A. S.C.I- ALPHEN I ZATERDAG 16 DECEMBER 1939 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 Zondag a t. 2 uur Competitiewedstrijd op het terrein aan de de Kempenaerstraat te Oegstgeest- Prijzen der plaatsen Overdekte tribune f 0.50, Overige rangen 25 ct Werkloozen en jongens f 0.15; militairen beneden den rang van onderofficier f 0.10 Gratis rijwielstalling op het terrein 363 Kon. Nederlandsche Voetbalbond ZAL U. V. S. HAAR ONGESLAGEN RECORD HANDHAVEN? A. S. C.ALHPEN IN OEGSTGEEST. Lugdonum ontvangt ONA, terwijl L. F. C. bezoek krijgt van Woerden. Na het intermezzo van den jubileum kamp tegen België vraagt de competitie thans weer de aandacht. In Afd. I is de spanning om de eerste plaats voorloopig wel geweken, nu Blauw Wit zulk een ongelooflijken voorsprong op haar conceurrenten heeft behaald. De Am sterdammers zullen morgen wel op den in geslagen weg vortgaan en van 't Gooi win nen. De vraag is dan alleen maar wie van de vier „concurrenten" Feyenoord het meest zal blijven volgen: VSV, ADO, DWS of Ajax. In dit verband is vooral de wed strijd VSVADO van het belang. Verlie zen de Hagenaars, wat ons wel het meest aannemelijk lijkt, dan hebben ze negen pun ten achterstand op Blauw Wit en zal VSV nog een kansje behouden. DWS kan winnen van KEC en Ajax ver moedelijk wel van DOS, al zal het een har de strijti in Utrecht worden. In Afd. II kan Feyenoord haar positie aan den kop verbeteren door een zege op VUC, terwijl we voorts dienen af te wach ten wat RFC tegen haar stadgenoote Spar ta zal presteeren, waarnaast ook de uitslag van de ontmoeting HBSDHC niet van belang ontbloot is. In de tweede klasse van Afd. II gaat de grootste spanning uit naar U. V. S. Uit den wedstrijd tegen VIOS hebben de Leide- naars kunnen leeren, dat zij een overwin ning niet zonder strijd kunnen behalen en dat het oppassen blijft tegen elke tegen stander. Dat geldt ook voor morgen in de ontmoeting tegen BMT in Den Haag. De UVS'ers zijn in deze competitie nog steeds ongeslagen, 't Zou een heele prestatie zijn, wanneer dit record tot het einde toe zou worden volgehouden. De Leidsche derde klassers spelen weer broederlijk alle thuis. En voor geen enkele zal de overwining gemakkelijk te behalen zijn. ASC ontvangt n.l. Alphen, dat welis waar ook tegen LFC struikelde, maar daar om ongetwijfeld op haar qui vive zal zijn. En waar de rood-zwarten er dit seizoen maar niet goed in kunnen komen zullen zü 'n harden dobber tegen de Alphenaren hebben. Lugidunum krijgt bezoek van ONA. De Leidsche groenwitten staan nog steeds op de laatste plaats, terwijl de Gouwenaars de tweede plaats bezetten, 'n Moeilijke op gave dus voor Lugdunum En LFC krijgt bezoek van Woerden, een lastige tegenstander weliswaar, doch nu LFC het pad naar de overwinning einde lijk heeft gevonden, nu verwachten we 'n twee volledig succes dezer Leidenaars. A. S. C.—ALPHEN. Voor den belangrijken wedstrijd tegen Alphen is het A. S. C.-elftal samengesteld asl volgt: Doel: Jaquet; achter: Kok en P. van Nierop; midden: Rietbergen," Prevo en Abrahams; vóór: J. de la Bije, Moo- ten, J. van Nierop, van der Luyt en Krij ger. DAMMEN R.K. Damvereenlging „Beatrix". De uitslag van den bordenwedstrijd luidt: A. WittemanL. de Hollander 02 H. Kooymanv. Duivenvoorde 02 Th. KooymanO. Rijsdijk 02 POSTDUIVEN TENTOONSTELLING „DE VRIENDENCLUB". Door de Leidsche postduivenvereeniging „De Vriendenclub" zal een tentoonstelling gehouden worden in haar clublokaal Ha verzaklaan 1 nabij den Stationsweg op 23 en 24 December voor haar leden en dona teurs. Er zijn 180 duiven ingeschreven, inge deeld in 16 klassen, waarvan er 2 de Eere klas vormen van die duiven, welke in 1939 minstens 3 maal prij hebben gevlogen op de gehouden wedvluchten, boven de 200 Kilometer. Al deze duiven zullen op kwaliteit ge keurd worden door den heer André Saers uit Rotterdam. Tentoonstelling in „de Groote Vink". De Afd. C. Zuid-Holland rayoyn VI N. A. B. v. P. zal een tentoonstelling houden op 6, 6 en 7 Januari a.s. in de prachtige zaai van den heer Bailey, café-restaurant „de Groote Vink" te Voorschoten bij Lei den. In dit rayon komen uit de verschil lende vereenigingen uit Alphen a. d. Rijn, Noordwijk, Katwijk, Voorschoten, Wasse naar en alle uit Leiden. Volgens de laatst gehouden rayonverga- derirg bestaat er veel animo voor deze RECHTZAKEN HAAGSCH GERECHTSHOF Mishandeling. S. v. d. K. uit R ij n s b u r g had zijn paard mishandeld volgens een advocaat uit Utrecht, die niet als verdediger optrad maar juist een bezwarende getuigenis af legde voor v. d K. De advocaat had zulks met eigen oogen aanschouwd en er iets tegenover ver dachte over gezegd. Verdachte had daar weer iets tegenover gesteld, want de op merkingen van den advocaat vielen niet in goede aarde. En toen wanbofte v. d. K., want de advocaat ontpopte zich tevens als een actief „iemand" van de dierenbescher ming. Later had men het zoo mishandelde paard eens aanschouwd, hetwelk ernstig zweetend in een stal stond. De advocaat betoogde, dat het paard ab soluut op een erge manier onnoodig gesla gen was en voegde er aan toe, dat ver dachte ook hoogst onbehoorlijk tegen hem was opgetreden door naar hem te gaan trappen De politierechter had het verdachte hoogst kwalijk genomen en hem veroor deeld tot een geldboete van 50 subs. 50 dagen, van welk vonnis verdachte het hoo- ger op had gezocht bij het Haagsche Hof. Het hielp hem voorloopig nog niet veel, want de Procureur achtte het vonnis van den Politierechter keurig in orde en juist gewezen en vroeg dan ook bevestiging daarvan Het Hof zal op 20 December uitspraak doen. Na de aanrijding. Een inwoner van Noordwijk was met zijn auto in botsing gekomen met een soortgelijk vehikel, hetgeen geschiedde in de Quarles van Uffordstraat daar ter plaatse. Er waren over en weer eenige „vriendelijkheden" gewisseld, waarbij de aangeredene zich beleedigd achtte en prompt een klacht had ingediend. Er schuilde nog een addertje onder het gras ook, want deze onvriendelijke toespelingen dienden slechts als uitlaat voor reeds vroe ger vermeende onaangenaamheden, waar bij de diverse vrouwen betrokken zouden zijn. Aangezien dit echter een reeds oude zaak is, werd alleen de beleediging berecht en, evenals de Polierechter, achtte de P. G. deze dubbel en dwars bewezen, zoodat van het vonnis, zijnde een geldboete van 25 subs. 25 dagen, bevestiging werd ge vraagd. Vonnis 20 December. Haagsche Politierechter Hij was flink aan de maat. Meneer K. uit Leiden was in Septem ber met zijn vrouw naar Scheveningen ge togen om ten eerste te genieten van het Hollandsche strand en tevens om eenige kennissen te gaan bezoeken. Na aldus de zilte zeelucht ingeademd en de kennissen bezocht te hebben, was hy met deze ken nissen een potje bier gaan drinken. Deze kennissen ontmoetten in het café op hun beurt kennissen. Deze nieuwe kennissen werden aan de oude kennissen voorgesteld en deze kennismaking werd bezegeld met de noodige biertjes. Onder de nieuwe kennissen was blijkbaar ook een vervelende in de oogen der andere kennissen, maar een grappige in zijn eigen kijkers. Hij bracht deze „grappigheid" in praktijk door, toen zijn nieuwe Leidsche kennis zich even van zijn stoel verhief om de zooveelste heildronk op deze onver wachte kennismaking uit te spreken, diens stoel weg te trekken, zoodat, toen de spre ker wilde gaan zitten, hij in het luchtledi ge terecht kwam en met zijn zitvlak de vloer beroerde, om daarna nog zijn hoofd te probeeren tegen een hoek van het bil jart. Het biljart bleek van steviger con structie dan het hoofd met alle gevolgen van dien. Nu zal men denken: meneer K. stoof da delijk op om genoegdoening te eischen. Mis geraden, want meneer K. zei: „d'r zijne dames bij, dus krijg ik je later wel". Inmiddels werden nog meerdere biertjes naar binnen geschoven, zoodat K. zoo om en nabij het sluitingsuur zegge en schrijve twaalf oftewel een dozijn „groote glazen gerstebier" had genoten en toen achtte hy het tijd om de dubbele rekening te gaan vereffenen. De grapjas had inmiddels eveneens de noodige snaps ingenomen en wist van toe ten nog blazen meer af. Alleen bemerkte hij den anderen ochtend, dat hij twee blau we oogen had en een kniegewricht dat va rieerde tusschen paars en groen. Voor den Politierechter werd uitgezocht expositie. De volgende keurmeesters wer den op voordracht geplaatst, die de benoe ming hebben aangenomen: de heeren A. Bequin, Gorinchem en H. Slagboom, Roo sendaal, terwijl voor derde indien noodig waarschijnlijk de heer P. de Weerd Azn. uit Halsteren zal komen, die zullen moeten treuren op gemengde keuring, dit is kwa 'itei*. Bij een voorlccpige opgaf werden er al 350 vogels opgegeven, welke zullen wor den verdeeld in 30 klassen. De inschrijving zal gesloten worden op 27 December. Men wachte niet tot den laatsten dag met het inzenden der inschrijfbiljetten. Aan deze tentoonstelling is een Eere- khs verbonden van die duiven, welke in 1939 ten minste 3 maal pry's hebben ge wonnen op een wedvlucht boven de 200 Kiiometer. Verschillende eereprijzen kwamen reeds binnen. hoe de oogen en de knie deze verandering hadden ondergaan. De „stoelwegtrekker" wist zich niet meer te herinneren wie hem deze aanbieding had geserveerd, want hij was toen de kluts kwijt. Alleen kon hij zich vaag herinneren, dat hem in het begin van den avond offerte gedaan was om zijn hersenen iets te ver leggen en aan dt buitenlucht bloot te stel len. K. op zijn beurt zeide ook al van niets te weten, want hij was „flink aan de maat", zooals hij verkondigde en „had zyn slin ger". Maar er waren anderen, die gezien had den, dat K aan den nieuwen grappigen kennis deze mooie blauwe oogen bezorgd had. door er zijn tot vuist gebalde hand op te laten nedeidalen om vervolgens zijn ge schoeide voet tegen het kniegewricht te plaatsen. De Officier vond, dat deze kennismaking in dubbele beteekenis beter niet had kun nen plaats vinden, want daardoor is K. thans in de verdachtenbank terecht geko men. Zijn optreden is hoogst onbehoorlijk geweest, vooral voor iemand die over zulk een grcote kracht beschikt als verdachte. Hij had zijn tegenpartij best dood kunnen slaan in zijn dronkenschap. Omdat ver dachte nog nooit iets met de politie uit staande heeft gehad, wilde hy volstaan met een geldboete te eischen van f 20 subs. 20 dagen. Erg veel spijt had K. blijkbaar niet, want hij vond dat zijn grappige nieuwe kennis niets beters veidiend had. Op de geldboete had hij niets aan te mer ken. zoodat de Politierechter hem de twin tig gulden boete oplegde. De indirecte oorzaak was toch maar het hondje. Menschen. die het niet met hun buren kunnen vinden zijn te beklagen en doen het beste maar om te gaan verhuizen, want eiken dag opnieuw vloeien daar onaange naamheden uit voort Gelukkig overigens maar, dat deze theo rie niet in praktijk wordt omgezet, want anders bleven sommige menschen aan het verhuizen en er zijn al volksverhuizingen genoeg op dit ondermaansche aan den gang. Maar lastig is het, daar kan een Leid sche juffrouw over mee praten. Zy en haar buurman leven als water en vuur en kleine plagerijtjes en pesterijtjes zijn aan de orde van den dag. De buurman was blijkbaar iemand, die van het standpunt uitging: „zeg het met daden". En hij' had er „iets" onsmakelijks op gevonden. Hij heeft een hondje en dit hondje wordt des avonds op het tuinpaadje gezet om voor den nacht datgene te deen wat hij niet bin nenshuis mag doen. Keurig uitgedrukt ove rigens, maar meh begrijpt den grondslag. Had het hondje dan iets gedeponeerd, dan werd dit keurig verzameld en zonder mor sen bij de buurvrouw op het stoepje ge plaatst, waardoor zoo nu en dan verrassin gen ontstonden. Dit was overigens niet het feit zelf, maar de aanleiding tot het nu vol gende, waardoor de buurvrouw zich had te verantwoorden. Zei de buurman het heel diplomatiek met daden, de buurvrouw zei het met woorden, want toen de verzorger der verrassingen op een ochtend zijn huis verliet, had zijn buur vrouw het raam opengeschoven en hem ten aanhoore van diverse andere belang stellende buurtgenooten den mantel uitge veegd. Zeer onnette dingen werden toen naar voren gebracht, hetgeen door den Ne- derlandschen wetgever echter beleediging wordt genoemd. En dientengevolge had de buurvrouw zich te verantwoorden. Zij hing een omstandig verhaal op van de diverse onsmakelijke gebeurtenissen, waarbij ook het in den aanvang vermelde tot uiting kwam. De Officier gaf de buurvrouw den goe den raad om maar te gaan verhuizen, waarop de juffrouw verkondigde, dat zulks inmiddels geschied was, aangezien zij bo ven was gaan wonen en de nieuwe bene den buur iemand is, die zijn mannetje staat, zoodat de „verrassingen" voortaan wel uit zullen blijven. Verder vond de Officier, dat de juffrouw niet had mogen gaan schelden. Rekening houdende met buurmans verrassingen, die ook een standje kreeg, werd de eisch een geldboete van ƒ3 subs. 3 dagen. „Of er niets meer af kon", vroeg de juf frouw. De Politierechter vond het toch al niet veel .gehoord de zeer onnette scheld woorden. dus bleef het drie guldentjes. KANTONGERECHT TE ALPHEN. Een kleine aanrijding. Gisteren werd voor het Kantengerecht te Alphen behandeld een aanrijdingszaak tegen J. B., fabrikant te Bodegraven, die bij het stopbord te Alphen een kleine aan rijding had veroorzaakt met een voor hem rydenden militair, die heel langzaam reed om voor de stopstreep te wachten. Verd. voerde aan, dat deze militair reeds ver voor de stopstreep een beweging maakte om af te stappen en dat hy daardoor ver rast werd en zoodoende remde er. aan het rijwiel een klein duwtje gaf. Tijdens de aanrijding kon verd. de schade met den aangeredene onderling regelen, maar voel de zichzelf niet schuldig. Ter zitting kwam vast te staan, dat verd. wel eenige schuld aan de aanrijding had, hoewel van ver gaande onoplettendheid en onvoorzichtig heid, zooals was tenlaste gegeid, niet kon worden gesproken, zoodat hij werd ver oordeeld tot een geldboete van f 5.— subs. 2 dagen hechtenis, met toewijzing der ci viele vordering ad 3.welk schadebe drag terstond ter zitting door den fabri kant aan den militair werd betaald. Nog een aanrijding. Vervolgens werd behandeld de aanry- dingszaak tegen J. H. van den B. te Kou- d e k e r ka. d. R ij n, die een ernsti ge aanrijding had veroorzaakt op den hoek van de Bruggestraat en de Hondsdijk, waardoor groote materieele schade was ontstaan van ongeveer 100.Verdachte, hoorde tegen zich eischen een geldboete van 20.subs. 10 dagen, en een week hechtenis plus intrekking Van het rijbe wijs voor zes maanden, beide laatsten met een proeftijd van 1 jaar. Een werkboekje noodig. J. M. H., boekhandelaar te A 1 p h e n a. d. R y n, stond hiena terecht, dat hij met zijn bestelauto, waarmede hij meer dan 12 uren per week reed, had gereden, zonder in het bezit te zijn van het zooge naamde werkboekje, als bedoeld in het Rijtijdenbesluit. De verd. had deze vervolging zelf uitge lokt, daar hy zich tot verschillende instan ties had gewend, doch van niemand noch van de arbeidsinspectie nog van de poli tie den indruk kreeg, dat hij wel verplicht was een werkboekje te moeten hebben. De Kantonrechter zag in het geval geen principieele kwestie, zooals verdachte voorgaf, daar het werkboekje voor verd. verplichtend is volgens artikel 46 van het Rijtijdenbesluit, waaronder verdachte valt, daar de personenauto van verd., welke mede gebezigd wordt voor het be stellen van goederen, als vrachtauto wordt aangemerkt en hij daarmede meer dan 12 uren per week rijdt, zoodat het Rijtijden besluit op hem van toepassing is. Daar de ze zaak voor verd. als proefgeval diende luidde het vonnis 0.50 subs. 1 dag. Van een geit, die niet loopen wilde. Aan L. B. te Bodegraven was tenlaste gelegd het op pijnlijke en kwel lende wijze vervoeren van een geit. Het beest was op 'smans rug gelegd en werd met een touw om zijn nek vastgehouden. Het „vervoer" geschiedde per rijwiel, waarbij het beest steeds omlaag zakte en dan maar weer omhoog gesjord werd aan het touw. Dit alles volgens het opgemaak te proces-verbaal. Verdachte, ter zitting verschenen, gaf echter een geheel andere voorstelling er van, zoodat men den indruk moest krijgen, dat het beest het wel een heerlijk ritje gevonden moet hebben. Het beest wilde namelyk niet loopen en verd.'s baas had het toen met de voorpooten over zyn schouders gelegd, waarbij hij het beest met één hand vasthield, terwijl het touw los over zijn schouders hing en het beest met de achterpooten in zijn lenden rust te en het dus geen pijn of kwelling kon ondergaan. Deze zaak werd uitgesteld om alsnog den verbalisant in deze kwestie te hooren. A.P.V. van Alphen: J. van G. f 1.50 subs. 1 dag hechtenis. M. en R.-Wet en Regl. J. R., 1.50 subs 1 dag; M. P. V. te Alkemade idem; W. A. H. C. te Nijmegen, idem; J. van S., idem; J. Oh. van R., te Wassenaar 2.50 of 2 dagen; P. B. idem; G. J. du P. te Amsterdam, idem; S. A. S. 8.of dg. en 6.of 3 dg. A.P.V. van Zwammerdam D. G. H., te Zwammerdam, 3.of 2 dig.; Leerplichtwet: A. C. van S. te Woubrugge 15.— of 6 dagen; D. J. de J., 5.— of 2 dagen. 453 Strafrecht: J. D. B., 2 dagen hechtenis; C. van H., te Boskoop, 5. of 3 dagen; N L. te Rotterdam, idem. HAARLEMSCHE POLITIERECHTER. Een zeemijntje en een landmijntje. Voor den Haarlemschen Politierechter moest terecht staan een 25-jarig bloemist knecht uit Sassenheim. Verdachte was niet verschenen. Op 28 October j.l. had verdachte een 20-jarigen bloemistknecht, af komstig uit Lisse een blauw oog gesla gen. De oorzaak van de mishandeling was hierin gelegen, dat getuige gekscherend gezegd had tegen den mishandelde: je bent een zeemijntje en een landmijntje. De mishandelde had nog nog een verzoek aan den Officier van Justitie geschreven om de zaak niet verder te doen vervolgen, daar de vriendschap wederom is gesloten. Hieraan kon niet meer voldaan worden. De Officier van Justitie eischte tegen verdachte een geldboete van 10.subs. 6 dagen hechtenis. Overeenkomstig den eisch werd verd. veroordeeld. In Amsterdam komt nu een klok, Waarop de datum staat, Daar leest men dus niet meer alleen: Het is nog vroeg of laat. Behalve 't vroege of late uur Staat daarop, ook de dag, Een daad van grooten burgerzin Van 't Amsterdamsch gezag. De een toch weet geen tijd, geen uur In dezen slechten tijd, Zoolang de crisis nu al duurt Is hij zyn tikker kwijt. Hy bracht dat toen naar Oome Jan Maar voelt toch geen gemis, Ook zonder dat hij klokken ziet, Weet hijhoe laat het is. WEEKEND. VAN EEN SCHOENLAPPERTJE. U hebt natuurlijk, evenals ik, in onze courant van gisteren dat bericht gelezen van dien schoenmaker, die zeven en dertig jaar een eigen werkplaats had gehad, op nieuw moest beginnen, omdat zijn huis werd afgebroken en toen vanwege de ves tigingswet veroordeeld werd. Het stond er zoo echt wettelijk en ordelijk. De man was fout, geen speld tusschen te krijgen. Maar men zou het verhaal ook met wat sfeer kunnen omringen en dan ziet het er direct heel anders uit. En zóó las ik het: Er was eens een schoenmaker, een ijve rig en arbeidzaam man, die 37 jaren van zijn leven in zijn huisje iederen werkdag zijn nederigen arbeid opgewekt had ver richt. Die maar monter en ononderbroken zyn hamertje klopte in het kleine ver trek en het was al een groot deel der Ne- derlandsche veestapel, waarvan hij de hui den tot hakken, zolen en achterlappen had verwerkt. En het schoenmakertje zong by zyn ar beid, zeven en dertig jaren lang. Toen moest vanwege de bouwvalligheid! zijn nederig huisje worden afgebroken en omdat het nijvere schoenlappertje wilde werken en niet bedelen noch stempelen, verhuurde hij zich als knecht, totdat zijn nieuwe werkplaats zou zijn ingericht en hy by het lustig zingen van zijn lied zijn hamertje weer kon laten kloppen. Toen sloop een booze diender naderbij en verbaliseerde het schoenlappertje. Hij had zich opnieuw gevestigd en nog wel zonder vergunning. En de stadsknechten sleepten hem voor den rechter, die het recht verstond. En alle rechters veroor deelden den nijveren schoenmaker, die 37 jaren lang gezongen en gehamerd had. Zoo ziet dit droef verhaal er een beetje anders uit. En er zit ons allemaal iets soheef, als wij dat lezen. En wij peinzen over het recht en de wet Dat de wet er is voor de menschen. Maar dat de wet door menschen is gemaakt en dus onvolmaakt is. En dat de menschen hun eigen maatschappij zóó hebben inge richt, dat zelfs de wetten soms in botsing komen met zich zelf. En tenslotte, dat dit meer -de schuld is van de maatschappij, dan van de wet. Maar als ik zoover ben gevorderd, schud ik mijn wijze hoofd en ik zeg: en toch slik ik dat niet! En ik vraag: is het bestaan van de wet en het handhaven van de wet belangrijker dan het bestaan van ook maar één mensch voor wien en niet tegen wien deze wet óók is gemaakt? En wordt de wet en daarmee de maat schappij ontwricht, als dat nijvere schoen lappertje voor één keer boven de papie ren wet wordt gesteld en mag blijven ha meren en zingen. Het moest een dommen diender verbo den zyn zulk een geval te zien. Zulk een diender dient niet. Ware ik kadi geweest, ik hadde dezen diender in de leer gedaan bij het nijvere schoenlappertje. Hij had daar nog vele goede dingen kunnen leeren. Bijvoorbeeld zingen. En als dit niet geschiedt, dan blijft er my niets anders over dan mij zeiven te inundeeren. Ik weet een voortreffelijk kroegje. Want dat is dan nog de eenige mogelijk heid om met zulk een rare zaak in even- wioht te blijven. DANIëL. In Amsterdam zullen de openbare klokken binnenkort behalve den tyd ook den datum aanwijzen. De tijden werden slechter nog Maar niet voor Oome Jan, Die kreeg al wat een mensch maar heeft En profiteert ervan. Wie voor een zakkalender nu Zelfs al geen geld meer heeft, Kykt op de klok en hij kan zien 0;> welken dag hij leeft. Maar Leiden volge nu die daad Van Amsterdam niet na, Opdat een elk den juisten dag Den juisten tijd versta. De klokken loopen hier zoo raar, Men kan van huis af gaan Des morgens negen, en men komt Om vijf voor negen aan. Bracht men ook hier de datum aan Precies zooals de tijd, Dan was heel Leiden spoedig wel Den juisten datum kwijt. Dan kwam ik 's morgens plotseling Maar niet op het kantoor, Omdat mijn klok dan Zondag wees, Want onze klok loopt vóór. TROUBADOUR. LIED VAN DEZEN TIJD DE DATUMKLOK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 10