Drie mannen en hun noodlot FEUILLETON door A. J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 45) Bij Fourteenth street verliet de jonge man den ondergrondsche en haastte zich naar zijn pension. Hij arriveerde op een goed moment; want toen hij nog eenige deuren van het huis verwijderd was, kwam van den anderen kant een taxi aanrijden, die met een luid knarsen van de remmen voor het huis van mrs. Peil stopte. O' Malley, die zich vlak bij een lantaarn paal bevond, schoot direct achteruit en hield zich naast een van de stoepen schuil. Een man sprong uit de taxi en liep het pension binnen. Zoodra het portier geslo ten was, schakelde de chauffeur weer in en de auto kwam luid snorrend in O' Mal ley's richting. In een ploselinge opwelling begon de Ier over het trottoir te zwaaien. Toen de taxi vlak bij was, liet hij zich op de knieën vallen in de hoop dat de chauffeur hem mee zou laten rijden. Dat zou hem wel licht op een spoor brengen. Maar deze buitenkan* viel hem niet ten deel. De man leunde alleen naar buiten en riep den voor- ge w«nd«n dronkelap eenige spottende op merk Even later was de auto, Seventh Avenue ingereden. O' Malley richtte zich op en be gaf zich voldaan naar het pension. Voor een deel was het toch nog gelukt: hij had het gezicht van den chauffeur gezien. Het was dezelfde vermoedelijk in de zelfde taxi die Claudia en hem dien nacht door het park gereden had toen ze over vallen en gefouilleerd waren. O' Malley bereikte het hek en keek naar boven. Terwijl hij keek flitste het licht aan achter de vensters op de tweede verdie ping en met een zucht van dankbaarheid liep hij, zoo min mogelijk geluid makend het pad op, sloop over de veranda en stapte het huis binnen. HOOFDSTUK XIX. „Doodelijk angst". Op zijn teenen ging O* Malley naar de kamer die hij gehuurd had en zette zich op den rand van zijn bed tot nadenken. In ieder geval stond het vast, dat Mc Girk de hand had gehad in het weglokken van Claudia. Vermoedelijk hield hij haar er gens gevangen, hoewel het motief daar toe volkomen in het duister lag. O' Malley's eerste opwelling was naar Mc Girks kamer te gaan, den kerel wak ker te maken en een bekentenis uit hem te wringen. Maar na een oogenblik zag hij evenals den avond te voren, de dwaas heid hiervan in. Als Mc Girk alles ont kende en weigerde hem te vertellen waar zy was, zou hij niets verder gekomen zijn en alleen bereiken dat Mc Girk gewaar schuwd was en extra op zyn hoede zou zijn. Er zat niets anders op dan den man scherp in de gaten te houden en de hoop zoodoende op het spoor van het meisje te komen. Maar het kostte O' Malley een ge weldige zelfbeheersching om zoolang werk loos te blijven. In zyn verbeelding kon hij zich duidelijk Claudia's verontwaardiging en vrees voorstellen. Mc Girk en zijn sa tellieten waren niet bepaald zachtaardig te werk gegaan, toen zij haar gefouilleerd hadden. En nu Bindl'es gewezen dienaar haar ergens had achtergelaten, vermoede lijk bewaakt door een paar van zijn hand langers, zou zij in haar eenzaamheid na tuurlijk doodsangsten uitstaan. Hoe hy zijn hersens ook inspande, hij kon zich absoluut niet indenken wat voor motief de mannen hadden gehad om haar te ontvoeren. Maar de heele situatie was zoo verward, dat een raadsel meer of min der geen verschil maakte. De hooidzaak was dat zij gevonden en bevrijd moest wor den! Ongekende gevoelens stegen uit de diep ten van O' Malley's ziel cp. Alles dat goed en groot in hem was concentreerde zich op het meisje waarvoor hij zoo snel liefde had opgevat en de gedachte dat zij een nacht van verschrikking tegemoet ging was bij na ondragelijk. Hij zat ineengedoken op den rand van zijn bed met opeengeklem de tanden, de vuisten tusschen de knieën en zyn lichaam trillend van onderdrukte energie. Om naar de politie te gaan zou ook niets geven. Ze wisten niet meer dan hij. En Barett, in wien hij nu wel gelooven moest, had gezegd dat hij, als hij de politie er in haalde, alles bederven zou. Eindelijk kleedde hy zich uit en ging naar bed. Het huis was stil als het graf en toch kon hij niet in slaap' komen. Hij draaide zich om, stond toen weer op en sloop zacht de kamer uit, de trap op die naar boven leidde. De tocht was vruchteloos, hoewel de noodige omzichtigheid en concentratie zijn opgekropte energie eenigermate lucht gaf. Door het sleutelgat was het regelmatig, toe- en afnemende geluid van Mc Girks gesnurk duidelijk hoorbaar. Het was een lange nacht. Een paar maal viel O' Malley in een lichte sluimering om dan weer met een schok wakker te worden. Tegen den morgen viel hy in een langeren en vasteren slaap en ontwaakte pas toen he vroeger zonlicht tegen zijn versterko- zijn scheen. Met een sprong was hy uit bed. Enkele minuten later sloop hij naar be neden en het huis uit. Als Mc Girk weg ging, zou het moeilijk zijn hem na te gaan als O' Malley hem van het huis uit moest volgen, want nij zou Mc Girk een voor sprong moeten geven, om niet ontdekt te worden en zijn prooi kon wel direct in een taxi stappen en verdwenen zijn eer O' Malley naar buiten kwam. Het zou ge makkelijker zijn buiten de wacht te hou den en vandaar de jacht te beginnen. Toen hij het huis verliet, slap en met dikke oogen van spanning en te weinig slaap was het even over zessen; maar Mc Girk was laat thuis gekomen en zou mis schien nog een uur blijven slapen, taxeer de hij. Dus zou er geen gevaar zijn hem te missen als hij eerst ging ontbijten. Hij vond een klein koffiehuis in Sixth Avenue, dat hoofdzakelijk door taxichauf feurs bezocht werd. En na een smakelijk maal verorberd te hebben, voelde hy zich heel wat beter. Het was nog geen zeven uur toen hy de straat weer op ging. Hij liep Sitzh Ave nue een eindje in, tot er een „blauwe" taxi kwam aanrijden. Hij riep deze aan, vernam dat de chauffeur al ontbeten had en zei hem zijn taxi op den hoek van Sixth Avenue en Elebenth street te parkeeren, tot hij nadere aanwijzingen kreeg, zoodat O' Malley de voordeur an mrs. Pells huis kon gadeslaan terwijl hij achter in den auto zat. Hij moest immers rekening houden met de mogelijkheid dat Mc Girk het huis uit kwam, een taxi zou aanroepen en uit O' Malley's gezicht verdwijnen, eer hij gele genheid kreeg een anderen wagen te vin den om hem te volgen. Vandaar dat deze manoeuvre noodzakelijk was. Er waren echter bezwaren aan verbon den. Ze konden door de politie "erjaagd worden. En voor het geval dat de chauf feur er iets tegen had om zoo lang te wach ten, omdat wachttijd minder opbracht dan rijtijd, beloofde hij den man het volle taxi tarief te zullen betalen met een flinke fooi er boven op en gaf hem twee dollars als handgeld. Zoodra de taxi een geschikte plaats in genomen had, leunde O' Malley in afwach ting achterover in de kussens. De minu ten kropen met tergend traagheid voorby. De zon klom steeds hoger, zakenmenschen en winkelmeisjes begaven zich stadwaarts en in de straten begon het normale leven. Een agent kwam aangewandeld, keek naar O' Malley en dep verder. De stroom van mannen en vrouwen die naar hun werk gingen zwol aan en ebde weer. Tweemaal had O' Malley den ongedul dig geworden chauffeur met een aanvul lende betaling gekelm* ere. Met was lang zamerhand over negenen geworden: de drie andere mei.ne v?.he' pensioen waren al uitgegaan, maw van k'c Girk geen spoor. (Wordt vervolgd). 3)e £cicbcfie(2oii4cmt Het mijnenvegen vormt een belangrijk onderdeel der taak van onze kustwacht. Eenige trawlers, die tot dat doel zijn uitgerust De hooge waterstand der rivieren brengt zijn overlast mede voor de omliggende streken. De "Maas heeft in Limburg weer groote uit gestrektheden blank gezet Teneinde geheel voor hun gevaarvolle taak berekend te zijn, krijgen de visschers, die dienst gaan doen op de tot mijnenvegers gemetamorphoseerde trawlers bij onze kustwacht, een zorgvuldige opleiding Oefeningen in het gebruik van een mitrailleur, w*-«rmede gevonden mijnen onschadelijk worden gemaakt 4rs Chamberlain, de echtgenoote van den Britschen premier, nspecteerde dezer dagen te Londen verschillende aldeelingen der vrouwelijke hulpdiensten De vijvers van het Amsterda'msche Vondelpark zijn Dinsdag afgevischt Na twee trekken met de zegen bedroeg de vangst niet één visch, zoodat de vischrijkdom van deze vijvers dus ook een sprookje blijkt te zijn eten voor de kameraaen. Dmtsche soldaten op weg langs een der ge vaarlijke routes in het gezicht der Maginot-linie, om het middagmaal aan Ie manschappen van de voorste linies te brengen Een practisch reddingsvlot, plaats biedend aan 24 personen, is door den heer G. de Vries Lentsch jr, gecon strueerd. Dit vlot kan in iederen stand te water worden geworpen, daar boven- en onderzijde eender zijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 5