DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN De Finsch- Russischespanning De ondergang van de „Sliedrecht" De Nieuw Guinea- expeditie beëindigd DINSDAG 28 NOVEMBER 1939 31ste Jaargang No. 9502 S)e ficlcbclvc Sou/fcct/nt Bureaus Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015, Administratie 20935. Adv. en Abonm-tarleven zie pag 2. Giro 103003. Postbus 11, Dit nummer bestaat uit vier bladen. V De partijen-politiek ln dezen tijd Wij mogen ook in dezen tijd niet onver schillig zijn voor de politieke aangelegen heden in eigen omgeving. Ook al zijn dat betrekkelijk kleine dingen betrekkelijk klein n.L in verhouding tot het geweldige gebeuren in de internationale verhoudin gen. De voorzitter van de R.K. Staatspartij mr. Verschuur zeidie in een rede, Zaterdag voor den Dordschen kieskring gehouden: Mogen wij in deze ernstige tijden aan politiek leven blijven denken? Ja 'en neen. Neen, als wij hieronder ver staan het onnoodig schelden, elkaar in de haren zitten, het vliegen afvangen; wel, wanneer wij er onder verstaan: staatkunie, d.w.z. het meewerken aan het besturen van den Staat, een ge zond partij leven hebben. Dit is noodig, omdat, wanneer straks de vrede zal zijn aaiigebroken, wij voor een andere wereld zullen staan. De mensdhen zijn rijip voor bolsohewisme, vooral in de overwonnen lander Dan zullen wij moeten blijven bij onze idealen. De katholieke levensbeschouwing moet staan tegenover de verwarring en el lende. Wij mogen, wij moeten óók in dezen tijd aan politiek doen. Als wij politiek, goed verstaan en begrijpen en ook over eenkomstig gezond verstand en goed be grip handelen. De leelijke dingen in de politiek, waar van de heer Verschuur er eenige noemde, hebben wij altijd moeten verwijden, maar nu is het dringend noodzak e- 1 ij k, die leelijke excesse van de politiek, de partij en-politiek radicaal uit te snijden. Wie niet ziende blind is, moet vóór zich zien: twee mogelijkheden van staatsbe stuur. De ééne, de dictatoriale vorm van staats bestuur. Deze, die in zich, in theorie en in bet abstracte kan worden verdedigd, is onder de feitelijke omstandigheden, in de practijk en in het concrete verwerpelijk, onaanvaardbaar. Hierover moeten alle vrije Nederlanders on zéker alle katho lieken, die de werkelijkheid kunnen en ■willen zien, het eens zijn. De andere mogelijkheid is die, welke wij kunnen noemen: de parlementaire- de mocratische vorm van staatsbestuur. Maar: deze gesaneerd, gezuiverd van wat wij noemden: de leelijke excessen. De parlementaire democratie met de excessen wil het volk zeker niet meerl 't Moet worden toegejuicht, dat de S.D.- A.P., in wier partij-politiek die excessen wel het meest sterkst tot uitdrukking kwam, die eel te weinig afkeering is ge weest van een zékere demogogie uit over wegingen van partij-belang, een gelukkige kentering begint te vertoonen. De partij en-politiek van dezen tijd moet worden gesaneerd, on- sterk te kunnen staan tegenover de aanvallen, welke op haar zijn gericht, en den nieuwen opbouw van de samenleving in den komenden vre- des-tijd te kunnen leiden. De partijen-politiek is. gezien in het licht der feitelijke omstandigheden, practiseh beschouwd, een noodzakelijke voorwaar de voor het behoud van de natuurlijke menschelijke vrijheid. Een gezonde partijen-politiek! Niet onnoodig schelden, maar zooveel mogelijk waardeeren! Niet toespitsen wat verdeelt, maar zoe ken en cultiveeren wat samenbindt! In de sfeer van die gezonde politiek kan de waarlijk vr:je mensch zich blijven vasthouden aan zijn idealen, blijven pro- pageeren zijn eerlijk* en hem dierbare overtuiging. In de partij en-politiek moet worden be leefd de gedachte van de geestelijke en imoreele herbewapening, zooals deze is ge propageerd door H. M. de Koningin de gedachte, dat wij, ondanks veel verschil len, er naar moeten streven niet tegen over elkander te staan, maar naast elkan der, om zóó met elkander goede dingen te bereiken! BEDREIGING VAN FINLAND Wij zullen den inhoud van sommige be grippen eens aan een revisie moeten onder werpen. Eén van deze begrippen is bijv. de on afhankelijkheid van neutrale staten, spe ciaal van de kleineren. Tot nu toe heeft „onafhankelijkheid" zoo ongeveer beteekend, dat men vrij was in eigen land en in zijn betrekkingen met andere landen, mits de onbetwistbare rech ten van derden daardoor niet in het ge drang kwamen. Tegenwoordig spreekt men het toover- woord „contrabande" uit en een deel van het onafhankelijkheidsbegrip is verdwenen. Daarna spreekt men het nog machtiger topverwoord „représaille" uit en het over gebleven stuk van de onafhankelijkheid schrompelt ineen als een uitgedroogd appeltje. Wij weten daarvan mee te praten en komen handen te kort om protesten te schrijven. In Finland probeert men van de „onaf hankelijkheid" te redden wat ervan te red den valt. Op het ultimatum van Molotof, naar aan leiding van het beweerde grensincident, heeft Helsinki geantwoord, dat er volgens het Finsche onderzoek geen enkel grens incident heeft plaats gehad. In een Rus- sich plaatsje zijn weliswaar ontploffingen waargenomen, doch deze zijn niet door Finsche troepen veroorzaakt. Om het on derzoek evenwel te vergemakkelijken, is Finland bereid zijn grenstroepen 20 K.M. van de grens terug te trekken, onder voor waarde, dat Rusland eenzelfde maatregel neemt. Men zou zeggen, dat dit vrij aannemelijk klinkt en wij zouden gegronde hoop heb ben, dat hiermede een einde zou komen aan het dreigende grensincident, als er geen teek enen waren, die wijzen op een doelbewuste agitatie. Overal in Rusland worden betoogingen gehouden (spontaan natuurlijk), waarbij resoluties worden aangenomen, welke alle een zelfden inhoud hebben. De provocatie en de onwil om met Rusland tot overeen stemming te komen, worden toegeschreven aan het drijven van een bepaalde Finsche „kliek" en als die kliek niet ophoudt, dan is het roode leger sterk genoeg...., enz. Hetzelfde liedje zingt het Russische tele- graafagentschap en de Russische pers. Wanneer men dit beschouwt in verband met den aanval van de „Prawda" op mi nister-president Caj ander, dan voelt men waar die campagne op aanstuurt, n.l. op de onverwerping van de huidige Finsche regeering. Het slot van het artikel van de „Prawda" is veel beteekenend. Het spreekt n.l. de hoop uit, „dat het Finsche volk niet dulden zal, dat marionetten van het slag Cajander Finland's schip van staat nog verder in den naar het verderf leidenden koers van de Beck's en de Moscicki's sturen". Er moet dus in Finland eer meer handel bare regeering komen en als deze er is, zullen de Russische eischen langzamerhand wel grooter worden. Wij wachten voor het oogenblik op het antwoord van Moskou. Zal het bereid zijn, op de Finsche voorwaarde in te gaan en het „incident" te liquideeren HET COLLECTIEF ARBEIDS CONTRACT IN DE BOLLENSTREEK. Voor een jaar verlengd. De besturen van de werkgevers- en werknemersorganisaties in de Bollen streek confereerden hedenmorgen over het in te nemen standpunt ten opzioh- van het collectief arbeidscon trant. Daar geen der partijen in den tegen- woordigen toestand een grond zag tot opzegging besloot men het contract te continueeren. Beide partijen zegden toe, dat, in dien zich in '.en loop van het contract- jaar ingrijpende wijzigingen in den toestand zouden voordoen, men als gode vrienden daaromtrent met elkaar zou confereer en. VERLOVEN IN DISTRICT LENINGRAD INGETROKKEN. HELSINKI, 28 November. (A.N.P.) Generaal Meretschkoff, de commandant van het district Leningrad, heeft alle ver- 'oven ingetrokken en aan alle officieren en mansch^pnen hevel eegeven. zich binnen 14 uur in hun depots te melden. Een overeenkomstig bevel werd onlangs •<it"e°even voor de Russische Oostzeevloot *onr haar bevelhebher. admiraal Trubitsch. Ook wordt gemeld, dat in de buurt van Le ningrad manoeuvres van de luchtmacht op "Toote schaal worden gehouden, waaraan rware bommenwerpers en jachtvliegtuigen deelnemen. FINSCH BLAD BEANTWOORDT DF ..PRAWDA". HELSINKI, 28 November. (A.N.P.) - Het Finsche dagblad „Helsingin Sanomat". dat nauwe betrekkingen onderhoud met den Finschen minister van buiten'andsche zaken, zegt, da* de aanval od den Finschen minister-president „de grenzen van pers polemiek overschrijdt" Het blad voegt hieraan toe, dat de Finnen den ernstieen wensch hebben, een eervolle regeling tot stand te brengen van de Russisch-F'nsche oroblemen en de betrekkingen van buur- I *schap te handhaven. Ongefundeerde be- schuldieineen zuilen het Finsche standpunt niet kunnen wijzigen. Het bied ..H'ifvudstasbladet". het orgaan van de Zweedsche partii in Finland zegt, dat de vereeni«de natie de fatsoenlijke oo- gmgen der Finsche regeeringen onder steunt. De namen der vermisten Nu de opsporingen naar de leden van de bemanning van het m.s. „Sliedrecht" die nog niet den vasten wal hebben bereikt, geen succes hebben gehad, deelt de reede- rij van het getroffen sohip thans mede, dat de volgende 26 personen vermist wor den: Kapitein C. Boer te Heemstede, 2e stuurman m. J. Dubbeld, te Rotter dam, 3e stuurman C. Th. A. Bouw man, te Den Haag; le machinst A. Lindeman, te Rotterdam; 2e machinist C. de Groot, te Rotterdam; 3e machi nist A. J. Breedijk, te Schiedam; 4e machinist J. A. Quispel, te Rotterdam; 5e machinist J. A. Hendriks, te Rotter dam; assistent machinist H. Henmink, te Rotterdam: assistent machinist C. Boersma, te Rotterdam; assistent ma chinist J. H. Meijer. Rotterdam; mar conist B. H. Bluemink, te Loohem; hofmeester F. Scheffers, kok F. Eland, koksmaat J. Reiche, bediende J. J. van der Star, bediende C. van Es, boots man J. Bloem, matroos W. 't Hart, matroos P. Brugge, matroos o/g F. Bakker, dekjongen t de Redelijkheid, stoker-olieman T. Bouter, stoker olie man J. G. var Rooyen, stoker-olieman W. A. Palte, allen te Rotterdam en dagiman B. Dekker, te Vlaardingen. DRIJVENDE MIJNEN EN WRAKHOUT LANGS HET STRAND. Uit Den Burg wordt gemeld: Bij den jongsten storm is aan de Westzijde van het eiland Texel een groot aantal mijnen aan gespoeld. Men schat het aantal langs het geheele strand pl.m. 30 K.M., op ongeveer twintig stuks. Ook op het Marsdiep worden herhaaldelijk drijvende mijnen aangetrof fen. De bewoners, die hun huizen langs den dijk hebben, maken zich bij aanhou denden Westenwind, ernstig ongerust, om dat de mijnen, bij ontploffing, zulk een ge weldige kracht ontwikkelen. Bij de kaap te Oosterend, werd in den nacht van Zaterdag op Zondag j.l. een huis, dat op ongeveer zestig meter van den dijk was gelegen, by een ontploffing geheel ontzet. Aan de Westzyd van Texel spoelt thans veel hout aan, vooral wrakhout, afkomstig van verongelukte schepen. Het is aan par ticulieren verboden op het strand te ko men. Eenige jutters, die zich gisteren toch aan het strand waagden, werden, nadat er door de kustwacht op hen geschoten was, aangehouden. Op het Zandvoortsche strand zjjn van daag vier mijnen Van Engelsche nationali teit aangespoeld. Twee exemplaren liggen voor het Zuiderbad, een bij het Zuidelijke en voorts een op het Noordelijke strand. Tevens zyn tusschen Zandvoort en IJmui- den nog drie mijnen aangespoeld. Een myn, welke gisteren aanspoelde, is vanmorgen gedemonteerd. REDDINGK1ST VAN DE „SIMON BOLI VAR" TE KATWIJK AANGESPOELD. Op het strand te Katwijk aan Zee is van morgen aangespoeld een reddingkist, af komstig van de „Simon Bolivar". Aan deze kist kunnen zich in geval van nood, twaalf personen vasthouden. De strandvonderij is van de vondst in kennis gesteld. De kist zal voorloopig worden opgeborgen. DE „SIBAJAK" NOG NIET UITGEVAREN. Naar de Rotterdamsche Lloyd meldt zal het m.s. Sibajak", waarvan de afvaart reeds tweemaal uitgesteld is, ook vandaag nog niet vertrekken, zulks in verband met het nog aanhoudende gevaar van losgesla gen mijnen, als gevolg van den storm ge durende de laatste dagen. Dr. Le Roux en prof. Boschma keeren met een schat van gegevens naar Leiden terug De anthropoloog-medicus, dr. H. J. T. Bijl mer, bekend wegens zijn exploratie-toch ten naar de Dwergpapoea's op de zuide lijke helling van het gebergte, dat de wis selmeren van de Zuidkust scheidt, schrijft ons het volgende: De expeditie naar Centraal Nieuw Gui nea, welke dit jaar onder leiding van den heer C. C. R. M. Le Roux door het Konink lijk Nederlandsch Aardrijkskundig Ge nootschap is uitgezonden, om met de wis selmeren als basis, de meest westelijke en tevens de grootste der witte plekken van de kaart van Nieuw Guinea te doen ver dwijnen, nadert haar einde. De deelnemers zullen tegen het eind de zer maand Nieuw Guiena verlaten. Het ge stelde doel mag als bereikt worden be schouwd. Het is den heer Le Roux gelukt, om, uit gaande van het grootste meer, het Paniai- meer, langs de Araboe en Kemaboe-val- leien in oostelijke richting door te dringen tot de Delyrivier en daar aansluiting te krij gen met het gebied, dat hy zelf in 1926 in kaart had gebracht, toen hy met de Amerikaansch-Nederlandsche expeditie, docters van LeeuwenStirling, van de Rouffaerrivier uit het hooggebergte was binnengedrongen. Daarmede is dus de hierboven genoemde „witte plek" in haar grootste lengte door sneden. Het is daarbij niet gebleven. Er zjjn verschillende uitstapjes in alle wind richtingen gemaakt, waarbij de luit. ter zee Hagdorn verscheiden belangrijke punten astronomisch kon vastleggen, terwijl de beide aan de expeditie toegevoegde in- landsche topografen Salen en Hoeka zich ijverig met karteeringswerk hebben kun nen bezighouden. Ongetwijfeld kan een uitstekende kaart van dit deel van Centraal Nieuw Guinea worden tegemoet gezien. Een uitermate belangrijk overzicht van het geheele exploratie-terrein verkreeg Le Roux, door IJzerman vergezeld, tijdens een schitterend geslaagde vlucht van 2 uur, waarbij zelfs op 6000 M. hoogte boven de gletschers van de Carstens-toppen werd ge vlogen. Ook het in het merengebied reeds eerder gevestigde binnenlandsch bestuur heeft aan de expeditie belangrijke diensten bewezen en door zijn vooraf gemaakte tochten den arbeid in hooge mate vergemakkelijkt: controleur de Bruyn maakte met den bo tanicus Eyma een tocht naar de Araboe en de Kemaboe en heeft daarmede de komst van Le Roux, cp doortocht naar het Oosten, voorbereid. De politie-commissa- ris van Eechoud had reeds vooruit Paniai, largs de Siriwo, de geelvinkbaai bereikt er zyn collega van Krieken heeft daarna denzelfden tocht in omgekeerde richting ge maakt, zoodat daarmee volledige aanslui ting met het achterland der Geelvinkbaai, tot stand gekomen is. De topografische aansluiting met de zuid kust was reeds door de tochten van dr. Cator bekend en is door de expeditie zelf aanmerkelijk uitgebreid. Naast het topogra- fisch-onderzoek, dat uit den aard der zaak den hoofdschotel vormde, is het andere wetenschappelijke werk niet vergeten. De zoöloog prof. Boschma heeft rondom de meren eenige maanden rustig kunnen ar beiden en zal met een schat van gegevens VOORNAAMSTE NIEUWS Buitenland FINLAND IS BEREID ZIJN GRENS TROEPEN TERUG TE TREKKEN, MITS RUSLAND DAT EVENEENS DOET. (2de blad). DE GEALLIEERDE MAATREGELEN TEGEN DEN DUITSCHEN EXPORT. (2de blad). HOE DE „RAWALPINDI" TEN ONDER GING. (2de blad). Binnenland DE ONDERGANG VAN DE „SPAARN- LAM". VIJF DOODEN. (3e en le blad). DE RAMP VAN DE „SLIEDRECHT". DE VERMISTE LEDEN. (3de en 1ste blad) AANGESPOELDE MIJNEN. (3de en 1ste blad). HET COLLECTIEF ARBEIDSCON TRACT IN DE BLOEMBOLLENSTREEK IS VOOR EEN JAAR VERLENGD. (1ste blad). naar Leiden kunnen weerkeeren. De offi cier van gezondheid dr. Brouwer heeft vele honderden berg- en dwergpapoea's anthro- pologisch kunnen meten en fotografeeren, daarbij smaakproeven nemend, vingeraf drukken makend en bloedgroepen bepa lend. Ongetwijfeld zal hij met de verkregen uitkomsten het zoo belangrijke Papoea- vraagstuk aanmerkelijk nader tot zijn op lossing kunnen brengen. Een menigte eth- nografische gegevens en museumobjecten zyn door Le Roux bijeengebracht. Uit een en ander blykt, dat aan men- schenmateriaal geen gebrek bestond: de streek tusschen de meren en de Relorivier mag, naar Nieuw-Guineeschen maatstaf ge meten, over het algemeen als goed bevolkt worden beschouwd. Het aantal bewoners der bezochte valleien wordt op vele tien duizenden geschat, terv/yl ook in de ver der in het hooggebergte gelegen greep van meren, welke als buiten het expeditietor- rein liggende niet werd bezocht, nog veel volk wordt vermeld. De geoloog IJzerman en de botanicus Eyma hebben eveneens veel materiaal kun nen verzamelen. Helaas zag eerstgenoemde zich wegens het uitbreken van den oorlog verplicht om in den aanvang van Septem ber met spoed naar Europa terug te rei zen. De oorlog bracht ook nog een anderen grooten tegenvaller: de beide marinevlieg tuigen werden teruggeroepen. Het belang rijkste deel van hun taak was evenwel vol bracht: het brengen van de menschen en de omvangrijke bagage en voorraden van de kust (Eetna-baai) naar de meren. Maar een ander deel van hun taak moest onge daan blijven, het parachuteeren van le vensmiddelen op den grooten bocht naar het oosten, welke Le Rouen begin Septem ber ondernam. Daardoor moest een grooter aantal dragers voor het opvoeren der le vensmiddelen gerequireerd worden en werd do bewegelijkheid der expeditie aanmer kelijk verminderd. Dat men desondanks zoo goed in het exploreeren van de gehde- le streek tot aan de Delorivier geslaagd is, kan als een prachtige prestatie worden be schouwd. De vliegtuigen zouden de expeditie ech ter niet geheel in de steek laten. Het ma rine-commando heeft goedgevonden, dat beide vliegtuigen naar de meren zyn te ruggegaan om den afvoer der expeditie te bespoedigen. De marine verdient hulde voor haar krachtigen steun, haar schitterend mate riaal en haar kranige vliegers, het binnen landsch bestuur voor zijn voortvarende hulp, de expeditieleden voor hun moeiza- men arbeid in gindsche onherbergzame oorden. Hiermede is echter de taak van het Ko ninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Ge nootschap ten aanzien van Nieuw-Guinea nog geenszins ten einde. Het Katholiek Comité van Actie „Voor God" schrijft om i Voorbeelden trekken! Het voorbeeld is een wel sprekende redevoering. Men overtuigt gemakkelijk als men door zijne daden de mogelijkheid aantoont van hetgeen men voor staat St Bernardus.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 1