen en er zijn al volksverhuizingen
genoeg op dit ondermaansche aan den
gang.
Maar lastig is het, daar kan een Leid
sche juffrouw over mee praten. Zy en
haar buurman leven als water en vuur en
kleine plagerijtjes en pesterijtjes zijn aan
de orde van den dag. De buurman was
blijkbaar iemand, die van het standpunt
uitging: „zeg het met daden". En hij' had
er „iets" onsmakelijks op gevonden. Hij
heeft een hondje en dit hondje wordt des
avonds op het tuinpaadje gezet om voor
den nacht datgene te deen wat hij niet bin
nenshuis mag doen. Keurig uitgedrukt ove
rigens, maar meh begrijpt den grondslag.
Had het hondje dan iets gedeponeerd, dan
werd dit keurig verzameld en zonder mor
sen bij de buurvrouw op het stoepje ge
plaatst, waardoor zoo nu en dan verrassin
gen ontstonden. Dit was overigens niet het
feit zelf, maar de aanleiding tot het nu vol
gende, waardoor de buurvrouw zich had te
verantwoorden.
Zei de buurman het heel diplomatiek met
daden, de buurvrouw zei het met woorden,
want toen de verzorger der verrassingen op
een ochtend zijn huis verliet, had zijn buur
vrouw het raam opengeschoven en hem
ten aanhoore van diverse andere belang
stellende buurtgenooten den mantel uitge
veegd. Zeer onnette dingen werden toen
naar voren gebracht, hetgeen door den Ne-
derlandschen wetgever echter beleediging
wordt genoemd. En dientengevolge had de
buurvrouw zich te verantwoorden. Zij hing
een omstandig verhaal op van de diverse
onsmakelijke gebeurtenissen, waarbij ook
het in den aanvang vermelde tot uiting
kwam.
De Officier gaf de buurvrouw den goe
den raad om maar te gaan verhuizen,
waarop de juffrouw verkondigde, dat zulks
inmiddels geschied was, aangezien zij bo
ven was gaan wonen en de nieuwe bene
den buur iemand is, die zijn mannetje
staat, zoodat de „verrassingen" voortaan
wel uit zullen blijven.
Verder vond de Officier, dat de juffrouw
niet had mogen gaan schelden. Rekening
houdende met buurmans verrassingen, die
ook een standje kreeg, werd de eisch een
geldboete van ƒ3 subs. 3 dagen.
„Of er niets meer af kon", vroeg de juf
frouw. De Politierechter vond het toch al
niet veel .gehoord de zeer onnette scheld
woorden. dus bleef het drie guldentjes.
KANTONGERECHT TE ALPHEN.
Een kleine aanrijding.
Gisteren werd voor het Kantengerecht
te Alphen behandeld een aanrijdingszaak
tegen J. B., fabrikant te Bodegraven, die
bij het stopbord te Alphen een kleine aan
rijding had veroorzaakt met een voor hem
rydenden militair, die heel langzaam reed
om voor de stopstreep te wachten. Verd.
voerde aan, dat deze militair reeds ver
voor de stopstreep een beweging maakte
om af te stappen en dat hy daardoor ver
rast werd en zoodoende remde er. aan het
rijwiel een klein duwtje gaf. Tijdens de
aanrijding kon verd. de schade met den
aangeredene onderling regelen, maar voel
de zichzelf niet schuldig. Ter zitting kwam
vast te staan, dat verd. wel eenige schuld
aan de aanrijding had, hoewel van ver
gaande onoplettendheid en onvoorzichtig
heid, zooals was tenlaste gegeid, niet kon
worden gesproken, zoodat hij werd ver
oordeeld tot een geldboete van f 5.— subs.
2 dagen hechtenis, met toewijzing der ci
viele vordering ad 3.welk schadebe
drag terstond ter zitting door den fabri
kant aan den militair werd betaald.
Nog een aanrijding.
Vervolgens werd behandeld de aanry-
dingszaak tegen J. H. van den B. te Kou-
d e k e r ka. d. R ij n, die een ernsti
ge aanrijding had veroorzaakt op den hoek
van de Bruggestraat en de Hondsdijk,
waardoor groote materieele schade was
ontstaan van ongeveer 100.Verdachte,
hoorde tegen zich eischen een geldboete
van 20.subs. 10 dagen, en een week
hechtenis plus intrekking Van het rijbe
wijs voor zes maanden, beide laatsten met
een proeftijd van 1 jaar.
Een werkboekje noodig.
J. M. H., boekhandelaar te A 1 p h e n
a. d. R y n, stond hiena terecht, dat
hij met zijn bestelauto, waarmede hij meer
dan 12 uren per week reed, had gereden,
zonder in het bezit te zijn van het zooge
naamde werkboekje, als bedoeld in het
Rijtijdenbesluit.
De verd. had deze vervolging zelf uitge
lokt, daar hy zich tot verschillende instan
ties had gewend, doch van niemand noch
van de arbeidsinspectie nog van de poli
tie den indruk kreeg, dat hij wel verplicht
was een werkboekje te moeten hebben.
De Kantonrechter zag in het geval geen
principieele kwestie, zooals verdachte
voorgaf, daar het werkboekje voor verd.
verplichtend is volgens artikel 46 van het
Rijtijdenbesluit, waaronder verdachte
valt, daar de personenauto van verd.,
welke mede gebezigd wordt voor het be
stellen van goederen, als vrachtauto wordt
aangemerkt en hij daarmede meer dan 12
uren per week rijdt, zoodat het Rijtijden
besluit op hem van toepassing is. Daar de
ze zaak voor verd. als proefgeval diende
luidde het vonnis 0.50 subs. 1 dag.
Van een geit, die niet loopen wilde.
Aan L. B. te Bodegraven was
tenlaste gelegd het op pijnlijke en kwel
lende wijze vervoeren van een geit. Het
beest was op 'smans rug gelegd en werd
met een touw om zijn nek vastgehouden.
Het „vervoer" geschiedde per rijwiel,
waarbij het beest steeds omlaag zakte en
dan maar weer omhoog gesjord werd aan
het touw. Dit alles volgens het opgemaak
te proces-verbaal.
Verdachte, ter zitting verschenen, gaf
echter een geheel andere voorstelling er
van, zoodat men den indruk moest krijgen,
dat het beest het wel een heerlijk ritje
gevonden moet hebben. Het beest wilde
namelyk niet loopen en verd.'s baas had
het toen met de voorpooten over zyn
schouders gelegd, waarbij hij het beest
met één hand vasthield, terwijl het touw
los over zijn schouders hing en het beest
met de achterpooten in zijn lenden rust
te en het dus geen pijn of kwelling kon
ondergaan.
Deze zaak werd uitgesteld om alsnog
den verbalisant in deze kwestie te hooren.
A.P.V. van Alphen: J. van G. f 1.50 subs.
1 dag hechtenis. M. en R.-Wet en Regl. J.
R., 1.50 subs 1 dag; M. P. V. te Alkemade
idem; W. A. H. C. te Nijmegen, idem; J.
van S., idem; J. Oh. van R., te Wassenaar
2.50 of 2 dagen; P. B. idem; G. J. du P.
te Amsterdam, idem; S. A. S. 8.of dg.
en 6.of 3 dg. A.P.V. van Zwammerdam
D. G. H., te Zwammerdam, 3.of 2 dig.;
Leerplichtwet: A. C. van S. te Woubrugge
15.— of 6 dagen; D. J. de J., 5.— of 2
dagen. 453 Strafrecht: J. D. B., 2 dagen
hechtenis; C. van H., te Boskoop, 5.
of 3 dagen; N L. te Rotterdam, idem.
HAARLEMSCHE POLITIERECHTER.
Een zeemijntje en een
landmijntje.
Voor den Haarlemschen Politierechter
moest terecht staan een 25-jarig bloemist
knecht uit Sassenheim. Verdachte was
niet verschenen. Op 28 October j.l. had
verdachte een 20-jarigen bloemistknecht, af
komstig uit Lisse een blauw oog gesla
gen. De oorzaak van de mishandeling was
hierin gelegen, dat getuige gekscherend
gezegd had tegen den mishandelde: je
bent een zeemijntje en een landmijntje. De
mishandelde had nog nog een verzoek aan
den Officier van Justitie geschreven om
de zaak niet verder te doen vervolgen,
daar de vriendschap wederom is gesloten.
Hieraan kon niet meer voldaan worden.
De Officier van Justitie eischte tegen
verdachte een geldboete van 10.subs.
6 dagen hechtenis. Overeenkomstig den
eisch werd verd. veroordeeld.
In Amsterdam komt nu een klok,
Waarop de datum staat,
Daar leest men dus niet meer alleen:
Het is nog vroeg of laat.
Behalve 't vroege of late uur
Staat daarop, ook de dag,
Een daad van grooten burgerzin
Van 't Amsterdamsch gezag.
De een toch weet geen tijd, geen uur
In dezen slechten tijd,
Zoolang de crisis nu al duurt
Is hij zyn tikker kwijt.
Hy bracht dat toen naar Oome Jan
Maar voelt toch geen gemis,
Ook zonder dat hij klokken ziet,
Weet hijhoe laat het is.
WEEKEND.
VAN EEN SCHOENLAPPERTJE.
U hebt natuurlijk, evenals ik, in onze
courant van gisteren dat bericht gelezen
van dien schoenmaker, die zeven en dertig
jaar een eigen werkplaats had gehad, op
nieuw moest beginnen, omdat zijn huis
werd afgebroken en toen vanwege de ves
tigingswet veroordeeld werd. Het stond er
zoo echt wettelijk en ordelijk. De man was
fout, geen speld tusschen te krijgen.
Maar men zou het verhaal ook met wat
sfeer kunnen omringen en dan ziet het er
direct heel anders uit. En zóó las ik het:
Er was eens een schoenmaker, een ijve
rig en arbeidzaam man, die 37 jaren van
zijn leven in zijn huisje iederen werkdag
zijn nederigen arbeid opgewekt had ver
richt. Die maar monter en ononderbroken
zyn hamertje klopte in het kleine ver
trek en het was al een groot deel der Ne-
derlandsche veestapel, waarvan hij de hui
den tot hakken, zolen en achterlappen
had verwerkt.
En het schoenmakertje zong by zyn ar
beid, zeven en dertig jaren lang.
Toen moest vanwege de bouwvalligheid!
zijn nederig huisje worden afgebroken en
omdat het nijvere schoenlappertje wilde
werken en niet bedelen noch stempelen,
verhuurde hij zich als knecht, totdat zijn
nieuwe werkplaats zou zijn ingericht en
hy by het lustig zingen van zijn lied zijn
hamertje weer kon laten kloppen.
Toen sloop een booze diender naderbij
en verbaliseerde het schoenlappertje. Hij
had zich opnieuw gevestigd en nog wel
zonder vergunning. En de stadsknechten
sleepten hem voor den rechter, die het
recht verstond. En alle rechters veroor
deelden den nijveren schoenmaker, die 37
jaren lang gezongen en gehamerd had.
Zoo ziet dit droef verhaal er een beetje
anders uit. En er zit ons allemaal iets
soheef, als wij dat lezen.
En wij peinzen over het recht en de wet
Dat de wet er is voor de menschen. Maar
dat de wet door menschen is gemaakt en
dus onvolmaakt is. En dat de menschen
hun eigen maatschappij zóó hebben inge
richt, dat zelfs de wetten soms in botsing
komen met zich zelf. En tenslotte, dat dit
meer -de schuld is van de maatschappij,
dan van de wet.
Maar als ik zoover ben gevorderd, schud
ik mijn wijze hoofd en ik zeg: en toch
slik ik dat niet!
En ik vraag: is het bestaan van de wet
en het handhaven van de wet belangrijker
dan het bestaan van ook maar één mensch
voor wien en niet tegen wien deze
wet óók is gemaakt?
En wordt de wet en daarmee de maat
schappij ontwricht, als dat nijvere schoen
lappertje voor één keer boven de papie
ren wet wordt gesteld en mag blijven ha
meren en zingen.
Het moest een dommen diender verbo
den zyn zulk een geval te zien. Zulk een
diender dient niet. Ware ik kadi geweest,
ik hadde dezen diender in de leer gedaan
bij het nijvere schoenlappertje. Hij had
daar nog vele goede dingen kunnen leeren.
Bijvoorbeeld zingen.
En als dit niet geschiedt, dan blijft er
my niets anders over dan mij zeiven te
inundeeren.
Ik weet een voortreffelijk kroegje.
Want dat is dan nog de eenige mogelijk
heid om met zulk een rare zaak in even-
wioht te blijven.
DANIëL.
In Amsterdam zullen de openbare
klokken binnenkort behalve den
tyd ook den datum aanwijzen.
De tijden werden slechter nog
Maar niet voor Oome Jan,
Die kreeg al wat een mensch maar heeft
En profiteert ervan.
Wie voor een zakkalender nu
Zelfs al geen geld meer heeft,
Kykt op de klok en hij kan zien
0;> welken dag hij leeft.
Maar Leiden volge nu die daad
Van Amsterdam niet na,
Opdat een elk den juisten dag
Den juisten tijd versta.
De klokken loopen hier zoo raar,
Men kan van huis af gaan
Des morgens negen, en men komt
Om vijf voor negen aan.
Bracht men ook hier de datum aan
Precies zooals de tijd,
Dan was heel Leiden spoedig wel
Den juisten datum kwijt.
Dan kwam ik 's morgens plotseling
Maar niet op het kantoor,
Omdat mijn klok dan Zondag wees,
Want onze klok loopt vóór.
TROUBADOUR.
LIED VAN DEZEN TIJD
DE DATUMKLOK.