„NEREUS" VIERT FEEST.
F|rie mannen en
hun noodlot
Een uitstekende uitkijkpost voor de jeugd tijdens de luchtalarm-oefeningen,
welke te Batavia voor de inheemschen waren georganiseerd
Twee debutanten in het Nederlandsch elftal, dat Zondag te Rotterdam tegen
België uitkomt Links: Michel van V.S.V de nieuwe doelverdediger, is werkzaam
op een fabriek te Beverwijk; rechts: Poulus van S.V.V. is magazijnbediende te
Rotterdam
De sympathie-betooging, welke de Brusselsche studenten
voor de Finsche legatie in de Belgische hoofdstad hielden,
was door de politie verboden Toen de demonstranten zich
niet wilden verwijderen, werd de brandweer te hulp ge
roepen, welke maatregel succes oogstte
3)e ©ou/ïant
De Amsterdamsche Studenten Roeivereeniging -Nereus" vierde Vrijdag haar
54sten Dies, ter gelegenheid waarvan op den Amstel een roeiwedstrijd werd
gehouden
Dames in nationaal costuum luisterden
de herdenking van den Finschen onaf
hankelijkheidsdag op de Finsche legatie
te Londen op
De Duitsche vloot in de Oostzee Een
kustwacht-vaartuig ontvangt door middel
van signalen zijn instructies van het
marine commando
De medische behandeling der gewonden en zieken van de Duitsche Oostzee-vloot geschiedt door
het personeel der hospitaalschepen .Robert Ley" en .Wilhelm Gustloff", die de patiënten der
verschillende marine-vaartuigen overnemen en verzorgen
FEUILLETON
door
A. J. HUISMAN.
(Nadruk verboden).
54)
„Precies", klonk het kalm. „Mc Girk is
Barretts vyand, hy ontvoerde je zuster en
heeft haar de doodsangst op het lijf ge
jaagd. En daarbij bleef het niet: hij wilde
haar juist mishandelen toen ik op het too-
neel verscheen. Ik dacht dat je dat wel
zou interesseeren."
.Deksels, dat meen u toch niet?"
„Het is de zuivere waarheid. Enik
heb Barrett gisteravond gesproken."
„Maar is hij verdwenen!"
„Ik werp geen blaam op hèm!" merkte
O' Malley langs den neus weg op.
Julian sprong op.
„U bedoelt omdat ik.... Dat is niet
waar! Ik begreep het niet. Natuurlijk had
ik er geen idee van dat Mc GirkHij
zweeg weer. „Luistert u eens, mr. O' Mal
ley. Ik weet niet wat u met de heele zaak
te maken hebt. Maar u hebt mijn zuster
gered en ik ben niet van plan ruzie met
u te maken."
„Laat je daardoor niet weerhouden", ver
klaarde O' Malley vroolijk. „En ik heb er
*en heeieboel mee te maken, ofschoon ik
er, ondanks mezelf in betrokken ben ge
raakt. Ik heb groote sympathie en bewon
dering voor Barrett en ik vind dat hij be
hoort te weten dat een van zijn huisgenoo-
ten enfin,'je weet, wat ik. bedoel."
Julian zei niets. Hy staarde maar voor
zich uit. En plotseling lachte O' Malley te
gen hem.
„Hoor eens hier, Hunt", zei hij tegen hem,
„ik geloof geen seconde dat je willens en
wetens iets gedaan hebt om Barrett na
deel te berokkenen, maar een feit is, dat
je het vermoedelijk gedaan hebt. Welke
verhouding bestaat er tusschen jou en Mc
Girk? Barrett behoort dat allemaal te we
ten. Maar het is me heel wat liever dat jij
hem zelf vertelt, dan dat ik het moet
doen."
„Hebt u hem nog niets verteld?"
„Geen woord. Maar ik vind" dat hy het
moet weten. Vind jezelf ook niet?"
Julian ging weer zitten.
„Wel, mr. O' Malley", zei hij, „ik heb er
ontzettende spijt van. De zaak zit zoo. Mc
Girk kwam bij me en vertelde me dat hy
effectenhandelaar was en dat Ward ge
weldig op de hoogte was van de markt. Hij
zei dat hij ook een hoop geld kon verdie
nen, als hij wist waar Ward heenging en
wat hy deed. Hij beweerde, dat hij daar
uit kon afleiden hoe verschillende dingen
zouden verloopen.
Eerst wilde ik er niets mee te maken
hebben. Maar hy hield bij hoog en laag
vol dat Ward niets geen nadeel maar hij
groot voordeel er van zou hebben. En hy
bood mij een flink bedrag aan als ik hem
persoonlijk telefonisch op de hoogte hield
van Wards doen en laten. Ik was volko
men platzak, mr. O' Malley. Ik had drin
gend geld noodig. En ik wist dat er vol
strekt niets, zelfs geen liefdesgeschiedenis
in Wards leven was, dat het daglicht niet
verdragen kon. Dus ik geloofde wat Mc
Girk gezegd had. De schooier! Ik ging van
morgen naar hem toe, en hij smeet me er
haast uit. Hij zei, dat als Barrett verdwe
nen was ik wel kon ophoepelen. Maar ik
had er geen flauw vermoeden van dat hy
Wards vijand was."
Julian's air van „man-van-de-wereld"
was van hem afgevallen en hij ga er nu
heel jongensachtig, maar heel ernstig en
deemoedig uit.
O' Malley knikte begrijpend.
„Dat is dus in orde. Maar ik vind dat
je het Barrett vertellen moet; dat vind je
toch ook nietwaar?"
„Dat zal ik zeker doen als hij tenminste
coit weer thuiskomt. Hij zal helsch zijn!"
Een ondeugend lachje plooide even O'
Malley's lippen.
„Nu. ik moet weg. Wil je je zuster voor
mc goedennacht zeggen?"
„Wacht even, dan zal ik haar waar
schuwen. En zeg, welbedankt dat ik de
kans gekregen heb 't zelf aan Ward te ver
tellen voor u het gedaan hebt.', besloot
Julian onhandig.
„In orde hoor!" verklaarde O' Malley
jolig.
In zijn opluchting hief Julian een soort
Indianengehuil aan om Claudia te roepen.
Ze kwam binnen en O' Malley stond op
om afscheid te nemen. Ze liepen samen
naar de deur. Julian bleef een beetje ver
legen rondhangen. Op echt jongensachtige
manier had hij direct groote sympathie
voor O' Malley opgevat Opeens ving hij
O' Mallev's blik op, zei goedennacht en
verdween haastig, schaapachtig grinni
kend.
„Nu", zei O' Malley luid: „Goeden
nacht.... en terwijl zyn stem daalde tot
gefluister: „lieveling.
Claudia schudde verwijtend het hoofd.
„Waar hebben jij en Julian over ge
praat?" wilde ze weten.
„Over jou", loog O' Malley opgewekt.
„Dat is onzin. Maar ik zal hem wel uit-
hooren. Ik wist niet eens dat jij hem
kende".
„Dat deed ik ook niet tot vanavond; goe
dennacht, Claudia!"
Lachend keek ze naar hem op.
„Goedennacht, mijn redder in den
nood!"
O' Malley opende de deur en keerde zich
om. Claudia was dichterby gekomen. Hy
nam haar hand en trok haar met een plot
selinge, verlangende beweging naar zich
toe. Toen kuste hij haar heel zacht.
„Ik ben je redder niet, ik ben je aan
staande man, Claudia!" fluisterde hij. „Ik
houd van je, .iefste!"
„Mr. O' Malley!" hijgde ze, een beetje
„Je zou immers Terry zeggen", berispte
hy haar vriendelijk.
Claudia ging achteruit. Ze greep den
knop en duwde ae deux dicht. Haar mooie
oogen, met een verlegen glans er in, waren
nog even zichtbaar door den kier, dien ze
opengelaten had.
„Goedennacht". fluisterde ze. „En Terry
ik ben erg blij!"
De deur ging zacht tusschen hen beiden
dicht.
HOOFDSTUK XXII.
O' Malley wordt gewapend.
Toen O' Malley dien avond, na van Clau
dia afscheid te hebben genomen, thuis
kwam, zou hy uitgeput hebben moeten
zijn van vermoeidheid en bloedverlies. Hij
had den nacht tevoren weinig geslapen,
had een dag achter zich van geweldige in
spanning en de vechtpartij had ook niet
weinig van bijn krachten gevergd. Maar on
danks dit alles voelde hij zich uitzonderlijk
frisch.
Hij was nog wel wat licht in zijn hoofd,
wat mogelijk toe te schrijven was aan zijn
verwonding, maar waarschijnlijker was
het, dat dit veroorzaakt werd door het
bruischend geluk in zijn aderen. En in-
plaats van moeizaam de trap op te klim
men zooals gisteravond, liep hy nu met
kordaten stap en vol levenslust naar bo
ven.
Zoo vervuld waren zijn gedachten van
Claudia, dat hij, toen hij op zijn eigen ver
dieping kwam en het licht zag branden,
niet eens verbaasd was. Pas toen hij in zijn
deuropening stond en Barrett doodbedaard
in zijn lievelingsstoel zag zitten, werd hij
zich ten volle bewust van zijn omgeving.
Hij staarde grinikend voor zich uit en sloot
daarop de deur achter zich. Middernachte
lijke bezoekers schenen zich het binnen
dringen in zyn kamers als een onbetwist-
baai recht aangematigd te hebben.
„Verdraaid", lachte hij, „hoe ben je hier
weer binnengekomen? Dat lijkt wel een
gewoonte van je te worden. In ieder ge
val ben ik blij je te zien."
„Dank je", antwoordde Barrett. En op
drogen toon voegde hij er aan toe: „Ik ben
komen loopen."
O' Malley barstte in een lachbui uit en
liet zich op den divan vallen. Vreugde
klonk in zijn lach en Barrett '".eek hem
scherp en nieuwsgierig aan.
(Wordt vervolgd).