WOENSDAG 29 NOVEMBER 1939
OE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 11
GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
De Gemeenteraad vergadert op Maandag
4 Decemiber 1939, des namiddags te twee
uur, in de aula van het Stedelijk Gymna
sium aan de Fruinlaan.
1. Beëediging en installatie van de nieuw
Te behandelen onderwerpen:
benoemde raadsleden, de heeren P. A. van
der Reijden en B. J. Huurman.
2. Voorstel om aan den heer Jhr. C. C.
Roëll op zijn verzoek ontslag te verleenen
als lid van de Gemeentelijke Commissie
voor Maatschappelijk Hulpbetoon.
3. Benoeming van een lid van de Com
missie van Fabricage (vacature: de heer
D. van der Kwaak).
4. Benoeming van een lid van de Com
missie voor de Stedelijke Fabrieken van
Gas en Electriciteit (vacature: de heer D.
van der Kwaak).
5. Benoeming van twee leden der Com-
missiën, bedoeld in art. 2, le lid, sub. 3e der
verordening, houdende Reglement van de
Commissiën van Advies, betreffende de ar-
foeids- en dienstvoorwaarden van het per
soneel in dienst van de gemeente Leiden
(wegens ontslagaanvrage van den heer J.
H. Schüller en vacature: de heer F. J.
Groot Enzerink).
6. Benoeming van een plaatsvervangend
lid dier Commissiën (wegens ontslagaan
vrage van den heer C. Snel).
7. Benoeming van twee leden van de Ge
meentelijke Commissie voor Maatschappe
lijk Hulpbetoon (vacatudes: de heeren Jhr.
C. C. Roëll en F. J. Groot Enzerintf).
8. Benoeming van drie leden van de Ge
meentelijke Commissie voor Maatschappe
lijk Hulpbetoon, ter yervulling van de op
1 Januari 1940 in die Commissie openko-
mende plaatsen.
9. Benoeming van negen leden van de
Contactcommissie voor den woningbouw
en de stadsontwikkeling.
10. Voorstel tot het verlengen van de
aanstelling van Drs. K. Sneyders de Vogel
als tijdelijk leer aar in de Fransche taal aan
het Gymnasium.
11. Voorstel tot het verlengen van de
aanstelling van Mej. G. F. Land, als tijde
lijk leerares in het Nederlandsch aan de
Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cur
sus.
12. Voorstel tot het verlengen van de
aanstelling van Drs. J. W. Zwartsenberg,
als tijdelijk leeraar in de scheikunde aan
de Hoogere Burgerschool met 5-jarigen
cursus.
13. Voorstel inzake het beleggen van
kasgelden.
14. Voorstel inzake het aangaan van kas-
geldleeningen gedurende het le kwartaal
1940.
15. Voorstel inzake het omzetten van de
met de Algemeene Friesche Levensverzeke
ring-Mij. ingevolge raadsbesluit van 20
Juni 1938 aangegane obligatieleening in
een onderhandsche geldleening en tot het
vaststellen van den desbetreffenden be-
grootingsstaat.
16. Voorstel inzake het overnemen in
eigendom bij de gemeente van een gedeelte
Rijnkade met aangrenzende voortuinen,
kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie
K., nos. 3704, 3779, 3604, 984, 955 en 720
er- tot het beschikbaarstellen van gelden
ten behoeve van het aanbrengen van een
beschoeiing c.a. langs de Noordzijde van
den Nieuwe Rijn tusschen de Oosterstraat
en de Broersloot.
17. Voorstel tot het aankoopen van het
perceel le Gortestraat no. 29,- kadastraal
bekend Gemeente Leiden, sectie E no. 645.
18. Voorstel tot het aankoopen van het
perceel Klikstraat no. 9, kadastraal bekend
Gemeente Leiden, sectie E no. 907.
19. Voorstel tot het aankoopen van het
perceel Nieuwstraat no. 43. kadastraal be
kend Gemeente Leiden, sectie I no. 231, en
tot het vaststellen van den desbetreffenden
begrootingsstaat.
20. Voorstel tot het wijzigen van de veror
dening, houdende reglement voor de Com
missiën van Advies betreffende de arbeids-
en dienstvoorwaarden van het personeel
in dienst van de gemeente Leiden.
21. Prae-advies op het door J. J. de Vlieg
ingestelde beroep tegen het besluit van
Burgemeester en Wethouders, waarbij hem
vergunning is geweigerd tot het verbouwen
van het perceel Lange Mare no. 29.
22. Voorstel inzake het aangaan van een
overeenkomst met den Staat der Nederlan
den betreffende het beschikbaarstellen van
de 2e en 3e klasse afdeelingen van het Sa
natorium „Rhijngeest" voor militair-psy
chiatrisch evacuatiestation voor de Vesting
Holland.
23. Voorstel inzake het voortzetten van
de werkinrichting voor blinden.
Eerste Leidsche
Begrafenisonderneming
voor Roomsch Katholieken
GEVESTIGD 1682. 4516
G. H. KLEINHANS
PIETER OE LA COURTSTRAAT 22
TRANSPORT TELEFOON 21455
Tarief en uitvoering in overleg met U 1
COMMISSIE M. H.
De heer jhr. C. C. Roëll heeft verzocht
hem, wegens vertrek uit deze gemeente,
ontslag te verleenen als lid van de Ge
meentelijke Commissie voor Maatschappe
lijk Hulpbetoon.
Ter voorziening in de vacature-Roëll,
alsmede ter vervulling van de, in verband
met het aftreden van den heer F. J. Groot
Enzerink als raadslid, in de Commissie
ontstane vacature, bieden B. en W. de vol
gende aanbevelingen aan:
Vacature-Jhr. C. C. Roëll: lo. Ir. J. J.
G. van Hoek; 2e. W. van der Laan.
Vacature-F. J. Groot Enzerink: lo. J. A.
van der Reijden; 2o. B. J. Huurman.
Op 1 Januari a.s. zullen in de Commis
sie, wegens periodieke aftreding, een drie
tal plaatsen openkomen, n.l. de plaatsen
van a. mevr. P. J. van Kampenhout
Ruhe; b. den heer Th. C. F. Stijnman en c.
de plaats, voor welke hierboven de heeren
van der Reijden en Huurman worden aan
bevolen.
B. en W. bieden voor de vervulling van
die plaatsen de volgende aanbevelingen
aan:
a. lo. Mevr. P. J. van Kampenhout
Ruhe; 2e. Mevr. J. MandersVermeulen,
b. lo. Th. C. F. Stijnman; 2e. M. Th. La
ken. c. lo. J. A. van der Reijden; 2o. B. J.
Huurman.
B. en W. geven den Raad alsnu in over
weging:
a. den heer jhr. C. C. Roëll eervol ont
slag te verleenen als lid van de Gemeen
telijke Commissie voor Maatschappelijk
Hulpbetoon, onder dankzegging voor de
als zoodanig bewezen diensten;
b ter voorziening in de i-ntstane vacatu
res en de op 1 Januari a.s. opertkomende
plaatsen, tot benoeming van een drietal le
den van genoemde Commissie over te
gaan.
CONTACTCOMMISSIE WONINGBOUW
EN STADSONTWIKKELING.
Tengevolge van het alsnog bedanken
door de heeren J. Splinter Gzn. en ir. J.
A. van der Laan voor een candidatuur
voor de Contactcommissie voor den wo
ningbouw en de stadsontwikkeling al
dus B. en W. aan den Raad moet eeni-
ge ""wijziging worden gebracht in de door
B. en W. op 28 October 1939 aan den Raad
overgelegde voordrachten voor de benoe
ming van negen leden dezer Commissie. B.
en W. doen den Raad thans de volgende
voordrachten toekomen: A. 1. J. H. A.
Manders; 2. G. H. Splinter. B. 1. B. Huur
man; 2. ir. J. J. G. van Hoek. C. 1. M. E.
Greenewegen; 2. J. van Iterson. D. 1. A.
van der Heyden; 2. J. Stigter. E. 1. W. M.
de Ruiter; 2. Ir. H. A. van Oerle. F. 1. J.
Ravestein; 2. H. Korswagen Nzn. G. 1. J.
Poeliejoe; 2. K. Wassenaar. H. 1. J. Ger
ritsen; 2. J. de Jong. I. 1. P. W. A. van
Dam; 2. O. A. M. Bik.
BENOEMINGEN.
Met ingang van 11 September j.l. werd
door B. en W. voorloopig voor den tijd van
drie maanden, benoemd tot tijdelijk lee
raar in het Fransch aan het Gymnasium
de heer drs. K. Sneyders de Vogel.
Aangezien het noodig blijkt de werk
zaamheid van genoemden tijdelijken lee
raar na het verstrijken van dien termijn
te doen voortduren, geven B. en W. den
Raad in overweging de aanstelling van
den heer drs. K. Sneyders de Vogel als
tijdelijk leeraar in de Fransche taal aan
het Gymnasium, tot wederopzeggens, dcch
uiterlijk tot het einde van den cursus 1939
^-1940, te .verlengen.
Met ingang van respectievelijk 11 en
25 September j.l. werden mej. G. F. Land
en drs. J. W. Zwartsenberg, tot wederop
zeggens, doch uiterlijk voor den tijd van
drie maanden, benoemd onderscheidenlijk
tot tijdelijk leerares in het Nederlandsch
en tijdelijk leeraar in scheikunde aan de
Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cur
sus, zulks in verband met ziekte van den
leeraar B. M. Noach en militairen dienst
van den leeraar dr. ir. J. J. Valkenburg.
Aangezien de afwezigheid van deze lee
raren nog wel eenigen tijd zal voortduren,
geven B. en W. den Raad in overweging
de aanstelling van mej. G. F. Land, als
tijdelijk leerares in het Nederlandsch en
die van den heer drs. J. W. Zwartsenberg,
als tijdelijk leeraar in scheikunde, aan de
Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cur
sus te verlengen tot den dag, waarop de
heer Noadh, respectievelijk de heer Val
kenburg zijn werkzaamheden weder zal
hebben hervat, doch uiterlijk tot het einde
van den cursus 1939—1940.
KASGELDEN.
Zooals bekend, wordt voor de belegging
van overtollige kasgelden jaarlijks een be
sluit van den gemeenteraad vereischt.
Onder verwijzing naar het Raadsbesluit
d.d. 12 December 1938 geven B. en W. den
Raad mitsdien in overweging te bepalen
dat gedurende het jaar 1940 overtollige
kasgelden, behalve in rekening-courant
aan de Bank voor Nederlandsche Gemeen
ten, ingevolge de met die Bank aangegane
overeenkomst, kunnen worden uitgeleend
aan:
a. publiekrechtelijke lichamen;
b. andere door het College van B.
W. aan te wijzen instellingen, onder de ge
bruikelijke bepalingen en voorwaarden
In de Raadsvergadering van 28
Augustus 1939 werd besloten om, zoo noo
dig, gedurende het 4e kwartaal 1939 kas-
geldleeningen aan te gaan tot een maxi
maal bedrag van 1.000.000.
Met het oog op de 4egen het einde van
het jaar aan het Pensioenfonds voor Bur
gerlijke Ambtenaren te betalen pensioens
bijdragen over 1939 en de gedurende het
le kwartaal 1940 te betalen rente en af
lossing van geldleeningen. de uitgaven
voor ondersteuning van werklcozen en
armlastigen enz., enz., is het gewenscht
om het maximaal bedrag, dat gedurende
het le kwartaal 1940 de kasschuld zal mo
gen beloopen, vast te stellen op
1.500.000.—.
B. en W. geven derhalve in overweging
te besluiten gedurende het le kwartaal
1940, zoo noodig, kasgeldleeningen aan te
gaan tct zoodanig bedrag, dat op geen en
kel tijdstip in dat kwartaal de kasschuld,
met inbegrip van het in rekening-courant
bij de N.V. Bank voor Nederlandsche Ge
meenten op te nemen bedrag, de som van
1.500.000.te boven gaat en onder de
voorwaarden, als door B. en W. zullen
worden gesteld.
OMZETTING LEENTNG.
De Algemeene Friesche Levensverzeke
ring-Maatschappij heeft de medewerking
van B. en W. gevraagd, om de met die
Maatschappij gesloten 3 1/4 pet. o b 1 i g a-
tieleening 1938, oorspronkelijk groot
1.000.000.—, thans nog bedragende
5.000.om te zetten in een onder
handsche leening op overigens de gel
dende voorwaarden. Zij doet dit verzoek,
blijkens haar schrijven, ter vereenvoudi
ging van administratie, terwijl zij bereid
is aan de gemeente voor haar bemoeiingen
in deze een vergoeding van 1 0/00 over het
onafgeloste bedrag, zijnde derhalve ƒ966
te betalen.
Noch bij de Commissie van Financiën noch
bij B. en W. bestaat tegen inwilliging van
het verzoek bezwaar.
OVERNAME GEDEELTE RIJNKADE.
De eigenaren van het gedeelte van de
Rijnkade van de Oosterstraat tot de Broer-
sloot hebben aan B. en W., zulks in ver
band met een aan hen door Dijkgraaf en
Hoogheemraden van Rijnland gerichte
aanschrijving, om het oever werk te her
stellen c.q. den walkant te beschoeien, ver
zocht te bevorderen, dat dat weggedeelte
door de gemeente in eigendom en onder
houd wordt overgenomen. Aangezien het
in eigendom verkrijgen van c}at wegge
deelte, met het oog op den toekomstigen
aanleg van de geprojecteerde straat ter
plaatse van de Broersloot, voor de ge
meente wel van belang is, doch alleen, in
dien mede de daaraan grenzende voortui
nen worden overgedragen, is door B. en
W. ter zake van de overdracht ook van die
voortuinen overleg met de betrokken eige
naren gepleegd. Dat overleg heeft er toe
geleid, dat die eigenaren zich bereid heb
ben verklaard, zoowel het weggedeelte
als de voortuinen, kosteloos in eigendom
aan de gemeente over te dragen.
De gemeente zal dan uiteraard voor haar
rekening voor een behoorlijke beschoeiing
van den walkant langs den Nieuwen Rijn
moeten zorgen.
Zoolang de voortuinen niet voor wegver-
breeding noodig zijn, kunnen zij bij de
eigenaren op den voor dergelijke gevallen
gebruikelijken voet, o.m. dus tegen een
jaarlijksche vergoeding van ƒ0.10 per
voortuin, in gebruik blijven.
De kosten van beschoeiing en van de bij
komende werken worden geraamd op
3000.—.
Na de eigendomsoverdracht en het aan
brengen van de beschoeiing kan overge
gaan worden tot een gewenschte uitdieping
van den Nieuwen Rijn, althans vanaf de
Singelbrug tot aan de Broersloot. Deze uit
dieping zal door den Gemeentelijken Rei
nigingsdienst in eigen beheer geschieden.
In verband met die uitdieping zullen een
gaszinker en een zinker van de Leidsche
Duinwater Maatschappij moeten worden
gewijzigd. De kosten van wijziging van
eerstgenoemden zinker worden geraamd
op ƒ3.700.— en komen voor rekening van
de Stedelijke Gasfabriek, de kosten van
wijziging van laatstgenoemden zinker,
worden geraamd op f 600.en moeten
voor 3/4 gedeelte door de gemeente wor
den gedragen.
In verband met de beschoeiïngs- en uit-
diepingswerken is derhalve een bedrag
ad ƒ3.450.— noodig, t.w. ƒ3.000.— voor
het aanbrengen van een beschoeiing en
3/4 x ƒ600.— of ƒ450.— voor wijziging
van den waterleidingzinker.
AANKOOP PERCEELEN.
De eigenaren van de perceelen le Gorte
straat No. 29 en Klikstraat No. 9 hebben
zich bereid verklaard die perceelen aan
de gemeente te verkoopen voor een bedrag
van ƒ325.— resp. 250 Deze weningen
zijn begrepen in het saneeringsplan Gee-
regracht-Kraaierstraat, terwijl eerstge-
genoemd perceel bij raadsbesluit van 19
December 1938 onbewoonbaar werd ver
klaard.
De genoemde prijzen zijn, aldus B. en
W., ook naar het oordeel van de Commis
sie van Fabricage, aannemelijk te achten.
De heer P. J. van Rijn heeft aan de
gemeente te koop aangeboden het perceel
Nieuwstraat No. 43 voor de som van
10.000.en verder onder enkele in de
stukken genoemde voorwaarden. Met het
oog op een eventueele toekomstige ver
breeding van de Hartesteeg, heeft de ge
meente belang bij den eigendom van dit
perceel, terwijl de prijs, ook naar het oor
deel van de Commissie van Fabricage, aan
nemelijk is te achten.
FORMEELE WIJZIGING REGLEMENT
G.O.
In verband met het Raadsbesluit van
Augustus j.l., waarbij in beginsel werd be
paald, dat de leden (voorzitters) der vaste
commissiën van voorbereiding en van bij
stand, zoomede, voorzoover mogelijk, van
andere door de gemeente ingestelde com
missiën, voor vier jaren zullen zitting heb
ben, wonnen wü het gevoelen in van de
Algemeene Ambtenaren en Werklieden
Commissiën over een wijziging van de ver
ordening, houdende reglement voor de
Commissiën van Advies betreffende de
arbeids en dienstvoorwaarden van het per
soneel in dienst van de gemeente Leiden,
in dien zin, dat de leden en plaatsvervan
gende leden der commissiën, die daarin als
raadslid zitting hebben, niet langer elk
jaar behoeven te worden aangewezen, doch
telkens voor 4 jaar.
Blijkens haar ter visie liggend gemeen
schappelijk rapport hebben de Commissiën
tegen de te dezer zake ontworpen wijzi
ging geen bezwaar.
EEN VERBOUWINGS-KWESTIE.
Mr. Ph. J. de Ruyter de Wildt komt na
mens J. J. de Vlieg, te Barwoutswaarder,
bij den Raad in beroep van het besluit van
B. en W. d.d. 19 September j.l., voor zoo
veel daarbij vergunning is geweigerd tot
het verbouwen van het perceel Lange
Mare No. 29.
In verband hiermede deelen B. en W. het
volgende mede.
Het beroep is tijdig ingediend en appel
lant is mitsdien in zijn beroep ontvanke
lijk.
Het perceel Lange Mare No. 29 was eer
tijds een woonhuis. In 1925 veranderde
echter de bestemming van dat perceel. In
dat jaar toch werd in dat perceel een
werkplaats voor het bereiden van vleesch-
waren gevestigd, ten behoeve waarvan o.a.
de indeelingen op den beganen grond wer
den weggebroken en raam- en deurkozij
nen in den voorgevel op den beganen
grond werden gewijzigd, terwijl in de
voormalige woonkomer op de eerste ver
dieping een cementvloer op den houten
vloer werd aangebracht.
Het plan, waarop de bestreden beschik
king betrekking heeft, omvatte volgens de
ter visie liggende teekening het maken van
het perceel tot een bergplaats en een af
zonderlijke bovenwoning en moest, al
thans voor wat de bovenwoning bei reft,
gelet op de oorspronkelijke bestemming
van eengezinswoning van het perceel en
de in 1925 aan dat perceel gegeven be-
drijfsbestemming, worden opgevat als een
plan voor het maken van een nieuwe
woning.
Het bouwplan diende derhalve te wor
den getoetst aan de bepalingen van de
verordening op het bouwen en sloopen,
welke betrekking hebben op het bou
wen van woningen. By deze toetsing
bleek het plan in strijd te zijn o.m. met
hel bepaalde bij de artikelen 21, 23, 25 en
40 der verordening op het bouwen en
sloopen, aangezien in het geheel geen open
ruimte bij het perceel aanwezig is, de ge
middelde breedte van de te maken woning
minder dan 4 M. bedraagt, de totale opper
vlakte van de woning minder dan 30 M2.
beslaat, geen der vertrekken een opper
vlakte heeft van ten minste 14 M2. bij een
breedte van 3.30 M., de minimum breedte
en -diepte van het privaat minder dan
0.80 bedraagt en de binnenwerksche
breedte van de trap, leidende naar de 2e
verdieping, alwaar het grootste vertrek is
gelegen, minder dan 0.80 M. bedraagt.
Van het bepaalde bij de artikelen 21 en
23 kan door B. en W. weliswaar ontheffing
worden verleend van het laatste artikel
evenwel slechts in zeer bijzondere geval
len doch, afgezien nog van de omstan
digheid, dat door het verleenen van die
ontheffing de strijd van het plan met de
artikelen 25 en 40, Van welke artikelen
geen ontheffing mogelijk is, niet zou zijn
opgeheven, achtten B. en W. voor het ver
leenen van 2oodanlge ontheffing in casu
geen termen aanwezig.
En vermits ingevolge art. 6, tweede lid,
van de Woningwet een vergunning tot den
bouw van een gebouw o.m. moet worden
geweigerd, indien niet wordt voldaan aan
de bepalingen van de verordening op het
bouwen en sloopen, moest derhalve op het
verzoek om vergunning tot het verbouwen
van het perceel Lange Mare No. 29 over
eenkomstig het ingediende plan afwijzend
worden beschikt.
Appellant is blijkens het beroepschrift
van oordeel, dat in casu sprake is van het
veranderen van een bestaande boven
woning en dat mitsdien, in verband met
het bepaalde bij artikel 49 der bouwver
ordening, de artikelen 21, 23, 25 en 40 dier
verordening slechts van toepassing zijn,
voor zoover een der in die artikelen ge
noemde onderdeelen wordt veranderd.
Deze meening is onjuist, aldus B. en W,
Het bouwplan omvat, gelijk uit het voor
gaande moge zijn gebleken, niet het ver
anderen van een bestaande bovenwoning,
doch het vormen van een nieuwe boven
woning. Hiermede Is de kern van het be
toog van appellant weerlegd en B. en W.
meenen daarom, dat z(j niet behoeven in
te gaan óp hetgeen verder in het beroep
schrift w.ordt aangevoerd.
Slechts merken B. en W. naar aanleiding
van het verzoek van appellant, om, indien
de Raad van meening mocht zijn, dat de
artikelen 21, 23, 25 en 40 der verordening
op het bouwen en sloopen ten deze wel
van toepassing zijn, ontheffing van die be
palingen te Verleenen, nog op, dat eer
dergelijke ontheffing niet door den Raad
kan worden verleend. Van het bepaalde
bij de artikelen 25 en 40 is geen ontheffing
mogelijk, van het bepaalde bij de artikelen
21 en 23 kan uitsluitend door ons ollege
ontheffing worden verleend, terwijl van
het weigeren van een ontheffing door B.
en W. niet bij den Raad in beroep kan
worden gekomen.
Vanwege de militaire geneeskundige
autoriteiten is het verzoek gedaan om de
2e en 3e klasse afdeelingen van het Sana
torium „Rhijngeest" beschikbaar te stellen
voor een militair-psychiatrisch evacuatie
station voor de Vesting Holland, teneindo
daarin onder te brengen de militairen, die
tijdens en ten gevolge van de mobilisatie
in een psychiatrische inrichting opgenomen
moeten worden. Het is de bedoeling
„Rhijngeest" te bestemmen voor eerst aan
gewezen inrichting, zoodat de militaire
patiënten in de eerste plaats aldaar ver
pleging zullen vinden.
Door de Commissie van Beheer over de
gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en
Rhijngeest" is met den Gebiedsarts in de
Vesting Holland overeenstemming ver
kregen over de voorwaarden, waaronder
deze beschikbaarstelling met de bestaande
personeelsbezetting en de bestaande in
richting zou kunnen geschieden. Aange
zien door B. en W. op 7 April 1938 met
Curatoren van de Rijksuniversiteit te Lei
den een overeenkomst is aangegaan, waar
bij o.m. 20 bedden in „Rhijngeest" ten
bate van het psychiatrisch onderwijs be
schikbaar werden gesteld, konden deze 20
z.g. onderwijsbedden niet in de regeling
worden begrepen.
B. en W. zijn van oordeel, dat de ge
meente onder de huidige omstandigheden,
zoo mogelijk, haar medewerking aan de
gevraagde regeling dient te geven en zij
achten met de Commissie van Beheer de
voorwaarden, waarover overeenstemming
is verkregen, aannemelijk.
WERKINRICHTING VOOR BLINDEN.
In de Raadszitting van 20 Maart j.l. be
sloot de Raad de werkinrichting voor
blinden, waarmede toen gedurende twee
jaar een proef was genomen, tot en met
31 December 1939 nog voorloopig voort te
zetten.
In een desbetreffend voorstel gaven B.
en W. te kennen, dat de exploitatie-uitkom
sten op zich zelf beschouwd, wel vrijheid
gaven, om voor te stellen tot definitieve
voortzetting te besluiten, doch dat het, in
verband met de omstandigheid, dat van
Januari 1938 af het loon van den werk
meester, die vóórdien in werkverschaf
fing werkzaam was, geheel ten laste van
de exploitatie kwam, aanbeveling ver
diende, de inrichting nog gedurende het
resteerende gedeelte van het jaar voor
loopig voort te zetten. Bleven, zoo
merkten B. en W. verder op, de resultaten
van de inrichting gunstig en werd de ver
wachting verwezenlijkt, dat de hoogere
uitgaven aan salaris, enz. zouden worden
gecompenseerd door hoogere ontvangsten
ten gevolge van verdere vergrooting van
den omzet, dan kon tegen het einde van
dit jaar tot definitieve voortzetting wor
den besloten.
Zooals de door de Commissie van Beheer
overgelegde exploitatierekening over het
tijdvak 1 Januari 19131 October 1939
doet zien, blijven de resultaten van de
werkinrichting gunstig.
De Commissie kan op grond van die
exploitatie-uitkomsten geacht worden tr
in te zijn geslaagd door een uitbreiding
van haar omzet een sluitende exploitatie
ook over 1939 te zullen bereiken en der
halve met het subsidie van ten hoogste
3400 te kunnen volstaan.
In het aantal in de inrichting tewerkge-
stelden (11 personen) is over gemeld tijd
vak geen wijziging gekomen, terwijl de
gemiddelde weekloonen der blinden nog
iets zijn toegenomen.
Het komt B. en W. derhalve voor, dat
de proef thans definitief als geëindigd kan
worden beschouwd en dat de werkinrich
ting na 31 December 1939 voorloopig voor
onbepaalden tijd kan worden voortgezet.
FAILLISSEMENTEN
Uitgesprokken:
De N.V. Verio's Bouwbedrijf Maatschap
pij tot Expl. van Onroerende Goederen, ge
vestigd te Den Haag, kan to or houdende te
Voorburg, Paradijsstraat 81. Cur. Mr. A.
F. van Manen, le Den Haag.
C. Verheugd, te N o o r d w ij k, Sleen-
tjesduinslraat 27. Cur. mr. C. Punt, te
Noordwijik.
-(ïQcèb
rcbcui
urct Z>va-vj dj>.
Het Nederlandsche Roode Kruis
Bloedtransfusiedienst.
Meldt U eian als bloedgever bij de
Plaatselijke Werlcommissle ot bij het
Secretariaat van de Centrale Commissie,
Prinsessegracht 27 te s-Gravenhage.
Steunt met een bijdrage op Giro
291564 van den Penningmeester te
Uverschie.
Katholieken,
Uw eigen Dagblad is
DE LEIDSCHE COURANT