ScPiaatóch aa>tCa#6nieuiuó Vele schepen op mijnen geloopen Spaansch- Italiaansche stap tc Berlijn? LUCHTVAART Myra. het elfje en de booze kabouter Zwartvoet 5)e taeótand in het SWotectoxaat Het standrecht afgekondigd MAANDAG 20 NOVEMBER 1939 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. fi A. Imfhof, cle hutbediende K. K. Jansima, de bediende H. J. Kas per, de twee broers Kervezee, salonbedienden, de tweede-lin- nenjuffrouw M. M. Kleef, de hutbediende J. Kouseband, de salonbediende E. M. Len- ting, de wasscher W. F. Monné, de assis tent-magazijnmeester M. Nuiberg, de hut bediende A. Pasman, de tweede kok G. J. Peitsman, de bediende J. J. van Pelt, de chef-hofmeester E. J. Preiss, de pantryman A. J. G. Reimerink, de chef-kok F. Schee- lings, de bediende M. A. de Ruyter, de hutbediende A. P. Schilt, de bediende A. Schutte, de pantryman M. Sebregts, de patissier Th. W. Smals, de bediende J. M. Sniabel, salonbediende H. J. Soet, bedien de B. Stork, de koks F. B. de Swart en A. B. Torgler, de barman tweede-kasse P. W. Verloop, de salonbediende J. P. M. Vil- ters, de koksmaat W. Vis, de dekbediende L. W. Vischer, de bediende H. Visser, de pantryman tweede-klasse J. Vlaanderen Oldenzeel, de koksmaat N. de Vrij, de mu zikant S. F. A. Wielaert,'de salonbediende C. G. van Woerekom, de rookkamerbe- diende J. H. Wristers, de barbier F. P. Zwep, de bakker A. van Westen, de maga zijnmeester P. C. Stolk en de salonbedien de O. Kiloher. Volgens bovenstaande gegevens zijn dus de namen van 272 geredden bekend. In to taal bevonden zich, zooals gemeld, 400 per sonen aan boord waarvan 130 tot de be manning en het civiel personeel behoor den. Van deze 130 personen zijn thans de namen van 104 geredden bekend. Het aan tal Nederlandsche passagiers bedroeg 111, waarvan er tot dusverre 87 voorkomen op de lijst dergenen, die aan land zijn ge- braoht Men verkeert dus nog in onzeker heid omtrent het lot van 128 opvarenden, waarvan zich volgens het opgegeven to taal aantal geredden, zich ongeveer 40 personen aan land moeten bevinden, om trent wier inidentiteit nog geen berichten zijn binnengekomen. Dit houdt mede ver band met de omtandigheid, dat de schepe lingen over talrijke ziekenhuizen zijn ver deeld. Naar de heer D. Hudig, directeur van de K.N.S.M., ons mededeelde, is het daarom niet uitgesloten, dat in den loop van morgen nadere mededeelingen over deze personen zullen worden bekend ge maakt. In ieder geval staat het zoo goed als zeker vast, dat bij dezen ramp onge veer 90 personen om het leven zijn geko men. Naar onduidelijkheden in de reeds ver strekte opgaven wordt door de K.N.S.M. in Engeland nog navrage gedaan. Aangezien de gegevens omtrent de ge wonden onvolledig waren en sterk uiteen liepen, zoodat men zich over hun tosstand igeen duidelijk beeld kon vormen, is beslo ten, dat de chef van den medisch en dienst der K.N.S.M., dr. Berinsohn, Maandag ochtend per K.L.M.-vliegtuig naar Londen zal gaan om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de situatie. De definitieve lijst der vermisten zal eerst na dit onder zoek officieel worden vastgesteld. De heer Hudig was zooals van zelf spreekt door den ramp zeer geschokt. In die eerste plaats ging zijn deernis uit naar de achtergebleven betrekkingen van be manning en passagiers en naar hen, die bij deze catastrophe gewond werden. Hij stel de de bijzondere medewerking van onzen gezant te Londen en diens staf en ook de hulp van de Engelsche autoriteiten op hoo- gen prijs-. Met den gezagvoerder, den heer Voor- spuy, verliest de maatschappij een zeeman met een uitstekende reputatie. Hij was reeds vele jaren in dienst van de K.N.S.M. en had reeds in de jaren 1914-1918 de oor logsgevaren op zee leeren kennen. Zooals men zidh zal herinneren was de „Simon Bolivar" op 9 November j.l. van een reis naar de West in de Amsterdaim- sche haven teruggekeerd. In verband met de vertraging op de thuisreis, veroorzaakt door de contrabande controle in Engeland, imoest het schip reeds acht dagen later op nieuw zee kiezen. Kapitein Voorspuy, dien wij destijds bij de aankomst in zijn hut opzochten, was on danks de risico's welke in dezen oorlogs tijd aan de scheepvaart zijn verbonden, vol goeden moed en reeds onmiddellijk begon hij met de voorbereiding van den nieuwen reis, Verdeeld naar de nationaliteit bevonden zich behalve de Nederlanders nog de vol gende aantallen passagiers aan boord: 47 Duitschers, 1 Noor, 1 Deen, 5 Span jaarden, 77 EngeLschen, 2 Chineezen, 5 in woners van het protectoraat Bohemen-Mo- ravie, 3 pensonen uit Honduras. 4 uit Co lumbia. 1 uit Haiti en 8 Statenloozen. TE LONDEN 107 GEWONDEN. Honderd zeven gewonde overlevenden van de ramp zijn in een ziekenhuis te Londen opgenomen het zijn: Nederlanders, Britten, Noren en Duitschers. Velen hunner waren van meening, dat de „Simon Bolivar" niet op een mijn is geloopen, doch getorpedeerd werd. Een vrouw heeft haar echtgenoot en twee kinderen verloren, Zij werd verge zeld van haar eenig overblijvende kind, een meisje van vijf jaar. De Nederlandsche gezant te Londen en leden der legatie zijn in het hotel aangekomen, waar zij de offi cieren van het schip hebben ondervraagd. Deze verklaarden dat het schip aan stuur- en bakboordzijde werd getroffen, hetgeen de veronderstelling doet opkomen, dat de schade doo mijnen is veroorzaakt. Men gelooft, dat het mijnveld in den loop van den naoht was gelegd. Tot de Duitschers, die zich aan boord bevonden, behoorden eenige vluchtelingen. Negen hunner zijn gered en te Londen aangekomen. VAN 71 B.P.M.-LEDEN 13 VERMIST. Naar wij vernemen bevonden zich aan boord van de „Simon Bolivar" een en ze ventig employé's en hun gezinsleden van de Bataafsohe Petroleummaatschappij. On- Van het front geen nieuws LEGERBER1CHTEN. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: Aan het front aan den Bovenrijn op een plaats aan beide zijden levendig machine geweervuur en geweervuur, op de overige punten van het front rust. Slechts plaatse lijke activiteit van artillerie. Het lucht wapen heeft zijn verkenningen Loven Frankrijk voortgezet. Het gisteravond uitgegeven Fransche communiqué meldt: Een kalme dag. Plaatselijke activiteit der artillerie. In de vier laatste weken van den oorlog bedroeg de tonnage der Duitsche koopvaar dijschepen, die ter zee door onze patrouil les genomen werden, verscheidene duizend tonnen meer dan de tonnage der Fransche koopvaardijschepen, die door het optreden van den vijand verloren gingen. DE ZEE-OORLOG. Een Duitsch schip, dat door een Britsch patrouillevaartuig werd aangehouden, is door de bemanning zelve tot zinken ge tracht. De 57 opvarenden werden gevangen genomen en in een haven in Schotland aan Jand gebracht. Het Duitsche stoomschip „Gloria" is met een prijsbemanning aan boord naar een Schotsche haven opgebracht. Het schip had een lading tarwe aan boord. De Duitsche bemanning is geïnterneerd. Vooraf was het schip onderzocht aan een der contrabande- posten. HET MIJNENGEVAAR. Vijftien overlevenden van de „Grazia" en het lijk van een man zijn aan land ge bracht in een haven aan de Britsche Zuid- Oostkust. Van 16 man, wier lot onbekend is, verluidt, dat sommigen gered zijn door een ander schip. De „Grazia" liep Zondagmorgen op een mijn op ongeveer 7 mijl afstand van de En gelsche kust Het schip zonk in enkele minuten. De „Libre Belgique" meldt, dat in den racht van Zaterdag een Letsch vrachtschip, dat ter reede van Zeebrugge voor anker lag, in aanraking is gekomen met een mijn en binnen eenige minuten is gezonken. Tengevolge van de ontploffing werd een matroos gedood. De zestien andere leden van de bemanning werden gered. Deze menschen zijr» te Zeebrugge onderdak ge bracht. Gisteravond is te Londen bekend ge maakt, dat nog drie schepen gezonken zijn na op Duitsche mijnen te zijn geloopen. Het zijn de „Borjesson", een 1586 ton me tend Zweedsch schip, de „Blackhill", een 2492 ton metend Britsch schip en de „Gra zia", een 5857 ton metend Italiaansch schip. Het desbetreffende communiqué zegt, dat zij gezonken zijn buiten de Oostkust tengevolge van Duitsche mijnen in om standigheden gelijk aan die van de „Simon Bolivar" en de „Oarica Milica". Twee en twintig leden der bemanning van de „Blackhill" zijn op de Engelsche kust aan land gebracht. Van de dertien overlevenden van de „Bor jesson", die Zondagavond in èen haven aan ae Engelsche Oostkust aan land gebracht werden, waren 8 gewond. Men gelooft, dat van dit schip zes personen omgekomen zijn. De overlevenden werden gered door rreilers, nadat zij zich drie uur lang had den vastgeklemd aan een vlot. Allen leden aan de gevolgen van hun langdurig ver blijf in het koude water. DE ONDERGANG VAN DE „AFRICA SHELL." Leden der bemanning van de „Africa Shell" hebben aan Reuter het volgende relaas over de ondergang van hun schip verteld: „De kapitein zag het oorlogsschip Woens dagmorgen 11.20 uur met groote snelheid In Zuidelijke richting opstoomen. Het lag spoedig langszij de „Africa Shell", dat den steven naar de kust gewend had. Nadat het oorlogsschip een schot gelost had, draaide de „Africa Shell" bij. Een Duitssch offi cier en negen manschappen met i*evolvers gewapend kwamen aan boord. Toen pas heesch het oorlogsschip de Duitsche vlag. De voorraden van de „Africa Shell' werden in een Duitsche barkas geplaatst, terwijl der hen waren vele verlofgangers, die naar hun standplaats op Curasao terugkeerden. Het aantal vermisten onder de B.P.M.- employé's en hun familieleden is door de in den loop van den dag ontvangen be richten gedaald tot dertien personen. NOG TWEE ANDERE VAARTUIGEN BESCHADIGD. Men verneemt, dat op de plaats, waar de „Simon Bolivar" is gezonken, nog twee andere vaartuigen door mijnen bescha digd zijn. Deze beide vaartuigen echter zijn erin geslaagd een haven te bereiken. De plaat sen, waar de drie schepen zijn getroffen lagen een kwart mijl uit elkaar. <ie gewapende lieden de bemanning be waakten. Nadat de kapitein van zijn man nen had afscheid genomen, werd hij aan bourd van het oorlogsschip opgenomen, dat in Noordelijke richting wegvoer. Aan de bemanning was last gegeven het vaar tuig te verlaten, en toen hij ongeveer een mijl weg verwijderd waren, hoorden zij twee ontploffingen. De „Africa Shell" helde over en zonk. De bemanning roeide naar de kust en bracht den nacht door op het stiand. LUCHTALARM OP ZONDAG. Aan de Noord-Oostkust van Schotland heeft Zondagmorgen het luchtalarm weer klonken. Kort daarop kwam het signaal dat alles weer veilig was. De vijandelijke vliegtuigen vlogen zeer hoog en konden van den grond af niet worden geidentifi- 'eerd. Zij wierpen geen bommen uit. Weer drie Tsjechen geëxecuteerd Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: De regeering van het Protectoraat heeft over de districten Groot-Praag, Praag-land, Kladno, Beraun en Horchowitz het stand recht afgekondigd. Deze maatregel geldt niet voor Duitsche staatsburgers. Voorts meldt het Duitsche Nieuwsbu reau, dat wegens een gcwelddadigen over val op een Duitscher Zaterdag drie Tsje chen werden doodgeschoten. Onder de ge- fusillecrden bevinden zich twee politie beambten. Havas verneemt van de Oostenrijksche grens, dat van Neurath en Frank sinds eenigen tijd besprekingen voeren met ver schillende fascistische Tsjechische groepen om te komen tot de vorming «van een nieu we regeering in het Protectoraat. De Duit sche autoriteiten treden systematisch op te gen de Tsjechische studenten. Vrijdagmor gen heeft de S.S. een inval gedaan in twee colleges en de studenten onder bedrei ging met revolvers weggevoerd. Alle ge arresteerde studenten zouden worden over gebracht naar het concentratiekamp Bu- chenwalde bij Weimar. Voorts voeren de Duitschers een zuive ringsactie onder de sokols. Het totale aan tal gearresteerden wordt geschat op on geveer 50.000 Tot hen zou ook behooren generaal Nejtek. De Duitschers hebben niéuwe onderdrukkingsmaatregelen aange kondigd, teneinde „elk gevaar van onrust in het Protectoraat weg te nemen". Sedert de sluiting der universiteit wor den de Duitsche regeeringsgebouwen be waakt. Gemotoriseerde afdeelinge nS.S. met gevechtswagens rijden door de straten van Praag. De nationale Tsjecho-Slowaaksche raad te Chicago heeft een protest uitgesproken tegen „de golf van terreur, die op het oogenblik slaat over Tsjecho-Slowakije" en tegen „den moord op de negen Tsjechische studenten" De nationale Tsjecho-Slowaak sche raad is een organisatie, waarin alle groepen van Tsjechen en Slowaken in de Vereenigde Staten vereenigd zijn. Het pro test noodigt „alle ware Amerikanen uit zich aan te sluiten bij den nationalen Tsje- cho-Slowaakschen raad in een openlijk protest tegen den meedoogenloozen, absur den moord op negen Tsjechische studenten, wier eenige misdaad was te protesteeren tegen de brutale onderdrukking en slaver nij van den kant der nationaal-socialisten". RADIOTOESPRAAK VAN HACHA. President Hacha heeft Zaterdagmiddag een radiotoespraak tot het Tsjechische volk gehouden. Hij zeide, dat zich de laatste dagen gebeurtenissen hebben voorgedaan, PROJECTIELEN IN BAZEL TERECHT GEKOMEN. Het Zwitsersche Telegraaf Agentschap publiceert een mededeeling vam den gene- ralen staf, volgens welke in een straat te Bazel twee projectielen zijn neergekomen. Slechts één projectiel is ontploft. Twee per sonen werden daarbij ernstig gekwetst. Ook in de streek om Riehen bij Bazel zijn ar tillerie-projectielen neergekomen. In deskundige kringen te Bern verklaart men, aldus het Duitsche Nieuwsbereau, dat bij al deze projectielen heel duidelijk geen sprake kan zijn van Duitsche. Definitieve mededeelingen over hun afkomst kunnen echter pas gedaan worden wanneer het onderzoek is voltooid. Volgens getuigen zou het Duitsche ge schut het vuur geopend hebben op een Fransch vliegtuig. Het Fransche vliegtuig zou volgens de getuigen via Zwitsersch ge bied boven Duitschland zijn gekomen. BENZINE IN DE DONAU. Een groote hoeveelheid voor Duitschland bestemde benzine dreef Zaterdag in de Donau en vloeide weg naar zee. In de stroomversnelling waren n.l. twee schuiten door het breken van de kabels aan den grond geloopen, v/aarbij ruim 200.000 gal lons benzine in het water vloeide. die den op 16 Maart door den Fuehrer ver leenden status zeer ernstig in gevaar brengen. Het Tsjechische volk, aldus Ha cha. dat door een voorbeeldige houding se dert het uitbreken van den oorlog ge toond heeft zijn positie te midden van de gebeurtenissen van wereldbeteekenis ten volle te begrijpen, heeft zich helaas door kleine groepen van onverantwoordelijke lieden laten verleiden tot daden, die zeer betreurenswaardig zijn. Die verblinde ele menten staan onder den invloed van de vijandelijke propaganda en de ophitsing der emigranten, wier inmenging in Tsjechi sche aangelegenheden principieel moet worden afgewezen. Het Tsjechische volk is opgenomen in de levensruimte van het Duitsche volk en moet begrijpen, wat daaruit voortvloeit. Het spreekt vanzelf, dat het Duitsche volk, dat in oorlog is, met alle energie de voor waarden voor zijn overwinning moet schep pen. Het beschikt over de daartoe noodige machtsmiddelen. Het gebied van het Tsje chische volk is voor de verschrikking van een oorlog gespaard gebleven. Uit de ver woestende gevolgen van zulk een oorlog heeft men na de nederlaag van Polen lee ring kunnen trekken. Het Tsjechische volk is niet, zooals in het oude Oostenrijk ge beurde, in den strijd gevoerd. Het kan zijn vreedzame arbeid voortzetten en bevindt zich veeleer in menig opzicht in een be tere positie dan neutrale volken. Hacha maande de bevolking aan zich van alle ordeverstoring te onthouden. Ieder verzet tegen de openbare macht en ieder vergrijp tegen de in het protectoraat be staande orde zouden groote nadeelen voor den individu en voor het geheele volk tot gevolg kunnen hebben. Het zou zinneloos zijn nieuwe slachtoffers te maken. De be volking moet zich niet laten misleiden. Het is nog geen groote opstand, zegt Jan Masaryk. Jan Masaryk, de vroegere Tsjechische gezant in Londen, heeft verklaard: Er is nog geen groote opstand tegen de nazis. Zoo iets zou thans voorbarig en dwaas zijn. De tijd is er nog niet rijp voor, maar die tijd zal later komen. Uiteindelijk zullen Hitier en zijn nazis verdwijnen. Op het oogenblik volgen de nazis het stelsel matige plan van de nationalisatie en econo mische ineenstorting van mijn volk. Het zal hun niet gelukken. Betreffende presi dent Hacha zeide hij vernomen te hebben, dat deze beperkt is in zijn bewegingsvrij heid tot het dorp en hetzelfde huis, waar wijlen president Masaryk heeft gewoond en is gestorven. Het protectoraat noemde Jan Masaryk Hitiers grootste concentratiekamp. Te zij ner tijd, zoo besloot hij, zal de onderdruk king door de nazis leiden tot de vernieti ging van het nazi-bewind. EEN UITEENZETTING VAN BELGISCHE ZIJDE. In het buitenlan-d heeft -verluidi, dat die regeeringen van Italië en Spanje dlszer da gen etappen zouden hebben ondernomen in Berlijn om te verklaren, dat zrij groot belang hechten aan de handhaving dier on schendbaarheid van België en Neder land. Gezangfoebbendie kringen te Brussel weigeren hierover eenige mededeeling te doen en zeggen geen inlichtingen te bezit ten, waardoor zij het bericht kunnen be vestigen of ontkennen. Nu zegt het Belgisch Telegraaf Agent schap evenwel uit parlementaire bron ver nomen te hebben, dat hiervan j.l. Donder dag in de vergadering van de Kamercom missie voor buitenlandsche zaken, wellke door den heer Spaak werd bijgewaond, sprake zou zijn geweest. Hieruit zou men de gevolgtrekking kunnen maken, dat het gerucht niet van eiken grond1 is ontbloot. Het Fransche agentschap Havas heeft een bericht uit Madrid gepubliceerd, waar in gezegd wordt, dat ook de gezangheb- bende Spaansche kringen het bericht noch bevestigen, noch ontkennen. Het verzekert evenwel, dat het volgens de eigen inlich tingen van dit agentschap mogelijk is, het bericht te bevestigen. Het zou, volgens Ha vas, gaan om een gezamenlijken stap van de regeeringen van Rome en Madrid, in boven aamgehaal den zin. De door ons ingewonnen inlichtin gen, zoo zegt het Belgisch Telegraaf Agentschap verder, doen ons gelooven, dat er geen gezamelijke stap, maar twee afzondelijke stappen ondernomen zijn hoewel waarschijnlijk in samen werking. Over hun nauwkeurige draagwijdte hebben wij geen nadere mededeelin gen kunnen verkrijgen. Alles duidt er echter op, dat deze stappen ten doel hadden het aanbod van goede diensten van koning Leopold en koningin Wil- helmina te steunen. Deze stappen, die zouden dateeren van Zaterdag 11 November, zouden overigens zoowel in Londen en Parijs, als in Berlijn zijn ondernomen. Volgons inlichtingen uit Lonidlen, zou den die regeerinigen van Italië en Spanje bij de Britsche regeering tevens hebben aangedrongen op het verkrijgenvan een. gelijike behandeling voor alle neutralen, wat het scheepvaartverkeer betreft Italiaansche tegenspraak. S bef and meldt uit Roma, dat het bericht, door eenige Engelsche dagbladen gepubli ceerd, welke op grond van een radio-ber- richt uit Parijs meldden, dat Italië aan de Duitsche regeering zou hebben meege deeld, geïnteresseerd be zijn bij een eer biediging van de territoriale onaantast baarheid van Nederland en België, ongegrond is. ZES DOODEN BIJ VLIEGONGELUK IN AUSTRALIë. Bij een botsing tusschen twee vliegtui gen, die op het punt stonden te landen op het vliegveld van Sydney, zijn zes perso nen om het leven gekomen. DUITSCH VLIEGTUIG IN ITALIë VERONGELUKT. In de nabijheid van Udine is een Duitsch vliegtuig neergestort. De bevoeg de autoriteiten hebben tot dusverre geen inlichtingen willen verschaffen. 253. En ja, Zwartvoet's haar is heelemaal wit geworden 254. Nog meer straf volgt er voor hem. Koning Inkt- van verdriet. Den volgenden dag haalt een Inktzwamka- 'zwam krijgt bericht van den kabouterkoning, dat de booze bouter een spiegel en daarin ziet Zwartvoet dat hij zijn zwartvoet zijn cape met het teeken der Zwartvoeters niet mooie zwarte haar kwijt is. meer mag dragen, 's Nachts moet de kabouter zijn cape en blouse voor de voeten van den koning leggen. Wat schaamt Zwartvoet zich vreeselijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1939 | | pagina 6