WOENSDAG 29 NOVEMBER 1939 OE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 11 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN De Gemeenteraad vergadert op Maandag 4 Decemiber 1939, des namiddags te twee uur, in de aula van het Stedelijk Gymna sium aan de Fruinlaan. 1. Beëediging en installatie van de nieuw Te behandelen onderwerpen: benoemde raadsleden, de heeren P. A. van der Reijden en B. J. Huurman. 2. Voorstel om aan den heer Jhr. C. C. Roëll op zijn verzoek ontslag te verleenen als lid van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon. 3. Benoeming van een lid van de Com missie van Fabricage (vacature: de heer D. van der Kwaak). 4. Benoeming van een lid van de Com missie voor de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit (vacature: de heer D. van der Kwaak). 5. Benoeming van twee leden der Com- missiën, bedoeld in art. 2, le lid, sub. 3e der verordening, houdende Reglement van de Commissiën van Advies, betreffende de ar- foeids- en dienstvoorwaarden van het per soneel in dienst van de gemeente Leiden (wegens ontslagaanvrage van den heer J. H. Schüller en vacature: de heer F. J. Groot Enzerink). 6. Benoeming van een plaatsvervangend lid dier Commissiën (wegens ontslagaan vrage van den heer C. Snel). 7. Benoeming van twee leden van de Ge meentelijke Commissie voor Maatschappe lijk Hulpbetoon (vacatudes: de heeren Jhr. C. C. Roëll en F. J. Groot Enzerintf). 8. Benoeming van drie leden van de Ge meentelijke Commissie voor Maatschappe lijk Hulpbetoon, ter yervulling van de op 1 Januari 1940 in die Commissie openko- mende plaatsen. 9. Benoeming van negen leden van de Contactcommissie voor den woningbouw en de stadsontwikkeling. 10. Voorstel tot het verlengen van de aanstelling van Drs. K. Sneyders de Vogel als tijdelijk leer aar in de Fransche taal aan het Gymnasium. 11. Voorstel tot het verlengen van de aanstelling van Mej. G. F. Land, als tijde lijk leerares in het Nederlandsch aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cur sus. 12. Voorstel tot het verlengen van de aanstelling van Drs. J. W. Zwartsenberg, als tijdelijk leeraar in de scheikunde aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus. 13. Voorstel inzake het beleggen van kasgelden. 14. Voorstel inzake het aangaan van kas- geldleeningen gedurende het le kwartaal 1940. 15. Voorstel inzake het omzetten van de met de Algemeene Friesche Levensverzeke ring-Mij. ingevolge raadsbesluit van 20 Juni 1938 aangegane obligatieleening in een onderhandsche geldleening en tot het vaststellen van den desbetreffenden be- grootingsstaat. 16. Voorstel inzake het overnemen in eigendom bij de gemeente van een gedeelte Rijnkade met aangrenzende voortuinen, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie K., nos. 3704, 3779, 3604, 984, 955 en 720 er- tot het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van het aanbrengen van een beschoeiing c.a. langs de Noordzijde van den Nieuwe Rijn tusschen de Oosterstraat en de Broersloot. 17. Voorstel tot het aankoopen van het perceel le Gortestraat no. 29,- kadastraal bekend Gemeente Leiden, sectie E no. 645. 18. Voorstel tot het aankoopen van het perceel Klikstraat no. 9, kadastraal bekend Gemeente Leiden, sectie E no. 907. 19. Voorstel tot het aankoopen van het perceel Nieuwstraat no. 43. kadastraal be kend Gemeente Leiden, sectie I no. 231, en tot het vaststellen van den desbetreffenden begrootingsstaat. 20. Voorstel tot het wijzigen van de veror dening, houdende reglement voor de Com missiën van Advies betreffende de arbeids- en dienstvoorwaarden van het personeel in dienst van de gemeente Leiden. 21. Prae-advies op het door J. J. de Vlieg ingestelde beroep tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders, waarbij hem vergunning is geweigerd tot het verbouwen van het perceel Lange Mare no. 29. 22. Voorstel inzake het aangaan van een overeenkomst met den Staat der Nederlan den betreffende het beschikbaarstellen van de 2e en 3e klasse afdeelingen van het Sa natorium „Rhijngeest" voor militair-psy chiatrisch evacuatiestation voor de Vesting Holland. 23. Voorstel inzake het voortzetten van de werkinrichting voor blinden. Eerste Leidsche Begrafenisonderneming voor Roomsch Katholieken GEVESTIGD 1682. 4516 G. H. KLEINHANS PIETER OE LA COURTSTRAAT 22 TRANSPORT TELEFOON 21455 Tarief en uitvoering in overleg met U 1 COMMISSIE M. H. De heer jhr. C. C. Roëll heeft verzocht hem, wegens vertrek uit deze gemeente, ontslag te verleenen als lid van de Ge meentelijke Commissie voor Maatschappe lijk Hulpbetoon. Ter voorziening in de vacature-Roëll, alsmede ter vervulling van de, in verband met het aftreden van den heer F. J. Groot Enzerink als raadslid, in de Commissie ontstane vacature, bieden B. en W. de vol gende aanbevelingen aan: Vacature-Jhr. C. C. Roëll: lo. Ir. J. J. G. van Hoek; 2e. W. van der Laan. Vacature-F. J. Groot Enzerink: lo. J. A. van der Reijden; 2o. B. J. Huurman. Op 1 Januari a.s. zullen in de Commis sie, wegens periodieke aftreding, een drie tal plaatsen openkomen, n.l. de plaatsen van a. mevr. P. J. van Kampenhout Ruhe; b. den heer Th. C. F. Stijnman en c. de plaats, voor welke hierboven de heeren van der Reijden en Huurman worden aan bevolen. B. en W. bieden voor de vervulling van die plaatsen de volgende aanbevelingen aan: a. lo. Mevr. P. J. van Kampenhout Ruhe; 2e. Mevr. J. MandersVermeulen, b. lo. Th. C. F. Stijnman; 2e. M. Th. La ken. c. lo. J. A. van der Reijden; 2o. B. J. Huurman. B. en W. geven den Raad alsnu in over weging: a. den heer jhr. C. C. Roëll eervol ont slag te verleenen als lid van de Gemeen telijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon, onder dankzegging voor de als zoodanig bewezen diensten; b ter voorziening in de i-ntstane vacatu res en de op 1 Januari a.s. opertkomende plaatsen, tot benoeming van een drietal le den van genoemde Commissie over te gaan. CONTACTCOMMISSIE WONINGBOUW EN STADSONTWIKKELING. Tengevolge van het alsnog bedanken door de heeren J. Splinter Gzn. en ir. J. A. van der Laan voor een candidatuur voor de Contactcommissie voor den wo ningbouw en de stadsontwikkeling al dus B. en W. aan den Raad moet eeni- ge ""wijziging worden gebracht in de door B. en W. op 28 October 1939 aan den Raad overgelegde voordrachten voor de benoe ming van negen leden dezer Commissie. B. en W. doen den Raad thans de volgende voordrachten toekomen: A. 1. J. H. A. Manders; 2. G. H. Splinter. B. 1. B. Huur man; 2. ir. J. J. G. van Hoek. C. 1. M. E. Greenewegen; 2. J. van Iterson. D. 1. A. van der Heyden; 2. J. Stigter. E. 1. W. M. de Ruiter; 2. Ir. H. A. van Oerle. F. 1. J. Ravestein; 2. H. Korswagen Nzn. G. 1. J. Poeliejoe; 2. K. Wassenaar. H. 1. J. Ger ritsen; 2. J. de Jong. I. 1. P. W. A. van Dam; 2. O. A. M. Bik. BENOEMINGEN. Met ingang van 11 September j.l. werd door B. en W. voorloopig voor den tijd van drie maanden, benoemd tot tijdelijk lee raar in het Fransch aan het Gymnasium de heer drs. K. Sneyders de Vogel. Aangezien het noodig blijkt de werk zaamheid van genoemden tijdelijken lee raar na het verstrijken van dien termijn te doen voortduren, geven B. en W. den Raad in overweging de aanstelling van den heer drs. K. Sneyders de Vogel als tijdelijk leeraar in de Fransche taal aan het Gymnasium, tot wederopzeggens, dcch uiterlijk tot het einde van den cursus 1939 ^-1940, te .verlengen. Met ingang van respectievelijk 11 en 25 September j.l. werden mej. G. F. Land en drs. J. W. Zwartsenberg, tot wederop zeggens, doch uiterlijk voor den tijd van drie maanden, benoemd onderscheidenlijk tot tijdelijk leerares in het Nederlandsch en tijdelijk leeraar in scheikunde aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cur sus, zulks in verband met ziekte van den leeraar B. M. Noach en militairen dienst van den leeraar dr. ir. J. J. Valkenburg. Aangezien de afwezigheid van deze lee raren nog wel eenigen tijd zal voortduren, geven B. en W. den Raad in overweging de aanstelling van mej. G. F. Land, als tijdelijk leerares in het Nederlandsch en die van den heer drs. J. W. Zwartsenberg, als tijdelijk leeraar in scheikunde, aan de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cur sus te verlengen tot den dag, waarop de heer Noadh, respectievelijk de heer Val kenburg zijn werkzaamheden weder zal hebben hervat, doch uiterlijk tot het einde van den cursus 1939—1940. KASGELDEN. Zooals bekend, wordt voor de belegging van overtollige kasgelden jaarlijks een be sluit van den gemeenteraad vereischt. Onder verwijzing naar het Raadsbesluit d.d. 12 December 1938 geven B. en W. den Raad mitsdien in overweging te bepalen dat gedurende het jaar 1940 overtollige kasgelden, behalve in rekening-courant aan de Bank voor Nederlandsche Gemeen ten, ingevolge de met die Bank aangegane overeenkomst, kunnen worden uitgeleend aan: a. publiekrechtelijke lichamen; b. andere door het College van B. W. aan te wijzen instellingen, onder de ge bruikelijke bepalingen en voorwaarden In de Raadsvergadering van 28 Augustus 1939 werd besloten om, zoo noo dig, gedurende het 4e kwartaal 1939 kas- geldleeningen aan te gaan tot een maxi maal bedrag van 1.000.000. Met het oog op de 4egen het einde van het jaar aan het Pensioenfonds voor Bur gerlijke Ambtenaren te betalen pensioens bijdragen over 1939 en de gedurende het le kwartaal 1940 te betalen rente en af lossing van geldleeningen. de uitgaven voor ondersteuning van werklcozen en armlastigen enz., enz., is het gewenscht om het maximaal bedrag, dat gedurende het le kwartaal 1940 de kasschuld zal mo gen beloopen, vast te stellen op 1.500.000.—. B. en W. geven derhalve in overweging te besluiten gedurende het le kwartaal 1940, zoo noodig, kasgeldleeningen aan te gaan tct zoodanig bedrag, dat op geen en kel tijdstip in dat kwartaal de kasschuld, met inbegrip van het in rekening-courant bij de N.V. Bank voor Nederlandsche Ge meenten op te nemen bedrag, de som van 1.500.000.te boven gaat en onder de voorwaarden, als door B. en W. zullen worden gesteld. OMZETTING LEENTNG. De Algemeene Friesche Levensverzeke ring-Maatschappij heeft de medewerking van B. en W. gevraagd, om de met die Maatschappij gesloten 3 1/4 pet. o b 1 i g a- tieleening 1938, oorspronkelijk groot 1.000.000.—, thans nog bedragende 5.000.om te zetten in een onder handsche leening op overigens de gel dende voorwaarden. Zij doet dit verzoek, blijkens haar schrijven, ter vereenvoudi ging van administratie, terwijl zij bereid is aan de gemeente voor haar bemoeiingen in deze een vergoeding van 1 0/00 over het onafgeloste bedrag, zijnde derhalve ƒ966 te betalen. Noch bij de Commissie van Financiën noch bij B. en W. bestaat tegen inwilliging van het verzoek bezwaar. OVERNAME GEDEELTE RIJNKADE. De eigenaren van het gedeelte van de Rijnkade van de Oosterstraat tot de Broer- sloot hebben aan B. en W., zulks in ver band met een aan hen door Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland gerichte aanschrijving, om het oever werk te her stellen c.q. den walkant te beschoeien, ver zocht te bevorderen, dat dat weggedeelte door de gemeente in eigendom en onder houd wordt overgenomen. Aangezien het in eigendom verkrijgen van c}at wegge deelte, met het oog op den toekomstigen aanleg van de geprojecteerde straat ter plaatse van de Broersloot, voor de ge meente wel van belang is, doch alleen, in dien mede de daaraan grenzende voortui nen worden overgedragen, is door B. en W. ter zake van de overdracht ook van die voortuinen overleg met de betrokken eige naren gepleegd. Dat overleg heeft er toe geleid, dat die eigenaren zich bereid heb ben verklaard, zoowel het weggedeelte als de voortuinen, kosteloos in eigendom aan de gemeente over te dragen. De gemeente zal dan uiteraard voor haar rekening voor een behoorlijke beschoeiing van den walkant langs den Nieuwen Rijn moeten zorgen. Zoolang de voortuinen niet voor wegver- breeding noodig zijn, kunnen zij bij de eigenaren op den voor dergelijke gevallen gebruikelijken voet, o.m. dus tegen een jaarlijksche vergoeding van ƒ0.10 per voortuin, in gebruik blijven. De kosten van beschoeiing en van de bij komende werken worden geraamd op 3000.—. Na de eigendomsoverdracht en het aan brengen van de beschoeiing kan overge gaan worden tot een gewenschte uitdieping van den Nieuwen Rijn, althans vanaf de Singelbrug tot aan de Broersloot. Deze uit dieping zal door den Gemeentelijken Rei nigingsdienst in eigen beheer geschieden. In verband met die uitdieping zullen een gaszinker en een zinker van de Leidsche Duinwater Maatschappij moeten worden gewijzigd. De kosten van wijziging van eerstgenoemden zinker worden geraamd op ƒ3.700.— en komen voor rekening van de Stedelijke Gasfabriek, de kosten van wijziging van laatstgenoemden zinker, worden geraamd op f 600.en moeten voor 3/4 gedeelte door de gemeente wor den gedragen. In verband met de beschoeiïngs- en uit- diepingswerken is derhalve een bedrag ad ƒ3.450.— noodig, t.w. ƒ3.000.— voor het aanbrengen van een beschoeiing en 3/4 x ƒ600.— of ƒ450.— voor wijziging van den waterleidingzinker. AANKOOP PERCEELEN. De eigenaren van de perceelen le Gorte straat No. 29 en Klikstraat No. 9 hebben zich bereid verklaard die perceelen aan de gemeente te verkoopen voor een bedrag van ƒ325.— resp. 250 Deze weningen zijn begrepen in het saneeringsplan Gee- regracht-Kraaierstraat, terwijl eerstge- genoemd perceel bij raadsbesluit van 19 December 1938 onbewoonbaar werd ver klaard. De genoemde prijzen zijn, aldus B. en W., ook naar het oordeel van de Commis sie van Fabricage, aannemelijk te achten. De heer P. J. van Rijn heeft aan de gemeente te koop aangeboden het perceel Nieuwstraat No. 43 voor de som van 10.000.en verder onder enkele in de stukken genoemde voorwaarden. Met het oog op een eventueele toekomstige ver breeding van de Hartesteeg, heeft de ge meente belang bij den eigendom van dit perceel, terwijl de prijs, ook naar het oor deel van de Commissie van Fabricage, aan nemelijk is te achten. FORMEELE WIJZIGING REGLEMENT G.O. In verband met het Raadsbesluit van Augustus j.l., waarbij in beginsel werd be paald, dat de leden (voorzitters) der vaste commissiën van voorbereiding en van bij stand, zoomede, voorzoover mogelijk, van andere door de gemeente ingestelde com missiën, voor vier jaren zullen zitting heb ben, wonnen wü het gevoelen in van de Algemeene Ambtenaren en Werklieden Commissiën over een wijziging van de ver ordening, houdende reglement voor de Commissiën van Advies betreffende de arbeids en dienstvoorwaarden van het per soneel in dienst van de gemeente Leiden, in dien zin, dat de leden en plaatsvervan gende leden der commissiën, die daarin als raadslid zitting hebben, niet langer elk jaar behoeven te worden aangewezen, doch telkens voor 4 jaar. Blijkens haar ter visie liggend gemeen schappelijk rapport hebben de Commissiën tegen de te dezer zake ontworpen wijzi ging geen bezwaar. EEN VERBOUWINGS-KWESTIE. Mr. Ph. J. de Ruyter de Wildt komt na mens J. J. de Vlieg, te Barwoutswaarder, bij den Raad in beroep van het besluit van B. en W. d.d. 19 September j.l., voor zoo veel daarbij vergunning is geweigerd tot het verbouwen van het perceel Lange Mare No. 29. In verband hiermede deelen B. en W. het volgende mede. Het beroep is tijdig ingediend en appel lant is mitsdien in zijn beroep ontvanke lijk. Het perceel Lange Mare No. 29 was eer tijds een woonhuis. In 1925 veranderde echter de bestemming van dat perceel. In dat jaar toch werd in dat perceel een werkplaats voor het bereiden van vleesch- waren gevestigd, ten behoeve waarvan o.a. de indeelingen op den beganen grond wer den weggebroken en raam- en deurkozij nen in den voorgevel op den beganen grond werden gewijzigd, terwijl in de voormalige woonkomer op de eerste ver dieping een cementvloer op den houten vloer werd aangebracht. Het plan, waarop de bestreden beschik king betrekking heeft, omvatte volgens de ter visie liggende teekening het maken van het perceel tot een bergplaats en een af zonderlijke bovenwoning en moest, al thans voor wat de bovenwoning bei reft, gelet op de oorspronkelijke bestemming van eengezinswoning van het perceel en de in 1925 aan dat perceel gegeven be- drijfsbestemming, worden opgevat als een plan voor het maken van een nieuwe woning. Het bouwplan diende derhalve te wor den getoetst aan de bepalingen van de verordening op het bouwen en sloopen, welke betrekking hebben op het bou wen van woningen. By deze toetsing bleek het plan in strijd te zijn o.m. met hel bepaalde bij de artikelen 21, 23, 25 en 40 der verordening op het bouwen en sloopen, aangezien in het geheel geen open ruimte bij het perceel aanwezig is, de ge middelde breedte van de te maken woning minder dan 4 M. bedraagt, de totale opper vlakte van de woning minder dan 30 M2. beslaat, geen der vertrekken een opper vlakte heeft van ten minste 14 M2. bij een breedte van 3.30 M., de minimum breedte en -diepte van het privaat minder dan 0.80 bedraagt en de binnenwerksche breedte van de trap, leidende naar de 2e verdieping, alwaar het grootste vertrek is gelegen, minder dan 0.80 M. bedraagt. Van het bepaalde bij de artikelen 21 en 23 kan door B. en W. weliswaar ontheffing worden verleend van het laatste artikel evenwel slechts in zeer bijzondere geval len doch, afgezien nog van de omstan digheid, dat door het verleenen van die ontheffing de strijd van het plan met de artikelen 25 en 40, Van welke artikelen geen ontheffing mogelijk is, niet zou zijn opgeheven, achtten B. en W. voor het ver leenen van 2oodanlge ontheffing in casu geen termen aanwezig. En vermits ingevolge art. 6, tweede lid, van de Woningwet een vergunning tot den bouw van een gebouw o.m. moet worden geweigerd, indien niet wordt voldaan aan de bepalingen van de verordening op het bouwen en sloopen, moest derhalve op het verzoek om vergunning tot het verbouwen van het perceel Lange Mare No. 29 over eenkomstig het ingediende plan afwijzend worden beschikt. Appellant is blijkens het beroepschrift van oordeel, dat in casu sprake is van het veranderen van een bestaande boven woning en dat mitsdien, in verband met het bepaalde bij artikel 49 der bouwver ordening, de artikelen 21, 23, 25 en 40 dier verordening slechts van toepassing zijn, voor zoover een der in die artikelen ge noemde onderdeelen wordt veranderd. Deze meening is onjuist, aldus B. en W, Het bouwplan omvat, gelijk uit het voor gaande moge zijn gebleken, niet het ver anderen van een bestaande bovenwoning, doch het vormen van een nieuwe boven woning. Hiermede Is de kern van het be toog van appellant weerlegd en B. en W. meenen daarom, dat z(j niet behoeven in te gaan óp hetgeen verder in het beroep schrift w.ordt aangevoerd. Slechts merken B. en W. naar aanleiding van het verzoek van appellant, om, indien de Raad van meening mocht zijn, dat de artikelen 21, 23, 25 en 40 der verordening op het bouwen en sloopen ten deze wel van toepassing zijn, ontheffing van die be palingen te Verleenen, nog op, dat eer dergelijke ontheffing niet door den Raad kan worden verleend. Van het bepaalde bij de artikelen 25 en 40 is geen ontheffing mogelijk, van het bepaalde bij de artikelen 21 en 23 kan uitsluitend door ons ollege ontheffing worden verleend, terwijl van het weigeren van een ontheffing door B. en W. niet bij den Raad in beroep kan worden gekomen. Vanwege de militaire geneeskundige autoriteiten is het verzoek gedaan om de 2e en 3e klasse afdeelingen van het Sana torium „Rhijngeest" beschikbaar te stellen voor een militair-psychiatrisch evacuatie station voor de Vesting Holland, teneindo daarin onder te brengen de militairen, die tijdens en ten gevolge van de mobilisatie in een psychiatrische inrichting opgenomen moeten worden. Het is de bedoeling „Rhijngeest" te bestemmen voor eerst aan gewezen inrichting, zoodat de militaire patiënten in de eerste plaats aldaar ver pleging zullen vinden. Door de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en Rhijngeest" is met den Gebiedsarts in de Vesting Holland overeenstemming ver kregen over de voorwaarden, waaronder deze beschikbaarstelling met de bestaande personeelsbezetting en de bestaande in richting zou kunnen geschieden. Aange zien door B. en W. op 7 April 1938 met Curatoren van de Rijksuniversiteit te Lei den een overeenkomst is aangegaan, waar bij o.m. 20 bedden in „Rhijngeest" ten bate van het psychiatrisch onderwijs be schikbaar werden gesteld, konden deze 20 z.g. onderwijsbedden niet in de regeling worden begrepen. B. en W. zijn van oordeel, dat de ge meente onder de huidige omstandigheden, zoo mogelijk, haar medewerking aan de gevraagde regeling dient te geven en zij achten met de Commissie van Beheer de voorwaarden, waarover overeenstemming is verkregen, aannemelijk. WERKINRICHTING VOOR BLINDEN. In de Raadszitting van 20 Maart j.l. be sloot de Raad de werkinrichting voor blinden, waarmede toen gedurende twee jaar een proef was genomen, tot en met 31 December 1939 nog voorloopig voort te zetten. In een desbetreffend voorstel gaven B. en W. te kennen, dat de exploitatie-uitkom sten op zich zelf beschouwd, wel vrijheid gaven, om voor te stellen tot definitieve voortzetting te besluiten, doch dat het, in verband met de omstandigheid, dat van Januari 1938 af het loon van den werk meester, die vóórdien in werkverschaf fing werkzaam was, geheel ten laste van de exploitatie kwam, aanbeveling ver diende, de inrichting nog gedurende het resteerende gedeelte van het jaar voor loopig voort te zetten. Bleven, zoo merkten B. en W. verder op, de resultaten van de inrichting gunstig en werd de ver wachting verwezenlijkt, dat de hoogere uitgaven aan salaris, enz. zouden worden gecompenseerd door hoogere ontvangsten ten gevolge van verdere vergrooting van den omzet, dan kon tegen het einde van dit jaar tot definitieve voortzetting wor den besloten. Zooals de door de Commissie van Beheer overgelegde exploitatierekening over het tijdvak 1 Januari 19131 October 1939 doet zien, blijven de resultaten van de werkinrichting gunstig. De Commissie kan op grond van die exploitatie-uitkomsten geacht worden tr in te zijn geslaagd door een uitbreiding van haar omzet een sluitende exploitatie ook over 1939 te zullen bereiken en der halve met het subsidie van ten hoogste 3400 te kunnen volstaan. In het aantal in de inrichting tewerkge- stelden (11 personen) is over gemeld tijd vak geen wijziging gekomen, terwijl de gemiddelde weekloonen der blinden nog iets zijn toegenomen. Het komt B. en W. derhalve voor, dat de proef thans definitief als geëindigd kan worden beschouwd en dat de werkinrich ting na 31 December 1939 voorloopig voor onbepaalden tijd kan worden voortgezet. FAILLISSEMENTEN Uitgesprokken: De N.V. Verio's Bouwbedrijf Maatschap pij tot Expl. van Onroerende Goederen, ge vestigd te Den Haag, kan to or houdende te Voorburg, Paradijsstraat 81. Cur. Mr. A. F. van Manen, le Den Haag. C. Verheugd, te N o o r d w ij k, Sleen- tjesduinslraat 27. Cur. mr. C. Punt, te Noordwijik. -(ïQcèb rcbcui urct Z>va-vj dj>. Het Nederlandsche Roode Kruis Bloedtransfusiedienst. Meldt U eian als bloedgever bij de Plaatselijke Werlcommissle ot bij het Secretariaat van de Centrale Commissie, Prinsessegracht 27 te s-Gravenhage. Steunt met een bijdrage op Giro 291564 van den Penningmeester te Uverschie. Katholieken, Uw eigen Dagblad is DE LEIDSCHE COURANT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 11