D
MOHAMEDAANSCHE PLECHTIGHEID
rie mannen en
hun noodlot
£eicboJie (Bou/^cmt
Op plechtige wijze is te Batavia de .Idil Fithri", de godsdienstige feestelijke
viering van Lebaran (Mohamedaansch einde der vasten en Nieuwjaar) weer
gehouden. Tijdens de plechtigheden op het Waterlooplein
De oudste inwoonster van Gouda, de
wed. A. de Hoog Kazius, is héden
hooderd iaar geworden
H. M. de Konngin bracht Vrijdag een
bezoek aan Zeeland ter inspectie van
eemge legeronderdeelen. De aankomst
der vorstin te Vlissingen
Ier gelegenheid van Lebaran, het Mohamedaansch einde van de vasten en
Nieuwjaar, werd te Batavia door de padvindersorganisatie voedsel uitgereikt
aan de armen
Eet nu mosselen Onder auspiciën van het Centrale Verkoopbureau van
mosselen in Nederland is te den Haag een „mossel-propaganda demonstratie"
gehouden, waarbij voor de vele genoodigden het bereiden en de qualiteit van
mosselen werd duidelijk gemaakt
De voorbereidende werkzaamheden voor de Engelsche
oor!ogs-inschrijvingen door de Britsche spaarders zijn op
de postkantoren van Londen en de andere groote steden
in vollen gang
FEUILLETON
A. J. HUISMAN.
42)
O' Malley keek den man een moment on
derzoekend aan. In het optreden van den
butler kon O' Malley geen spoor van ver
scholen ironie ontdekken, alleen maar een
beleefd verlangen om een ander van dienst
te zijn Hy geloofde niet dat de man loog.
„Neen, dank u; ik heb geen boodschap",
antwoordde hy. „Ik kom nog wel eens op
een avond terug". Hij aarzelde en eindig
de met een abrupt „Goeden avond".
„Goedenavond, meneer1.'
Hij had nog maar een paar blokkn geloo-
pen toen het hem inviel, dat hij zonder veel
moeite er achter kon komen of de butler
gelogen had of niet. Hij wist dat Schenk
op werdagen meestal in zijn huis in de
stad sliep en de weekends op zijn uitge
strekt buiten doorbracht. Als hij in de stad
was, zou hij in den loop van den avond
hoogstvermoedelijk wel het huis verlaten
of weer binnengaan.
O' Malley ging naar een sigarenwinkel en
kocht een voorraad sigaretten. Daarna keer
de hij weer naar den hoek van Madison
Avenu terug en stelde zich zoo op dat hy
de voorzijde van het huis, in de gaten kon
houden. Tot middernacht bleef hij op zijn
post, af en toe heen en weer loopend in
een natuurlijke behoefte aan beweging.
Een paar bedienden waren terur lek omen
en door de zijdeur naar binnen gegaan,
maar van Schenk was geen spoor. Het zou
dwaasheid zijn nog langer te blijven.
O' Malley keerde naar huis terug, naar
zijn eigen huis, niet naar het tijdelijk ver
blijf bij mrs. Peil. Hij was dood op na de
emoties en physieke vermoeienissen van
den dag en zag op tegen den langen tocht
naar het verre pension. Mc Girk liep niet
weg.
Met loodzware voeten strompelde hij de
trappen op en trad de donkere voorka
mer binnen. Hij keerde zich om om de deur
te sluiten en draaide aan den schakelaar
van het electrische licht. Daarop wendde
hij zich opnieuw om, weer naar de ka
mer die thans helder verlicht was, hief
de armen omhoog en bleef stokstijf staan
Zijn gemakkelijke stoel, die meestal naar
den haard gericht stond, was nu in de rich
ting van de deur geschoven. I n den stoel
zat een man in een donker costuum, met
een slappen hoed die in de oogen getrok
ken. Hij leunde behaaglijk achterover, de
handen in zijn schoot. Maar een hand hield
een groot pistool vast, waarvan de loop
onbeweeglijk op O' Malley gericht was.
HOOFDSTUK XVm.
Kaarten op tafel.
Bij den eersten blik op de revolver en
het halfbedekte gelaat van den man in den
stoel, dacht O' Malley dat de politie hem op
het spoor gekomen was en zijn handen wa
ren bijna automatisch omhoog gegaan
Maar het volgende moment verschafte hem
klaarheid en bracht hem tegelijk in stom
me verbazing.
De nachtelijke bezoeker was Ward Bar
rel*
„Neen, houd je handen maar omhoog",
merkte Barrett koel op.
„Ik ben niet gewapend", was het korte
wederwoord.
De andere man staarde hem een oogen-
blik aan.
„Mooi! U hoeft niet bang te zijn; dit ding
gaat alleen gemakelijk af. Gaat u zitten."
Nieuwsgierigheid onderdrukte O' Mal
ley opkomende woede over dezen autori-
tairen toon. Hij liep naar den divan, ging
zitten en keek zijn bezoeker aan.
„U bent vriendelijk", verklaarde hij min
zaam. „En dit is een onverwacht genoe
gen. Ik heb er dan heelen dag al naar ver
langd een onderhoud met u te hebben
„Wat weerhield u?" vroeg Barrett
droog.
O' Malley staarde hem aan.
Schenk te spreken wilde krijgen", ant
woordde hij als terloops.
Als deze opmerking Barrette aan het
schrikken maakte, dan liet hij daarvan toch
niets merken. Allen kreeg zijn gezicht een
strakke, dreigende uitdrukking. O' Malley
zag hoe de sterke vingers zich vaster om
de revolver sloten.
„En ik", verklaarde Barrett grimmig,
,heb hier gewacht omdat ik u wildé spre
ken! Waar is mijn zuster?"
De vraag kwam wel heel onverwacht.
OMalley boog zich naar voren.
„Uw zuster?'" herhaalde hij werktuige
lijk. „U bedoelt miss Hunt?"
Barrett gaf geen antwoord. Hij hield zijn
oogen onafgebroken op den Ier gericht. O'
Malley zag de trillende spieren van Bar
rett'* kaak, terwijl hij zijn *udende woe
de trachtte meester te blijver Hij sprong
overeind, een *ew*gln*, /ie d*. lovf vt»
Barretts revolver dichter bij hem bracht.
Hij negeerde dit dreigement.
„Wel allemachtig", barstte hij uit; „is
miss Hunt niet thuis? Ik heb vanmiddag
met haar theegedronken. Bedoelt u haar?"
„Ga zitten", beet Barrett hem toe; „en
laat die onschuldige verbazing maar. U
weet drommels goed wie ik bedoel! Waar is
ze? Wat hebt u met haar uitgevoerd? Ik
heb u verteld, dat dit ding hi>r heel ge
makelijk afgaat Vooruit vlug!"
Meer uit stomme verwondering dan ge
dwongen door den wil en het wapen van
den ander, nam O' Malley zijn plaats weer
„Luister nu eens goed, Barrett", drong
hij aan, „ik geef u mijn woord van eer. dat
ik niet weet waar ze is. We zijn omstreeks
half zeven van elkaar gegaan. Ik heb haar
in een taxi gezet en zeli den chauffeur het
adres gegeven. Sindsdien heb ik haar niet
meer gezien, werkelijk niet!"
Barrett kreeg een woedeaanval die O'
Malley ontstelde.
„Verdraaid nog aan toe, ik geef je nog
een minuut om mij te zegen waar ze is!"
riep hij met trillende stem. „Als je dat
niet doet, schiet ik je neer als een hond!
Kies nu zelf maar. Ik meen wat ik zeg!"
Een plotseling visioen van het slappe
lichaam en het grauwe gezicht van Bind-
les deed een kil gevoel langs O' Malley's
ruggegraat gaan, maar behalve een trek
van berustig veranderde er aan zijn ge
zicht niets. Hij leunde achterover op den
divan.
„Uitstekend", zei hy. „Aangezien ik ab
soluut niet weet waar ze is, moet u maar
schieten. Maar als zij werkelijk verdwe
nen is, vind ik dat u haar beter kunt gaan
zoeken, inpiaats van hier te zitten en i»ij
als schietschijf te willen gebruiken. Maar
ga gerust uw gang."
Nog een paar gespannen seconden bleef
Ward Barrett hem aanstaren. Toen liet hy
met een snelle beweging de revolver in
zijn zak glijden en begon de kamer op
en neer te loopen alsof O' Malley lucht
voor hem was.
Deze was teveel van zyn stuk gebracht
door de schokende tijding en het optre
den van zijn bezoeker, om iets anders te
doen dan te blijven zitten en voor zich uit
te staren. Na een poosje keerde Barrett
zich met een flauw glimlachje naar hem
toe.
„Goed dan", klonk het; „ik veronderstel
dat u de waarheid spreekt. Eerlijk ge
zegd dacht ik ook niet dat u er iets mee te
maken had, maar ik moest mij overtuigen.
Ik hoopte eigenlijk dat het wèl zoo zou
zijn
„U hooptedat ik...." echode O'
Malley verwezen.
„Dat spreekt immers vanzelf', antwoord
de Barrett ongeduldig. „Want dat u het
niet bent, maakt de zaak heel wat erger.
Ziet u dat zelf niet in?"
O' Malley's hersenen begonnen weer te
werken.
„Bedoelt u", vroeg hy, „dat Claudia
miss Hunt werkelijk verdwenen is?"
„Dat bedoel ik inderdaad!" Barrett wierp
hem een nieuwsgierigen en eenigszins :.ro-
nischen blik toe „Om zeven uur is ze het
huis uitgegaan", bulderde hij plotseling,
„en om twaalf uur was ze nog niet terug.
Ik heb hier net getelefoneerd."
„Maar hoe w*it u h*t? B;nt u dan zelf
thuis geweest?"
Barrett hief met en rak het hoofd op en
k»*k hem aan fWnr.it w®rvnli*H»